| Organisatie | Ede |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Verordening op de Rekenkamer Ede 2023 |
| Citeertitel | Verordening op de Rekenkamer Ede 2023 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-10-2023 | nieuwe regeling | 07-09-2023 |
Artikel 1 Instelling, samenstelling en benoeming
1. De raad stelt een Rekenkamer in op grond van artikel 81a van de Gemeentewet.
2. De Rekenkamer bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter.
3. De leden en de voorzitter worden door de gemeenteraad benoemd op voordracht van de Rekenkamer.
4. De Rekenkamer richt zich naar artikel 81c, 81d, 81f, 81g en 81h van de Gemeentewet inzake benoeming, ontslag en non-activiteit van leden en onverenigbaarheid van functies.
5. De Rekenkamer publiceert een overzicht van overige functies van de leden overeenkomstig artikel 81e van de Gemeentewet.
1. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar .
2. De leden kunnen een keer worden herbenoemd voor een periode van zes jaar.
1. De leden ontvangen een vaste maandelijkse vergoeding ter hoogte van 20% van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden.
2. De voorzitter ontvangt een vaste maandelijkse vergoeding ter hoogte van 30% van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden.
3. De leden ontvangen voor de reiskosten die zij maken bij de uitoefening van hun functie als lid van de Rekenkamer een vergoeding die bij gebruik van het openbaar vervoer overeenkomt met de kosten daarvan en bij gebruik van een eigen vervoermiddel is gebaseerd op de maximale belastingvrije kilometervergoeding. Tevens ontvangen zij een vergoeding voor gemaakte parkeerkosten.
1. De bedrijfsvoering van de Rekenkamer wordt verzorgd door een ambtelijk secretaris.
1. De gemeenteraad voorziet de Rekenkamer van het benodigde budget ten behoeve van de uitvoering van haar taken.
2. Ten laste van dit budget worden de kosten gebracht van de vergoeding aan de leden, de ambtelijk secretaris, de onderzoeken uitgevoerd door externe deskundigen en de overige uitgaven die de Rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taken.
3. De Rekenkamer is bevoegd binnen het haar beschikbaar gestelde budget zelfstandig uitgaven te doen.
4. In afwijking van het voorgaande lid stelt de gemeenteraad de hoogte van de vergoeding voor de leden en de bekostiging van de ambtelijk secretaris vast.
Artikel 6 Taken en bevoegdheden
1. De Rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.
2. Het werkterrein en de bevoegdheden van de Rekenkamer strekken zich uit tot de in artikelen 182-184 van de Gemeentewet genoemde onderzoeksgebieden, informatie, bestuursorganen en instellingen.
1. De Rekenkamer richt zich bij de uitvoering van haar onderzoeken naar hetgeen is bepaald in artikel 185 van de Gemeentewet.
2. De gemeenteraad en derden kunnen voorstellen voor onderzoek aandragen. De Rekenkamer beslist autonoom over de onderwerpen waarnaar zij onderzoek doet en over de onderzoeksvragen.
3. De Rekenkamer brengt rechtstreeks schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad in een onderzoeksrapport dat een onderzoeksverantwoording, onderzoeksbevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen bevat.
4. De Rekenkamer stelt in ieder geval degenen die in het kader van het onderzoek gehoord zijn in de gelegenheid om hun reactie te geven ten aanzien van de feitelijke juistheid en volledigheid van de onderzoeksbevindingen.
5. De Rekenkamer stelt het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid een reactie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptrapport.
Artikel 8 Jaarverslag en onderzoeksplan
1. De Rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden in het voorgaande jaar en legt hierin tevens verantwoording af over de besteding van het budget.
2. De Rekenkamer stelt in beginsel jaarlijks een onderzoeksplan op waarin zij haar keuze voor nieuwe onderzoeksonderwerpen motiveert.
3. Jaarverslag en onderzoeksplan worden verzonden aan de gemeenteraad en gepubliceerd.