Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang 2023 gemeente Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang 2023 gemeente Leeuwarden
CiteertitelVerordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang 2023 gemeente Leeuwarden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2023Vervanging regeling

31-05-2023

gmb-2023-377136

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang 2023 gemeente Leeuwarden

De gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van datum;

 

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de:

 

Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang2023gemeente Leeuwarden

 

Deze verordening is vastgesteld op 31 mei 2023.

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    andere voorziening: voorziening anders dan een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang.

  • 2.

    college: burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het gevoerde beleid. Het college kan deze bevoegdheid mandateren op grond van de algemene regels van de Awb. Verstrekte mandaten worden vastgelegd in het mandaatoverzicht.

  • 3.

    gebruikelijke hulp: ondersteuning die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid geacht worden elkaar onderling te bieden. De zorgplicht van de ouder vervalt niet bij echtscheiding of beëindiging van de relatie.

  • 4.

    Eigen kracht: de eigen mogelijkheden en het probleem oplossend vermogen (capaciteit), tijd en middelen van de jeugdige en/of ouders(s) om zelf of met personen uit het sociaal netwerk de opgroei en/of opvoedingsproblemen op te lossen.

  • 5.

    Gemeentelijke vergoeding spelleergroep: bijdrage in de kosten voor kinderopvang aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 6.

    kind: minderjarige in de leeftijd van 0-12 jaar, die als ingezetene op hetzelfde woonadres als de ouder is ingeschreven in de basisregistratie personen.

  • 7.

    kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang op grond van de Wet kinderopvang geleverd door een kindercentrum of gastouderbureau dat geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 8.

    ouder(s): gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander, die het kind als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt.

  • 9.

    Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang: een bijdrage in de kosten voor kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden.

  • 10.

    wet: wet kinderopvang.

Artikel 2. Aanbod van ondersteuning

De gemeente Leeuwarden biedt de volgende vorm van ondersteuning middels sociaal medische indicatie kinderopvang:

  • 1.

    Een tijdelijke inkomensafhankelijke tegemoetkoming voor een geregistreerde kinderopvanginstelling (dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang). De betaling van de bijdrage voor kinderopvang vindt rechtsreeks plaats aan degene die kinderopvang levert.

Artikel 3. Criteria voor Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang

  • 1.

    Een ouder komt in aanmerking voor een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang indien naar het oordeel van het college wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het kind en de ouder zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van gemeente Leeuwarden.

  •  

  • b.

    Opvang van het kind is noodzakelijk als gevolg van een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking van de ouder, waardoor de ouder niet in staat is voor het kind te zorgen en een veilige (cognitieve, sociale, emotionele en lichamelijke) ontwikkeling van het kind wordt bedreigd.

  • c.

    Opvang van het kind is noodzakelijk in het belang van een goede

  • d.

    en gezonde ontwikkeling van dat kind ende ouder is niet in staat om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp van de andere ouder of met behulp van hun sociaal netwerk in opvang voor hun kind te voorzien én de mogelijkheden hiervoor voldoende zijn onderzocht.

  • e.

    Er zijn geen andere voorzieningen waar de ouders (deels) een beroep op kunnen doen, zoals speelleergroepen (inclusief voor- en vroegschoolse educatie) of passend onderwijs.

  • f.

    Een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang is de goedkoopst adequate oplossing binnen het Sociaal Domein.

  • 2.

    Het college kan aan een externe partij sociaal/medisch advies vragen als het college dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op sociaal-medische gronden.

Artikel 4. Indiening van de aanvraag Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang

  • 1.

    De aanvraag voor een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang wordt door of namens de ouder digitaal of schriftelijk via het aanvraagformulier op de website www.leeuwarden.nl bij het college ingediend.

  • 2.

    De aanvraag bevat in ieder geval:

  • a.

    Naam, adres en BSN van de ouder;

  • b.

    Emailadres van de ouder(s);

  • c.

    Indien van toepassing naam en BSN van de partner en, als dit afwijkt van het adres van de ouder, het adres van de partner;

  • d.

    Naam, geboortedatum en BSN van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • e.

    Gegevens over het belastbaar inkomen;

  • f.

    De reden voor de aanvraag;

  • g.

    Het aantal uren waarvoor en de periode waarin kinderopvang volgens de aanvrager noodzakelijk is;

  • h.

    De handtekening van de ouder of diens wettelijke vertegenwoordiger en, als de ouder een partner heeft, van de partner.

  • 3.

    De ouder verstrekt op verzoek, binnen een door het college gestelde termijn, aan het college alle gegevens en inlichtingen van hem/haar en zijn/haar partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de bijdrage in de kosten voor Kinderopvang van belang kunnen zijn.

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van het aanvraagformulier.

  • 2.

    Indien een beschikking niet binnen bovengenoemde termijn kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden gegeven.

Artikel 6. Onderzoek aanvraag

  • 1.

    Het college onderzoekt, in samenspraak met de ouder dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger of de aanvraag voldoet aan hetgeen is bepaald in artikel 3 en 4.

  • 2.

    De ouder verstrekt op verzoek, binnen een door het college gestelde termijn, aan het college alle gegevens en inlichtingen van hem/haar en zijn/haar partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de bijdrage in de kosten voor Kinderopvang van belang kunnen zijn.

Artikel 7. Weigeringsgronden Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang

  • 1.

    Het college geeft geen Sociale Medische Indicatie Kinderopvang indien:

  • a.

    De aanvraag niet voldoet aan hetgeen bepaald is in artikel 3 en/of 4;

  • b.

    De ouder of partner al een bijdrage in de kosten van kinderopvang ontvangt in de vorm van kinderopvangtoeslag of de gemeentelijke bijdrage voor de speelleergroep voor de aangevraagde uren;

  • c.

    De ouder niet meewerkt aan eventueel vooraf afgesproken behandeltrajecten die tot herstel moeten leiden.

Artikel 8. Ingangsdatum Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang

  • 1.

    Een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang start met ingang van het besluit of op een nader te bepalen datum in overleg met de aanvrager.

  • 2.

    Indien op de datum zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang toegekend met ingang van de aanvangsdatum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

  • 3.

    Een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang kan niet met terugwerkende kracht worden verstrekt.

Artikel 9. Omvang en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang wordt slechts verleend voor het aantal uren/dagdelen per week en de periode waarvoor de inzet van de kinderopvang naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2.

    De looptijd van de beschikking is maximaal een jaar.

Artikel 10. Hoogte en betaling van de bijdrage voor Kinderopvang

  • 1.

    De kosten van de kinderopvang zijn gebaseerd op de geldende tarieven van de Belastingdienst en de jaarlijks vastgestelde maximum uurtarieven.

  • 2.

    De ouder betaalt een eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang afhankelijk van het toetsingsinkomen.

  • 3.

    Voor het bepalen van de hoogte van de bijdrage op basis van de Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang wordt de tabel gebruikt voor het betreffende kalenderjaar, zoals opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkoming in kosten kinderopvang, de Regeling indexering kinderopvang en de daarbij behorende bijlage.

  • 4.

    De betaling van de bijdrage voor Kinderopvang vindt rechtsreeks plaats aan degene die kinderopvang levert, op basis van een maandelijkse factuur met het vastgestelde bedrag als bedoeld bij lid 3.

Artikel 11. Beperking noodzaak

  • 1.

    De ouder doet al het mogelijke om de periode waarin noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 2.

    De ouder doet al het mogelijke om het aantal uren waarop noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo gering mogelijk te laten zijn.

  • 3.

    Het college is bevoegd een (her)onderzoek te doen naar de noodzaak van de aanspraak op een inkomensafhankelijke vergoeding voor kinderopvang en eventueel de aanspraak te herzien. Indien de herbeoordeling leidt tot een wijziging ten nadele van ouder wordt een gewenningstermijn gehanteerd van minimaal 2 maanden en maximaal 4 maanden, ingaande vanaf de datum van het nieuwe besluit.

Artikel 12. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen SMI-indicatie en misbruik of oneigenlijk gebruik

  • 1.

    Het college informeert de ouder dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een SMI-indicatie en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik zijn verbonden.

  • 2.

    Een ouder doet, op verzoek of onverwijld uit eigen beweging, aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot een heroverweging van een beslissing aangaande een SMI-indicatie

  • 3.

    Het college kan een beslissing aangaande een SMI-indicatie herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

  • a.

    de ouder onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

  • b.

    de ouder niet langer op een SMI-indicatie is aangewezen;

  • c.

    de SMI-indicatie niet meer toereikend is te achten óf op een lager niveau vastgesteld dient te worden;

  • 4.

    Als het college een beslissing op grond van het derde lid sub a van dit artikel heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de ouder opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de ouder en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten bijdrage aan de kosten voor kinderopvang.

  • 5.

    Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, de SMI-indicatie met het oog op de beoordeling van de kwaliteit, rechtmatigheid en doelmatigheid daarvan.

Artikel 13. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening Sociaal Medische Indicatie 2023 gemeente Leeuwarden treedt in werking op 1 september 2023, onder gelijktijdige intrekking van de verordening Sociaal Medische Indicatie.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Sociaal Medische Indicatie 2023 gemeente Leeuwarden.

Artikel 15. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Een besluit op een aanvraag wordt genomen op basis van de op de datum van het besluit geldende verordening.

  • 2.

    Een ouder houdt het recht op een sociaal medische indicatie, ook na inwerkingtreding van een nieuwe verordening, tot de einddatum van de beschikking of tot het college een nieuw besluit heeft genomen.

  • 3.

    Bij bezwaarschriften wordt beslist met inachtneming van de verordening die geldig was ten tijde van het bestreden besluit.