Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Regeling commissieleden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling commissieleden 2024
CiteertitelRegeling commissieleden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10 van de Gemeentewet
  2. artikel 15 van de Gemeentewet
  3. artikel 13 van de Gemeentewet
  4. artikel 82 van de Gemeentewet
  5. artikel 83 van de Gemeentewet
  6. artikel 99 van de Gemeentewet
  7. artikel 84 van de Gemeentewet
  8. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

05-09-2023

gmb-2023-396603

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling commissieleden 2024

De raad van de gemeente Zeist;

 

gelezen het voorstel van de burgemeester en het seniorenconvent d.d. 13 juni 2023;

 

gelet op de artikelen 10, 13, 15, 82, 83, 84 en 99 van de Gemeentewet;

 

gelet op de artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

Besluit

 

De Regeling commissieleden 2024 vast te stellen.

 

  • 1.
    • a.

      Elke in de raad aanwezige fractie kan twee niet-raadsleden als commissielid voordragen. De commissieleden worden als zodanig door de raad aangewezen. Zij zijn lid van de commissies van de raad als bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet. Zij kunnen, namens die fractie, deelnemen aan deze commissievergaderingen.

    • b.

      Aan de commissieleden wordt een vergoeding toegekend zoals bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor aanwijzing tot commissielid komen in aanmerking:

    • a.

      personen van wie de namen voorkomen op een geldig verklaarde lijst van kandidaten voor de laatst gehouden raadsverkiezingen.

    • b.

      personen die in een gezamenlijk schrijven van het afdelingsbestuur en de fractievoorzitter van de desbetreffende partij aan de raad ter aanwijzing als commissielid worden voorgedragen.

  • 3.

    Een commissielid dient op het tijdstip van aanwijzing te voldoen aan de vereisten, die ingevolge artikel 10 van de Gemeentewet gelden voor het lidmaatschap van de gemeenteraad. Hetgeen in de artikelen 13 en 15 van de Gemeentewet is bepaald inzake onverenigbare betrekkingen van raadsleden en verboden handelingen is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het commissielidmaatschap eindigt:

    • a.

      bij het aantreden van de nieuwe raad.

    • b.

      zodra één der vereisten ontbreekt of een onverenigbare betrekking wordt aanvaard, zoals bedoeld onder 3.

    • c.

      op eigen verzoek.

    • d.

      op verzoek van de desbetreffende raadsfractie.

  • 5.

    Wanneer een commissielid komt te verkeren in één van de gevallen, vermeld onder 4b, geeft hij/zij hiervan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad met vermelding van de reden.

  • 6.

    Indien de kennisgeving niet is gedaan en de voorzitter van de raad van oordeel is dat een commissielid verkeert in één der gevallen vermeld onder 4b, waarschuwt hij het commissielid.

  • 7.

    Het staat het commissielid vrij de zaak binnen 8 dagen daarna aan het oordeel van de gemeenteraad te onderwerpen. De beslissing van de gemeenteraad wordt terstond aan het betrokken commissielid medegedeeld.

  • 8.

    De voordracht van de fractie moet vergezeld gaan van een schriftelijke en ondertekende verklaring van het commissielid omtrent het aanvaarden van die functie. De verklaring luidt als volgt: Ik verklaar dat ik om tot commissielid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid naar eer en geweten zal vervullen. Ik verklaar dat ik er op ben gewezen dat de bepalingen in de Gemeentewet met betrekking tot de geheimhouding van stukken tevens van toepassing zijn op een commissielid.

  • 9.

    Personen die tot inwerkingtreding van dit besluit door de raad aangewezen zijn als buitengewoon-raadslid onder de Regeling fractieassistentie 2014, worden met ingang van 1 januari 2024 van rechtswege aangewezen als commissielid, tenzij zij een verzoek doen het buitengewoon-raadslidmaatschap te beëindigen.

  • 10.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 05 september 2023.

De raad voornoemd,

mr. J. Janssen, griffier

drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter