Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van 30 december 2010, no. 7 op de heffing en de invordering van motorrijtuigenbelasting (Motorrijtuigenbelastingverordening Bonaire 2011) |
Citeertitel | Motorrijtuigenbelastingverordening Bonaire 2011 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Afkondigingsblad |
Deze regeling vervangt de Motorrijtuigbelastingverordening 1954. Alhoewel een intrekkingsbepaling van deze verordening in de regeling ontbreekt, is het blijkens de overwegingen van deze regeling wel de bedoeling geweest de Motorrijtuigbelastingverordening 1954 in te trekken.
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, artt. 40 en 55
Uitvoeringsregeling eilandsbelastingen Bonaire
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | artikel 3, 4, 15, 20a | 29-12-2016 | 2016012184 |
DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE;
dat ter zake van een motorrijtuig, een belasting kan worden geheven van degene die hetmotorrijtuig houdt;
dat het wegens de gewijzigde staatkundige structuur het wenselijk is dat de Motorrijtuigbelastingverordening Bonaire 1954 (AB 1954, no,. 7) wordt vervangen door eenbelastingverordening als bedoeld in artikel 55 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
dat het derhalve noodzakelijk is dat het openbaar lichaam Bonaire een eilandsverordeningvaststelt op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting.
de artikelen 40 en 55 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
het advies van de afdeling financiën en van de afdeling juridische en algemene zaken van 23 december 2010.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.
Voor een motorrijtuig waarvoor in het lopende of een voorgaand belastingtijdvak geen nummerplaat is afgegeven, vangt het belastingtijdvak aan met ingang van de dag waarop het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig wordt geconstateerd, tenzij aannemelijk is dat het gebruik van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam eerder heeft plaatsgevonden, in welk geval het belastingtijdvak aanvangt met ingang van dat eerdere tijdstip.
De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een ontvangstbewijs, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als het motorrijtuig waarvoor een nummerplaat is afgegeven in de loop van het belastingtijdvak van houder wisselt en de bij het motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten met het daarbij horende ontvangstbewijs aan dit motorrijtuig verbonden blijft of blijven.
Bij een verandering aan het motorrijtuig zodanig dat de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting hoger is dan die vóór de verandering, is de belasting over de na die verandering in het kalenderjaar nog resterende gehele of gedeeltelijke kalenderkwartalen naar dat hogere bedrag verschuldigd. De voor het oorspronkelijke motorrijtuig geheven belasting over dezelfde periode wordt als voorheffing in mindering gebracht.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid kan de belasting voor motorrijtuigen waarvoor de in artikel 7 bedoelde kennisgeving vóór 1 juni van het kalenderjaar wordt gedaan, worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand van de dagtekening van de kennisgeving en de tweede op 30 juni van dat kalenderjaar.
Teruggaaf van belasting wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 77 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba indien het motorrijtuig na een schade in de loop van het belastingtijdvak technisch gezien niet meer gerepareerd kan worden en de bij dat motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten en het daarbij behorende ontvangstbewijs bij de Ontvanger worden ingeleverd;
Artikel 12 Uitgifte nummerplaat en ontvangstbewijs
Elke nummerplaat is geldig voor het kalenderjaar, dat daarop is uitgedrukt, en, zolang geen nieuwe nummerplaat voor het volgende kalenderjaar is afgegeven, voor de eerste maand van dat kalenderjaar, een en ander mits een geldig, bij die nummerplaat behorend ontvangstbewijs bedoeld in het vierde lid kan worden getoond.
Artikel 13 Vervanging van onleesbaar, onbruikbaar of verloren geraakte nummerplaten
Onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten kunnen bij de Ontvanger worden ingeleverd ter vervanging door andere nummerplaten. De Ontvanger gaat slechts tot vervanging van de nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten wordt ingetrokken
Voor verloren geraakte nummerplaten worden desgevraagd andere nummerplaten uitgereikt, mits nog een van de eerder uitgereikte, geldende nummerplaten kan worden ingeleverd. De Ontvanger gaat slechts tot uitreiking van andere nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de verloren geraakte nummerplaten wordt ingetrokken.
Bij toepassing van het eerste of tweede lid moet het in artikel 12, vierde lid, bedoelde, voor het motorrijtuig afgegeven ontvangstbewijs aan de Ontvanger worden aangeboden ter wijziging van de daarop gestelde gegevens, die daarop tevens een aantekening plaatst van de uitgifte van de nieuwe nummerplaat of nummerplaten.
Artikel 14 Vervanging of overname motorrijtuig in de loop van het belastingtijdvak
Indien de houder van een motorrijtuig waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, dit motorrijtuig in dat belastingtijdvak vervangt door een ander motorrijtuig, is hij verplicht het hem voor dat belastingtijdvak uitgereikte ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, ter wijziging aan de Ontvanger aan te bieden.
Indien voor het in gebruik te nemen motorrijtuig op grond van het in artikel 12, tweede lid, bedoelde besluit andere nummerplaten zijn vereist, worden, in afwijking van het tweede lid, nieuwe nummerplaten uitgereikt tegen inlevering van de oude nummerplaten en na betaling van de eventueel op grond van artikel 8 verschuldigde hogere belasting en de vastgestelde prijs van de nummerplaten.
Degene die een motorrijtuig, waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, in dat belastingtijdvak van een ander overneemt, is bevoegd, nadat hij het ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, door de Ontvanger heeft doen wijzigen, zich op de openbare weg van de voor het motorrijtuig uitgegeven nummerplaat of -platen te bedienen.
Artikel 15 Overige verplichtingen ten dienste van de belastingheffing en -invordering
De houder van een motorrijtuig is gehouden om ter gelegenheid van de betaling van de belasting te overleggen een geldig bewijs van verzekering, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES, als ook zodanig bij het motorrijtuig behorende geldige bescheiden als de Ontvanger nodig oordeelt voor de vaststelling van het belastingbedrag en de bepaling van de soort en het aantal van de af te geven nummerplaten.
Het bij de nummerplaat behorende en per belastingtijdvak uitgegeven ontvangstbewijs moet gedurende het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig tijdens dat belastingtijdvak in het motorrijtuig aanwezig zijn en op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving of met het opsporen van de overtredingen van deze verordening, worden getoond.
Onverminderd artikel 13 en 14, eindigt de belastingplicht na melding van de beëindiging door de houder aan de ontvanger. De houder overlegt hierbij de nummerplaten en een bewijs van beëindiging van de verzekering als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen BES. Indien de houder niet beschikt over de nummerplaten, overlegt hij een bewijs waaruit blijkt dat hij niet langer houder van het motorrijtuig is, of de platen verloren zijn gegaan.
Artikel 16 Nadere regels door het bestuurscollege
Het bestuurscollege kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belasting, daaronder begrepen regels met betrekking tot nummerplaten en ontvangstbewijzen.
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden terwijl dat niet, niet zichtbaar en leesbaar of niet op de ingevolge artikel 12, tweede lid, onder c, aangewezen plaatsen is voorzien van de bij of krachtens deze verordening voorgeschreven geldige nummerplaat of -platen;
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht, waardoor de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van de op grond van deze verordening afgegeven nummerplaat of nummerplaten wordt bemoeilijkt;
op een motorrijtuig enig teken of middel, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, aan te brengen of te doen aanbrengen met het oogmerk dit teken of dat middel te doen doorgaan voor een zodanige nummerplaat dan wel met de kennelijke bedoeling dat teken of dat middel te doen doorgaan voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht dat, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, door kan gaan voor een zodanige nummerplaat dan wel voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;
een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig een teken is aangebracht dat, niet zijnde een buiten het openbaar lichaam voor dat motorrijtuig of aan de eigenaar of houder daarvan opgegeven kenteken, kan doorgaan voor een zodanig kenteken.
Artikel 19 Toezicht en opsporing
Onverminderd de bevoegdheid van de ambtenaren, vermeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES, zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening en het opsporen van de daarin strafbaar gestelde feiten tevens belast de door het bestuurscollege aangewezen eilandambtenaren belast met de heffing of de invordering van de motorrijtuigenbelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire van 30 december 2010.
de voorzitter, wnd.