Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (artikel 213a Gemeentewet) Landgraaf 2023: “Onderzoeksverordening van de gemeente Landgraaf 2023” |
Citeertitel | Onderzoeksverordening Gemeente Landgraaf 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 213a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 02-02-2023 |
De raad der gemeente Landgraaf
gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 17 januari 2023
gelet op artikel 213a, eerste lid van de Gemeentewet;
gegeven het advies van de auditcommissie;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur (artikel 213a Gemeentewet) Landgraaf 2023: “Onderzoeksverordening van de gemeente Landgraaf 2023”
In deze verordening wordt verstaan onder:
Doelmatigheid: De mate waarin een maximale hoeveelheid producten en prestaties is gerealiseerd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt met een gelijkblijvende hoeveelheid aan middelen;
Doeltreffendheid: De mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van gestelde gemeentelijke beleidsdoelen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 2 februari 2023.
De Griffier De voorzitter,
Artikel 213a van de Gemeentewet verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door Het College van Burgemeester en Wethouders gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamer gaat het hierbij om een zelfonderzoek. Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid – bijvoorbeeld op het gebied van milieu, leefbaarheid, openbaar vervoer en huisvesting – is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met deze onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen.
Ook dient het College van Burgemeester en Wethouders periodiek te onderzoeken of de inrichting van de gemeentelijke organisatie (in brede zin: de personeelsformatie, de informatievoorziening en de administratieve organisatie) en het gemeentelijk middelenbeheer aan de gestelde eisen voldoet.
Het College van Burgemeester en Wethouders is verplicht de onderzoeken te verrichten en hiervan verslag uit te brengen. De verordening die de raad vaststelt, conform artikel 213a van de Gemeentewet, bevat de kaders voor deze onderzoeken. De raad bepaalt de regels waaraan burgemeester en wethouders op hoofdlijnen moeten voldoen. De raad stelt ook vast hoe hij bij de onderzoeken betrokken wordt en daarover geïnformeerd wordt.
De controle op en de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het bestuur geschieden primair door de raad en burgemeester en wethouders zelf. Daarnaast doen de lokale rekenkamers onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en beheer. De rekenkamer kan op grond van het gestelde in artikel 213a, derde lid, van de Gemeentewet gebruik maken van de onderzoeksresultaten van burgemeester en wethouders. Ook kan de rekenkamer zo nodig een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven.
De onderzoeken naar doelmatigheid betreffen onderzoeken naar de werkwijze van een
organisatorische eenheid of een onderdeel daarvan waarbij de verhouding tussen de prestaties en/of de activiteiten en de hiervoor ingezette middelen (doelmatigheid) wordt onderzocht. Hierbij kan worden gekeken naar zowel de opzet als de daadwerkelijke uitvoering van de procesgang van organisatie-eenheden alsook de omvang van de organisatie-eenheid zelf. Zo worden beleidsnota’s in principe geëvalueerd in het jaar voorafgaand aan het actualiseren van de nieuwe beleidsnota’s. Die evaluatie kan uitgevoerd worden middels de aanpak en werkwijze van deze verordening. De bevindingen en aanbevelingen uit de evaluatie kunnen worden meegenomen in de nieuwe beleidsnota. Ook kan een specifieke thema als een 213A onderzoek worden gekwalificeerd.
De onderzoeken naar de doeltreffendheid vinden plaats op basis van het in de programma’s of paragrafen van de begroting of beleidsnota’s geformuleerde beleid. Dit beleid kan gehele begrotingsprogramma's omvatten of delen daarvan.
In het onderzoeksplan worden de onderzoeken geselecteerd op basis van de volgende criteria:
Het (geactualiseerde) Jaaronderzoeksplan wordt opgenomen in de programmabegroting.
Uitvoering, voortgang en bijstelling planning
Het onderzoeksplan moet een beeld geven van de voorgenomen onderzoeken. De onderzoeken in het onderzoeksplan worden per onderzoek uitgewerkt in een plan van aanpak.
De onderzoeksopzet moet in ieder geval bevatten:
Een actuele gebeurtenis of een omstandigheid van bijzondere aard kan aanleiding zijn voor de burgemeester en wethouders om het onderzoeksplan aan te passen. De reden van deze aanpassing moet door de burgemeester en wethouders worden toegelicht in de bestuursrapportage.
De bedrijfsvoeringparagraaf van de bestuursrapportages en het jaarverslag dient inzicht te geven over voortgang van de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.
Elk verslag bevat minimaal een globale beschrijving van:
Het onderzoeksverslag wordt besproken in het Directie overleg. Vervolgens wordt het onderzoeksverslag, na tussenkomst van de portefeuillehouder(s), ter vaststelling doorgestuurd naar het College van Burgemeester en Wethouders. Na vaststelling worden de bevindingen en aanbevelingen opgenomen in de gemeentebrede actielijst verbeterpunten. Periodiek wordt de stand van zaken van de actiepunten bij de betreffende afdelingshoofden opgehaald. Dit wordt voorgelegd aan de Algemeen directeur. De actiepunten met de status “Gereed” of “Vervallen” worden opgenomen in de Bedrijfsvoeringsrapportage. Deze Bedrijfsvoeringsrapportage wordt door de Algemeen directeur vastgesteld en vervolgens ter kennisname naar het College van Burgemeester en Wethouders gestuurd. Op deze wijze is navolging van de aanbeveling uit het onderzoeksverslag geborgd.