Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boxtel

Verordening gemeentelijke rekenkamer Boxtel 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoxtel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamer Boxtel 2023
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2023Verordening rekenkamercommissie

04-07-2023

gmb-2023-376858

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamer Boxtel 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

  • d.

    rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

  • e.

    doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • f.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald;

  • g.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    De raad stelt een rekenkamer in.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit 3 externe leden

Artikel 3 Taken rekenkamer

De rekenkamer verricht onderzoek naar en adviseert aan de raad over de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid en beheer.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden die door de raad van buiten de kring van zijn leden worden benoemd.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd voor een periode van zes jaar en zijn 1x herbenoembaar voor eenzelfde termijn.

  • 3.

    De raad wijst één van de leden van de rekenkamer als voorzitter aan.

  • 4.

    De voorzitter van de rekenkamer draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het onderhouden van contact met de gemeenteraad, de ambtelijke organisatie en naburige rekenkamers.

  • 5.

    Het is voor de leden van de rekenkamer verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet.

  • 6.

    Leden van de rekenkamer overleggen bij benoeming een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen. Tussentijdse wijzigingen in deze lijst worden direct schriftelijk gemeld aan de raad.

Artikel 5 Eed of belofte

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    De rekenkamer bericht de raad als één van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, van de wet.

  • 3.

    De rekenkamer bericht de raad als één van de gronden voor non-actiefstelling zich voordoet bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamer

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer. De vergoeding per vergadering bedraagt € 250 voor de voorzitter en € 201 voor de leden (prijspeil 2023).

  • 2.

    Indien door de leden in opdracht van de rekenkamer onderzoekswerkzaamheden worden uitgevoerd, kunnen zij hiervoor een vergoeding van € 70 per uur ontvangen. Het tarief wordt door de rekenkamer in de opdracht tot te verrichten werkzaamheden vastgelegd.

  • 3.

    Reiskosten en eventuele overige onkosten van de voorzitter en het lid van de rekenkamer worden, op declaratiebasis, vergoed naar de daarvoor bij de gemeente Boxtel geldende maatstaf.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de rekenkamer dienen hun declaratie ieder kwartaal in bij de griffier.

  • 5.

    De vergoedingen genoemd in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamer als bedoeld als in artikel 10 en worden jaarlijks geïndexeerd conform de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor dat jaar vastgestelde vergoeding voor commissieleden.

Artikel 8 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    Een medewerker van de griffie vervult de functie van ambtelijk secretaris van de rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers en is bij vergaderingen van de rekenkamer aanwezig.

  • 4.

    De secretaris heeft geen onderzoekstaken.

Artikel 9 Reglement van orde en werkwijze

De rekenkamer stelt een reglement van orde van haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement van orde en werkwijze na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Monitoring aanbevelingen

De griffie verstrekt de raad jaarlijks een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, vierde lid, van de wet.

  • 4. Op aanvraag verstrekt de rekenkamer een overzicht van de gedeclareerde uren per lid met daarin het doel, de activiteit en de tijdsbesteding van de onderzoeksuren.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening rekenkamer gemeente Boxtel 2023’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de ‘Verordening rekenkamercommissie gemeente Boxtel 2014’.

Toelichting

 

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

 

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

 

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

 

Artikel 4 (Her)benoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

 

Artikel 8. Ambtelijke ondersteuning 

In de Gemeentewet is geregeld dat burgemeester en wethouders op voordracht van de voorzitter of het enige lid van de rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j, tweede lid). De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).

Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris(sen) voor de rekenkamer.

Artikel 10. Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan de raad ervoor kiezen om de griffie jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.

 

Artikel 11. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 4 juli 2023;

De gemeenteraad van Boxtel,

de griffier,

I.H.M. Smits

de voorzitter,

R.S. van Meygaarden