Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023 |
Citeertitel | Nadere regels Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Groningen 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels gemeentelijkebegraafplaatsen Gemeente Groningen 2022.
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-09-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 08-11-2022 | 497917-2022 |
HOOFDSTUK 1. NADERE REGELS GELDEND VOOR ALLE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN
Artikel 3. Aanvragen vergunning grafbedekking
Het is verplicht om de aanvragen voor een vergunning te doen met behulp van het standaard aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is beschikbaar bij het Loket begraafplaatsen per mail aan te vragen via burgerzaken@groningen.nl, of telefonisch aan te vragen via 14050. Het aanvraagformulier is ook te downloaden op de site van de gemeente Groningen. De vergunningaanvraag digitaal aanleveren via mail naar burgerzaken@groningen.nl. Het college beslist op een aanvraag binnen vier weken na ontvangst.
Artikel 4. Algemene bepalingen grafbedekkingen.
Het is verboden een grafbedekking op een particulier graf te hebben waarvan het college aan de rechthebbende schriftelijk te kennen heeft gegeven dat die grafbedekking verwijderd moet worden, omdat deze naar het oordeel van het college hinder of nadeel aan de nabije graven of aan de begraafplaats als zodanig toebrengt.
De rechthebbende op een particulier graf is verplicht te gedogen, dat de op het particuliere graf aanwezige bedekking door de gemeente en op haar kosten geheel of gedeeltelijk wordt weggenomen of verplaatst, voor zolang dit ter begraving van stoffelijke overschotten in de nabijheid of om andere redenen nodig is.
Voordat een monument kan worden geplaatst, dient hiervoor via e-mail aan burgerzaken@groningen.nl een afspraak te worden gemaakt met de afdeling burgerzaken. Bij de plaatsing zelf dient een medewerker van de Gemeente Groningen aanwezig te zijn. Eveneens dient een grafnummer aangebracht te zijn. Zonder grafnummer kan het monument niet geplaatst worden. De plaats van het grafnummer wordt nader in deze verordening bepaald.
Artikel 6. Winterharde gewassen
Voor en tijdens een begrafenis of een bijzetting kan het zijn dat de beplanting of de grafbedekking tijdelijk verwijderd wordt van het bestaande of naast gelegen graf. Na de begrafenis wordt de situatie weer naar redelijkheid hersteld zoals de gemeente het heeft aangetroffen. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor de beplanting die terug is geplaatst.
HOOFDSTUK 2. NADERE REGELS VOOR BEGRAAFPLAATS SELWERDERHOF
Artikel 8. De bezorging van as
Particuliere urnengraven voor bepaalde tijd zijn bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 4 asbussen.
Voor de vormgeving van de grafbedekkingen gelden de volgende eisen:
Op de grafbedekking moet een duidelijk leesbaar grafnummer zijn aangebracht. Dit conform het gestelde in de beheersverordening. Bij een liggende steen (A-steen) en een staande steen +l iggend gedeelte (C-steen) is de plaats hiervan links vooraan op de rand of de zerk. Bij een staande steen met bloemenstrook (B-steen) is dit links onderaan op de dorpel. Op andersoortige monumenten (bijvoorbeeld kunstwerken) het nummer aanbrengen op een door de beheerder op te geven plaats;
Voor de particuliere graven voor bepaalde tijd (inclusief Islamitische graven) gelden de volgende eisen:
Fundering van gewapende betonplaat 200 x 80 cm en minimaal 6 cm dik. Rondom plinten aanbrengen, dikte minimaal 3 cm. De gewapende betonroef van 186 x 66 (minimale wanddikte 6 cm), aan de voorzijde maximaal 16 cm hoog, aan de achterkant maximaal 26 cm hoog. De roef en de plaat dienen in één geheel te zijn gegoten;
Monument plaatsen op een fundering van gewapend beton 80 x 35 x 6 cm of op een door de gemeente aangebrachte betonstrook. In de betonstrook mogen geen doken geplaatst worden. Een letterplaat moet aangebracht worden op een dorpel van minimaal 8 cm hoog en minimaal ter breedte en dikte van de letterplaat. De letterplaat moet aan de dorpel bevestigd worden met 2 doken van 8 cm lang en 1 cm doorsnede. Afwijkende afmetingen/constructies vooraf overleggen met de beheerder van de begraafplaats. Een spatplaat onder of voor het monument van 80 breed x 6 cm dik (maximaal ter grootte van het graftuintje) op maaiveldniveau is toegestaan. Bij B stenen wordt door de gemeente aan de voorzijde van het monument een gazon met een bloemstrook van 50 cm breed aangelegd op kosten van de rechthebbende;
Staande steen met dekplaat, met plinten:
Fundering: Gewapende betonplaat 200 x 80 x 6 cm, gewapende betonroef190 x 70 x 9 cm hoog en 6 cm breed, gewapend beton achter (onder letterplaat)20 cm breed. Betonplaat en betonroef moeten in één geheel zijn gegoten.
