Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Besluit van burgemeester en wethouder van Oudewater houdende beleidsregels voor het aanwijzen van en WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van burgemeester en wethouder van Oudewater houdende beleidsregels voor het aanwijzen van en WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie)
CiteertitelBeleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuze situatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige gemeente Oudewater en de , Beleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende gemeente Oudewater

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 253 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-09-2023nieuwe regeling

29-08-2023

gmb-2023-390281

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouder van Oudewater houdende beleidsregels voor het aanwijzen van en WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie)

 

Het college van de gemeente Oudewater;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 253 van de Gemeentewet en het bepaalde over de belastingplicht in:

- de verordening onroerende-zaakbelastingen;

- de verordening riool- en waterzorgheffing;

- de verordening reinigingsheffingen;

- hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuzesituatie

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1. Belastingplicht

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel).

 

In de gevallen waarin dat voorkomt, mag de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen hanteert de gemeente Oudewater (hierna: de gemeente) een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

 

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Artikel 2. WOZ-belanghebbende

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor een onroerende zaak in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) meer personen (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende zijn. Op grond van artikel 24 van de Wet WOZ mag de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden plaatsvinden. De gemeente Oudewater hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt.

 

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige die deze ontvangt.

 

Hoofdstuk 2 Voorkeursvolgorde

Artikel 3. Onroerende-zaakbelastingen van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot een onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

  • a.

    de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

  • b.

    de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

  • c.

    de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.2.

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.3.

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente wonen of gevestigd zijn:

  • a.

    degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

  • b.

    degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

  • c.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • d.

    een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

  • e.

    bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

  • f.

    degene die bij het team Gegevensbeheer als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • g.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt;

    • 2.2

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

  • a.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • b.

    een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

  • c.

    bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

  • d.

    degene die bij het team Gegevensbeheer als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • e.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt;

    • 2.3

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

  • a.

    degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

  • b.

    degene die bij het team Gegevensbeheer als genothebbende of gebruiker bekend is;

  • c.

    de eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt.

Artikel 4. Onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing van gebruikers van niet-woningen

Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing die worden geheven van gebruikers van niet-woningen, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het belastingobject wordt aangemerkt;

  • 2.

    degene die het huurcontract van het belastingobject op naam heeft;

  • 3.

    degene die volgens het handelsregister het langst het adres van het belastingobject als vestigingsadres voert;

  • 4.

    degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

  • 5.

    degene die bij het team Gegevensbeheer al als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

  • 6.

    degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Artikel 5. Rioolheffing en afvalstoffenheffing van gebruikers van woningen

Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers van woningen en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.

    degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het belastingobject wordt aangemerkt;

  • 2.

    degene die volgens de basisregistratie personen het langst staat ingeschreven op het adres van het belastingobject;

  • 3.

    de oudste, in geval van gelijktijdige inschrijving op het adres;

  • 4.

    degene die bij het team Gegevensbeheer al als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

  • 5.

    degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.

Hoofdstuk 3 Overige criteria

Artikel 6. Meer dan één aanslag verenigd op één aanslagbiljet

Indien aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

  • 1.

    op grond van artikel 3 kan worden aangewezen;

  • 2.

    op grond van artikel 4 kan worden aangewezen

  • 3.

    op grond van artikel 5 kan worden aangewezen

Artikel 7. Uitzonderingen op voorgaande criteria

De artikelen 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing indien:

  • 1.

    de aanslag kan worden opgelegd aan degene die over het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen en diegene gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

  • 2.

    bij het team Gegevensbeheer bekend is dat één van de belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben en dit er niet toe leidt dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

Artikel 8. Tijdvakbelasting

Indien de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9. Andere keuze

Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

Artikel 10. Ingangsdatum wijzigen

Indien al een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, kunnen wijzigingen pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

Artikel 11. Afwijkende aanslagoplegging

Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande artikelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

Artikel 12. Belastingheffing op andere wijze dan bij wege van aanslag.

Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, zijn de artikelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13. Intrekking besluiten

De volgende besluiten worden ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum:

  • Besluit van 27 december 2017, Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige gemeente Oudewater.

  • Besluit van 27 december 2017, Beleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende gemeente Oudewater.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende en belastingplichtige in een keuze situatie”.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van 29 augustus 2023.

Secretaris Burgemeester

J. Michel drs. D.C. de Vries