Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Nadere regels deelvoertuigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels deelvoertuigen
CiteertitelNadere regels deelvoertuigen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene plaatselijke verordening 2019
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-2023nieuwe regeling

05-09-2023

gmb-2023-398103

3617959

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels deelvoertuigen

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo,

 

overwegende dat,

 

het gewenst is om nadere regels vast te stellen omtrent het ter gebruik aanbieden van voertuigen op of aan de weg;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 5:1 van de Algemene plaatselijke verordening 2019;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende

 

Nadere regels deelvoertuigen

Artikel 1 Aanvraag

  • 1.

    Het college stelt een aanvraagformulier beschikbaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor een vergunning dient aan de indieningsvereisten te voldoen, zoals opgenomen in Bijlage I.

  • 3.

    Vanaf het moment van openstellen van de beschikbare vergunning(en) heeft de aanvrager 4 weken de tijd om de aanvraag in te dienen.

Artikel 2 Bekendmaking

Het college maakt minimaal twee weken van tevoren bekend dat vergunningaanvragen voor een bepaalde categorie voertuigen kunnen worden ingediend.

Artikel 3 Vergunningsverlening

  • 1.

    Het college verleent maximaal twee vergunningen per voertuigcategorie van deelvoertuigen.

  • 2.

    De vergunning wordt verleend aan de aanvrager met het hoogst aantal punten op basis van de beoordeling zoals opgenomen in Bijlage II.

  • 3.

    Indien aanvragers een gelijk aantal punten hebben, wordt de vergunning verleend aan de aanvrager met het hoogst aantal punten op het eerste onderdeel van de beoordeling zoals opgenomen in Bijlage I.

  • 4.

    Indien aanvragers een gelijk aantal punten hebben bij de beoordeling en een gelijk aantal punten hebben op het eerste onderdeel zoals genoemd in het derde lid van dit artikel, wordt de vergunning verleend op basis van een loting tussen de aanvragers met het hoogst aantal punten.

  • 5.

    De loting zoals genoemd in het vorige lid vindt plaats in het stadhuis in Hengelo. De loting vindt openbaar plaats en wordt geleid door een ambtenaar.

Artikel 4 Voertuigplafond

  • 1.

    De vergunning is geldig voor het aanbieden van minimaal 25 voertuigen en maximaal 100 voertuigen.

  • 2.

    Het plafond genoemd in het vorige lid kan ieder kwartaal in overleg tussen de gemeente en de vergunninghouder worden verhoogd en verlaagd met maximaal 50 voertuigen.

Artikel 5 Duur

  • 1.

    De vergunning wordt verleend tot 10 december 2028.

  • 2.

    In geval deelmobiliteit eerder onderdeel wordt van de OV-concessie van de provincie Overijssel, wordt de termijn genoemd in het vorige lid verkort met 1 jaar en wordt de vergunning verleend tot 12 december 2027.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

Het college verbindt de volgende voorschriften en beperkingen aan de vergunning:

  • 1.

    Aan het aanbod en het gebruik van de deelvoertuigen worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      De vergunninghouder zorgt ervoor dat over een periode van 3 maanden gemiddeld 90% van de op straat geplaatste voertuigen in gebruik of te gebruiken zijn.

    • b.

      Het gemiddeld gebruik over een periode van drie maanden is minimaal 1,0 ritten per voertuig per dag.

    • c.

      Het binnen de gemeente verplaatsen van deelvoertuigen en/of onderdelen van deelvoertuigen is emissieloos.

  • 2.

    Aan het voorkomen van overlast van de deelvoertuigen worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het correct stallen van deelvoertuigen en neemt de nodige maatregelen om hinderlijk of foutief gestalde voertuigen binnen 24 uur te verplaatsen.

    • b.

      De vergunninghouder verplicht gebruikers van deelvoertuigen een foto te maken van het geparkeerde voortuig alvorens de rit kan worden afgesloten.

    • c.

      De vergunninghouder maakt gebruik van het ‘three strikes you’re out’ principe waarbij de gebruiker na een eerste overtreding een waarschuwing krijgt, bij een tweede overtreding een boete en bij een derde overtreding wordt geroyeerd van het systeem.

    • d.

      De vergunninghouder is tijdens kantooruren online, per e-mail en/of telefonisch bereikbaar voor gebruiker, inwoners en medewerkers van de gemeente Hengelo.

    • e.

      Klachten en meldingen worden binnen 24 uur door vergunninghouder in behandeling genomen en binnen 72 uur opgelost.

    • f.

      Voorgenoemde klachten en meldingen worden binnen twee weken teruggekoppeld aan klager en/of melder.

    • g.

      Voorgenoemde klachten en meldingen worden door vergunninghouder bijgehouden in een klachten- en meldingenregister waarin een omschrijving van de klacht of melding en de opvolging wordt genoteerd.

  • 3.

    Aan het servicegebied en deelmobiliteitshubs worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      De vergunninghouder neemt gebod- en verbodzones voor het parkeren van de deelvoertuigen zoals voorgeschreven door de gemeente over in het servicegebied.

    • b.

      Het servicegebied wordt binnen twee werkdagen aangepast door de vergunninghouder op verzoek van de gemeente.

    • c.

      In gebieden waar deelmobiliteitshubs zijn gerealiseerd is het free floating systeem niet toegestaan.

    • d.

      In gebieden waar deelmobiliteitshubs zijn gerealiseerd dienen de deelvoertuigen in deze hubs gestald te worden.

    • e.

      De vergunninghouder neemt alle binnen de gemeente gerealiseerde deelmobiliteitshubs op in het servicegebied.

  • 4.

    Aan de data worden in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      (geanonimiseerde) data van het voertuigtype, voertuig-id, begin- en eindlocatie, begin- en eindtijdstip worden aangeleverd bij het landelijke dashboard mobiliteit.

    • b.

      Vergunninghouder is MAAS-waardig en kan binnen drie maanden volledig geïntegreerd worden in een door de gemeente aangewezen MAAS-Applicatie.

    • c.

      De gemeente wijst per jaar maximaal twee MAAS-Applicaties aan, waarvan niet meer dan één tegelijk.

    • d.

      Vergunninghouder werkt mee aan jaarlijkse gebruikersonderzoeken door de gemeente.

Artikel 7 Kwartaaloverleg

  • 1.

    Ieder kwartaal vindt er een gesprek plaats tussen de vergunninghouder en de gemeente.

  • 2.

    In dit kwartaalgesprek worden in ieder geval de rapportage van het voorafgaande kwartaal en de voorschriften en beperkingen uit deze nadere regels besproken.

Artikel 8 Intrekking vergunning

  • 1.

    Het college geeft een waarschuwing aan de vergunninghouder wanneer er wordt gehandeld in strijd met deze nadere regels of de voorschriften die deel uitmaken van de vergunning.

  • 2.

    Het college legt een last onder dwangsom op grond van artikel 5:21 e.v juncto artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht aan de vergunninghouder indien er na drie maanden na het geven van de waarschuwing nog niet wordt voldaan aan het gestelde in de waarschuwing, deze nadere regels of de voorschriften die deel uitmaken van de vergunning.

  • 3.

    Het college trekt de vergunning in wanneer de vergunninghouder drie maanden na het opleggen van de last onder dwangsom niet wordt voldaan aan de regels gesteld in de waarschuwing, deze nadere regels of de voorschriften die deel uitmaken van de vergunning.

  • 4.

    Indien een vergunning is ingetrokken moeten alle voertuigen binnen twee weken zijn verwijderd uit de openbare ruimte.

  • 5.

    Indien een vergunning is ingetrokken zal er opnieuw een aanvraagprocedure worden gestart zoals gesteld in deze nadere regels.

