Organisatie | Dijk en Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota reserves en voorzieningen Gemeente Dijk en Waard 2023 |
Citeertitel | Nota reserves en voorzieningen gemeente Dijk en Waard 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nota reserves en voorzieningen gemeente Langedijk 2018 & de Beleidsnota reserves en voorzieningen gemeente Heerhugowaard 2017.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-09-2023 | 01-01-2023 | 0000587918 | 11-07-2023 |
Voor u ligt de nota reserves en voorzieningen Gemeente Dijk en Waard 2023. De nota reserves en voorzieningen geeft het kader weer voor het instellen, muteren en opheffen van reserves en voorzieningen. Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen is vooral ingegeven door de vrijheid waarmee de middelen kunnen worden ingezet. Reserves kunnen door de gemeenteraad naar wens worden ingesteld of opgeheven, bij voorzieningen is dat niet het geval. De regels voor reserves en voorzieningen zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
In hoofdstuk 2 zijn de begrippen en kaders reserves en voorzieningen weergegeven. Paragraaf 2.1 heeft betrekking op de reserves en paragraaf 2.2 betreft de voorzieningen. In hoofdstuk 3 zijn de slotbepalingen vermeld. Als bijlage is een overzicht met alle reserves en de stand per 31 december toegevoegd.
2. Begrippen en kaders reserves en voorzieningen
In dit hoofdstuk worden de definities en kenmerken van de reserves en voorzieningen nader beschreven. Het betreft de bepalingen met betrekking tot de reserves en de voorzieningen die zijn vastgelegd in de artikelen 42 t/m 45 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In onderstaande tabel is het onderscheid tussen de reserves en de voorzieningen samengevat.
De reserves kunnen worden omschreven als vermogensbestanddelen, die als eigen vermogen zijn aan te merken.
In artikel 43, lid 1 van het BBV worden de reserves onderscheiden naar:
De algemene reserve vormt het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente en kent geen specifieke bestemming. De reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten en overschotten in de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve, tenzij de gemeenteraad een ander besluit neemt.
In artikel 43, lid 2 van het BBV wordt een bestemmingsreserve gedefinieerd als een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Een bestemmingsreserve is te besteden aan het doel waarvoor deze is ingesteld. De bestemming kan door de raad worden gewijzigd en is dus vrij besteedbaar. Zolang de raad de bestemming kan wijzigen, is sprake van een bestemmingsreserve.
Het uitgangspunt is om de bestemmingsreserves (zowel qua aantal als omvang) te beperken. Door periodiek (jaarlijks) de reserves te evalueren wordt voorkomen dat reserves blijven bestaan waarvan het beoogde doel niet meer aanwezig is.
Reserves kennen een aantal functies. De volgende functies zijn te onderscheiden:
Hieronder worden deze functies toegelicht:
De reserves vormen een buffer voor het opvangen van onverwachte tegenvallers. De reserves kunnen een buffer zijn voor de in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen risico’s. Voorbeelden zijn de algemene reserve en de reserve bouwgrondexploitatie.
Een gemeente betaalt geen rente of dividend over het eigen vermogen en bespaarde rente kan op verschillende manieren worden besteed. Besparingen kunnen afhankelijk van de gemaakte keuzes daarin incidenteel of structureel worden gebruikt als dekking van de begroting of aan het eigen vermogen worden toegevoegd. Er is sprake van reserves met een inkomensfunctie wanneer de bespaarde rente structureel wordt gebruikt als dekkingsmiddel.
Reserves kunnen worden gebruikt als eigen financieringsmiddel, omdat ze onderdeel uitmaken van het totale vermogen van de gemeente. Binnen de gemeente kan het vermogen worden aangewend als intern financieringsmiddel. Hierdoor hoeft geen geld van derden te worden aangetrokken.
Een bestedingsfunctie houdt een reservering in om te zijner tijd de realisering van bepaalde activiteiten mogelijk te maken. Bestemmingsreserves worden gevormd voor door de gemeenteraad bepaalde specifieke bestemmingen en hebben een bestedingsfunctie.
Reserves en voorzieningen kunnen worden gevormd om lasten/baten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Extreme pieken en dalen kunnen zo worden vermeden.
Bij het instellen van reserves worden de volgende criteria gehanteerd:
In het raadsbesluit dient aangegeven te worden:
Conform het BBV is het toegestaan om rente toe te voegen aan reserves. Het criterium voor het toerekenen van rente aan de bestemmingsreserves hangt samen met de jaarlijkse onttrekkingen hieruit. Er wordt slechts rente toegerekend indien de reserves ter dekking dienen van de kapitaallasten van investeringen, en hiervoor gekozen wordt bij het instellen van de reserve. De rente over de reserves wordt toegevoegd aan de reserve zelf.
Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve mogen gedurende het jaar plaatsvinden op basis van het betreffende doel van de reserve. Mutaties in de reserves moeten worden onderbouwd met een raadsbesluit. Mutaties in de reserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting door de gemeenteraad is goedgekeurd.
Wanneer het doel op basis waarvan een reserve is gevormd op enig moment behaald is of vervalt, dan dient de reserve te worden opgeheven. Het saldo van de bestemmingsreserve valt vrij ten gunste van het exploitatie resultaat tenzij anders wordt besloten. Het opheffen van een reserve kan alleen door een raadsbesluit.
2.1.5 Informatieplicht reserves
Met het opstellen van de jaarrekening worden mutaties in reserves verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting door de gemeenteraad is goedgekeurd, daarboven is een raadsbesluit vereist.
Conform artikel 54 BBV dient in de toelichting op de balans de aard en de reden van elke reserve en de mutaties (toevoegingen en onttrekkingen) te worden vermeld. Per reserve wordt gepresenteerd:
Voorzieningen zijn, in tegenstelling tot reserves, onderdeel van het vreemd vermogen en de gelden in een voorziening zijn niet vrij besteedbaar. Voorzieningen worden gevormd voor lasten die in de toekomst te verwachten zijn en waarvan de omvang nog niet bekend is, maar wel redelijkerwijs is in te schatten. Voorzieningen vloeien voort uit het voorzichtigheidsprincipe en worden voor een bepaald doel gevormd.
Voorzieningen kennen een aantal functies. De volgende functies zijn te onderscheiden:
Hieronder worden deze functies toegelicht:
Voorzieningen kunnen worden gebruikt als eigen financieringsmiddel, omdat ze onderdeel uitmaken van het totale vermogen van de gemeente. Binnen de gemeente kan het vermogen worden aangewend als intern financieringsmiddel. Hierdoor hoeft geen geld van derden te worden aangetrokken.
Een bestedingsfunctie houdt een voorziening in om te zijner tijd de realisering van bepaalde activiteiten mogelijk te maken. Een voorziening worden gevormd voor door het college bepaalde specifieke bestemmingen en hebben een bestedingsfunctie.
Voorzieningen kunnen worden gevormd om lasten/baten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Extreme pieken en dalen kunnen zo worden vermeden.
2.2.2 Vormen van voorzieningen
Het vormen van voorzieningen is geregeld in artikel 44 BBV, voorzieningen worden gevormd wegens:
Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel. Uitgezonderd zijn voorschotbedragen ontvangen van de Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, bedoeld in artikel 49, onderdeel b BBV (artikel 44 lid 2 BBV).
Het vormen van voorzieningen is een bevoegdheid van het college. Voorzieningen worden d.m.v. een collegebesluit gevormd. Bij het vormen van voorzieningen wordt:
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan (artikel 45 BBV), tenzij de waardering tegen netto contante waarde is of voorzieningen als gevolg van bijdragen van derden dit verplicht stellen.
Toevoegingen en onttrekkingen aan de voorzieningen mogen gedurende het jaar plaatsvinden op basis van het betreffende doel van de voorziening. Mutaties moeten worden onderbouwd met een collegebesluit. Mutaties worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting door het college is goedgekeurd.
Voorzieningen worden opgeheven als de verplichting en/of het risico waarvoor de voorziening is gevormd is vervallen of is opgehouden te bestaan. Wanneer een voorziening wordt opgeheven valt een eventueel saldo vrij ten gunste van de exploitatie. Voorzieningen worden opgeheven na een besluit van het college, met uitzondering van de voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)kosten, hier is een besluit van de gemeenteraad voor nodig.
2.2.5 Wijzigen van doel of bestemming voorzieningen
Het doel van een voorziening kan niet wijzigen, gegeven het verplichtende karakter en de strakke kaders. Indien het doel niet meer bestaat of wijzigt wordt de voorziening opgeheven.
2.2.6 Informatieplicht voorzieningen
Met het opstellen van de jaarrekening worden mutaties in de voorzieningen verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting door het college of de gemeenteraad is goedgekeurd, daarboven is een besluit vereist.
Conform artikel 55 BBV dient in de toelichting op de balans de aard en de reden van elke voorziening, de mutaties (toevoegingen en onttrekkingen) te worden vermeld. Per voorziening wordt gepresenteerd: