Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Beleidsnotitie Bed & Breakfast 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnotitie Bed & Breakfast 2008
CiteertitelBeleidsnotitie Bed & Breakfast 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-03-200801-12-2014nieuwe regeling

04-03-2008

De Geulbode, 19 maart 2008

beleidsnota

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnotitie Bed & Breakfast 2008

 

 

Begripsomschrijving

“Bed and Breakfast is een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristisch recreatieve activiteit aan maximaal 8 personen. Onder een Bed and Breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid”.

Algemeen

Het ontbijt wordt in een gezamenlijke ruimte genuttigd, een zelfstandige kookgelegenheid ontbreekt dan ook. Mocht deze zelfstandige kookgelegenheid wel aanwezig zijn is er al snel sprake van een appartement waarbij het gevaar van permanente bewoning niet kan worden uitgesloten.

Bed and Breakfast wordt gebruikt door een wisselend publiek dat voor een korte periode ter plaatse verblijft. Het betreft hier een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie die de laatste tijd steeds meer in opkomst is. Vormen van kleinschalige verblijfsrecreatie die met Bed and Breakfast gelijk kunnen worden gesteld zijn verhuur van vakantieappartementen en pensions tot een verblijf van maximaal 8 personen.

Noodzaak tot regulering.

De Raad van State is van mening, dat het aanbieden van Bed and Breakfast strijdig is met een woonbestemming indien regelmatig een aantal personen tegen betaling gebruik maakt van de aangeboden mogelijkheid van Bed and Breakfast in een pand.

Daarbij gaat het om een steeds wisselend publiek dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft en waarbij voor deze activiteiten wordt geadverteerd. In dat geval is de afdeling van mening dat de activiteiten bedrijfsmatig van karakter zijn en niet binnen een woonbestemming passen, mits dit uiteraard als zodanig in een bestemmingsplan is geregeld.

De bestemmingsplannen binnen de gemeente Meerssen laten Bed and Breakfast binnen een woonbestemming niet toe.

Medewerking aan een dergelijk initiatief kan derhalve op basis van deze notitie alleen worden verleend door vrijstelling te verlenen van het vigerende bestemmingsplan op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Relatie met Algemeen Plaatselijke Verordening.

Ingevolge de APV kan Bed & Breakfast worden aangemerkt als een inrichting waarbij aan personen de mogelijkheid tot nachtverblijf wordt geboden. Het toezicht op dergelijke inrichtingen is geregeld in paragraaf 2 van deze verordening. In deze paragraaf is ook de verplichting tot het bijhouden van een nachtregister opgenomen.

A. Kernplannen.

Het is niet wenselijk dat de mogelijkheid wordt geboden om in elk pand met een woonbestemming een verblijfsrecreatieve voorziening in de vorm van Bed and Breakfast toe te staan. Daarom zal in die gevallen alleen medewerking worden verleend indien sprake is van de volgende situatie:

  • Het pand heeft de bestemming “woondoeleinden”;

  • Bed and Breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie te weten wonen gehandhaafd blijft;

  • De voorziening ten behoeve van Bed and Breakfast dient binnen de bestaande bebouwing te worden gerealiseerd, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen (o.m. ter voorkoming van “wonen achter wonen”);

  • De landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het pand of complex dienen behouden te blijven;

  • De voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning. Dit betekent mede dat een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan;

  • Bed and Breakfast mag aan maximaal 8 personen worden aangeboden. Wanneer nachtverblijf wordt aangeboden aan meer dan 5 personen is een gebruiksvergunning noodzakelijk;

  • De parkeerbalans in de directe omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed;

  • Er vanuit planologisch of milieu-technisch oogpunt géén bezwaren bestaan tegen het verlenen van vrijstelling. Er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon– en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;

  • Controle op het verblijf vindt plaats door middel van een nachtregister dat jaarlijks aan de gemeente wordt overlegd. Daardoor wordt ook het bedrijfsmatige karakter van de activiteiten aangetoond. Dit is in het kader van de APV reeds verplicht;

  • Ter voorkoming van permanente bewoning wordt een maximumverblijfsduur gehanteerd van 12 weken. Daarnaast dient met een initiatiefnemer een overeenkomst te worden gesloten waarin wordt bedongen dat indien sprake is van permanente bewoning een boete clausule in werking zal treden.

Bovengenoemde voorwaarden zullen in het besluit tot het verlenen van vrijstelling worden opgenomen.

Aanvragers dienen tevens een vrijwaringsverklaring tegen eventuele planschadeclaims als bedoeld in art. 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te ondertekenen.

B. Buitengebied.

Ten aanzien van agrarische bebouwing kan de regeling worden opgerekt tot de invulling van B & B binnen zowel hoofdgebouwen als bijgebouwen. Langs deze weg kunnen er alternatieven gevonden worden voor vrijkomende agrarische bebouwing dan wel het ontwikkelen van nevenactiviteiten waarvan de exploitatie gezien kan worden als ondergeschikte activiteit binnen het agrarisch bedrijf.

Onder dergelijke bijgebouwen worden niet verstaan bijgebouwen welke gelegen zijn buiten het agrarisch bebouwingsoppervlak.

Daarom zal in die gevallen alleen medewerking worden verleend indien sprake is van de volgende situatie:

  • Het pand of betreffende bijgebouw heeft de bestemming “agrarische bedrijfsdoeleinden”;

  • Bed and Breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie, te weten wonen of agrarisch, gehandhaafd blijft;

  • De landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het pand of complex dienen behouden te blijven;

  • De voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning. Dit betekent mede dat een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan;

  • Bed and Breakfast mag aan maximaal 8 personen worden aangeboden. Wanneer nachtverblijf wordt aangeboden aan meer dan 5 personen is een gebruiksvergunning noodzakelijk;

  • De parkeerbalans in de directe omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed;

  • Er vanuit planologisch of milieu-technisch oogpunt géén bezwaren bestaan tegen het verlenen van vrijstelling. Er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon– en leefklimaat van omwonenden én de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;

  • Controle op het verblijf vindt plaats door middel van een nachtregister dat jaarlijks aan de gemeente wordt overlegd. Daardoor wordt ook het bedrijfsmatige karakter van de activiteiten aangetoond. Dit is in het kader van de APV reeds verplicht;

  • Ter voorkoming van permanente bewoning wordt een maximumverblijfsduur gehanteerd van 12 weken. Daarnaast dient met een initiatiefnemer een overeenkomst te worden gesloten waarin wordt bedongen dat indien sprake is van permanente bewoning een boete clausule in werking zal treden;

  • Indien van recreatief nachtverblijf in agrarische bijgebouwen gebruik gemaakt wordt moet er tegelijkertijd geïnvesteerd worden in een verbetering van de landschappelijke kwaliteit van de omgeving.

Ook hier geldt dat bovengenoemde aanvullende voorwaarden in het besluit tot het verlenen van vrijstelling worden opgenomen.

Aanvragers dienen tevens een vrijwaringsverklaring tegen eventuele planschadeclaims als bedoeld in art. 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te ondertekenen.