Organisatie | Nijmegen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Cultuur Nijmegen 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling Cultuur Nijmegen 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Nijmeegse Kaderverordening Subsidies 2019
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2023 | 29-08-2023 | Vervangende regeling | 29-08-2023 | Collegebesluit d.d. 29 augustus 2023, nr. 4.5 |
Op 25 september 2019 heeft de gemeenteraad de cultuurvisie Groei. vastgesteld. In deze cultuurvisie zijn de uitgangspunten voor de Nijmeegse culturele sector in de aankomende jaren benoemd. Centraal in het beleid staat de betekenis van cultuur voor de ontwikkeling van Nijmegen: cultuur is van belang voor de vitaliteit van de leefgemeenschap in onze stad en regio. We plaatsen cultuur in het perspectief van deze betekenis, waarbij cultuurbeleid wordt gelinkt aan het ruimtelijke, economische en sociale domein en de opgaven die de stad daarin heeft. Door een subsidiehuis wordt uitvoering gegeven aan de cultuurvisie. Dit subsidiehuis kent zes categorieën. In deze Subsidieregeling Cultuur Nijmegen 2023 worden vier van deze categorieën omgezet in onderstaande vier deelregelingen:
De overige twee categorieën worden door andere regelingen ingevuld namelijk via de Subsidieregeling Amateurkunst Nijmegen en de Groeispurt.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,
Gelet op artikel 3 lid 5 Nijmeegse Kaderverordening Subsidies 2019
Vast te stellen de volgende beleidsregels: de Subsidieregeling Cultuur Nijmegen 2023
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen voor verstrekking van subsidies Cultuur
De gemeente stelt verschillende subsidies beschikbaar die bijdragen aan onderstaande programmalijnen uit de cultuurvisie Groei.:
Om in aanmerking te komen voor subsidie moet uw organisatie aangeven dat ze de culturele codes toepast volgens het principe van ‘pas toe én leg uit’. De aanvrager verklaart dat de codes onderschreven worden. Daarna moet de aanvrager inzichtelijk maken hoe de codes in de betreffende periode vertaald worden in concrete uitvoering van beleid.
Onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad is jaarlijks €20 miljoen (prijsniveau 2020) beschikbaar voor de uitvoering van de Cultuurvisie Groei.
Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de NKS, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd voor activiteiten:
Hoofdstuk 2 Subsidie Eenjarige Culturele Subsidies
De deelregeling Eenjarige Culturele Subsidies is bedoeld om de cultuur in Nijmegen te versterken door spannende en veelzijdige projecten en eenjarige programma’s te stimuleren. De subsidie is zowel gericht op participatieve- als artistieke kunstactiviteiten.
Het College verstrekt jaarlijks op basis van het advies van de subcommissie Groei. subsidie aan een organisatie voor eenjarige culturele activiteiten, indien de activiteit uitvoering geeft aan onderstaande criteria (zie toelichting):
Subsidie wordt geweigerd voor culturele activiteiten, die door een organisatie worden georganiseerd die reeds subsidie ontvangt vanuit de deelregelingen Meerjarige Culturele Programma’s of De Basis.
Hoofdstuk 3 Meerjarige Culturele Programma’s
De deelregeling Meerjarige Culturele Programma’s is bedoeld om de cultuur in Nijmegen te versterken door de artistieke kwaliteit te verhogen en een divers publiek te bereiken. Deze programma’s zijn mede bepalend voor de identiteit van de stad. Deze regeling stimuleert het experiment met andere domeinen waarbij de artistieke kwaliteit het uitgangspunt blijft.
Artikel 17 Aanvullende voorwaarden voor subsidieverstrekking
Vanwege de overlappende periode voor een aanvraag bij de BIS (Basis InfraStructuur van het Rijk) en/of landelijke fondsen kunnen de organisaties die bij deze landelijke regelingen een aanvraag hebben ingediend, een kopie van deze aanvraag overleggen in plaats van het meerjarenbeleidsplan. De kopie van de aanvraag voor de BIS en/of landelijke fondsen omvat een onderschrijving van de codes Fair Practice Code, de Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit en Inclusie. Aanvullend geven de organisaties aan op welke manier invulling wordt gegeven aan de gemeentelijke criteria:
De deelregeling voor De Basis is bedoeld om het culturele ecosysteem in Nijmegen, waarvan de zes grote, culturele instellingen de basis vormen, te behouden en te versterken.
