Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldebroek

Mandaatregeling gemeente Oldebroek 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldebroek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatregeling gemeente Oldebroek 2023
CiteertitelMandaatregeling gemeente Oldebroek 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling, Uitgangspunten Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling Oldebroek, Beleidsnotitie uitgangscriteria mandaatverlening 2003.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 59a van de Gemeentewet
  2. artikel 160 van de Gemeentewet
  3. artikel 168 van de Gemeentewet
  4. artikel 171 van de Gemeentewet
  5. Financiële verordening gemeente Oldebroek 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2023nieuwe regeling

11-07-2023

gmb-2023-374922

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregeling gemeente Oldebroek 2023

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

Gezien:

 

  • -

    Het voorstel met kenmerk 15705 en datum 4 juli 2023

 

Overwegende, dat:

 

  • -

    per 1 januari 2020 de inrichting van de ambtelijke organisatie ingrijpend is gewijzigd en dat tevens een nieuw besturings- en organisatiemodel is vastgesteld;

  • -

    de uitgangspunten van het nieuwe besturings- en organisatiemodel onder meer inhouden dat bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken;

  • -

    er behoefte bestaat het huidige mandaatbesluit aan deze uitgangspunten aan te passen;

  • -

    in dit nieuwe mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan

  • -

    functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken

  • -

    rechtmatig uit te voeren;

  • -

    in het nieuwe mandaatbesluit ervoor is gekozen alle wettelijke bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester aan de teammanagers in de organisatie toe te kennen, met uitzondering van die bevoegdheden die specifiek zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur;

Gelet op:

 

  • -

    de artikelen 59a, 160, 168 en 171 van de Gemeentewet, en

  • -

    afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    titel 3.3 van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    de bijzondere wet- en regelgeving waarbij het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester bevoegdheden zijn toegekend;

  • -

    De Financiële verordening gemeente Oldebroek;

  • -

    het Besturings- en managementmodel gemeente Oldebroek 6 februari 2020 of de opvolgers hiervan,

B E S L U I T E N

 

vast te stellen de Mandaatregeling gemeente Oldebroek 2023,

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, zoals bedoeld in artikel 1:3 Awb;

  • c.

    bijlage: een bijlage behorende bij dit Mandaatbesluit;

  • d.

    burgemeester: de burgemeester van Oldebroek en vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte, zoals bedoeld in artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • e.

    BW: Burgerlijk Wetboek;

  • f.

    cao-gemeenten: arbeidsvoorwaardenregeling gemeenteambtenaren;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek;

  • h.

    gemandateerde: de medewerker die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent;

  • i.

    gemeente: het publiekrechtelijk lichaam de gemeente Oldebroek;

  • j.

    gemeentebestuur: de gemeenteraad, het college en de burgemeester;

  • k.

    gemeenteraad: de gemeenteraad van Oldebroek;

  • l.

    gemeentesecretaris/algemeen directeur: de medewerker die door het college is aangesteld en eindverantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en die als secretaris, als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet, functioneert;

  • m.

    inkoopstrategie: in de inkoopstrategie worden de uitgangspunten van het inkoopproces van een bepaalde opdracht vastgesteld. Richtgevend voor de inkoopstrategie zijn een marktanalyse, in-koopbehoefte, het organisatie- en inkoopbeleid en de Algemene Inkoopvoorwaarden ISNV;

  • n.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen namens het college of de burgemeester;

  • o.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, zoals bedoeld in artikel 10:1 Awb;

  • p.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze bevoegdheid bij een ander belegt;

  • q.

    medewerker: degene die is belast met een taak of de uitvoering van wet- en regelgeving of beleid onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur;

  • r.

    portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een bepaald onderwerp;

  • s.

    teammanager: degene die belast is met de dagelijkse leiding van een team en die als eerstverantwoordelijke is belast met de integrale aansturing en facilitering van de medewerkers van een taakveld, of een cluster van samenhangende taakvelden. Een tactisch teamleider wordt gelijkgesteld aan een teammanager in deze mandaatregeling;

  • t.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2. Schakelbepaling volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met het verlenen van mandaat gelijkgesteld, het verlenen van volmacht en het verlenen van machtiging.

Artikel 3. Inhoud en mandaat

  • 1.

    De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid:

    • -

      tot het stellen van voorschriften en beperkingen, en

    • -

      tot het verrichten van alle voorbereidings-, bekendmakings- en uitvoeringshandelingen aangaande het besluit,

    zoals het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard, het verzenden van ontvangstbewijzen, het voeren van overige correspondentie, het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen en het verzorgen van bekendmakingen, kennisgevingen en andere publicaties.

  • 2.

    De gemandateerde heeft naast de bevoegdheid het in het eerste lid genoemde besluit te nemen, ook de bevoegdheid het desbetreffende besluit te ondertekenen.

  • 3.

    De gemandateerde kan enkel gebruik maken van zijn mandaat voor het aangaan van financiële verplichtingen voor zover hij/zij de gemandateerde budgethouder of budgetbeheerder is en de financiele verplichtingen passen binnen het aan hem/haar toevertrouwde budget.

  • 4.

    De mandaatgever heeft de bevoegdheid aan het (onder)mandaat voorwaarden te verbinden.

  • 5.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het dagelijks bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.

Artikel 4. Mandaat aan gemeentesecretaris/algemeen directeur en teammanagers

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanagers wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden, met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in bijlage 1 (college) ,bijlage 2 (burgemeester) en voor zover het betreft het mandaat aan de teammanagers de aangelegenheden zoals vermeld in bijlage 3 (gemeentesecretaris).

  • 2.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanager zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 5. Mandaat aan medewerkers

  • 1.

    Het college en de burgemeester beogen een flexibele uitvoering van de reguliere werkzaamheden. Daarom is het uitgangspunt dat mandaat zo laag mogelijk in de organisatie ligt.

  • 2.

    Het college en de burgemeester verlenen derhalve aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanagers de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat aan alle medewerkers, behoudens voor zover het college en de burgemeester de bevoegdheden voorbehoudt aan:

    • a.

      Zichzelf (bijlage 1 en bijlage 2);

    • b.

      De gemeentesecretaris/algemeen directeur (bijlage 3); of

    • c.

      De teammanagers (bijlage 4).

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde functionarissen maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van:

    • -

      aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van hun team,

    • -

      tot de aan hen opgedragen opgave, project of tot hun eigen werk-/beleidsterrein en,

    • -

      voor zover aan de orde, de aan hen toegekende budgetten,

    • -

      voor zover de aangelegenheid niet ten aanzien van zichzelf of over zichzelf gaat,

    • zoals ook bedoeld in artikel 10:3, eerste lid, van de Awb.

    • 4.

      De teammanagers zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur gezonden, tenzij het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

    • 5.

      De in bijlage 4 genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teammanagers.

    • 6.

      Bij het gebruik van de bevoegdheden, die conform dit artikel zijn gemandateerd, gelden de hiërarchische lijnen onverkort.

Artikel 5a Mandaten heffings- en invorderingsambtenaar

Voor de mandaten van de heffings- en invorderingambtenaar en de daarbij behorende ondermandaten geldt de regeling zoals opgenomen in bijlage 5

Artikel 6. Afstemming meerdere teams

  • 1.

    Indien een voorgenomen besluit meer dan één team aangaat, dient overeenstemming te bestaan over de wijze van afdoening.

  • 2.

    Bij het ontbreken van deze overeenstemming wordt de zaak voorgelegd aan het college of aan de burgemeester, inclusief de van elkaar afwijkende standpunten.

Artikel 7. Algemene uitzonderingen mandaat

  • 1.

    De bevoegdheden als genoemd in bijlagen 1 en 2 blijven voorbehouden aan het college dan wel de burgemeester.

  • 2.

    Het mandaat is niet van toepassing c.q. mag niet worden genomen, indien:

    • a.

      de mandaatgever dit kenbaar heeft gemaakt;

    • b.

      uit overleg met de portefeuillehouder blijkt dat deze het voorstel aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan wil voorleggen;

    • c.

      het besluit of de (rechts)handeling als politiek gevoelig, bestuurlijk, controversieel, maatschappelijk, of anderszins gevoelig dan wel risicovol kan worden aangemerkt;

    • d.

      het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe gevoerde beleid, dan wel indien precedentwerking te verwachten is;

    • e.

      niet voorzien is in de benodigde autorisatie volgens het vier ogen principe;

    • f.

      andere dan financiële gevolgen voor de gemeente niet of niet volledig kunnen worden overzien;

    • g.

      er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde of gevolmachtigde bij het te nemen besluit bestaat;

    • h.

      op het voeren van het overleg met de vakbonden (Georganiseerd Overleg).

  • 3.

    De gemandateerde draagt er zorg voor dat er afstemming plaatsvindt met het college, de portefeuillehouder(s) of de burgemeester voordat een besluit plaatsvindt, indien:

    • a.

      het een aangelegenheid betreft waarover door de gemeenteraad in een eerder stadium vragen zijn gesteld aan het college, de portefeuillehouder of de burgemeester;

    • b.

      het college, een portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

    • c.

      het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, bijvoorbeeld dreigende budgetoverschrijding, het aangaan van meerjarige verplichtingen;

    • d.

      de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid, dan wel redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit kan gebeuren;

    • e.

      de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal burgers, bedrijven, verenigingen of belangengroepen en de betreffende portefeuillehouder –na overleg– aangeeft dat het benodigde besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf dient te worden genomen;

  • 4.

    Het college of de burgemeester kan, indien zich een situatie voordoet als onder het derde lid beschreven, het betreffende besluit zelf nemen.

