Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Meerssen 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Meerssen 2006
CiteertitelBeheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Meerssen 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 33 
  2. Wet op de lijkbezorging, art. 90 
  3. Gemeentewet, art. 147 lid 1 
  4. Gemeentewet, art. 149 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-200615-06-2011nieuwe regeling

29-06-2006

Geulbode, 05-07-2006

2006/3945

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Meerssen 2006

De raad van de Gemeente Meerssen;

Gezien het voorstel van het college d.d. 23 mei 2006 tot aanpassing van de ”Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen” aan het bepaalde in de “Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden” alsmede tot doorvoering van redactionele wijzigingen;

Gehoord de commissie Verkeer, Openbare werken en Financieel Beleid;

Gelet op artikel 33 en 90 van de Wet op de lijkbezorging alsmede artikel 147, 1e lid juncto 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Meerssen.

Hoofdstuk I Inleiding bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • A.

    begraafplaatsen: de Algemene begraafplaats Bunde en de Algemene Meerssen.

  • B.

    huurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon voor een bepaalde tijd het recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • C.

    koopgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of met zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • D.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot:

    • 1.

      het doen begraven van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • E.

    huururnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waar vooraan een natuurlijk of rechtspersoon voor beperkte tijd het recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen:

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • F.

    huururnen-nis: een nis waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon voor een bepaalde tijd het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • G.

    koopurnen-nis: een nis waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • H.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

  • I.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

  • J.

    grafbedekking: gedenkteken inclusief afdekplaat en fundering en blijvende of niet blijvende beplanting op een graf, urnengraf of een verstrooiingsplaats.

  • K.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

  • L.

    rechthebbende: natuurlijk- of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht is verleend zoals bedoeld in sub B, C, E, F en G van dit artikel.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van toepassing onder graf mede verstaan: urnengraf, urnennis.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden van ingrijpende aard aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen(slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 5 km per uur.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degene die zich niet aan de in het vierde lid van dit artikel bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthulling van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen van te voren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum, uur en duur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid bedoeld in het eerste lid van dit artikel moeten zich houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimingen

  • 1.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2.

    Met toestemming van de beheerder kan van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel worden afgeweken.

Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkenbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begravingen en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 10.00 uur op de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden op aanwijzingen van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 10.00 uur van de voorafgaande werkdag aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren een verlof tot begraving is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een koop- of huurgraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden en in het graf wordt bijgezet/verstrooid, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een huurgraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16 van deze verordening.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlening wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 9 Tijden van begraving en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van de as is:

    • x

      op werkdagen van 08.00 uur tot 16.00 uur:

    • x

      op zaterdag en zondag van 09.00 uur tot 14.00 uur.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen toestemming geven om van de tijden, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, af te wijken.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 10 Indeling en uitgifte der graven

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      huurgraven en huur urnengraven;

    • b.

      huur-urnennissen;

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen kunnen worden bijgezet in de huur- en koop graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de huur- en koopgraven kunnen plaatshebben. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt de afmetingen van nieuwe huurgraven.

Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken of asbussen met of zonder urn worden begraven.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

Huurgraven worden slechts voor directe begraving of asbezorging en in de volgorde van ligging uitgegeven. Bij het vrijvallen van huur- of koopgraven alsmede om religieuze redenen kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 13 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de huur- en koopgraven onder verdelen in categorieën.

Artikel 14 Termijnen huurgraven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe beschikbare ruimte op de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een huurgraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens in termijn van tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Een recht als bedoeld in dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16 van deze verordening. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slecht mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een huurgraf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van de grafkelder.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een huur- en koopgraf kan op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het huur- of koopgraf worden overgeschreven op naam van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijven ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het huur- of koopgraf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn van een jaar kan het college het huur- of koopgraf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een huur- en koopgraf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 17 Afstand doen van begraven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op huur- en koopgraf.

Artikel 18 Sluiting van graven

  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafdekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbussen worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid van dit artikel bedoelde sluiting zal geschieden. Het college van burgemeester en wethouders stelt daarbij de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk V Grafdekking

Artikel 19 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het aanbrengen en vervangen van een grafdekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen worden door het college nadere regels vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan de vergunning weigeren indien niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20 Vergunning tekst afdekplaat urnennis

  • 1.

    Voor het aanbrengen van tekst op de afdekplaat van een urnennis is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van het tekstvak worden door het college nadere regels vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan de vergunning weigeren indien niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels.

Artikel 21 Onderhoud grafbedekking

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende nalaat het gedenkteken en/of de blijvende beplanting behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafdekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft met uitzondering van de blijvende planting, gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering van gedenktekens en/of blijvende beplanting vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende minstens twee weken van tevoren schriftelijk in kennis is gesteld van het voornemen van het college tot het verwijderen van de grafdekking. Als (het adres van) de rechthebbende niet bekend is geschiedt de kennisgeving door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4.

    Niet blijvende grafbeplanting, die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, waneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 22 Verwijdering grafbedekking na het vervallen van de Koop- of huurovereenkomst.

  • 1.

    De grafbedekking dient binnen 3 maanden na het vervallen van de koop- of huurovereenkomst door de rechthebbende te worden verwijderd. Indien de rechthebbende dit nalaat kan de grafbedekking vanwege het college op kosten van de rechthebbende worden verwijderd. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende een termijn van 2 weken is geboden om alsnog zelf voor verwijdering van de grafdekking zorg te dragen.

  • 2.

    Wanneer geen rechthebbende bekend is kan de grafdekking na het vervallen van de koop- en huurovereenkomst vanwege het college worden verwijderd. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd bekend gemaakt middels een mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 3.

    In het geval van gevaar voor beschadiging van de omliggende graven kan het college afwijken van de in lid twee genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is, indien de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De bij de ruiming van een graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de eventueel nog aanwezige as wordt verstrooid op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats.

  • 2.

    De rechthebbende op een huurgraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze in een zogenaamde derde verdieping in dezelfde grafruimte terug te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • 3.

    De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te stellen om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 24 Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven en de verwijdering van de grafbedekking wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die op de lijst, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, dienen te worden opgenomen.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekking die op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk VIII Inrichting register

Artikel 25 Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast inzake de inrichting van het register van de graven, lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk IX Commissie voor de begraafplaatsen

Artikel 26 Benoeming leden commissie en taak commissie

  • 1.

    De commissie voor de begraafplaatsen adviseert het college over de algemene aspecten van de begraafplaatsen.

  • 2.

    De leden van de commissie voor de begraafplaatsen zijn de leden van de raadscommissie die openbare werken in haar portefeuille heeft, en de beheerder van de begraafplaatsen.

  • 3.

    De commissie beraadslaagt in het openbaar.

Hoofdstuk X Slotbepalingen

Artikel 27 Strafbepaling

Hij of zij die handelt in strijd met artikel 3, lid 3, artikel 4, alsmede artikel 5, lid 2, van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie als bedoeld in artikel 24, lid 4, van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 28 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet aanwijzingen of nadere regels geven met betrekking tot het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen.

Artikel 29 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid van dit artikel genoemde datum vervalt de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen” vastgestelde in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 26 juni 2000. Deze beheersverordening blijft van toepassing op de feiten die zich voor de inwerkingtreding van de “Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Meerssen 2006” hebben voorgedaan.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening algemene begraafplaatsen gemeente Meerssen 2006”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Meerssen, gehouden op 29 juni 2006.

DE RAAD VOORNOEMD;

De voorzitter,

De griffier,