Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Nadere regels deelvoertuigen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels deelvoertuigen 2023
CiteertitelNadere regels deelvoertuigen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpDeelvoertuigen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Verordening kwaliteit leefomgeving gemeente Enschede 2023
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-2023Nieuwe regeling

12-09-2023

gmb-2023-397059

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels deelvoertuigen 2023

Het college van de gemeente Enschede;

 

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4.9 van de Verordening kwaliteit leefomgeving gemeente Enschede;

 

BESLUIT:

 

de ‘Nadere regels deelvoertuigen 2023 gemeente Enschede’ vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deelmobiliteithub

Fysieke plek in de openbare ruimte waar deelvoertuigen gestald kunnen worden, aangeduid met een ‘hub’-bebording.

Emissieloos

Zonder uitlaatemissie van NOx, roetdeeltjes en broeikasgassen.

Free-floating

Deelvoertuigen kunnen op basis van GPS overal binnen een digitaal afgebakend servicegebied opgehaald en achtergelaten worden. Dit in tegenstelling tot ‘back to many’ waarbij deelvoertuigen bij meerdere locaties opgehaald en teruggebracht kunnen worden.

MaaS-waardig

Mobility as a service; Reizigers kunnen deelvoertuigen plannen, boeken en betalen via MaaS-dienstverleners dankzij een API-koppeling of uitwisselingslaag. De verkoopvoorwaarden die in dit verband aan MaaS-dienstverleners gesteld worden zijn (1) transparant, (2) non-discriminerend en (3) concurrerend;

 

Artikel 2 Bekendmaking

  • 1.

    Het college maakt minimaal twee weken van te voren via het Gemeenteblad bekend dat vergunningaanvragen voor een bepaalde categorie voertuigen kunnen worden ingediend.

  • 2.

    Het college stelt een termijn van vier weken vast voor het indienen van de vergunningaanvragen.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een vergunning dient aan de indieningsvereisten zoals voorgeschreven in bijlage I te voldoen.

  • 2.

    Het college stelt een aanvraagformulier beschikbaar dat moet worden gebruikt voor de vergunningaanvraag.

  • 3.

    Indien een aanvraag voor een vergunning onvolledig is, stelt het college de aanvrager een termijn van twee weken om de aanvraag aan te vullen.

Artikel 4 Beslissing

  • 1.

    Het college beslist binnen 12 weken na afloop van de termijn als bedoeld in artikel 2 lid 2.

  • 2.

    Elke aanvraag wordt beoordeeld middels een beoordelingssystematiek zoals omschreven in bijlage II.

  • 3.

    Het college kan een vergunning weigeren wanneer één of meerdere indieningsvereisten minder scoort dan een ‘2’ op grond van de beoordelingssystematiek in bijlage II.

  • 4.

    Een beslissing kan met vier weken verdaagd worden.

Artikel 5 Vergunningsverlening

  • 1.

    Het college verleent maximaal twee vergunningen per voertuigcategorie aan afzonderlijke aanbieders van deelvoertuigen.

  • 2.

    In geval er voor een voertuigcategorie meer dan twee aanvragen worden gedaan, wordt de vergunning verleend aan de twee aanvragers met het hoogste aantal punten op grond van de beoordelingssystematiek in bijlage II.

  • 3.

    Indien aanvragen een gelijk aantal punten hebben dan wordt vergunning verleend aan de aanvrager die op het eerste onderdeel van de beoordeling in bijlage II het hoogst scoort. Indien daarna nog steeds niet op basis van de puntentelling kan worden uitgemaakt op welke aanvraag een vergunning kan worden verleend, wordt met behulp van een loting bepaald op welke aanvraag een vergunning wordt verleend. De loting vindt in het openbaar plaats door een ambtenaar.

  • 4.

    Na vergunningverlening heeft aanvrager acht weken de tijd om uitvoering te geven aan de vergunning inclusief alle vergunningsvoorwaarden. Als aanvrager hier niet aan voldoet wordt de vergunning ingetrokken.

  • 5.

    In het geval dat een vergunning wordt ingetrokken op basis van artikel 5 lid 4, en er meer dan twee aanvragen voor deze voertuigcategorie zijn gedaan, wordt deze vergunning verleend aan de eerst volgende niet-vergunde aanvrager met het hoogste aantal punten op grond van de beoordeling in bijlage II.

Artikel 6 Voertuigaantallen

  • 1.

    Een vergunning is geldig voor het aanbieden van onderstaande aantal voertuigen;

    • a.

      (Elektrische) deelfietsen; minimaal 150 en maximaal 300 voertuigen

    • b.