Artikel 8. Voorwaarden financieel

  • 1.

    Wanneer een gemandateerde ook budgethouder is, kan hij van zijn mandaat alleen gebruikmaken wanneer dat mandaat past binnen zijn budget.

  • 2.

    Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat moeten de regels van de Financiële verordening en eventueel daarop gebaseerde regelingen in acht genomen te worden.

  • 3.

    In geval van strijdigheid tussen het Mandaatbesluit en de Financiële verordening en eventueel daarop gebaseerde regelingen, gaan de laatsten voor.

Artikel 9. Nadere regels en instructies

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het opmaken en het ondertekenen van een document, waarin van het verleende mandaat gebruik wordt gemaakt.

  • 2.

    Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

Artikel 10. Ondertekeningsmandaat en wijze van ondertekening

  • 1.

    De bevoegdheid om in (onder)mandaat beslissingen te nemen, betekent eveneens de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan, tenzij anders is bepaald.

  • 2.

    De (onder)gemandateerde mag geen gebruik maken van de bevoegdheid tot ondertekening van besluiten en correspondentie, indien:

    • a.

      de wens daartoe door of namens burgemeester en wethouders of de burgemeester kenbaar is gemaakt;

    • b.

      het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad met inachtneming van de doorzendplicht;

    • c.

      het correspondentie betreft waarvan ondertekening uit oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

    • d.

      zich na de beslissing nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog bestuurlijke, politieke of andere zwaarwegende aspecten verbonden raken;

    • e.

      het de formele verzending van besluiten van de gemeenteraad betreft en brieven uitgaande van de gemeenteraad.

  • 3.

    Stukken in mandaat/volmacht/machtiging worden als volgt ondertekend:

    “Met vriendelijke groet,

    Namens het college van burgemeester en wethouders, / De burgemeester,

    [functieaanduiding van de mandataris/gevolmachtigde/gemachtigde]

    [geschreven handtekening]

    [naam gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde]”.

  • 4.

    Een krachtens mandaat genomen besluit bij vervanging, vermeldt de naam en functie van degene die wordt vervangen met daarachter “waarnemend” (wnd.) en de naam en handtekening van de vervanger.

Artikel 11. Mandaat aan derden

  • 1.

    Verlening van mandaat aan een derde die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur, behoeft de instemming van het gemeentebestuur en de instemming van degene onder wiens verantwoordelijkheid die derde werkt.

  • 2.

    De bepalingen in dit mandaatbesluit zijn, voor zover mogelijk, ook van toepassing op mandaten verleend aan een derde.

Artikel 12. Plaatsvervanging

  • 1.

    Mandaten worden gegeven aan een functionaris, niet aan een persoon. Degene die hem/haar deze functionaris op grond van bestaande werkafspraken in zijn/haar functie vervangt kan krachtens hetzelfde mandaat besluiten nemen.

  • 2.

    Als een extern persoon wordt ingehuurd als vervanger, is het mandaat ook op hem/haar van toepassing.

  • 3.

    Ter uitvoering van de mandaatregeling wordt de volgende ambtelijke vervangingsregeling vastgesteld:

    • a.

      Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris, wordt deze vervangen door één van de teammanagers;

    • b.

      Bij afwezigheid van een teammanager kan een andere teammanager, dan wel de gemeentesecretaris, deze vervangen;

    • c.

      Een medewerker of externe wordt vervangen door een andere medewerker of externe. Indien noodzakelijk kunnen medewerkers of externen tevens worden vervangen door hun teammanager.

Artikel 12a Wijziging wet- en regelgeving

Als wet- of regelgeving waarop een mandaat is gebaseerd wijzigt en de nieuwe wet- of regelgeving kent overeenkomstige bevoegdheden als die waarvoor onder de oude wet- of regelgeving mandaat is verleend, dan geldt het mandaat onverkort voor deze overeenkomstige bevoegdheden in de nieuwe wet- of regelgeving.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze Mandaatregeling treedt na bekendmaking in werking op 1 september 2023.

  • 2.

    De volgende besluiten worden ingetrokken, zodra deze Mandaatregeling in werking treedt:

    • -

      Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling, vastgesteld op 3 juli 2018,

    • -

      Uitgangspunten Mandaat-, volmacht- en machtigingsregeling Oldebroek met kenmerk BW20180703,

    • -

      Beleidsnotitie uitgangscriteria mandaatverlening 2003,

    • -

      Mandaatlijsten per 12-11-2021, met uitzondering van de daarin genoemde mandaten aan derden.

  • 3.

    Mandaten aan derden blijven in werking.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatregeling gemeente Oldebroek 2023”.

