Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent burgerinitiatief (Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent burgerinitiatief (Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005)
CiteertitelVerordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van publicatie is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147 

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2005nieuwe regeling

27-10-2005

De Geulbode, 29 november 2005

2005/5697

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent burgerinitiatief (Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005)

De raad van de gemeente Meerssen

Gelezen het voorstel van het presidium d.d. 12 september 2005;

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet.

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Meerssen;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Meerssen;

  • c.

    presidium: het presidium van de raad van de gemeente Meerssen;

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van de raad van de gemeente Meerssen;

  • e.

    commissie: raadscommissie ex artikel 82 Gemeentewet;

  • f.

    griffier: de raadsgriffier van de gemeente Meerssen;

  • g.

    initiatiefnemer: de indiener van een burgerinitiatief of diens plaatsvervanger;

  • h.

    burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde voor plaatsing op de agenda van de raad;

  • i.

    ingezetene: persoon ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Meerssen en woonachtig in de gemeente Meerssen.

Artikel 2 Geldigheid burgerinitiatief

  • 1.

    de voorzitter beoordeelt de geldigheid van het burgerinitiatief en bericht binnen twee weken na indiening schriftelijk de ontvangst en de geldigheid aan de initiatiefnemer en aan de voorzitter van het presidium;

  • 2.

    indien het burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen en voorwaarden als bedoeld in lid 3 van dit artikel en artikel 5 stelt de voorzitter de initiatiefnemer schriftelijk voor ten hoogste 2 weken in de gelegenheid om de geconstateerde tekortkomingen te herstellen en doet hiervan gelijktijdig mededeling aan de voorzitter van het presidium;

  • 3.

    ongeldig is het burgerinitiatief dat:

    • -

      niet wordt ondersteund door ten minste 25 initiatiefgerechtigden;

    • -

      een onderwerp bevat als bedoeld in artikel 4, lid 2 a t/m i of

    • -

      niet voldoet aan de voorwaarden en vormvoorschriften in artikel 5;

  • 4.

    indien de voorzitter het burgerinitiatief afwijst in verband met strijdigheid met artikel 4, lid 2 sub a zendt hij dit initiatief door aan het betrokken bestuursorgaan, dat wel beslissingsbevoegdheid heeft met gelijktijdige schriftelijke berichtgeving aan de initiatiefnemer en de voorzitter van het presidium.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • 1.

    initiatiefgerechtigd is elke ingezetene van 16 jaar en ouder;

  • 2.

    voor de beoordeling of aan het vereiste van initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het burgerinitiatief bepalend.

Artikel 4 Onderwerpen van het burgerinitiatief

  • 1.

    het burgerinitiatief kan gaan over alle, nieuwe onderwerpen, waarin de raad bevoegd is;

  • 2.

    het burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende onderwerpen:

    • a.

      een onderwerp, dat niet tot de bevoegdheid van de raad behoort of waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft;

    • b.

      een onderwerp over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      vaststelling of wijziging van de gemeentebegroting, de jaarrekening, belastingen en tarieven;

    • d.
    • e.
    • f.

      gemeentelijke procedures, interne organisatie en de bedrijfsvoering;

    • g.

      geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • h.

      benoemingen en functioneren van personen;

    • i.

      een onderwerp, waarover tijdens de raadsperiode, waarin de indiening van het burgerinitiatief plaatsvindt, al eerder door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kunnen leiden.

Artikel 5 Voorwaarden en vormvoorschriften

  • 1.

    het burgerinitiatief ter plaatsing op de agenda van de raad wordt schriftelijk – door tussenkomst van griffier – ingediend bij de voorzitter;

  • 2.

    het burgerinitiatief omvat tenminste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het voorstel, voorzien van een toelichting;

    • b.

      een globale kostenraming indien uit de realisering van het voorstel kosten voortvloeien;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, adres, geboortedatum en handtekening van de initiatiefnemer, die als vertegenwoordiger van het burgerinitiatief optreedt;

    • d.

      een lijst met de achternamen, voornamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden, die het burgerinitiatief ondersteunen;

  • 3.

    voor de indiening van het burgerinitiatief wordt gebruik gemaakt van de als bijlage 1 en bijlage 2 bij deze verordening behorende – en eveneens in printbare digitale versie beschikbare – standaardformulieren;

  • 4.

    de griffier ondersteunt – desgevraagd – bij het opstellen en indienen van het burgerinitiatief, coördineert de procedure en onderhoudt – zo nodig – de contacten met de initiatiefnemer.

Artikel 6 Procedure agendering

  • 1.

    indien het burgerinitiatief geldig is wordt het voorstel door de griffier op de agenda van het eerstkomende presidiumoverleg geplaatst voor bepaling van de te volgen procedure voor behandeling;

  • 2.

    indien uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 2, lid 2 verschuift zonodig de termijn voor plaatsing van het burgerinitiatief op de agenda van het presidium dienovereenkomstig;

  • 3.

    het presidium besluit voor welke vergadering het burgerinitiatief voor behandeling en besluitvorming op de agenda van de raad wordt geplaatst;

  • 4.

    het presidium kan – alvorens te besluiten het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen als bedoeld in het 3e lid – het burgerinitiatief voor advies en binnen een daarbij te bepalen termijn voorleggen aan de meest aangewezen commissie;

  • 5.

    de voorzitter van de commissie, als bedoeld in lid 4, stelt de initiatiefnemer in de gelegenheid het burgerinitiatief in de vergadering van de commissie toe te lichten, eventuele vragen te beantwoorden en nodigt hem daartoe schriftelijk uit;

  • 6.

    het presidium kan – alvorens te besluiten het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen als bedoeld in het 3e lid – het burgerinitiatief voor advies en binnen een daarbij te bepalen termijn voorleggen aan het college;

  • 7.

    binnen twaalf weken na kennisgeving van de geldigheid van het burgerinitiatief vindt beraadslaging en besluitvorming over het burgerinitiatief plaats door de raad; deze termijn kan ten hoogste eenmaal met vier weken worden verlengd;

  • 8.

    indien het burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli en augustus wordt de eerste termijn in lid 7 verlengd met vier weken.

Artikel 7 Procedure behandeling en besluitvorming

  • 1.

    de voorzitter stelt de initiatiefnemer van het burgerinitiatief in de gelegenheid het voorstel in de vergadering van de raad toe te lichten, eventuele vragen te beantwoorden en nodigt hem daartoe schriftelijk uit;

  • 2.

    indien het advies van de commissie en/of van het college wordt ingewonnen geven deze bestuursorganen hun schriftelijke reactie op het burgerinitiatief en worden zonodig door de voorzitter voor de raadsvergadering uitgenodigd;

  • 3.

    na besluitvorming over het burgerinitiatief door de raad draagt de voorzitter zorg voor:

    • a.

      binnen twee weken schriftelijke en gemotiveerde mededeling van het besluit aan de initiatiefnemer, waarin tevens informatie over de stappen van het vervolgtraject wordt gegeven;

    • b.

      binnen drie weken publicatie op hoofdzaken van het besluit in de Geulbode, de gemeentelijke website of op een andere geschikte wijze.

Artikel 8 Jaarlijks verslag

De burgemeester doet jaarlijks met het uitbrengen van het burgerjaarverslag mededeling van de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslist de raad.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2005.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Meerssen in zijn openbare vergadering van 27 oktober 2005.

De raad voornoemd,

De griffier,

(P.H. Vossen)

De voorzitter,

(drs. G.M.K. Kockelkorn)

Bijlage 1 Verzoek Burgerinitiatiefvoorstel

Aan de voorzitter van de raad van de gemeente Meerssen

Ter attentie van de griffier, de heer P.H.Vossen

Postbus 90 6230 AB Meerssen

E-mailadres: H.Vossen@Meerssen.nl

Telefoonnummer: 043-3661650

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel (omschrijf in het kort de inhoud) op de agenda van de raad te plaatsen:

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

Toelichting op het voorstel (bv. wat is het doel van het voorstel?, wat moet er daarvoor allemaal gebeuren?; ziet u naast voordelen ook nadelen? heeft het voorstel prioriteit etc? ):

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

___________________________________________________________

Globale kosten inschatting voor realisering van het voorstel

€ _________________________

Naam (tevens 1e contactpersoon) :_________________________________

Eerste voornaam en verdere voorletters:_____________________________

Geboortedatum:_________________________________________________

Adres:_________________________________________________________

Postcode: _____________ Woonplaats_______________________________

Handtekening:___________________________________________________

Plaatsvervanger

Naam (tevens 2e contactpersoon):__________________________________

Eerste voornaam en verdere voorletters:_____________________________

Geboortedatum:_________________________________________________

Adres:_________________________________________________________

Postcode: _____________ Woonplaats:______________________________

Handtekening:__________________________________________________

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van ten minste 25 initiatiefgerechtigden, die het voorstel ondersteunen.

Toelichting voor de initiatiefnemer.

Iedereen, die ingeschreven staat in het bevolkingsregister, woonachtig is in de gemeente en tenminste 16 jaar oud kan een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raad te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenoemde burgerinitiatiefvoorstel moet worden ondersteund door ten minste 25 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is een formulier (bijlage 2) vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel (bijlage 1) wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met de ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatief voorstel mag niet gaan over (zie onderstaand artikel 4 van de Verordening burgerinitiatief gemeente Meerssen 2005):

Artikel 4 onderwerpen van het burgerinitiatief

  • 1.

    het burgerinitiatief kan gaan over alle, nieuwe onderwerpen, waarin de raad bevoegd is;

  • 2.

    het burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende onderwerpen:

    • a.

      een onderwerp, dat niet tot de bevoegdheid van de raad behoort of waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft;

    • b.

      een onderwerp over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      vaststelling of wijziging van de gemeentebegroting, de jaarrekening, belastingen en tarieven;

    • d.
    • e.
    • f.

      gemeentelijke procedures, interne organisatie en de bedrijfsvoering;

    • g.

      geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • h.

      benoemingen en functioneren van personen;

    • i.

      een onderwerp, waarover tijdens de raadsperiode, waarin de indiening van het burgerinitiatief plaatsvindt, al eerder door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kunnen leiden.

Bijlage 2 Ondersteuningsverklaringen Burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de raad te ondersteunen:

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(gaarne invullen in blokletters)

nr.

naam, eerste voornaam en voorletters

volledig adres

geboortedatum

handtekening

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

3

 

 

 

 

4

 

 

 

 

5

 

 

 

 

6

 

 

 

 

7

 

 

 

 

8

 

 

 

 

9

 

 

 

 

10

 

 

 

 

11

 

 

 

 

12

 

 

 

 

13

 

 

 

 

14

 

 

 

 

15

 

 

 

 

16

 

 

 

 

17

 

 

 

 

18

 

 

 

 

19

 

 

 

 

20

 

 

 

 

21

 

 

 

 

22

 

 

 

 

23

 

 

 

 

24

 

 

 

 

25

 

 

 

 

Toelichting

Inleiding

Het succesvol inzetten van het instrument “burgerinitiatief” als een middel om de burgers actief te betrekken bij het openbaar bestuur hangt - blijkens ervaringen - onder meer af van de laagdrempeligheid en eenvoud van de procedureregels, klantvriendelijkheid, een serieuze benadering van de initiatiefgerechtigden alsmede van een snelle maar wel zorgvuldige behandeling van de ingediende burgerinitiatieven. Een andere factor betreft het regelmatig bekendheid geven over de hoofdlijnen van het burgerinitiatief.

Met vorenvermelde aandachtspunten is voor zoveel nodig rekening gehouden bij het redigeren van de verordening.

Artikel 1

In de begripsomschrijvingen is voor “burgerinitiatief” gekozen voor het agenderen van een concreet voorstel met toelichting, wat wil zeggen, dat de initiatiefnemer alleen een uitgewerkt voorstel kan indienen bij de raad. Dan zullen de initiatiefgerechtigden zich moeten verdiepen in de vraag wat er allemaal gedaan moet worden en wat er nodig is om het burgerinitiatief gerealiseerd te krijgen. Impliciet wordt hiermee niet geopteerd voor het ruimere begrip “onderwerp”, dat niet voorzien hoeft te worden van een voorstel.