Letterplaat: Zie B-steen Plinten: Minimaal 3 cm dik
Dekplaat: De dekplaat met een oversteek van 2 cm rondom, minimaal 3 cm dik;
Voor de kindergraven (inclusief Islamitische graven) gelden de volgende eisen:
Voor de urnengraven gelden de volgende eisen:
Op de particuliere urnengraven mogen staande of liggende stenen en combinaties van staande en liggende grafstenen worden geplaatst. Een liggende steen wordt onder een helling gelegd, zodanig dat de voorste plint 3 cm beneden het maaiveld ligt en het achterste gedeelte met de onderkant gelijk met het maaiveld komt te liggen. Bij een combinatie van staande en liggende grafbedekkingen ligt de liggende zerk vlak en de onderzijde van de plinten gelijk met het maaiveld. De grafstenen genoemd in dit lid mogen onderling van steensoort verschillen. Voor grafbedekkingen met afwijkende vormen en materialen, zoals bijvoorbeeld kunstwerken en zwerfkeien moet voorafgaand aan de vergunningaanvraag met de beheerder worden overgelegd;
Voor de particuliere vrije veld graven gelden de volgende eisen:
Grafmonumenten van kunststof zijn toestaan. Deze hebben dezelfde maatvoering als monumenten van natuursteen die zijn toegestaan op het betreffende graf. De uitvoering, plaatsing en wijze van fundering altijd op aanwijzing van de beheerder. Het onderhoud van deze monumenten berust niet bij de gemeente, maar geschiedt op aanwijs van de beheerder door de rechthebbende;
Op particuliere vrije veld graven kunnen dezelfde typen monumenten, met dezelfde eisen aan uitvoering en maatvoering, geplaatst worden als aangegeven bij particuliere graven bepaalde tijd. Gezien het karakter van de vrije velden is er binnen de uitvoering van 'C-stenen' meer ruimte voor het plaatsen van bijvoorbeeld zwerfkeien of kunstwerken;
Grafmonumenten van kunststof zijn toegestaan. Deze hebben dezelfde maatvoering als monumenten van natuursteen die zijn toegestaan op het betreffende graf. De uitvoering, plaatsing en wijze van fundering altijd op aanwijzing van de beheerder. Bij normale slijtage of losraken van elementen berust reparatie daarvan niet bij de gemeente, maar geschiedt op aanwijs van de beheerder door de rechthebbende.
De grafzerken van particuliere kindergraven bepaalde tijd moeten worden aangebracht onder een helling van 1 op 20 en wel zodanig, dat de hoogte aan de voorzijde, met inbegrip van de dikte van de zerk, 4-5 cm boven het maaiveld bedraagt. De verschillende grafbedekkingen mogen door elkaar worden geplaatst.