Aldus besloten te Oldebroek op 11 juli 2023,

Burgemeester en wethouders,

T.H. Haseloop-Amsing

burgemeester

P.H. Lensselink

secretaris

De burgemeester van Oldebroek,

T.H. Haseloop-Amsing

Bijlage 1. Aangelegenheden welke voorbehouden blijven aan het college

 

Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee voorbehouden blijven aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek:

 

PUBLIEKRECHT

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

1.

Ten behoeve van (leden van) de raad:

  • -

    Het doen van voorstellen;

  • -

    het informeren, en

  • -

    het beantwoorden van schriftelijke vragen.

2.

Het vaststellen van het organisatiebesluit.

3.

Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

4.

Het nemen van besluiten op bezwaarschriften gericht aan het college, voor zover:

  • -

    wordt geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren en/of

  • -

    in afwijking van het advies van de commissie bezwaarschriften te beslissen.

5.

Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels.

Voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

6.

Het nemen van besluiten – bijvoorbeeld door toepassing van de hardheidsclausule - waarbij wordt afgeweken van vigerend beleid, richtlijnen en/of voorschriften.

7.

Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet open overheid, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet Veiligheidsregio’s.

8.

Het nemen van besluiten op verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

9.

Het besluiten tot het nemen van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

10.

Het afgeven van een beschikking tot inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang.

11.

Het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

  • a.

    de raad;

  • b.

    de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

  • c.

    de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

  • d.

    de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

  • e.

    de vicepresident van de Raad van State;

  • f.

    de president van de Algemene Rekenkamer;

  • g.

    de Ombudsvoorziening, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele klachten;

  • h.

    enig bestuursorgaan van een waterschap, provincie of Rijk.

12.

Mandaatverboden Bevoegdheden waarvoor:

  • -

    geen mandaat is verleend,

  • -

    waarbij mandaatverlening niet is toegestaan of

  • -

    voor zover de wet zich er tegen verzet.

Zoals bedoeld in artikel 10:3 Awb.

13.

Het nemen van besluiten voor individuele gevallen, welke niet onder een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel vallen.

14.

De bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

15.

Het nemen van besluiten over subsidie voor zover het een nieuwe subsidierelatie betreft.

16.

Benoeming voorzitters en (plaatsvervangende) leden stembureaus en vaststellen van de vergoeding voor stembureauleden.

 

OVEREENKOMSTEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

17.

Het besluit tot het aangaan van:

  • -

    publiek-private samenwerkingsconstructies,

  • -

    convenanten,

  • -

    intentieverklaringen/-overeenkomsten en

  • -

    (bestuurs)overeenkomsten.

18.

Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten met een financiële waarde buiten de aan andere functionarissen toegekende budgetten en vastgestelde kaders.

19.

Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

  • a.

    op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

  • b.

    op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen, omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

  • c.

    de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

20.

Het afgeven van garanties, borgstellingen en dergelijke, hoe ook genaamd.

 

JURIDISCHE PROCEDURES

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

21.

Het besluit tot het aangaan van en het voeren van verweer in civiele procedures (procesbesluiten) van zaken met een groot belang.

Impact op financieel, politiek, juridisch en/of maatschappelijk niveau.

22.

Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) beroep. Hoger beroep of cassatie aan te tekenen of verzoeken om (wijzigingen of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen in bestuursrechtelijke procedures.

23.

Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden.

Voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

 

INKOOP EN AANBESTEDING

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

24.

Het vaststellen van een inkoopstrategie ten behoeve van leveringen en diensten en het aangaan van bijbehorende overeenkomsten.

Voor bedragen hoger dan de Europese aanbestedingsdrempel.

25.

Het vaststellen van een inkoopstrategie ten behoeve van werken en het aangaan van bijbehorende overeenkomsten.

Voor bedragen hoger dan € 1.500.000,-

26.

Het afwijken van het Inkoopbeleid.

 

OVERIGE PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSHANDELINGEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

27.

Het besluit tot:

  • -

    de oprichting van of de deelneming in privaatrechtelijk rechtspersonen en

  • -

    tot fusie, omzetting en dergelijke van privaatrechtelijke rechtspersonen

28.

Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van:

  • -

    erfstellingen,

  • -

    legaten en

  • -

    schenkingen.

29.

Het aanvaarden van een aanbod dan wel aangaan van een overeenkomst tot sponsoring.

30.

Het aanvragen van:

  • -

    surseance van betaling en

  • -

    faillissement,

van een derde partij.

31.

Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding / aansprakelijkstellingen.

Vanaf een bedrag van € 30.000,- en voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moeten worden overgedragen.

32.

Het verhalen van schadebedragen.

Van meer dan € 30.000,--.

33.

Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen.

Met een financieel belang van meer dan € 10.000,-.

34.

Het nemen van besluiten tot aankoop en verkoop van onroerende zaken, alsmede het aangaan van overeenkomsten die daarmee verband houden.

 

MACHTIGING

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

35.

Het besluiten tot het verwerven van gronden (en opstallen) alsmede het aangaan van overeenkomsten die daarmee verband houden.

