Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Subsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen
CiteertitelSubsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 januari 2025.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-09-2023nieuwe regeling

05-09-2023

gmb-2023-399627

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

overwegende dat de gemeenteraad heeft besloten tot het realiseren van 18 woonwagenstandplaatsen in de periode 2024-2030 en uitvoerende partijen hier onrendabele kosten voor maken;

gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ASV: Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • -

    Blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid: DAEB-woongelegenheid die een blijvend gereguleerde woongelegenheid is;

  • -

    Blijvend gereguleerde woongelegenheid: woongelegenheid met een huurprijs van ten hoogste het in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag, waarvan de waardering van de kwaliteit, bedoeld in artikel 5 van het Besluit huurprijzen woonruimte, niet kan leiden tot een huurprijs die hoger is dan dat bedrag;

  • -

    DAEB-woongelegenheid: woongelegenheid als bedoeld in artikel 47, eerste lid, aanhef en onderdeel b, c of d, van de Woningwet;

  • -

    Grondaankoop: het verwerven van gronden in eigendom van de gemeente Maastricht op basis van de Nota Grondprijzen 2020 Gemeente Maastricht.

  • -

    Standplaats: Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten (artikel 1, onderdeel j, van de Wet op de huurtoeslag);

  • -

    Toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;

  • -

    Woonwagen: Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst (artikel 1, onderdeel l, van de Wet op de huurtoeslag);

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door Het college van Burgemeester en Wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van een blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen binnen een straal van 100 meter van reeds bestaande standplaatsen met woonwagens zoals is bepaald in het bij de locatie horende bestemmingsplan / omgevingsplan.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden in de gemeente Maastricht.

  • 3.

    De activiteiten dienen binnen vier jaar na de dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking te zijn gestart en binnen vijf jaar na de dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking te zijn afgerond.

  • 4.

    In de verleningsbeschikking kan van het derde lid worden afgeweken door het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Maastricht indien de aard van de activiteit hiervoor aanleiding geeft.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een toegelaten instelling.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1.

    1.Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in de artikelen 3 bedraagt het subsidieplafond €264.910,-.

  • 2.

    2.Het jaarlijks resterend gemeentelijk subsidieplafond wordt overgeheveld naar het volgende jaar, inclusief eventueel teruggevorderde bedragen naar aanleiding van de definitieve vaststellingen.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen:

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    2.Onder de redelijk gemaakte kosten zoals in lid 1 van dit artikel vallen de kosten van maximaal €22.990,- ten behoeve van grondaankoop per te realiseren blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen en tot een maximum van €5.800,- voor overige redelijk gemaakte kosten per nieuw te realiseren blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van:

    • a.

      De realisatie van een blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in een andere vorm dan een standplaats met woonwagen;

    • b.

      de aankoop van gronden anders dan de in artikel 6 lid 2 beschreven grondaankoop;

    • c.

      kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt eerder dan 6 maanden vóór de indiening van de aanvraag;

    • d.

      kosten die reeds gesubsidieerd of gefinancierd worden vanuit een andere subsidie- of inkooprelatie;

    • e.

      kosten waarop een andere gemeentelijke subsidieregeling reeds ziet;

    • f.

      kosten die in een exploitatietermijn van 50 jaar van de betreffende blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen worden terugverdiend.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal 100% van de gemaakte kosten tot een maximum van €22.990,- voor grondaankoop per nieuw te realiseren blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen en tot een maximum van €5.800,- voor overige redelijk gemaakte kosten per nieuw te realiseren blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 9. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een subsidie dient:

    • a.

      Inzichtelijk te maken hoeveel blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen er worden gerealiseerd en waar (plattegrond);

    • b.

      inzichtelijk te maken wat de looptijd is van het project (start bouw, oplevering);

    • c.

      inzichtelijke te maken van de aan het project verbonden begrote inkomsten en uitgaven over een exploitatietermijn van 50 jaar (begroting);

  • 2.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt uiterlijk 6 maanden nadat de aanvrager begonnen is met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend.

Artikel 11. Beslistermijn

Het college beslist binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 12. Wijze van beoordeling en verstrekking

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 13. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV, kan subsidieverlening worden geweigerd als:

    • a.

      de activiteit naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Maastricht een commercieel doel dient;

    • b.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

    • c.

      de middelen niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor het subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • d.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • e.

      de activiteit niet bijdraagt aan de realisatie van de meerjarige prestatieafspraken 2022-2026 tussen de gemeente en de woningcorporaties.

Artikel 14. Verplichtingen

  • 1.

    De gerealiseerde blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen zijn ten minste vijftig jaar na voltooiing bestemd voor woonwagenbewoners.

  • 2.

    De gerealiseerde blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats met woonwagen dienen te worden verhuurd op basis van een schriftelijk huurcontract tussen huurder en verhuurder.

  • 3.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders, en het doel van de rechtspersoon.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 15. Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000 en ten hoogste €264.910 dient de subsidieontvanger uiterlijk 1 jaar nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan (artikel 14). Het verslag bestaat uit het algemeen jaarverslag van een rechtspersoon, de gerealiseerde kosten en baten met betrekking tot het project, foto’s van de gerealiseerde blijvend gereguleerde DAEB-woongelegenheid in de vorm van een standplaats(en) met woonwagen(s) en indien er een subsidie is verleend vanwege grondaankoop een kopie van de stukken bijhorende bij de aankoop. Uiteraard mogen van de aanvrager alleen die gegevens verlangd worden die noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de verantwoording; dit volgt uit de AVG.

Artikel 16. Subsidievaststelling

  • 1.

    Een subsidie wordt conform de ASV vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Het vastgestelde bedrag kan niet hoger zijn dan het verleende bedrag.

Artikel 17. Bevoorschotting

  • 1.

    In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste €264.910,- wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

  • 2.

    Een voorschot wordt binnen zes weken na verzenddatum van de verleningsbeschikking overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

Artikel 18. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de wettelijke bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling heeft een looptijd van 1 oktober 2023 tot 1 januari 2025.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sociale Huur Woonwagenstandplaatsen

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 5 september 2023

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar