Beeldkwaliteitsplan ‘Binnenstad Markendaalseweg 44’

Omgeving

Het project betreft de herontwikkeling van het voormalig Kadasterpand aan de Markendaalseweg in Breda. Het bestaande gebouw van het kadaster is een vrijstaand object uit de jaren 70 dat zich oriënteert aan de (toen) gedempte Mark.

Het gebouw detoneert bij de omgeving qua schaal en uitstraling. Bovendien ontbreekt de ruimte rond het gebouw aan kwaliteit: deze ruimte wordt nu gedomineerd door verharding en parkeren.

De ligging aan de Mark biedt veel kansen voor de ontwikkeling en gezien de positie aan de rand van het centrum, werkt de plot als een scharnier tussen Fellenoord, Gasthuisvelden, de Nieuwe Mark, Singel en de historische binnenstad. Ten slotte ligt het gebied binnen het kader van het beschermd stadsgezicht. Het is daarom van belang een ontwikkeling te maken van hoge kwaliteit.

Uitgangspunten

De locatie biedt de kans om een hoogwaardig woonconcept met een actieve plint te ontwikkelen, waardoor een levendig onderdeel van de stad ontstaat. Daarnaast zien we dat de herontwikkeling een belangrijke bijdrage levert aan de toevoeging van groen in de stad, met het creëren van een prettige en gezonde leefomgeving. Ten slotte zien we op deze prominente locatie een kans om een hedendaagse en frisse identiteit aan de plek toe te voegen en terwijl tegelijk een sterke verbinding met de bestaande omgeving wordt gemaakt.

Stad in ontwikkeling, Breda 2040

De stad is in beweging. Het project Kadasterlocatie is een uitgelezen kans om vorm te geven aan de ambities van de stad zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Breda 2040.

Ook geeft het project een impuls aan Fellenoord, door middel van kwalitatief groen, een duurzame ontwikkeling en door een prettige menselijke maat en schaal toe te voegen.

‘De stad waar Mark en Brede Aa bijdragen aan beleving en gebiedswaarde.’ iconisch groen

‘Van wijk tot dorp respect voor sociale en ruimtelijke diversiteit in het Bredase mozaïek.’

differentiatie in het stedelijk weefsel

‘Een historisch voorname stad, Nassaustad, op weg naar een waardevolle toekomst.’

respect voor het bestaande

‘Onderscheidend in creativiteit en beeldcultuur.’

onderscheidend

Ambities

Het project wordt een verbindende schakel tussen de verschillende stedelijke identiteiten en schaalniveaus in het gebied. Door de hof- typologie ontstaan er tweestedelijke contrasten: levendig, actief en dynamisch wonen aan de Mark middenin de stad versus de groene, rustige en intieme collectieve binnenhof in het hartje van Breda.

Typologie van het bouwblok

De herontwikkeling biedt de mogelijkheid om de huidige stedelijke structuur te verbeteren. Stedenbouwkundig maakt het voorstel het bouwblok van Fellenoord compleet door de toevoeging van drie volumes naast elkaar. De rooilijn wordt aangeheeld vanaf de Markendaalseweg naar de Jan van Polanenkade door de plaatsing van de volumes. Samen met de bestaande gebouwen omsluiten de drie nieuwe volumes een groen hof met een collectieve binnentuin.

Verder vormt het hoogste volume een ensemble met de hogere gebouwen in de omgeving, de Snelliushof en de Marker, waardoor er een gebalanceerde stedelijke compositie ontstaat.

Maat en schaal

De drie gebouwen hebben hun eigen maat en schaal die een dialoog aangaan met het aangrenzende stedelijk weefsel en korrelgrootte van de gebouwen. Aan de Jan van Polanenkade komt een gebouw die in vorm refereert aan de typologie van de pakhuizen van de Pelmolen en de IJsfabriek. Aan de Markendaalseweg een groter volume (met een set-back van de vijfde laag) die inspeelt op de grotere schaal van de Nieuwe Mark en het Franciscanessenplein. De sprong in de gevel biedt ruimte voor een groot groen dakterras. Het blok aan de Odilia van Salmstraat volgt de gevellijn van de woningen waardoor er een kleine voorruimte ontstaat voor de kerk. In breedte sluit het volume aan bij de hoogtesprongen van de rijwoningen.

Hoogte en dakvormen

De aansluiting met de omgeving wordt versterkt met een duidelijke beëindiging van het dak van de nieuwe volumes.

Aan de Jan van Polanenkade begint het volume met 4 niveaus en een zadeldak met een vergelijkbare hellingshoek als het dak van de Pelmolen. De daklijn stijgt in stappen tot het platte dak van het blok met 4 niveaus. De hoogte van 4 lagen sluit aan bij de basis van de blokken aan de Markendaalseweg. Het hoogteaccent ligt terugliggend van de rooilijn. Bij de Odilia van Salmstraat komt een volume van drie lagen met een vierde terugspringende laag om een profiel te creëren van een vriendelijke, intieme straat.

Doorwaadbaarheid en afsluitbaarheid

Stegen tussen de bouwblokken leiden naar de binnenhof en creëren een route die past bij de typische bouwblokken in Fellenoord. Het semi-openbare hof wordt ingericht met weelderig groen.

Tevens is in de hof ruimte voor een parkeergelegenheid voor (deel)auto’s. Een intieme plek voor zowel de nieuwe als de bestaande buurtbewoners.

De hof kan ‘s nachts worden afgesloten. De voorzieningen om dit te reguleren worden meeontworpen met de architectuur.

Stedelijke vergroening

De nieuwbouw zet het groene karakter van de Nieuwe Mark voort en draagt bij aan het hoogwaardige groen in de binnenstad. Het nieuwe landschap is geïntegreerd in de verschillende lagen van het project - maaiveld, atrium, daktuin, hof - waardoor een breder ecologisch systeem ontstaat. Het gebouw en het landschap worden niet als twee afzonderlijke elementen gezien, maar zijn sterk met elkaar verweven. Het groen is afwisselend en rijk, nodigt uit tot bewegen en draagt bij aan gemeensschapsvorming en klimaatadaptatie. De doorwaadbaarheid van het blok zorgt ervoor dat dit groen ook bereikbaar is voor omwonenden.

Het project presenteert zich als een hedendaags en fris collectief van drie blokken die op een moderne manier refereren naar de context en naar het rijke verleden van de plek. Eigentijdse creativiteitmet respect voor het bestaande.

Geleding van de bouwmassa’s

• •

  De gebouwen presenteren zich als één familie waarbij elk volume zich onderscheidt met een eigen karakter.

• •

  Alle gebouwen staan ‘op de grond’

• •

  Plint, midddendeel en kroon in tweede orde afleesbaar.

• •

  De samenhang zit in de continuïteit van de massa, de toepassing van een enkel hoofdmateriaal in drie verschillende tinten passende bij een kleurenpalet.

• •

  Het verschil zit in de detaillering van elk blok, de perforatie van de gevel, kleuraccenten bij kozijnen en andere gevel onderdelen.

• •

  De plint is uitnodigend en heeft een sterke band met de straat.

• •

  Het middendeel heeft een prettige ritmiek en geeft een solide indruk.

• •

  De top heeft een duidelijke beëindiging met een daklijn of een set back.

• •

  De geleding is alzijdig dus ook leesbaar vanuit de hof.

Overgangen openbaar - privé

Er is speciale aandacht om een prettige overgang tussen binnen en buiten te creëren waardoor het project bijdraagt aan de levendigheid in het straatbeeld. De begane grond wordt geactiveerd met woningen en mogelijk commercieel programma. De gebouwen krijgen een transparante en flexibele plint die er van buiten uitnodigend uitziet, met name ook bij de entreelobbies. Wel is het van belang dat er voldoende privacy wordt gewaarborgd voor de bewoners. Er zijn bij voorkeur geen slaapkamers op maaiveld aan de straatzijde zodat wordt voorkomen dat er gevels komen waarbij de gordijnen altijd dicht zijn.

Lobbies & entree’s / uitwerking van de plint

• •

  Alle gebouwen hebben een allround karakter met herkenbare hoofdentrees op maaiveld.

• •

  De entreelobbies zijn herkenbaar door een bijzondere aandacht voor detaillering.

• •

  De entrees hebben een open uitstraling en vormen ontmoetingsplekken.

• •

  Brievenbussen zijn goed geïntegreerd in het gevelconcept of in de algemene hal.

Variatie van buitenruimtes

• •

  Voor privé buitenruimtes van de appartementen aan de straatzijde wordt er in de onderbouw gewerkt met loggia’s (geen balkon buiten de rooilijn)

• •

  Aan de hof worden balkons geplaatst om meer interactie te creëren.

• •

  Het hoogteaccent heeft balkons rondom.

• •

  Op het dak van de vierde verdieping komt een groot dakterras wat aan de zuidzijde voor gemeenschappelijk gebruik voor de bewoners van Blok 2 wordt ingericht.

• •

  Aan de overige zijdes en bij het terugspringende niveau van gebouw 3 worden privé buitenruimtes geplaatst.

• •

  Bij de hoofdentree van Blok 2 is er ruimte voor terrassen en bezoeker fietsenstalling.

Opname van groen in de gevels / daktuinen

Groen is integraal en zorgvuldig ontworpen. Op het terras van de vijfde verdieping heeft het gemeenschappelijke dakterras een rijke beplanting. Bij de begane grond is groen geïntegreerd in plantenbakken in de gevel en werkt dit ook als privacy-element. Verder zijn plantenbakken geïntegreerd ontworpen in de gevel of op de balkons/loggia’s.

Mogelijkheden: plantenbak geïntegreerd in de balustrade of als onderdeel van de raamopening. Wij adviseren om het groenonderhoud vast te leggen in de statuten van de VvE.

Materialen en kleurstelling

• •

  De gebouwen in de omgeving worden gekenmerkt door bakstenen in het spectrum van rode en oranje kleuren: de nieuwe volumes sluiten hierbij aan en creëren een stedelijke eenheid.

• •

  Elk gebouw is gemaakt van één hoofdmateriaal, een steenachtig, natuurlijk en duurzaam verouderend materiaal, dat een homogene, sculpturale uitstraling benadrukt.

• •

  De compositie in kleur met lichte nuances tussen gebouwen geeft diepgang aan het ontwerp. De gebouwen zijn afzonderlijk te lezen maar ook als onderdeel van een groter geheel.

• •

  Het basis gevelmateriaal voor alle drie blokken is een steenachtig, hedendaags en tijdloos materiaal.

• •

  De afwerking van het materiaal moet passen bij de omgeving (aandacht glazuur, glans en textuur)

• •

  Het materiaal is alzijdig toegepast: hofzijde en straatzijde worden gelijk behandeld.

• •

  Rijke detaillering, door het toevoegen van lagen met andere materialen of het spelen met patronen en diepte van de kaders.

• •

  Bijzondere aandacht is gegeven aan een zorgvuldige en hoogwaardige detaillering.

• •

  Platte gevels worden vermeden.

• •

  In de gevels wordt plasticiteit en textuur aangebracht, waardoor een rijk beeld met effecten van licht en schaduw ontstaat. Hiermee krijgen de gebouwen een prettig en gevarieerd ritme en een menselijke maat.

• •

  Door te spelen met de texturen van het materiaal kan met hetzelfde materiaal een heel divers beeld worden gemaakt.

• •

  Het gebouw aan de Markendaalseweg heeft de meeste plasticiteit gezien de prominente positie, daarna komt het blok aan de Jan van Polanenkade en tot slot het gebouw aan de Odilia van Salmstraat

Inpassing logistiek & techniek

• •

  Inpandige traforuimten, nutskasten, vluchtroutes, afvalruimtes, mechanische en ventilatievoorzieningen zijn zorgvuldig in de gebouwen geïntegreerd en hebben een zo neutraal mogelijke invloed op de gevels.

• •

  Vluchtroutes zijn intern opgelost

• •

  Hemelwaterafvoeren zijn niet zichtbaar aan de gevel.

• •

  PV-panelen zijn toegestaan op het hoogste daken van blok 2 en 3, en maar liefst niet zichtbaar vanuit de appartementen.

• •

  PV-panelen worden geïntegreerd in het ontwerp.

• •

  In het geval van een (vrijstaand) trafohuisje, overleggen met het netbeheer de mogelijkheid om dit te voorzien van fraaie kunst of in het landschap visueel te verbergen met planten.

Verlichting, reclameuitingen en aanduiding (parkeer)ingangen

• •

  Verlichting, signage en wayfinding van de gebouwen zijn integraal in het ontwerp opgenomen door de architect.

• •

  Duidelijke en voldoende verlichting is wenselijk voor entrees en andere binnen en buitenruimtes die aandacht vragen voor sociale veiligheid.

• •

  Bij de verlichting wordt geen gebruik gemaakt van uplights.

