Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Verordening participatie Hoeksche Waard 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening participatie Hoeksche Waard 2023
CiteertitelVerordening participatie Hoeksche Waard 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

Paragraaf 3 van deze verordening treedt pas in werking bij de inwerkingtreding van de Wet versterking participatie op decentraal niveau, voor zover het uitdaagrecht van deze wet deel uitmaakt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-09-2023nieuwe regeling

07-02-2023

gmb-2023-380596

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening participatie Hoeksche Waard 2023

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan tot het vaststellen, wijzigen, voorbereiden, uitvoeren of evaluatie van beleid;

  • -

    participatie: betrekken van belanghebbenden (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden) bij planvorming, het proces van de besluitvorming over een beleid(svoornemen), een project of activiteit, uitvoering en evaluatie om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen.

Paragraaf 2. Participatie

 

Artikel 2. Onderwerp van participatie

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

  • 2.

    Bij participatietrajecten kan een startnotitie aan de gemeenteraad worden aangeboden.

  • 3.

    Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht en wanneer dit is opgenomen in gemeentelijk beleid.

  • 4.

    Er is geen participatie mogelijk:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

    • f.

      als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Procedure participatie

  • 1.

    Op participatie is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    In het algemeen gelden de volgende stappen:

    • uitvoeren van een impactanalyse

    • bepalen van de ruimte voor participatie en de mate van betrokkenheid van de participant

    • bepalen van de vorm van participatie

    • vooraf vastleggen van afspraken in een participatieplan

    • uitvoering van het participatietraject en rapporteren van de uitkomsten

    • evalueren van het participatietraject, het maken van een verslag en het delen van de uitkomsten.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere participatieprocedure vaststellen.

  • 4.

    In een gemeentelijk beleid kan een andere procedure worden opgenomen.

  • 5.

    Een indiener van een schriftelijke inspraakreactie krijgt altijd een persoonlijk bericht over de inhoudelijke afhandeling van deze inspraakreactie.

Artikel 4. Eindverslag participatie

  • 1.

    Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde participatieprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    In gemeentelijk beleid kan een andere verantwoording worden opgenomen.

Paragraaf 3. Uitdaagrecht

 

Artikel 5. Onderwerp van uitdaagrecht

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen gemeentelijke taken of hierop uitdaagrecht wordt toegepast.

  • 2.

    Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:

    • a.

      als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herzieningen daarvan betreft;

    • b.

      als het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt;

    • f.

      als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat het benutten van het uitdaagrecht niet kan worden afgewacht;

    • g.

      als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 6. Voorwaarden uitdager

  • a.

    De uitdager daagt uit over een huidige door de gemeente gefinancierde lokale voorziening of gemeentelijke taak.

  • b.

    Op basis van de kennis en ervaring van de uitdager is aannemelijk dat deze de prestatie kan leveren.

  • c.

    Het initiatief wordt gedragen door de wijk of buurt.

  • d.

    Het initiatief schaadt geen andere bewoners.

  • e.

    De uitdager beschikt over een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid.

  • f.

    De kosten voor de uitvoering zijn niet hoger dan de huidige kosten.

  • g.

    De uitdager kent de buurt of wijk van het gebied goed.

Artikel 7. Procedure uitdaagrecht

  • 1.

    Een verzoek met betrekking tot het uitdaagrecht wordt schriftelijk bij het bestuursorgaan ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a.

      Een omschrijving van de gemeentelijke taak of een door de gemeente gefinancierde lokale voorziening die de verzoeker wil overnemen;

    • b.

      Een uitleg waarom of hoe de uitdager deze taak of voorziening beter en goedkoper kan uitvoeren;

    • c.

      Duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis of ervaring van de uitdager;

    • d.

      Een indicatie van het draagvlak onder belanghebbende ingezetenen;

    • e.

      Een indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak of voorziening verbonden zijn;

    • f.

      Een omschrijving van de manier waarop de uitdager met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;

    • g.

      Geeft inzicht in hoe de kwaliteit en de uitvoering van de taak of voorziening op de langere termijn kan worden gewaarborgd;

    • h.

      Noemt welke rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid de uitdager heeft.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen 16 weken op dit verzoek. Indien deze termijn niet haalbaar is geeft het bestuursorgaan een termijn aan waarbinnen zij wel kan beslissen.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

 

Artikel 8. Evaluatie en monitoring

De uitvoering van deze verordening wordt in 2024 geëvalueerd en de evaluatie wordt aan de raad aangeboden. Daarna wordt de verordening eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Burgemeester en wethouders zenden voor de monitoring elk jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de uitvoering van de verordening in de praktijk.

Artikel 9. Inwerkingtreding, citeertitel en intrekking

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

  • 2.

    Paragraaf 3 van deze verordening treedt pas in werking bij de inwerkingtreding van de Wet versterking participatie op decentraal niveau, voor zover het uitdaagrecht van deze wet deel uitmaakt.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie Hoeksche Waard 2023.

  • 4.

    De Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (inspraakverordening) d.d. 21 januari 2019 wordt ingetrokken per de in lid 1 genoemde datum.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard op 7 februari 2023.

W.F.M. Peijs

Plv. Griffier

C.B. Aptroot

Voorzitter