      Elektrische deelscooters; minimaal 150 en maximaal 300 voertuigen

  • 2.

    Bij een gemiddeld gebruik over een periode van drie maanden van meer dan 4,0 ritten per voertuig per dag kan elk kwartaal, na afstemming tijdens kwartaalevaluatie zoals omschreven in artikel 9, het maximum aantal voertuigen van aanvrager met 50 voertuigen worden verhoogd.

Artikel 7 Termijn

  • 1.

    Een vergunning wordt verleend tot 10 december 2028.

  • 2.

    De gemeente kan de vergunning eerder intrekken indien de Provincie Overijssel besluit om een concessie openbare mobiliteit, inclusief openbaar vervoer en deelvervoer, eerder dan de in artikel 7 lid 1 genoemde datum te verlenen.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

Het college verbindt in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen aan een vergunning;

 

Aanbod en gebruik

  • 1.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat er over een periode van drie maanden gemiddeld 90% van de in de openbare ruimte geplaatste voertuigen in gebruik of te gebruiken zijn’.

  • 2.

    Het gemiddeld gebruik moet over een periode van drie maanden minimaal 1,0 rit per voertuig per dag zijn.

  • 3.

    Het binnen de gemeente verplaatsen van deelvoertuigen en/of onderdelen van deelvoertuigen is emissieloos.

 

Voorkomen overlast

  • 4.

    De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het correct stallen van deelvoertuigen en verplaatst hinderlijk of foutief gestalde voertuigen binnen 24 uur.

  • 5.

    De vergunninghouder verplicht gebruikers een foto te maken van het geparkeerde voertuig voordat deze de rit kan afsluiten om te kunnen controleren of het voertuig hinderlijk of foutief gestald staat.

  • 6.

    De vergunninghouder maakt gebruik van het ‘three strikes you’re out’ principe waarbij een gebruiker na een eerste overtreding een waarschuwing krijgt, bij een tweede overtreding een boete en bij een derde overtreding wordt geroyeerd van het systeem.

  • 7.

    De vergunninghouder heeft één vast aanspreekpunt voor de gemeente die bevoegd is namens de aanbieder afspraken te maken en die telefonisch en per e-mail bereikbaar is op maandag tot en met vrijdag van 8:00 uur tot 18:00 uur CET (nationale feestdagen uitgezonderd). Aanspreekpunt is in staat om zo snel mogelijk te handelen bij spoedgevallen.

  • 8.

    De vergunninghouder is online, per mail en/of telefonisch bereikbaar voor klachten en vragen van gebruikers en inwoners.

  • 9.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat klachten en meldingen binnen 24 uur in behandeling worden genomen en binnen twee weken een terugkoppeling wordt gestuurd naar de klager en/of de melder.

  • 10.

    De vergunninghouder houdt een klachten- en meldingenregister bij met de omschrijving van de klacht of melding en de opvolging hiervan.

 

Servicegebied en deelmobiliteithubs

  • 11.

    De vergunninghouder neemt gebod- en verbodszones zoals voorgeschreven door de gemeente over in het servicegebied.

  • 12.

    De vergunninghouder moet het servicegebied binnen twee werkdagen aanpassen op wens van de gemeente.

  • 13.

    In gebieden waar deelmobiliteithubs zijn gerealiseerd is het free floating systeem niet toegestaan en dienen de deelvoertuigen in de deelmobiliteithubs gestald worden. Deelvoertuigen die in deze gebieden niet in de deelmobiliteithubs gestald zijn, worden beschouwd als hinderlijk of foutief gestalde voertuigen.

  • 14.

    De vergunninghouder neemt alle binnen de gemeente gerealiseerde deelmobiliteithubs op in het servicegebied.

  •  

  • Data en MaaS

  • 15.

    (Geanonimiseerde) data van tenminste voertuigtype, voertuig-id, beginlocatie, begintijdstip, eindlocatie en eindtijdstip van ritten en parkeeracties wordt aangeleverd bij het landelijke dashboard deelmobiliteit.

  • 16.

    De vergunninghouder is MaaS-waardig en kan binnen drie maanden volledig geïntegreerd worden in een door de gemeente aangewezen MaaS-applicatie. Dit gaat om maximaal twee MAAS-applicaties per jaar, waarvan niet meer dan één op hetzelfde moment.

  • 17.

    Vergunninghouder werkt mee aan jaarlijkse gebruikersonderzoeken door de gemeente.

Artikel 9 Evaluatie

  • 1.

    Elk kwartaal vinden er evaluatiegesprekken plaats tussen de vergunninghouder en gemeente op basis van een rapportage van het voorliggende kwartaal.

  • 2.

    Tijdens de kwartaalevaluatie worden in ieder geval de voorschriften en beperking zoals omschreven in artikel 8 besproken;

Artikel 10 Handhaving

  • 1.

    Indien een vergunninghouder niet voldoet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in artikel 8 volgt een waarschuwing.

  • 2.

    Voldoet de vergunninghouder drie maanden na de waarschuwing nog niet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in artikel 8 volgt een last onder dwangsom.

  • 3.

    Voldoet de vergunninghouder drie maanden na de last onder dwangsom nog niet aan de voorschriften en beperkingen zoals omschreven in artikel 8, en is de dwangsom daarom verbeurd, wordt de vergunning ingetrokken.

 

Artikel 11 Faillissement

  • 1.

    In het geval van een faillissement wordt in tegenstelling tot artikel 10 meteen overgegaan tot intrekking van de vergunning.

Artikel 12 Beëindiging vergunning

  • 1.

    Na beëindiging van de vergunning krijgt de vergunninghouder één maand de tijd om alle voertuigen uit de openbare ruimte te verwijderen.

Artikel 13 Beschikbaar gekomen vergunning

  • 1.

    Een beschikbaar gekomen vergunning wordt door de gemeente opnieuw aangeboden door middel van een bekendmaking zoals vastgesteld in deze nadere regels.

  • 2.

    Als uitzondering op artikel 13 lid 1 wordt vergunninghouder van wie de vergunning is ingetrokken voor een periode van een jaar vanaf intrekking uitgesloten op basis van de weigeringsgronden in artikel 4.9 van de Verordening kwaliteit leefomgeving gemeente Enschede

Artikel 14  

Het college kan ten gunste van de aanvrager het bij of krachtens deze regeling bepaalde buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onevenredigheid van overwegende aard.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Nadere regels deelvoertuigen 2023 gemeente Enschede’.

 

Aldus besloten in de collegevergadering van dinsdag 12 september 2023.

De loco-Secretaris, de Burgemeester,

E.A. Smit R.W. Bleker

Bijlage I Indieningsvereisten

Een aanvraag dient aan alle indieningsvereisten te voldoen. Een aanvraag bestaat uit een ingevuld aanvraagformulier en een plan waarin alle indieningsvereisten als hoofdstuk zijn verwerkt.

 

De aanvraag voor een vergunning kent de volgende vormvereisten:

• Ieder hoofdstuk mag uit maximaal twee A4 bestaan;

o lettertype Arial, lettergrootte 10;

• De aanvraag is in de Nederlandse taal opgesteld;

• De aanvraag is schriftelijk of langs elektronische weg ingediend.

 

Het plan dient de volgende hoofdstukken te bevatten:

 

1.Visie

Aanvrager geeft inzicht in zijn visie op deelvervoer en hoe het aanbieden van deelvoertuigen een maatschappelijke meerwaarde oplevert voor de gemeente Enschede. Aanvrager laat hierin zien begrip te hebben van de stad Enschede, haar dorpskernen Boekelo, Glanerbrug en Lonneker en haar strategische opgaven. Aanvrager legt hierbij tenminste de link met de mobiliteitsvisie 2030 ‘leefbaar, aantrekkelijk en bereikbaar’, het toepassen van het STOP-principe (stappen, trappen, openbare mobiliteit en personenauto), Mobility as a Service, vervoersarmoede, zakelijke mobiliteit en de invloed van het aanbieden van deelvoertuigen op autoafhankelijkheid en andere vervoerswijzen. Aanvrager moet duidelijk maken hoe het de kansen van deelvervoer benut en de negatieve bijeffecten van deelvervoer beperkt.

 

2.Aanbodplan

Aanvrager geeft inzicht in het aantal en type voertuigen dat wordt ingezet om een betrouwbare en aantrekkelijke dienstverlening te kunnen neerzetten. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen herkenbaar zijn, door middel van kleur en belettering, en welke maatregelen aanvrager neemt om het gebruik van de dienst zo laagdrempelig mogelijk te maken. Een korte beschrijving van de eigen applicatie is hierin noodzakelijk. Tot slot geeft aanvrager inzicht in de tarieven van de dienst, inclusief eventuele abonnementen en/of kortingsregelingen om een betaalbare dienstverlening te kunnen neerzetten.

 

3.Duurzaamheidsplan

Aanvrager geeft inzicht in de kwaliteit van de voertuigen die worden ingezet om een duurzame dienstverlening te kunnen neerzetten. Een life cycle analysis van de deelvoertuigen om de milieu-impact van productie, het gebruik en afvoer van de deelvoertuigen te bepalen is hierin noodzakelijk. Aanvrager laat daarbij zien hoe de deelvoertuigen worden voorzien van volle accu’s en geeft inzicht in het onderhoudsplan dat wordt gehanteerd voor de deelvoertuigen. Daarnaast geeft aanvrager aan of de deelvoertuigen zijn geleased, gekocht of op andere wijze beschikbaar worden gesteld en/of worden onderhouden. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe en wanneer aanvrager deelvoertuigen (her)verdeelt over de gemeente en binnen de regio om de beschikbaarheid van de dienstverlening te vergroten.

 

4.Communicatieplan

Aanvrager geeft inzicht in de communicatiemogelijkheden die het heeft om de herkenbaarheid en maatschappelijke acceptatie van de dienst te vergroten. Aanvrager laat daarbij zien welke marketingactiviteiten worden ingezet om de dienst onder de aandacht te brengen en welke maatregelen worden genomen om het (correct) gebruik van de dienst te stimuleren. Aanvrager legt hierbij tenminste de link met het eerste gebruik van de deelvoertuigen, het vergroten van de verkeersveiligheid, het stallen op de deelmobiliteithubs, en het belonen van goed gedrag. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe het meldingen en klachten van gebruikers en andere belanghebbenden ontvangt en zo spoedig als mogelijk afhandelt.

 

5.Regionale uitbreidingsplan

Aanvrager geeft inzicht in het toekomstige aanbod van deelvoertuigen in omliggende gemeenten om zo gemeentegrensoverschrijdend deelvervoer mogelijk te maken. Aanvrager laat daarbij zien hoe en wanneer de dienst zo spoedig mogelijk kan uitbreiden naar aangrenzende gemeenten, inclusief Duitse gemeenten, en wat de aanvrager hiervoor moet doen en/of nodig heeft. Een strategische locatiebepaling van het eigen warehouse is hierin wenselijk. Tot slot geeft aanvrager inzicht in hoe verschillende servicegebieden met elkaar worden verbonden en hoe de dekking van het netwerk wordt vergroot.

 

 

 

 

 

Bijlage II Beoordeling

De beoordeling van de in bijlage I beschreven indieningsvereisten vindt plaats door een beoordelingscommissie bestaande uit drie medewerkers van de gemeente Enschede. Het plan wordt per indieningsvereiste door de leden van de beoordelingscommissie individueel beoordeeld en gewaardeerd. Na individuele beoordeling bespreken zij samen, waarna zij tot één gezamenlijke score op basis van consensus komen. Op basis van de gezamenlijke score wordt een percentage van de maximum aantal punten per indieningsvereiste toegekend. Deze betreffen score 0 = 0%, score 2 = 10%, score 4 = 40%, score 6 = 70%, score 8 = 100%.

 

De beoordelaars beoordelen ieder indieningsvereiste op basis van de volgende uitgangspunten:

 

Score '8' = Volledig en/ of overtreffend: De aanvraag geeft volledig en/ of overtreffend antwoord met een concrete en realistische beschrijving. Uw onderbouwing is overtuigend en biedt duidelijk meerwaarde voor de gemeente.

 

Score '6' = Ruim voldoende: De aanvraag geeft in ruime mate concreet en realistisch antwoord. Uw antwoord is duidelijk en biedt meerwaarde voor de gemeente.

 

Score '4' = Voldoende: De aanvraag geeft voldoende antwoord. Uw werkwijze is realistisch maar matig concreet. Uw onderbouwing is te algemeen en/ of niet erg overtuigend.

 

Score '2' = Zeer beperkt: De aanvraag geeft inhoudelijk zeer beperkt antwoord op de meeste elementen. Uw beantwoording geeft zeer beperkt inzicht en/ of biedt geen meerwaarde voor de gemeente.

 

Score '0' = Onvoldoende: De aanvraag geeft onvoldoende of minimaal antwoord op alle of de meeste elementen. Uw beschrijving ontbreekt en/ of is niet concreet onderbouwd. Uw antwoord geeft de gemeente onvoldoende inzicht.

 

U moet voor elk indieningsvereiste minimaal de gezamenlijke score '2' behalen. Als de gezamenlijke score minder is dan '2', wordt de aanvraag ter zijde gelegd en uitgesloten van verdere deelname.

 

Puntentoekenning

  • 1.

    Visie (maximaal 150 punten)

  • 2.

    Aanbodplan (maximaal 100 punten)

  • 3.

    Duurzaamheidsplan (maximaal 100 punten)

  • 4.

    Communicatieplan (maximaal 100 punten)

  • 5.

    Regionaal uitbreidingsplan (maximaal 150 punten)

Totaal: 600 punten