Dit is gemaximeerd tot een bedrag van € 1.000.000,- per begrotingsjaar.

De bevoegdheid betreft een machtiging van de gemeenteraad. Hierover moet achteraf bij de jaarrekening verantwoording voor afgelegd worden.

 

PERSONELE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

36.

Ten aanzien van de gemeentesecretaris uitvoering geven aan en besluiten over rechtspositie, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen:

 

  • -

    Boek 7 BW,

  • -

    Cao Gemeenten,

  • -

    Personeelshandboek,

  • -

    Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen,

  • -

    Arbeidstijdenwet,

  • -

    Wet arbeidsmarkt in balans,

  • -

    Wet arbeid en zorg,

  • -

    Wet flexibel werken,

  • -

    Arbeidsomstandighedenwet,

  • -

    Ambtenarenwet 2017,

  • -

    Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Oldebroek (AVRO),

  • -

    Gedragscode Bestuur en Personeel,

  • -

    en overige arbeidsrechtelijke regelgeving.

37.

Het vaststellen van het functieniveau van de gemeentesecretaris.

38.

Het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie.

39.

Het nemen van re-organisatiebesluiten met zodanige ingrijpende gevolgen dat een sociaal plan nodig is.

40.

Het nemen van besluiten ten aanzien van personele geschillen.

In afwijking van het advies van de geschillencommissie.

41.

Het nemen van besluiten tot privatisering of tot publiekrechtelijke taakoverheveling.

42.

Het afdoen van klachten met betrekking tot ongewenst gedrag. 

Zoals opgenomen in het Personeelshandboek.

 

OVERIGE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

43.

De aanwijzing van:

  • -

    functionarissen en comptabele medewerkers betalingsverkeer,

  • -

    de invorderingsambtenaar en

  • -

    de heffingsambtenaar.

44.

Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Oldebroek in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

45.

Het benoemen en ontslaan van personen in (advies)commissies of een bestuur(sorgaan).

Als o.a. bedoeld in artikel 82 Gemeentewet.

46.

Het benoemen en ontslaan van personen in bestuurs- en overige commissies.

Als bedoeld in artikel 83 en 84 van de Gemeentewet.

47.

Het nemen van besluiten met betrekking tot:

 

  • -

    naamgeving en begrenzing van woonplaatsen,

  • -

    toekennen van namen aan de openbare ruimte,

48.

Het oninbaar verklaren van vorderingen of afzien van terugvorderingen.

Voor bedragen vanaf € 2.500,-.

49.

Het besluiten tot de oprichting van of de deelneming in publiekrechtelijke rechtspersonen.

50.

Het verlenen van een waarderingssubsidie aan vrijwilligersverenigingen en stichtingen.

Portefeuillehouder kan dit zelfstandig met een maximum van € 300,-

  • 51.

     

Machtiging aan heffingsambtenaar bij procedures in cassatie bij belastingen.

gelet op artikel 28, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 231, tweede lid, onderdeel a, van de Gemeentewet en artikel 30, zesde lid, van de Wet waardering onroerende zaken, en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Bijlage 2. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de burgemeester

 

Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee voorbehouden blijven aan de burgemeester van de gemeente Oldebroek:

 

DIVERSE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 1.

     

Het nemen van besluiten op bezwaarschriften gericht aan de burgemeester.

Voor zover wordt geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren en/of in afwijking van het advies van de commissie bezwaarschriften te beslissen.

  • 2.

     

Het nemen van besluiten in het kader van:

 

  • -

    artikel 151b Gemeentewet (aanwijzing veiligheidsrisicogebied);

  • -

    artikel 151c Gemeentewet (cameratoezicht);

  • -

    artikel 154a Gemeentewet (ophouding);

  • -

    artikel 154b Gemeentewet (bestuurlijke boete);

  • -

    artikel 172 tot en met 176a van de Gemeentewet;

  • 3.

     

Het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod, alsmede de lastgeving tot inbewaringstelling.

Ondertekening ligt bij de teammanager.

  • 4.

     

Het nemen van besluiten ten aanzien van het ontzeggen van de toegang tot gebouwen die in eigendom of gebruik zijn bij de gemeente.

Voor zover de ontzegging geldt voor een langere periode dan 24 uur en met uitzondering van schoolgebouwen.

  • 5.

     

De bevoegdheid tot het geven van de bevelen of het nemen van de besluiten zoals aangegeven in artikel 177 van de Gemeentewet (machtiging politieambtenaar).

  • 6.

     

De overige in de Gemeentewet en APV aan de burgemeester toegekende bevoegdheden.

Tenzij deze uitdrukkelijk zijn gemandateerd.

  • 7.

     

Het ondertekenen van overeenkomsten die qua besluitvorming zijn voorbehouden aan het college.

  • 8.

     

Het verlenen en weigeren van een evenementenvergunning.

Categorie B- en C-evenementen ihkv evenementenbeleid.

  • 9.

     

Het nemen van besluiten om te weigeren dat de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand op verzoek elders binnen de gemeente ambtsbezigheden verricht.

  • 10.

     

Het nemen van besluiten tot intrekking of verlenging van een tijdelijk huisverbod krachtens de Wet tijdelijk huisverbod.

Ondertekening ligt bij TM

  • 11.

     

De negatieve advisering bij naturalisatie en het niet bevestigen van een optie.

Art. 21 Rijkswet op het Nederlanderschap, jo. art. 12 Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap.

 

Bijlage 3. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur

 

Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee bij de gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Oldebroek dienen te berusten:

 

PUBLIEKRECHT

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 1.

     

Het nemen van besluiten op bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van het college of burgemeester:

 

  • -

    die geen gegrondverklaring en/of afwijking van het advies van de commissie bezwaarschriften inhouden;

  • -

    op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 1.

    Voor zover de teammanager het besluit waartegen het bezwaar of verzoek zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • 2.

    Het besluit dient vooraf te worden afgestemd met portefeuillehouder.

  • 2.

     

Het nemen van een besluit tot aanwijzen van een (plaatsvervangend) klachtencoördinator.

  • 3.

     

Zorgdrager in de zin van de Archiefwet.

 

OVEREENKOMSTEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 4.

     

Het vaststellen van tarieven voor commerciële dienstverlening aan derden.

Mits in lijn met de mededingings- en staatssteunwetgeving.

  • 5.

     

Besluiten tot en ondertekenen van overige overeenkomsten,

anders dan die voorbehouden zijn aan het college/burgemeester.

  • 6.

     

Nemen van besluiten tot:

  • -

    uitzettingen en

  • -

    vervoegde aflossingen

zoals bedoeld in het Treasurystatuut.

 

PERSONELE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 7.

     

Besluiten tot ontslag wegens reorganisatie.

Artikel 8:3 AVRO. Mits passend binnen de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

  • 8.

     

Besluiten tot overige ontslaggronden (het aangaan van een graad van zwangerschap, het verlies van kwalificaties, het verstrekken van onjuiste gegevens, lijfsdwang, onder curatelestelling, veroordeling).

Artikel 8:7 AVRO. Mits passend binnen de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

  • 9.

     

Besluiten tot ontslag wegens verstoorde arbeidsverhoudingen / aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten.

Artikel 8:8 AVRO. Mits passend binnen de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

  • 10.

     

Besluiten tot ontslag als disciplinaire straf.

Artikel 8:1 AVRO. Mits passend binnen de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

  • 11.

     

Besluiten tot schorsing als ordemaatregel.

Artt. 8:15:1, 8:15:2 AVRO. Mits passend binnen de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

  • 12.

     

Ten aanzien van de teammanagers uitvoering geven aan:

 

  • -

    Boek 7 BW,

  • -

    Cao Gemeenten,

  • -

    Personeelshandboek,

  • -

    Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen,

  • -

    Arbeidstijdenwet,

  • -

    Wet arbeidsmarkt in balans,

  • -

    Wet arbeid en zorg,

  • -

    Wet flexibel werken,

  • -

    Arbeidsomstandighedenwet,

  • -

    Ambtenarenwet 2017,

  • -

    Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Oldebroek (AVRO)

  • -

    Gedragscode Bestuur en Personeel,

  • -

    en overige arbeidsrechtelijke regelgeving.

  • 13.

     

Ten aanzien van de teammanagers uitvoeren van de volgende hoofdstukken uit de Cao Gemeenten:

 

  • -

    Hoofdstuk 2 (arbeidsovereenkomst);

  • -

    Hoofdstuk 3 (salaris, salaristoelagen en vergoedingen);

  • -

    Hoofdstuk 11 (rechten en plichten).

  • 14.

     

De taken zoals benoemd onder de bevoegdheden van de teammanagers categorie personele aangelegenheden, voor zover betrekking hebbend op:

  • -

    de teammanagers.

  • 15.

     

Vaststellen opleidingsplan.

Binnen de vastgestelde begrotingskaders.

  • 16.

     

Afnemen van de eed of belofte.

Uitgezonderd de wet BRP en voor het afleggen verklaring van verbondenheid ogv Rijkswet op het Nederlanderschap.

  • 17.

     

Besluiten klokkenluiders en misstanden.

Art. 15:2 AVRO jo. Regeling Melding Vermoeden Misstand

  • 18.

     

Besluiten tot verplaatsingskosten.

Artt. 18:1:2, 18:1:3, 18:1:4, 18:1:5, 18:1:6, 18:1:7, 18:1:9; 18:1:10, 18:1:12 AVRO. Mits passend binnen het budget, de AVRO en de Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek. Voorafgaande afstemming met HR is vereist.

 

ONDERNEMINGSRAAD

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 19.

     

Uitoefenen bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet op de Ondernemingsraden.

  • 20.

     

Het aanwijzen van twee lokale feestdagen/verplichte sluitingsdagen. 

In afstemming met de ondernemingsraad.

 

OVERIGE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 21.

     

Het ondertekenen van een schriftelijke bevestiging bij een verantwoordingsdocument dat ter controle aan een accountant of auditor wordt voorgelegd.

Een zogenaamde letter of representation of LOR.

 

Bijlage 4. Aangelegenheden welke blijven voorbehouden aan de teammanagers

 

Hieronder staan de bevoegdheden die ingevolge de mandaatregeling niet voor (onder)mandaat in aanmerking komen en daarmee bij de teammanagers van de gemeente Oldebroek blijven berusten:

 

PUBLIEKRECHT

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 1.

     

Het nemen van besluiten op bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van het college of burgemeester:

  • -

    die geen gegrondverklaring en/of afwijking van het advies van de commissie bezwaarschriften inhouden;

  • -

    op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 1.

    Voor zover een medewerker het besluit waartegen het bezwaar of verzoek zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

  • 2.

    Het besluit dient vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

  • 2.

     

Het verlenen en weigeren van een evenementenvergunning.

  • 1.

    Categorie A-evenementen in het kader van het Evenementenbeleid.

  • 2.

    Het besluit dient vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder

  • 3.

     

Het afwijzen en toewijzen van verzoeken speelvergunning circussen en stuntshows.

Het besluit dient vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder

  • 4.

     

Het uitvoeren van de Wet op de Kansspelen.

  • 5.

     

Het uitvoeren van de Alcoholwet en -verordening.

Met uitzondering van Alcoholbeleid.

  • 6.

     

Het besluit tot het aangaan van en het voeren van verweer in civiele procedures (procesbesluiten) van zaken met een klein belang.

De procedure dient vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

  • 7.

     

Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie ten behoeve van de gemeente.

  • 8.

     

Het nemen van besluiten indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme openbare voorbereidingsprocedure is gevoerd en zienswijzen, bedenkingen of inspraakreacties zijn ingebracht.

  • 9.

     

Verstrekken machtigingen aan medewerkers tot vertegenwoordiging gemeente bij het passeren van (notariële) akten, die betrekking hebben op het verwerven, vervreemden, (ver)pachten, (ver)huren en op andere wijze in gebruik geven/nemen van onroerende goederen en het stellen van zakelijke rechten.

  • 10.

     

Het nemen van verkeersbesluiten van permanente aard.

  • 1.

    Indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend.

  • 2.

    Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

  • 11.

     

Het nemen en het voorbereiden van brieven en besluiten op planschade als er een reactie is ontvangen van een (derde) belanghebbende op het conceptadvies.

  • 1.

    Nadat (derde)belanghebbende heeft gereageerd op het conceptadvies en onafhankelijk adviesbureau heeft geadviseerd.

  • 2.

    Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met portefeuillehouder.

  • 12.

     

Het nemen van een definitief handhavingsbesluit.(in ieder geval de last onder dwangsom, last onder bestuursdwang en bestuurlijke boete), alsmede de volgende besluiten:

  • -

    Intrekking van het handhavingsbesluit

  • -

    Ambtshalve wijziging van het besluit

  • -

    Afwijzing van een handhavingsverzoek

  • -

    Invorderingsbeschikking

  • -

    Toewijzingsbeschikking

M.u.v. de voorbereiding en uitvoering hiervan.

Spoedeisende zaken en stilleggen van werkzaamheden, zoals een bouwstop (als conservatoire maatregel) liggen op medewerker-niveau.

  • 13.

     

Opschorten van de begunstigingstermijn in een handhavingsbesluit in andere gevallen dan dat daarom in bezwaar, beroep, hoger beroep of voorlopige voorziening wordt gevraagd.

  • 14.

     

Het ambtshalve nemen van het besluit tot het intrekken van een verleende omgevingsvergunning.

Conform vigerend beleid (intrekken op verzoek valt hier dus niet onder).

  • 15.

     

Afwijken van bestemmingsplan binnen de beleidsregels.

  • 16.

     

Besluiten tot verlenen en weigering van een vergunning ten behoeve van tijdelijke verhuur (o.b.v. de Leegstandswet).

  • 17.

     

Het verlenen, weigeren en vaststellen van subsidie volgens de daarvoor geldende wet- en regelgeving en/of subsidieregelingen.

  • 1.

    Vanaf € 25.000,-.

  • 2.

    Voor zover er geen sprake is van een nieuwe subsidierelatie.

  • 3.

    Weigeringen dienen vooraf te worden afgestemd met de portefeuillehouder.

  • 18.

     

Indienen van aanvragen om vergunning, ontheffing, vrijstelling of toestemming.

