Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Openstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023-II

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingOpenstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023-II
CiteertitelOpenstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023-II
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit openstellingsbesluit vervalt op 31 december 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-09-2023nieuwe regeling

04-09-2023

prb-2023-10688

Tekst van de regeling

Intitulé

Openstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023-II

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

gelet op de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân,

 

besluiten als volgt:

Artikel 1 Wanneer kunt u subsidie aanvragen?

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van 18 september 2023 tot en met 5 oktober 2023 tot 17.00u.

  • 2.

    Aanvragen kunnen schriftelijk worden ingediend. Zie hiervoor op www.streekwurk.frl/imf.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    In afwijking op de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 2 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân kunnen Gedeputeerde Staten subsidie verstrekken voor activiteiten die het energieverbruik van bestaand maatschappelijk vastgoed reduceren en op die manier een verduurzaming opleveren. Maatschappelijk vastgoed is een verzamelnaam voor een gebouw of terrein met een publieke functie op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, opvang of zorg.

  • 2.

    Op grond van dit openstellingsbesluit wordt slechts subsidie verstrekt voor het uitvoeren van minimaal twee verschillende activiteiten die het energieverbruik van bestaand maatschappelijk vastgoed reduceren.

Artikel 3 Doelgroep

In afwijking op de doelgroep genoemd in artikel 3 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân wordt uitsluitend subsidie verstrekt aan rechtspersonen die eigenaar zijn van maatschappelijk vastgoed voor gemeenschappelijk gebruik zonder winstoogmerk, niet zijnde gemeentelijk eigendom. Daartoe behoren schoolbesturen, organisaties in de cultuur- of sportsector, dorpshuizen, wijkcentra, gemeenschapscentra, religieuze instellingen en overige organisaties die als doel hebben de exploitatie en beheer van gebouwen met een publieksfunctie.

Artikel 4 Verdeelsystematiek Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen

Voor de in artikel 2 van dit openstellingsbesluit genoemde subsidiabele activiteit, geldt onderstaande verdeelsystematiek in plaats van de verdeelsystematiek genoemd in artikel 8 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân.

  • 1.

    Gedeputeerde Staten rangschikken de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate die naar hun oordeel meer voldoet aan de volgende criteria:

    • a.

      De mate waarin de activiteiten bijdragen aan het verduurzamen van het gebouw (verduurzaming);

    • b.

      De mate waarin de activiteiten een besparing opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten (besparing totale jaarlijkse kosten);

    • c.

      De mate waarin er draagvlak voor de activiteiten bestaat in de provincie Fryslân (draagvlak);

    • d.

      De mate waarin de activiteiten samenwerking bewerkstelligen in de uitvoering van het project (samenwerking);

  • 2.

    Ten behoeve van de rangschikking worden maximaal 25 punten toegekend met de volgende maxima per criterium:

    • a.

      tien punten voor verduurzaming;

    • b.

      vijf punten voor besparing totale jaarlijkse kosten;

    • c.

      vijf punten voor draagvlak;

    • d.

      vijf punten voor samenwerking;

  • 3.

    Voor het criterium verduurzaming, genoemd in het tweede lid, onderdeel a worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien geen bijdrage aan het verduurzamen van het gebouw wordt geleverd;

    • b.

      twee punten toegekend indien meer dan 0 en maximaal 20% energieverbruik wordt gereduceerd;

    • c.

      vier punten toegekend indien meer dan 20% en maximaal 40% energieverbruik wordt gereduceerd;

    • d.

      zes punten toegekend indien meer dan 40% en maximaal 60% energieverbruik wordt gereduceerd;

    • e.

      acht punten toegekend indien meer dan 60% en maximaal 80% energieverbruik wordt gereduceerd;

    • f.

      tien punten toegekend indien meer dan 80% energieverbruik wordt gereduceerd.

  • 4.

    Voor het criterium besparing totale jaarlijkse kosten, genoemd in het tweede lid, onderdeel b worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien de activiteiten geen besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager;

    • b.

      één punt toegekend indien de activiteiten meer dan 0 en maximaal 5% besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager;

    • c.

      twee punten toegekend indien de activiteiten meer dan 5% en maximaal 10% besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager;

    • d.

      drie punten toegekend indien de activiteiten meer dan 10% en maximaal 15% besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager;

    • e.

      vier punten toegekend indien de activiteiten meer dan 15% en maximaal 20% besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager;

    • f.

      vijf punten toegekend indien de activiteiten meer dan 20% besparing zullen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager.

  • 5.

    Per criterium genoemd in het tweede lid, onderdeel c en d worden:

    • a.

      geen punten toegekend indien niet wordt voldaan aan het criterium;

    • b.