HOOFDSTUK 3. NADERE REGELS VOOR DE NOORDERBEGRAAFPLAATS, ESSERVELD EN DE ZUIDERBEGRAAFPLAATS
Artikel 13. Indeling begraafplaatsen
De particuliere graven op de begraafplaats 'Esserveld' zijn gegroepeerd in grafvelden die van elkaar gescheiden zijn door de aanwezige grindpaden. Grotere grafvelden zijn verdeeld in vakken. Overkoepelend is er een verdeling in klassen, lopend van klasse I (hoog) tot IV (laag). De primaire verdeling loopt van klasse I rondom de centrale as van de begraafplaats naar lagere klassen naarmate men verder richting het oosten of westen van de begraafplaats komt. De secundaire klassenverdeling loopt van hoger voor graven gelegen aan grindpaden, naar lager voor graven gelegen binnen in de grafvelden. Graven worden aangeduid met klasse, het grafveld, indien van toepassing het nummer van het vak, en het grafnummer. Een aantal bijzondere graven heeft een letter in plaats van een grafnummer.
Een monument, dat niet op een grafkelder wordt geplaatst, moet worden gefundeerd op een funderingsplaat van gewapend beton ter dikte van 6 cm. Deze plaat moet op vier hoeken rusten op stiepen, reikende met de onderkant tot op de ongeroerde grond. De afmetingen van deze betonplaat moeten gelijk zijn aan de buitenomtrek van het te plaatsen monument, terwijl de zijkanten van deze plaat strak en haaks moeten worden afgewerkt.
Bij de plaatsing van een staande steen moeten onder de funderingsplaat (dikte 10 cm) aan beide uiteinden twee stiepen worden aangebracht, zodanig dat deze schuin naar buiten gaan en rusten op ongeroerde grond. De letterplaat moet gedookt worden met roestvrije massieve metalen doken rond 1 cm en 8 cm lang.
Op de particuliere urnengraven mogen staande, liggende en combinaties van staande en liggende grafstenen worden geplaatst. Een liggende steen wordt onder een helling gelegd, zodanig dat het voorste plint 3 cm beneden het maaiveld ligt en het achterste gedeelte met de onderkant gelijk met het maaiveld komt te liggen. Bij een combinatie van staande en liggende grafbedekking ligt de liggende zerkvlak en de onderzijde van de plinten gelijk met het maaiveld. De grafstenen genoemd in dit lid mogen onderling van steensoort verschillen. Voor grafbedekkingen met afwijkende vormen en materialen, zoals bijvoorbeeld kunstwerken en zwerfkeien, moet vooraf aan vergunningaanvraag met de beheerder worden overgelegd; Voor de maten van deze grafbedekkingen gelden dezelfde afmetingen als op Selwerderhof zoals vermeld in artikel 11 van deze nadere regels.
Op de nieuw uit te geven particuliere graven bepaalde tijd gelegen op het centrale gedeelte van de begraafplaats 'Esserveld', te weten klasse I / veld CG en klasse I / veld 0I, mogen alleen liggende zerken worden geplaatst. De afmetingen bedragen 200 cm lang en 80 cm breed, de dikte bedraagt minimaal 8 cm.
HOOFDSTUK 4. NADERE REGELS VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN KLEIN SELWELDERHOF I EN II
HOOFDSTUK 5. NADERE REGELS VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN HOOGKERK, MIDDELBERT EN NOORDDIJK
De particuliere graven, waaronder de particuliere kindergraven bepaalde tijd op de begraafplaatsen te Hoogkerk en Noorddijk, worden uitgegeven voor het begraven van één lijk. Voor de begraafplaatsen te Hoogkerk en Noorddijk wordt onder het begraven van een lijk mede verstaan het plaatsen van een asbus in een particulier kindergraf bepaalde tijd, bevattende het stoffelijk overschot na crematie van een levenloos geborene of van een kind tot 12 jaar.