Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Westland 2023

Artikel 1 Definities

• a.)

  Onder ‘weg’ wordt verstaan hetgeen in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 is opgenomen, namelijk: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten (hierna te noemen: openbare weg). Deze beleidsregel ziet dus ook op uitwegen van percelen die aansluiten op wegen in particulier eigendom, voor zover deze voor het openbaar verkeer toegankelijk zijn.

• b.)

  Onder uitweg wordt verstaan: een aansluiting van een perceel met de weg, zoals inritten, uitritten en opritten, die geschikt is voor gebruik door motorvoertuigen. De inritconstructies die te zien zijn tussen een weg met een andere weg en de ontsluiting van een bouwperceel; een “bouwweg” vallen niet onder deze beleidsregels.

• c.)

  Onder de breedte van een uitweg wordt verstaan: de breedte van de aansluiting op het punt waar de uitweg aansluit op de weg (met inbegrip van de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten).

Artikel 2 Wettelijke grondslag

• a.)

  Op grond van artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 2:12 APV Westland 2019 is het verboden om zonder een omgevingsvergunning een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen.

  • 1.

    Een aanvraag voor aanleggen of aanpassen van een uitweg wordt slechts geweigerd:

    • a.

      ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;

    • b.

      als de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;

    • c.

      als door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast;

    • d.

      als er sprake is van een uitweg voor een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten. (Ook voor nieuwbouw geldt dat een perceel door maximaal één uitweg wordt ontsloten.)

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

• b.)

  De omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien aanleg volgens het vigerende bestemmingsplan toegestaan is of verleend kan worden middels een binnenplanse of een (grote-) buitenplanse afwijking als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, van de Wabo.

Artikel 3 Verkeersveiligheid op de weg

De aanvraag wordt geweigerd in het belang van de verkeersveiligheid op de weg indien de beoogde uitweg:

• a.)

  Aansluit op een weg die is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg, tenzij er geen andere ontsluiting mogelijk is en de aansluiting noodzakelijk is voor het functioneren van de bestemming;

• b.)

  Direct aansluit op een voorsorteervak, opstelstrook of inleidende markering voor een rotonde;

• c.)

  binnen een afstand van 50 meter van een verkeersregelinstallatie op de weg aansluit;

• d.)

  direct op of binnen een afstand van 5 meter van een voetgangersoversteekplaats of fietsoversteekplaats aansluit op de openbare weg;

• e.)

  op of binnen een afstand van 5 meter vanaf een bocht, kruising of splitsing van wegen ligt, tenzij er geen andere uitweg mogelijk is en aan de hand van de intensiteit en zicht kan worden aangetoond dat de veiligheid niet in het geding is (zie figuur 1);

  Figuur 1 Kruisingsvlak

   

• f.)

  op een locatie ligt waarvan de bestuurder die de uitweg verlaat vanwege zichtbelemmering onvoldoende in staat is het kruisend verkeer op een veilige manier vrije doorgang te verlenen;

• g.)

  op een locatie ligt waarbij een fiets- en/of voetpad in lengterichting moet worden bereden om de openbare weg te bereiken;

• h.)

  op een plaats ligt waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het eigen erf minder is dan de benodigde maatvoering voor opritten en garages conform de vigerende beleidsregel parkeernormering van de gemeente Westland;

• i.)

  op een locatie ligt waar straatmeubilair (bijvoorbeeld een lichtmast of verzamelpunt voor afval) aanwezig is en dit straatmeubilair niet te verplaatsen is;

• j.)

  De breedte van de weg onvoldoende ruimte biedt om met een betreffend motorvoertuig direct de uitweg in of uit te rijden;

• k.)

  De afbakening tussen de verkeersruimte voor voetgangers en/of fietsers en de rijbaan wordt zodanig wordt aangetast dat de veiligheid voor voetgangers of fietsers in het geding komt.

Artikel 4 Behoud van openbare parkeerplaatsen

De aanvraag wordt geweigerd indien het aantal openbare parkeerplaatsen wordt verminderd, tenzij het realiseren van de uitweg een positief effect heeft op de parkeersituatie ter plaatse of er binnen een afstand van 100 meter voldoende openbare plaatsen beschikbaar blijven.

Artikel 5 Aantasting openbaar groen

De aanvraag voor een uitweg wordt geweigerd ter behoud van het openbaar groen indien:

• a.)

  op de locatie gemeentelijke en/of waardevolle bomen of groenvoorzieningen verwijderd moeten worden;

• b.)

  gemeentelijke bomen (inclusief de wortels) of groenvoorzieningen hinder ondervinden of schade oplopen.

Artikel 6 Meerdere uitwegen

• a.)

  Een extra uitweg per perceel wordt geweigerd, tenzij een nieuwe uitweg, aan de hand van deze beleidsregels, een verbetering is ten opzichte van de bestaande situatie en een oude uitweg wordt verwijderd of onklaar wordt gemaakt.

• b.)

  Een extra uitweg per bedrijfsperceel wordt geweigerd, tenzij er wordt aangetoond dat een extra uitweg nodig is voor een veilige scheiding van personenverkeer en goederenverkeer voor een scheiding van ingaand transport en uitgaand transport of voor het voeren van een normale bedrijfsvoering.

• c.)

  Een uitweg die wordt gedeeld met een naastgelegen perceel geldt als een volwaardige uitweg.

Artikel 7 Aansluiting van de uitweg op de openbare weg

• a.)

  Een nieuwe uitweg ten behoeve van een woning mag, gemeten langs de openbare weg, maximaal 4,0 meter breed zijn, of 5,5 meter bij een dubbele oprit conform de vigerende beleidsregel parkeernormering van de gemeente Westland.

• b.)

  Een nieuwe uitweg voor een bedrijfsperceel mag, gemeten langs de openbare weg, maximaal 10 meter breed zijn. Het draaien en keren van voertuigen bij bedrijfskavels dient ook op eigen terrein plaats te vinden.

• c.)

  Voor zowel de uitweg van een woning als van een bedrijfsperceel geldt dat wanneer kan worden aangetoond dat een bredere uitweg noodzakelijk is voor een veilige afdraai óf een bredere uitweg noodzakelijk is voor een betere zichtafstand ten opzichte van de stopafstand (reactieafstand + remafstand) een andere maatvoering kan worden toegestaan.

• d.)

  De vormgeving van een uitweg moet voldoen aan het vigerende Programma van Standaardinrichting van de gemeente Westland. Daarnaast kunnen aan de vormgeving voorwaarden worden verbonden als dit in een bestemmingsplan, in stedenbouwkundige randvoorwaarden, in de welstandsnota, in een beeldkwaliteitsplan of in het kader van beschermd stads- of dorpsgezicht is vastgesteld.

Artikel 8 Keurvergunning (Hoogheemraadschap van Delfland)

• a.)

  Bij de volgende werkzaamheden, indien die nodig zijn voor het aanleggen van een uitweg, dient men een watervergunning aan te vragen bij het Hoogheemraadschap van Delfland:

  • –

    Aanleggen en/of wijzigen van een waterstaatswerk (oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk); denk hierbij aan bouwen op of nabij een waterkering, tuininrichting op of nabij een waterkering, dempen van oppervlaktewater, aanbrengen van kunstwerken op of in de watergangen.

  • –

    Gebruik van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszone, anders dan in overeenstemming met de functie.

• b.)

  Indien objecten of verhardingen worden voorzien op één of meerdere kadastrale percelen die in eigendom zijn van Delfland, wordt mogelijk parallel aan het verkrijgen van een keurvergunning een privaatrechtelijke overeenkomst afgesloten met Delfland. In deze overeenkomst wordt onder meer de toestemming, het beheer en onderhoud geregeld. Het initiatief voor het opstellen en afsluiten van deze overeenkomst ligt bij Delfland.

Artikel 9 Aanlegkosten en leges

• a.)

  De aanleg van een uitweg wordt uitgevoerd door de gemeente Westland, of door een aannemer in opdracht van de gemeente. Het is de aanvrager niet toegestaan zelf een uitweg aan te (laten) leggen.

• b.)

  Aanlegkosten, aanpassingskosten, verwijderkosten van de uitweg en samenhangende kosten voor bijvoorbeeld aanpassen van groenvoorziening, kavel, leidingen of straatmeubilair komen voor rekening van de aanvrager.

• c.)

  Voor vergunningen worden leges geheven conform de legesverordening van de Gemeente Westland.

Artikel 10 Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel worden de Beleidsregels uitwegvergunningen gemeente Westland 2014, ingetrokken.