      één punt toegekend indien er in zeer geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • c.

      twee punten toegekend indien er in geringe mate wordt voldaan aan het criterium;

    • d.

      drie punten toegekend indien gemiddeld wordt voldaan aan het criterium;

    • e.

      vier punten toegekend indien in ruime mate wordt voldaan aan het criterium;

    • f.

      vijf punten toegekend indien in zeer ruimte mate wordt voldaan aan het criterium.

  • 6.

    Gedeputeerde Staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van rangschikking voor aanvragen die minimaal 10 punten hebben gescoord.

  • 7.

    Voor zover door verstrekking van subsidie van aanvragen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van aanvragen met een gelijk aantal punten:

    • a.

      gerangschikt op basis van het te verwachten percentage reductie energieverbruik;

    • b.

      wanneer na verdere rangschikking zoals genoemd in lid a van dit artikel een gelijke rangschikking ontstaat, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 5 Adviescommissie

Voor de beoordeling van aanvragen voor de activiteit Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen wordt een speciale commissie gevormd die bestaat uit één afgevaardigd lid uit de door Gedeputeerde Staten ingestelde adviescommissies per gebied. Deze commissie wordt aangevuld met drie inhoudelijk deskundigen, te weten twee installateurs en één bedrijfskundige, die eveneens door Gedeputeerde Staten worden benoemd.

Artikel 6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor de activiteit Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen als bedoeld in artikel 2 van dit openstellingsbesluit bedraagt maximaal € 35.000.

  • 2.

    In afwijking op het percentage genoemd in artikel 11 lid 4 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân, bedraagt de subsidie nooit meer dan 70% van de subsidiabele kosten.

Artikel 7 Weigeringsgrond

In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in artikel 7 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

 

  • 1.

    de subsidieaanvraag geen punten toegekend heeft gekregen voor het criterium verduurzaming;

  • 2.

    de subsidieaanvraag slechts één activiteit bevat die het energieverbruik van bestaand maatschappelijk vastgoed reduceert.

Artikel 8 (Niet) subsidiabele kosten

In afwijking op artikel 10 lid 3 onder 5 van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân, zijn kosten die verband houden met de aankoop van onroerende zaken wel subsidiabel wanneer het aankoopbedrag hoger is dan 10% van de totale subsidiabele projectkosten.

Artikel 9 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In afwijking op de verplichtingen genoemd in artikel 12 onder a, b, c en d van de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân worden activiteiten voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed uiterlijk voor 31 december 2026 gerealiseerd.

Artikel 10 Hoeveel subsidie is er beschikbaar?

Het subsidieplafond voor Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen, zoals beschreven in artikel 2 van dit openstellingsbesluit bedraagt: € 2.325.000.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit openstellingsbesluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023-II en treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 12 Werkingsduur en overgangsrecht

  • 1.

    Dit openstellingsbesluit vervalt op 31 december 2023.

  • 2.

    Dit openstellingsbesluit blijft, vanaf de in het eerste lid genoemde vervaldatum, van kracht ten aanzien van subsidieaanvragen die voor 31 december 2023 op grond van deze regeling zijn ingediend.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten op 4 september 2023 te Leeuwarden,

drs. A.A.M. Brok, voorzitter

A. Schepers MSc, secretaris

Toelichting Openstellingsbesluit IMF Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen 2023 - II

Dit openstellingsbesluit regelt een thematender binnen de Subsidieregeling IMF 2020 Fryslân. Deze thematender heeft als doel het stimuleren van de verduurzaming van bestaand maatschappelijk vastgoed voor gemeenschappelijk gebruik. Onder gemeenschappelijk gebruik wordt verstaan een gebouw met een publieksfunctie. Maatschappelijk vastgoed is een verzamelnaam voor een gebouw of terrein met een publieke functie op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, opvang of zorg. De tender richt zich alleen op rechtspersonen zonder winstoogmerk die eigenaar zijn van maatschappelijk vastgoed. Om die reden behoren naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen niet tot de doelgroep van dit openstellingsbesluit. Gemeentelijk eigendom is uitgezonderd. Omdat deze tender als doel heeft het energieverbruik van bestaand maatschappelijk vastgoed te reduceren, is nieuwbouw uitgesloten.

 

Binnen de thematender Ferduorsumjen Mienskipsgebouwen worden aanvragen beoordeeld op 4 criteria. Hieronder lichten we de criteria toe:

 

Verduurzaming (max 10 punten)

Bij dit criterium wordt beoordeeld in welke mate het project zorgt voor het terugdringen van gebouwgebonden energieverbruik. Tot gebouwgebonden energieverbruik wordt ook terreingebonden energieverbruik gerekend. Hierbij wordt gerekend in kWh. Gasgebruik wordt omgerekend naar kWh. Daarbij worden de volgende factoren gebruikt:

  • -

    1 m3 gas staat gelijk aan 9,5 kWh energie.

  • -

    1 kWh elektriciteit staat gelijk aan 1 kWh energie.

0 punten

0% reductie totaal energieverbruik

2 punten

Meer dan 0% en maximaal 20% reductie totaal energieverbruik

4 punten

Meer dan 20% en maximaal 40% reductie totaal energieverbruik

6 punten

Meer dan 40% en maximaal 60% reductie totaal energieverbruik

8 punten

Meer dan 60% en maximaal 80% reductie totaal energieverbruik

10 punten

Meer dan 80% reductie totaal energieverbruik

 

Voorbeeldberekening

Een gebouw verbruikt per jaar 3.000 kWh elektriciteit en 1.000 m3 gas.

Totale hoeveelheid energie in kWh is:

9.500 kWh (=1.000 m3 gas x 9,5 kWh)

3.000 kWh + (=bestaand elektriciteitsverbruik)

12.500 kWh oude energie verbruik

 

Een investering in zonnepanelen waarmee 6.000 kWh opgewekt kan worden en de aanschaf van een hybride warmtepomp waarmee (700 m3) gas bespaard kan worden, leidt tot het volgende gasverbruik: 300 m3. De warmtepomp verbruikt jaarlijks 2.250 kWh.

 

Het nieuwe energieverbruik wordt dan:

2.850 kWh (= 300 m3 gas x 9,5 resterende gasverbruik)

2.250 kWh (verbruik hybride warmtepomp)

3.000 kWh + (bestaand elektriciteitsverbruik)

8.100 kWh voor verwarming

-6.000 kWh - opbrengst zonnepanelen

2.100 kWh (nieuwe energieverbruik)

 

De reductie berekenen

Om de energiebesparing te berekenen gebruik je de volgende formule:

(Nieuwe verbruik - oude verbruik) / oude verbruik * 100% = energiebesparing

 

(2.100 – 12.500) / 12.500 x 100% = -83,2%

De energiebesparing is dus 83,2%

 

Besparing totale jaarlijkse kosten (5 punten)

Bij dit criterium wordt beoordeeld in welke mate de activiteiten een bijdrage leveren aan het verbeteren van de exploitatie van de aanvrager. Concreet wordt er gekeken naar hoeveel procent besparing de maatregelen opleveren ten opzichte van de totale jaarlijkse kosten van de aanvrager. Hoe groter de procentuele besparing, hoe hoger het aantal punten dat wordt toegekend. Hoe groter het effect op de exploitatie, hoe groter het positieve effect op het voortbestaan van de maatschappelijke functie van het betreffende pand voor de toekomst. Aan de hand van een recente jaarrekening (maximaal 5 jaar oud) en een opgave van het te besparen bedrag per jaar in euro’s, wordt de procentuele besparing berekend.

 

Draagvlak (5 punten)

Bij de term draagvlak wordt getoetst op betrokkenheid. Betrokkenheid wil zeggen de relatie tot het gebied van het project, (overheids)organisaties en mensen onderling. Dit wil zeggen dat een groot deel van de gemeenschap het project draagt. Een subsidieaanvraag ontvangt meer punten voor draagvlak naarmate een project een relatie heeft met meerdere onderdelen van de term betrokkenheid. Vraag gestuurde aanvragen hebben draagvlak. Met vraag gestuurd wordt bedoeld dat van buiten de aanvragende partijen een vraag bestaat voor de in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten.

 

Dit blijkt uit financieringsbronnen, deelnemende partners, en de betrokkenheid van vrijwilligers. Indicatoren zijn: aantoonbare behoefte in het gebied, de mate van cofinanciering voor de relatie tot overheidsorganisaties en tot slot het gebied waaruit de deelnemers komen voor de spreiding en dus het gebied. Foar de Mienskip (vraag gestuurd, voor de samenleving), betrokkenheid in relatie tot het gebied van het project en toegankelijkheid van de activiteit.

 

Samenwerking (max 5 punten)

Samenwerking gaat over de uitvoering van het project. Komen verschillende partijen en groepen mensen, organisaties en andere projecten in de uitvoering van het project samen? Samenwerking blijkt uit de volgende indicatoren: brengt het project verschillende personen/verenigingen bij elkaar in de uitvoering, zijn de samenwerkende partijen mensen die elkaar anders niet vinden. Gezamenlijke uitvoering, nieuwe samenwerkingen.