In dit kader wordt opgemerkt, dat zowel in het Reglement van orde voor de raad als in de Verordening op de raadscommissies 2004 burgers de mogelijkheid hebben het woord te voeren over geagendeerde onderwerpen (spreekrecht).

Artikel 2

Uit dit artikel volgt onder meer, dat de raad een geldig burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen.

Van een geldig burgerinitiatief is sprake als (a) het verzoek wordt ondersteund door ten minste 25 initiatiefgerechtigden, (b) het onderwerp niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) het verzoek voldoet aan de voorwaarden en vormvoorschriften van artikel 5. In artikel 3 (zie daar) wordt bepaald wie initiatiefgerechtigden zijn.

In het duale stelsel stelt de raad zowel formeel als in politieke zin zijn eigen agenda vast. Door het introduceren van het burgerinitiatief bepaalt het burgerinitiatiefvoorstel mede de discussie in de raad en tast daarmee in zekere zin de bevoegdheid van de raad aan om zijn agenda vast te stellen. Het is dan ook gerechtvaardigd, dat het burgerinitiatief gedragen wordt door een bepaald gedeelte van de bevolking.

De gemeente is vrij om de norm voor het aantal initiatiefgerechtigden voor de ondersteuning van het burgerinitiatief vast te stellen. Omdat het vooral dient te gaan om de inhoud van het burgerinitiatief is voorgesteld om de omvang van dit aantal te bepalen op ten minste 25. Met betrekking tot het aantal ondersteunings verklaringen wordt geen onderscheid gemaakt voorburgerinitiatieven met een straat-, buurt of wijkgericht karakter dan wel met gemeentebrede initiatieven.

Gelet op ervaringen elders hebben ingediende burgerinitiatieven veelal betrekking op de eigen leefomgeving.

Als zich in de praktijk een duidelijke toename of afname van het aantal ingediende burgerinitiatieven zal gaan voordoen, dan kan de raad eenvoudigweg de drempel aanpassen.

Burgerinitiatieven, waarvoor de raad niet bevoegd is, stuurt de voorzitter door naar het betreffende bestuursorgaan. In veel gevallen zal dit het college of de burgemeester zijn. Het ruime begrip bestuursorgaan in het 4e lid impliceert ook, dat doorzending naar bijvoorbeeld de provincie etc. mogelijk is.

Artikel 3

Er zijn verschillende mogelijkheden om het begrip “initiatiefgerechtigde” te bepalen. Een voor de hand liggende optie is het burgerinitiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de raadsverkiezingen vanuit de gedachte, dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en de besluitvorming te beïnvloeden, alsmede aan ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder, die met uitzondering van de leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de raad.

Met uit het oogpunt van jongerenparticipatie is in dit artikel voorgesteld om aan de initiatiefgerechtigden voor een burgerinitiatief de eis te stellen, dat zij ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, woonachtig zijn in de gemeente en ten minste 16 jaar oud zijn.

Artikel 4

De beperkingen, die dit artikel stelt aan de inhoud van het burgerinitiatief, vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het burgerinitiatief krijgt hiermee een plaats naast andere mogelijkheden en middelen om de raad te benaderen en de besluitvorming te beïnvloeden.

Het is niet zinvol om de raad te belasten met de beraadslaging over burgerinitiatieven, waarover hij uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft en daardoor de afstand tussen bestuur en burger alleen maar vergroot wordt.

Voor vragen over het gemeentelijk beleid staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in commissie- en raadsvergaderingen.

In het Reglement van orde voor de raad en in de Verordening op de raadscommissies 2004 staat een opsomming van onderwerpen, waarover burgers, die gebruik wensen te maken van het spreekrecht, niet het woord mogen voeren. Het betreft (a) over een bezwaar in het kader van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, (b) over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, (c) over een gedraging, waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Deze onderwerpen komen ook terug in dit artikel.

In hoofdstuk XIII van de Gemeentewet “De begroting en jaarrekening” staan nog al vrij strikte bepalingen en termijnen genoemd, waaraan voldaan moet worden. Het burgerinitiatief mag de daar genoemde procedures en termijnen niet doorkruisen. In hoofdstuk XV van de Gemeentewet “De gemeentelijke belastingen” staan ook dergelijke bepalingen opgenomen, waarover indiening van een burgerinitiatief niet gewenst is.

Het burgerinitiatief over de geldelijke voorzieningen kan de belangen van de betrokken personen al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie schaden.

Evenmin is het de bedoeling om zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van het burgerinitiatief. In dit artikel is gekozen voor de duur van de raadsperiode, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kunnen leiden.

Artikel 5

Het ligt voor de hand om burgerinitiatieven in te dienen via de griffier bij de voorzitter.

Een burgerinitiatiefvoorstel moet voldoen aan een aantal vereisten en het is uit praktische overwegingen als uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat de indiening plaatsvindt door middel van een standaardformulier met toelichting (bijlage 1); op dit formulier dient de initiatiefnemer behalve een omschrijving van het voorstel met een toelichting en een kostenraming in elk geval zijn personalia en die van zijn vervanger te vermelden. De initiatiefgerechtigden, die het burgerinitiatief moeten ondersteunen, maken gebruik van het formulier, dat als bijlage 2 wordt genoemd.

Het ligt ook voor de hand, dat de griffier als aanspreekpunt en coördinatiepunt fungeert.

Artikel 6

De initiatiefnemer moet er op kunnen vertrouwen, dat zijn voorstel binnen een redelijke termijn wordt getoetst op de geldigheid en de raad een besluit neemt over het burgerinitiatief. Deze termijnen moeten niet te lang maar ook niet te kort zijn om een zorgvuldige voorbereiding en behandeling te kunnen waarborgen. Deze voorbereiding kan inhouden, dat het presidium nader advies wil inwinnen van een commissie dan wel kennis wil nemen van de opvattingen van het college over onder meer de(financiële) uitvoerbaarheid dan wel of het burgerinitiatief past binnen de door de raad gestelde kaders.

In het 1e lid wordt voorgesteld om een burgerinitiatiefvoorstel eerst op de agenda van het presidium te plaatsen om zich uit te spreken voor de procedure voor behandeling.

De basis voor het uitnodigen van de initiatiefnemer om in een vergadering van de commissie dan wel de raad het burgerinitiatief toe te lichten kan gevonden worden in het reeds genoemde spreekrecht voor burgers, zoals dat in de betreffende artikelen van het Reglement van orde en de Verordening op de raadscommissies is opgenomen.

Gelet op de praktijkervaringen elders is de verwachting, dat burgerinitiatieven in zijn algemeenheid enerzijds niet zo complex zullen zijn, dat nader onderzoek nodig is en anderzijds is het niet aannemelijk, dat de gemeente door de introductie van dit instrument met burgerinitiatieven wordt geconfronteerd, die al niet op de een of andere wijze bekend zijn het ambtelijke apparaat dan wel het bestuur.

Met de termijnen worden waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van het burgerinitiatief, zodat bij iedereen bekend is wanneer welke stappen gezet moeten worden. Ook hier geldt, dat bijvoorbeeld bij een evaluatie de termijnen – zo nodig – door de raad aangepast kunnen worden.

Artikel 7

Als de raad een beslissing heeft genomen stelt de voorzitter de initiatiefnemer daarvan schriftelijk op de hoogte alsmede van de stappen voor het vervolgtraject. Ook wordt de besluitvorming inzake het burgerinitiatief gepubliceerd in de Geulbode en de gemeentelijke website dan wel op een andere geschikte wijze.

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het burgerinitiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaat.

Artikel 8

Ingevolge artikel 170, lid sub c van de Gemeentewet ziet de burgemeester toe op de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie en rapporteert hierover in het jaarlijks uit te brengen burgerjaarverslag.

In dit artikel wordt voorgesteld om de burgermeester te verplichten om jaarlijks in zijn burgerjaarverslag verslag te doen van de werking van het burgerinitiatief in de gemeentelijke praktijk.

Bovendien biedt het burgerjaarverslag in dit kader tevens de mogelijkheid voor de raad om de werking van het burgerinitiatief te evalueren.

Artikel 9

Geen toelichting nodig.

Artikel 10

De verordening wordt op de wettelijke en gebruikelijke wijze bekend gemaakt in de Geulbode en treedt in werking 1 december 2005.

Artikel 11

Geen toelichting nodig.