• •

  Onderhoud van de gemeenschappelijke verlichting wordt via de VVE georganiseerd

• •

  Signage en reclameborden voor de commerciële functies en entrees van de gebouwen hebben een uniforme en rustige uitstraling.

• •

  De signage is onderdeel van het kader van de kozijnen en wordt niet direct op het hoofdgevelmateriaal bevestigd.

• •

  Het is niet toegestaan om ramen volledig af te plakken met folie

• •

  De entreepoort of hek van de parkeergarage is geïntegreerd in de architectuur.

• •

  Rolluiken, indien van toepassing, zijn integraal in het ontwerp opgenomen door de architect.

Het volume maakt een overgang tussen de IJsfabriek, Pelmolen en het Markhuis. Een expressief en elegant volume waarvan de sculpturale daken en de diepe getextureerde gevel het volume een aangename menselijke schaal geven.

Aansluiting op loodbebouwing

• •

  Het volume van 3,5 lagen volgt de helling van het dak van de Pelmolen en gaat vanuit daar langzaam over naar de doorlopende daklijn van de omliggende volumes aan de Mark.

• •

  Solide en sculpturaal karakter.

• •

  Geen tweezijdig gebouw maar een rijke voorgevel en achtergevel.

• •

  Een bijzondere zijgevel uitgevoerd als groene gevel of als canvas voor kunstwerken.

• •

  Een sculpturaal dak met verborgen of minimaal zichtbaar installaties.

• •

  Parcellering van het blok in meerdere delen, om beter aan te sluiten bij de schaal van de aangrenzende bebouwing.

• •

  De entree naar de binnenhof is gemarkeerd door een boog die een prettige overgang tussen binnen en buiten creeërt.

• •

  Dankzij de aanwezigheid van appartementen op de begane grond wordt de straat geactiveerd.

• •

  De grondgebonden appartementen kennen een duplex-typologie over twee verdiepingen.

• •

  Het groen is geïntegreerd in de gevel om voor voldoende privacy te zorgen.

Materiaal, ritmiek en gevelindeling

• •

  Het hoofdmateriaal is een steenachtig, hedendaags en tijdloos materiaal van hoge kwaliteit.

• •

  De gevel is uniform, heeft diepte en heeft een verticale geleding.

• •

  Buitenruimtes verspringen verticaal ten opzichte van elkaar en geven daarmee een speelse ritmiek aan de gevel.

• •

  Open-gesloten ratio van ca. 45%/55%

• •

  Buitenruimtes zijn afgewerkt in hetzelfde materiaal, waarbij de verticale lijnen van de gevel doorgaan als een balustrade.

• •

  Het dak heeft waar mogelijk geen dakrand, fungeert als 5e gevel en loopt door in dezelfde kleur en steen als de gevel.

• •

  Installaties en PV-panelen zijn niet zichtbaar of tot het minimum beperkt.

• •

  De entree van de parkeergarage bevindt zich aan de zuidzijde van het gebouw en is geïntegreerd in architectuur.

Een stoer en statig gebouw als eigentijds Markhuis op de hoek van het ensemble. Het hoogteaccent speelt in op de grotere schaal van de Nieuwe Mark en het Franciscanessenplein. Terplaatse van de terugzetting is de groene daktuin zichtbaar vanaf het maaiveld.

Opbouw blok met hoogteaccent

• •

  De onderbouw van 4 lagen sluit aan bij de hoogte van de bebouwing aan de Markendaalseweg.

• •

  Bovenop zweeft een terugliggend volume van 6 lagen waarvan de onderste laag wordt uitgevoerd in een ander materiaal en hiermee het hoogteaccent los weekt van de onderbouw.

• •

  Het dak van de onderbouw biedt ruimte voor private buitenruimtes en een collectief groen terras.

• •

  Het dakpakket heeft voldoende dikte voor een robuuste beplanting

• •

  De plantenbakken aan de dakrand hebben een substraatdikte van 100cm

• •

  Het groen van de terrassen is duidelijk zichtbaar vanuit de straat.

• •

  De plinthoogte van 4,5m is ideaal voor kleine commerciële functies of bijzondere atelierwoningen.

• •

  Loggia’s / gesloten gevels zijn op begane grond ongewenst en niet passend.

• •

  Vanuit de woning lobby verbindt een atrium met trappen en groene plantenbakken de straat met het gezamenlijke dakterras op de 4e verdieping. Deze oplossing stimuleert de beweging van de bewoners en een gezonde leefstijl.

Materiaal, ritmiek en gevelindeling

• •

  Het hoofdmateriaal is een steenachtig hedendaags en tijdloos materiaal van hoge kwaliteit.

• •

  De gevel heeft diepe kaders met hoogwaardige detaillering.

• •

  Buitenruimtes verspringen verticaal ten opzichte van elkaar en geven daarmee een speels ritme aan de gevel.

• •

  De buitenruimtes hebben een royale maat proportioneel aan de kwaliteit van de woningen.

• •

  De gevelafwerking in de loggia’s kan met een tweede materiaal worden afgewerkt dat bij de raamkozijnen past.

• •

  Het volume heeft een solide, sculpturaal karakter met verspringende openingen in verschillende maten en vormen.

• •

  De gevel van commerciële ruimtes op begane grond is transparant en uitnodigend.

• •

  Bij toepassing van atelierwoningen worden plantenbakken in de diepte van de gevel geïntegreerd, om voldoende privacy aan te bieden.

• •

  Open gesloten ratio ca. 40%/60%

• •

  Het dak van de 4e verdieping wordt zorgvuldig ontworpen voor maximale gebruikskwaliteit. Installaties mogen niet storend in beeld zijn.

• •

  Het dak van de onderbouw is uitgevoerd als groen dak, waarbij groen onder andere is geïntegreerd in plantenbakken bij de dakrand.

• •

  Het dak van de 10e verdieping kan gebruikt worden voor technische installaties. De installaties zijn niet zichtbaar vanuit maaiveld.

• •

  De entrees van de fietsenstallingen, afvalruimte en techische ruimtes zijn geïntegreerd in de gevel.

• •

  Het gebouw heeft een duidelijk beëindiging met een hoogwaardige dakrand.

• •

  Voor privé buitenruimtes van de appartementen aan de straatzijde wordt er in de onderbouw gewerkt met loggia’s (geen balkon buiten de rooilijn).

• •

  Het hoogteaccent heeft balkons rondom.

• •

  Afwerking balkons als onderdeel van de kozijnen.

Een vrijstaand en alzijdig gebouw, het kleinste van het ensemble. Het 3-laagsvolume volgt de fijnere schaal van Fellenoord en overbrugt de schaal tussen de kerk en het Markhuis. De setbackop de hoogste verdieping biedt ruimte voor verdere vergroening van het terrein en een prettige leefomgeving.

Terugzetting 4de laag en inpassing in Odilia van Salmstraat

• •

  Compacte gebouw met drie verdiepingen en een setback van ca. 1.5/2 meter op het 4e niveau.

• •

  De setback wordt gebruikt als (privé) terras door de bewoners.

• •

  (Geïntegreerd) groen bij de terrassen.

• •

  Appartementen op de begane grond zorgen voor levendigheid op straat:

  Slaapkamers zijn bij voorkeur bij de zijstraten geplaatst.

• •

  Eventuele privé buitenruimtes van de appartementen aan de straatzijde worden inpandig opgelost met loggia’s (geen balkons buiten de rooilijn)

• •

  Aan de hof worden balkons geplaatst om meer interactie te creëren.

Materiaal, ritmiek en gevelindeling

• •

  Het hoofdmateriaal is een steenachtig, hedendaags en tijdloos materiaal van hoge kwaliteit.

• •

  De gevel is uniform, heeft diepte en strakke detaillering.

• •

  Balkons verspringen verticaal ten opzichte van elkaar en geven daarmee een speelse ritmiek aan de gevel.

• •

  Open gesloten ratio ca. 35%65%

• •

  Daken zijn netjes uitgevoerd, met minimale installaties in zicht. PV- panelen strekken zich niet uit boven de dakrand en zijn niet zichtbaar vanaf het maaiveld.

• •

  Dak van de terugspringende laag is verhard en ingericht als terras.

• •

  Geen uitkragende balkons aan de straatkant.

Het plan presenteert zich als een groen icoon met eenmarkante en groene identiteit aan de Nieuwe Mark. Het groene binnenhof en de grote daktuin hebben een groenen natuurlijk karakter. Het collectieve groen stimuleert ontmoeting en activeert mensen om naar buiten te gaan. Vanuit de binnenstad van Breda is het groen op de daken zichtbaar en beleefbaar.

Concept groen binnenhof en daktuin

Het plangebied is gepositioneerd in de wijk Fellenoord en is onderdeel van een stedenbouwkundige structuur waarin binnenhoven omsloten worden door bouwblokken. De hoven zijn verbonden door informele wandelroutes als een secundair netwerk aanvullend op het formelere stratenpatroon.

Het plangebied voegt een nieuw hof toe aan deze structuur. Het nieuwe binnenhof is maximaal groen en er zijn meerdere informele toegangen waardoor het mogelijk is door het hof heen te wandelen. Naast een goede doorwaadbaarheid biedt het hof een groene woonkwaliteit voor bestaande en toekomstige bewoners. Bestaande bomen worden zoveel mogelijk behouden en in het hof zijn er plantvakken met kleurrijke vaste planten, grassen en struiken.

Stedelijke ecologie

Het grote binnenhof en de daktuin geven het plan een groen karakter waar niet alleen de bewoners van kunnen genieten, maar ook omwonenden. Er is ruimte voor collectiviteit, ontmoeting en het plan stimuleert mensen om naar buiten te gaan. Er wordt een plan gemaakt waarin het landschap al het regenwater kan bergen, van daken tot gevel en binnenhof. Het groen biedt ook kansen voor een nieuwe stedelijke ecologie. Het hof, de daktuin en de openbare ruimtes hebben elk hun eigen condities in zon, schaduw, wind, luwte en hoogte. Deze condities zijn uitgangspunt voor de beplanting en daarmee ook voor de aantrekkingskracht op vlinders, bijen, vogels, insecten en vleermuizen. Het project is daarmee te zien als een groene hub als aanvulling op het ecosysteem binnen Breda.

Overgangen privé-openbaar-collectief

Er is nauwkeurig rekening gehouden met de manier waarop mensen aan het hof en omringende straten wonen. Hiervoor zijn een aantal principe overgangen ontworpen, zoals verdiepte privé tuinen, delftse stoepen en loggia’s. Hiermee is de overgang van gebouw naar buitenruimte, maar ook de overgang van privé naar collectief en openbaar altijd een belangrijk onderdeel van het ontwerp.

Privé terrassen worden van het collectieve hof afgescheiden door middel van een glooiing in het landschap. Onderling tussen de terrassen worden geïntegreerde afscheidingen toegepast. In de openbare ruimte worden plantvakken geplaatst tussen de stoep en de rijbaan.

Omliggende percelen krijgen ook een groene inpassing, een groene buffer tussen het hof en de kerk en een achterpad met groene wanden ter plaatse van bergingen bij bestaande woningen

Groen op de parkeerkelder

Het parkeren wordt terughoudend opgenomen in het hof. Een bezoeker is welkom in het hof, maar zal zich te gast voelen. Richting de Nieuwe Mark bevindt zich een parkeergarage onder het maaiveld. Door een goed dakpakket bovenop de parkeergarage kan het hof ook hier groen worden gemaakt met beplanting (minimaal 40 cm substraat) en bomen (minimaal 100 cm substraat), waardoor een groot en aaneengesloten groen binnenhof ontstaat.

Er wordt ook een groene daktuin aangelegd met een dakpakket van 100 cm substraat om bomen te planten en zitelementen te realiseren.

Materialisering en kleurstelling

Het binnenhof krijgt een losse en natuurlijke uitstraling. Materialen en beplanting spelen daar een grote rol in. De buitenruimte wordt ingericht met natuurlijke kleuren en materialen. Hout en natuursteen worden aangevuld met rustige en lichte kleurtinten. Ook de daktuin wordt voorzien van een FSC goedgekeurde houten afwerking. Verharding en meubilair maken integraal deel uit van de buitenruimte. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame materialen die aansluiten bij de architectuur van de gebouwen. Weelderige en natuurlijke beplanting dragen bij aan een prettige verblijfsruimte, maar ook aan biodiversiteit en ecologie. Een afwisseling van vaste planten en heesters vullen de beplantingsvakken. Daarbij worden inheemse en natuurlijke soorten gebruikt. Blauwtinten vallen in de zomer op, terwijl in het najaar gele tinten de overhand krijgen.

Door een goed dakpakket bovenop de parkeergarage kan het hof ook hier groen worden ingericht met beplanting en bomen.