Het College verstrekt op basis van het advies van de adviescommissie Groei. subsidie aan een organisatie voor de jaarlijkse programmering indien deze uitvoering geeft aan één of meerdere van onderstaande criteria (zie toelichting):
Hoofdstuk 5 Infrastructuur & Overige
De deelregeling Infrastructuur & Overige is bedoeld ter ondersteuning, facilitering en ontwikkeling van de gehele culturele sector. Deze regeling biedt de gemeente de kans om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en actualiteiten.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 29 augustus 2023.
de gemeentesecretaris
A.P.W. van de Klift
de burgemeester
H.M.F. Bruls
In onderstaand overzicht is weergegeven welke soorten subsidie op basis van deze regeling aangevraagd kunnen worden en hun aanvraagtermijn.
Toelichting bij artikel 3 De aanvraag
Om in aanmerking te komen voor subsidie moet uw organisatie aangeven dat ze de culturele codes toepast volgens het principe van ‘pas toe én leg uit’. Het gaat om de Governance Code Cultuur, de Code Diversiteit & Inclusie en de Fair Practice Code. We vragen om in het projectplan toe te lichten hoe de codes in de praktijk worden toegepast.
Toelichting bij artikel 8 Adviescommissies
De diversiteit in de cultuursector vraagt om een manier van beoordelen waar het niet alleen draait om tellen, maar om wegen. De gemeente vindt het belangrijk dat subsidieaanvragen worden beoordeeld tegen de achtergrond en het profiel dat een organisatie heeft. Dat betekent dat bij sommige organisaties het ene criterium zwaarder kan wegen dan het andere criterium.
De commissies beoordelen aan de hand van de volgende criteria:
Kernbegrippen voor de beoordeling van kwaliteit zijn vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid. Het gaat niet uitsluitend om bewezen kwaliteit, voortkomend uit eerder opgedane ervaring, maar ook om potentiele kwaliteit.
Vakmanschap heeft betrekking op de vaardigheden van de bij de organisatie betrokken makers. Zeggingskracht gaat over de impact van de activiteiten op het publiek. Dat wil zeggen dat de activiteiten aansprekend zijn voor de publieksgroepen die de organisatie wil bereiken. De oorspronkelijkheid van de activiteiten heeft betrekking op de herkenbare (artistieke) signatuur die onlosmakelijk is verbonden met de betreffende organisatie waardoor een bijzondere of zelfs unieke bijdrage aan de sector wordt geleverd.
Bij dit criterium beoordelen we in hoeverre de aanvraag een heldere aanpak kent, inclusief een duidelijke doelstelling met daarbij passende activiteiten en een realistische planning. Daarnaast beoordelen we in hoeverre de betrokken uitvoerders voldoende beschikken over de benodigde kennis en ervaring om het projectplan te verwezenlijken. Ook toetsen we of de begroting voldoende inzichtelijk, redelijk en realistisch is. Hierbij kijken we onder meer naar de aansluiting op de voorgenomen activiteiten zoals beschreven in het projectplan, de vergoeding van betrokkenen die het project mogelijk maken en de bijdragen van de betrokken organisaties en derden. Ook wordt gekeken naar het ondernemerschap: in hoeverre slaagt de organisatie erin draagvlak te creëren voor het aanbod en het vinden van het juiste publiek (in aard en omvang).
De activiteiten zijn van toegevoegde waarde op het bestaande aanbod; zij dragen bij aan de pluriformiteit en diversiteit van het totale aanbod in de stad. De activiteiten dragen bij aan de aantrekkelijkheid van Nijmegen. Dit blijkt uit de wijze waarop de organisatie aangeeft hoe de activiteiten zich verhouden tot de lokale omgeving en het lokale aanbod. Ook wordt gekeken naar de zichtbaarheid: is er een heldere visie op welk publiek de organisatie wil bereiken? In hoeverre is het marketing- en communicatieplan realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken? Is het (resultaat van het) activiteit naast het presentatiemoment nog breder zichtbaar in de stad, door bijvoorbeeld bijzondere PR en marketing, randprogrammering en/of samenwerkingspartners? Bereikt de organisatie een nieuw en meer divers publiek?