  • 6.

    Het is voor alle deelvervoeraanbieders mogelijk om een aanvraag in te dienen op de beschikbaar gekomen vergunning zoals genoemd in de procedure in lid 2 van dit artikel.

  • 7.

    Uitgezonderd van het vorige lid wordt de deelvervoeraanbieder waarvan de vergunning is ingetrokken.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze nadere regels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regel te dienen doelen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels deelvoertuigen”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van ….

de secretaris,

de burgemeester,

Bijlage I Indieningsvereisten

Een aanvraag dient aan alle indieningsvereisten te voldoen. Een aanvraag bestaat uit een ingevuld aanvraagformulier en een plan waarin alle indieningsvereisten als onderwerpen zijn verwerkt.

 

Het verwerken van de indieningsvereisten in een plan kent de volgende vormvereisten:

  • -

    ieder onderwerp mag maximaal uit twee A4 bestaan;

    • o

      lettertype Arial; lettergrootte 10;

  • -

    de aanvraag is in de Nederlandse taal opgesteld;

  • -

    de aanvraag is schriftelijk of langs elektronische weg ingediend.

Het plan dient de volgende hoofdstukken te bevatten:

 

1. Visie (maximaal 150 punten)

Aanvrager geeft inzicht in zijn visie op deelvervoer en hoe het aanbieden van deelvoertuigen een maatschappelijke meerwaarde oplevert voor de gemeente Hengelo. Aanvrager laat hierin zien begrip te hebben van de stad Hengelo en de strategische opgaven van de stad. Aanvrager legt hierbij tenminste de link met het gemeentelijk mobiliteitsbeleid, het toepassen van het STOMP-principe, Mobility as a Service, vervoersarmoede, zakelijke mobiliteit en de invloed van het aanbieden van deelvoertuigen op autoafhankelijkheid en andere vervoerswijzen. Aanvrager geeft inzicht in zijn visie op vervoersarmoede. Aanvrager moet duidelijk maken hoe het de kansen van deelvervoer benut en de negatieve bijeffecten van deelvervoer beperkt.

 

2. Aanbodplan (maximaal 100 punten)

Aanvrager geeft inzicht in het aantal en type voertuigen dat wordt ingezet om een betrouwbare en aantrekkelijke dienstverlening te kunnen neerzetten. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen herkenbaar zijn, door middel van kleur en belettering, en welke maatregelen aanvrager neemt om het gebruik van de dienst zo laagdrempelig mogelijk te maken. Een korte beschrijving van de eigen applicatie is hierin noodzakelijk. Tot slot geeft aanvrager inzicht in de tarieven van de dienst, inclusief eventuele abonnementen en/of kortingsregelingen om een betaalbare dienstverlening te kunnen neerzetten.

 

3. Duurzaamheidsplan (maximaal 100 punten)

Aanvrager geeft inzicht in de kwaliteit van de voertuigen die worden ingezet om een duurzame dienstverlening te kunnen neerzetten. Een life cycle analysis van de deelvoertuigen om de milieu-impact van productie, het gebruik en afvoer van de deelvoertuigen te bepalen is hierin noodzakelijk. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen worden voorzien van volle accu’s en geeft inzicht in het onderhoudsplan dat wordt gehanteerd voor de deelvoertuigen. Daarnaast geeft aanvrager aan of de deelvoertuigen zijn geleased, gekocht of op andere wijze beschikbaar worden gesteld en/of worden onderhouden. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe en wanneer aanvrager deelvoertuigen (her)verdeelt over de gemeente en binnen de regio om de beschikbaarheid van de dienstverlening te vergroten.

 

4. Communicatieplan (maximaal 100 punten)

Aanvrager geeft inzicht in de communicatiemogelijkheden die het heeft om de herkenbaarheid en maatschappelijke acceptatie van de dienst te vergroten. Aanvrager laat daarbij zien welke marketingactiviteiten worden ingezet om de dienst onder de aandacht te brengen en welke maatregelen worden genomen om het (correct) gebruik van de dienst te stimuleren. Aanvrager legt hierbij tenminste de link met het eerste gebruik van de deelvoertuigen, het vergroten van de verkeersveiligheid, het stallen op de deelmobiliteitshubs, en het belonen van goed gedrag. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe het meldingen en klachten van gebruikers en andere belanghebbenden ontvangt en zo spoedig als mogelijk afhandelt.

 

5. Regionaal uitbreidingsplan naar omliggende gemeenten (maximaal 150 punten)

Aanvrager geeft inzicht in het toekomstige aanbod van deelvoertuigen in omliggende gemeenten om zo gemeentegrensoverschrijdend deelvervoer mogelijk te maken. Aanvrager laat daarbij zien hoe en wanneer de dienst zo spoedig mogelijk kan uitbreiden naar aangrenzende gemeenten, en wat de aanvrager hiervoor moet doen en/of nodig heeft. Een strategische locatiebepaling van het eigen warehouse is hierin wenselijk. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe verschillende servicegebieden met elkaar worden verbonden en hoe de dekking van het netwerk wordt vergroot.

 

Bijlage II Beoordeling

De beoordeling van de indieningsvereisten opgenomen in Bijlage I vindt plaats door een beoordelingscommissie bestaande uit drie medewerkers van de gemeente Hengelo. Het ingevulde aanvraagformulier wordt gezamenlijk door de beoordelingscommissie beoordeeld. Het plan wordt per onderwerp door de leden individueel beoordeeld en gewaardeerd. Deze individuele beoordeling bespreken zij samen, waarna zij tot één gezamenlijke score op basis van consensus komen op de beoordeling. Op basis van de gezamenlijke score wordt een percentage van de maximum aantal punten per selectiecriterium toegekend. Deze betreffen score 0 = 0%, score 2 = 10%, score 4 = 40%, score 6 = 70%, score 8 = 100%.

 

De leden van de beoordelingscommissie geven de volgende scores:

 

  • -

    Score 8 (100%) = Volledig en/ of overtreffend: De aanvraag geeft volledig en/ of overtreffend antwoord met een concrete en realistische beschrijving. De onderbouwing is overtuigend en biedt duidelijk meerwaarde voor de gemeente.

  • -

    Score 6 (70%) = Ruim voldoende: De aanvraag geeft in ruime mate concreet en realistisch antwoord. De onderbouwing is duidelijk en biedt meerwaarde voor de gemeente.

  • -

    Score 4 (40%) = Voldoende: De aanvraag geeft voldoende antwoord. De aangegeven werkwijze is realistisch maar matig concreet. De onderbouwing is te algemeen en/ of niet erg overtuigend.

  • -

    Score 2 (10%) = Zeer beperkt: De aanvraag geeft inhoudelijk zeer beperkt antwoord op de deelonderwerpen. De onderbouwing geeft zeer beperkt inzicht en/ of biedt geen meerwaarde voor de gemeente.

  • -

    Score 0 (0%) = Onvoldoende: De aanvraag geeft onvoldoende of minimaal antwoord op alle of de meeste deelonderwerpen. De onderbouwing ontbreekt en/ of is niet concreet onderbouwd en geeft de gemeente onvoldoende inzicht.

Voor iedere indieningsvereiste moet een minimale score 2 worden behaald.

 

De volgende maximaal aantal punten worden er per onderwerp toegekend:

  • 1.

    Visie (maximaal 150 punten)

  • 2.

    Aanbodplan (maximaal 100 punten)

  • 3.

    Duurzaamheidsplan (maximaal 100 punten)

  • 4.

    Communicatieplan (maximaal 100 punten)

  • 5.

    Regionaal uitbreidingsplan (maximaal 150 punten)

Totaal: 600 punten