Innovatie, creativiteit en experiment
Innovatie, creativiteit en experiment heeft betrekking op vernieuwing en het innoverende karakter van het aanbod van een organisatie. Dit kan op twee manieren namelijk door innovatie van de kunsten zelf en door innovatie in de samenleving te creëren. Innovatie van de kunsten zelf kan bijvoorbeeld door nieuw werk te presenteren of uit te voeren of door te experimenteren met nieuwe manieren waarop een discipline zich artistiek kan uitdrukken. Innovatie in de samenleving wordt bereikt door verbindingen aan te gaan met andere domeinen en thema’s, zoals wetenschap, zorg, duurzaamheid, economie, etc.
(inter)Nationale uitstraling en bereik
Hierbij gaat het om organisaties die belangrijk zijn voor de stad en een (inter)nationale uitstraling hebben. Dit blijkt onder andere uit financiering vanuit de BIS, landelijke fondsen en/of provincie. De organisatie streeft een bovenregionale en/of (inter)nationale ambitie en uitstraling na.
Ondernemerschap draait om het creëren van draagvlak voor het aanbod en het vinden van het juiste publiek (in aard en omvang). Het succes wordt mede bepaald door het beheren, organiseren en vermarkten van het culturele ‘product’. De financiële en bedrijfsmatige gezondheid van een organisatie spelen daarbij een belangrijke rol.
Er wordt gekeken in hoeverre de organisatie vanuit financieel, bedrijfsmatig en organisatorisch perspectief in staat is om de activiteiten uit te voeren.
Bij publieksbereik draait het om de visie en de rol van de organisatie op het publiek. Het gaat over de publieksdoelgroepen die de organisatie bereikt en de wijze waarop dat gebeurt. Hierbij staat de wijze waarop een organisatie nieuw en meer divers publiek bereikt en interactie heeft met dit publiek centraal. Nieuw publiek gaat over een grotere diversiteit van het publiek. Het gaat over het versterken van de relatie tussen de organisatie en het (toekomstig) publiek en de manier waarop dit zich vertaalt in de activiteiten.
Educatie is het beleid dat een organisatie voert op het gebied van cultuureducatie, zoals schoolgebonden activiteiten. Het aanbod en bereik van de educatieve activiteiten moeten in evenwicht zijn met de vraag van de scholen. Daarnaast heeft cultuureducatie ook betrekking op aanvullende activiteiten voor niet-schoolgebonden publiek, zoals nagesprekken en publiekscursussen.
Participatie gaat enerzijds om het bezoek van nieuw en bestaand publiek aan de activiteiten van de culturele organisatie. Anderzijds gaat het over het actief betrekken van bezoekers bij de activiteiten, zodat het publiek ook zelf aan de activiteit meewerkt. Het gaat dus over het kijken en luisteren naar cultuur, cultuur beleven en/of het zelf actief beoefenen van kunst en cultuur.
Verbinding met andere domeinen
De verbinding met andere domeinen draait om de betekenis die cultuur kan hebben voor andere domeinen, zoals zorg en welzijn, duurzaamheid, economie, etc. Het gaat om de rol die een organisatie heeft in zijn omgeving en het beoogde effect van deze verbinding.
Positie in het culturele netwerk
Dit draait om de mate waarin samenwerking wordt gezocht binnen het eigen werkveld maar ook daarbuiten. Dit kan om zowel inhoudelijke als bedrijfsmatige samenwerking gaan. Centraal staat de rol die de organisatie speelt in zijn directe omgeving.
Talentontwikkeling is het ontwikkelen van talenten via een doelgericht programma waarmee talenten actief nieuwe culturele uitingsvormen leren en die delen met anderen. Het doel is een nieuwe generatie professionals te ondersteunen bij het verder ontwikkelen en profileren van de eigen uitzonderlijke professionele begaafdheid. Talentontwikkeling richt zich op de vrije tijd (dus niet in schoolverband). Onder talentontwikkeling vallen ook activiteiten die leiden naar een beroepsopleiding.
Ondersteuning cultureel netwerk
Relevant bij dit criterium is de wijze waarop de activiteiten van de organisatie bijdragen aan het realiseren, faciliteren en professionaliseren van het culturele netwerk in Nijmegen.