In afstemming met de gemeentesecretaris.

  • 19.

     

Het aanstellen van verkeersregelaars en – brigadiers.

Conform artikel 56 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en artikel 5 van de Regeling verkeersregelaars.

  • 20.

     

Verklaring van overbrenging van archiefbescheiden (artikel 9, lid 3 van het archiefbesluit).

  • 21.

     

Verklaring van vernietiging van archiefbescheiden (artikel 8 van het archiefbesluit).

  • 22.

     

Besluiten tot het toekennen en het weigeren van subsidies voor onderhoud- en renovatieactiviteiten in het Integraal Huisvestingsplan onderwijs.

Conform Integraal Huisvestingsplan onderwijs en Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en binnen vastgesteld subsidieplafond.

  • 23.

     

Het besluit tot aanwijzen van personen als toezichthouder of onbezoldigd ambtenaar zonder opsporingsbevoegdheid.

  • 24.

     

Besluit op een aanvraag starterslening.

Op basis van de Verordening Startersleningen Oldebroek.

  • 25.

     

Besluit tot indiening uitbetaling ineens van het restant schuldvordering.

  • 1.

    Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met portefeuillehouder.

  • 2.

    Conform overgangsregeling huisvesting gehandicapten.

  • 3.

    Afschrift aan het college.

  • 26.

     

Besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag of niet-ontvankelijkverklaringen op basis van de Wabo

Als de gevraagde aanvullende gegevens niet, niet volledig, of niet tijdig zijn ingediend, of als het drempelbedrag niet of niet tijdig is betaald.

  • 27.

     

Besluit tot hogere grenswaarde van geluid.

  • 1.

    Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met portefeuillehouder.

  • 2.

    Artikel 83 Wet geluidhinder.

  • 28.

     

Besluit tot het aanbieden van een vastgestelde hogere grenswaarde aan het Kadaster voor kadastrale registratie.

Artikel 110i Wet geluidhinder.

  • 29.

     

Besluit tot het accepteren of het weigeren van een melding Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval.

Artikel 10.52 Wet milieubeheer.

  • 30.

     

Besluit op een aanvraag Stimuleringslening.

Verordening Stimuleringslening gemeente Oldebroek.

  • 31.

     

Besluit op aanvraag toekomstbestendig wonen lening.

Verordening toekomstbestendig wonen Gelderland gemeente Oldebroek.

  • 32.

     

Het nemen van besluiten in overeenstemming met de daarvoor geldende wet- en regelgeving en het vastgestelde beleid op grond van de Kieswet met betrekking tot de indeling van de gemeente in stemdistricten en het aanwijzen van stembureaus.

Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met de burgemeeester.

 

JURIDISCHE PROCEDURES

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 33.

     

Het volmachtigen van vertegenwoordigers van de gemeente in publiekrechtelijke rechtsgedingen en bij de hoorzittingen van de commissie voor de bezwaarschriften.

Dit betreft een volmacht van de burgemeester (artikel 171, lid 2 Gemeentewet).

Het gaat hier om kwesties waarbij de gemeenteals publiekrechtelijke rechtspersoon betrokken is in een publiekrechtelijke procedure

  • 34.

     

Het volmachtigen van vertegenwoordigers van het college of de burgemeester in publiekrechtelijke rechtsgedingen en bij hoorzittingen van de commissie voor de bezwaarschriften

Het gaat hier om kwesties waarbij het college of de burgemeester als bestuursorgaan betrokken is in een publiekrechtelijke procedure

 

INKOOP

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 35.

     

Besluiten tot inkoop van producten (leveringen). 

Van € 25.000,- tot aan de Europese drempels.

  • 36.

     

Goedkeuring inkoopstrategie en de verdere inkoopprocedure tot en met ondertekenen van de gunning (inclusief opdracht en of overeenkomst) voor de levering van diensten.

Van € 25.000 tot aan de Europese drempels.

  • 37.

     

Goedkeuring inkoopstrategie en de verdere inkoopprocedure tot en met ondertekenen van de gunning (inclusief opdracht en of overeenkomst) voor werken.

Van 25.000, -- tot een bedrag van € 1.500.000,-.

  • 38.

     

Goedkeuring meer- en minderwerk.

Vanaf 5%-10% afwijking met een maximum van € 30.000,- en mits in afstemming met de inkoopregels.

 

PRIVAATRECHT

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 39.

     

Aangaan van beheersovereenkomsten.

  • 40.

     

Aangaan van anterieure overeenkomsten.

  • 41.

     

Ondertekenen van geldleningsovereenkomsten.

  • 42.

     

Afdoen van aansprakelijkheidstellingen.

Van € 2.500,- tot

€ 30.000,- en voor zover een dergelijk verzoek op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moet worden overgedragen.

  • 43.

     

Het aansprakelijk stellen van derden voor schade toegebracht aan gemeente eigendommen.

Tot € 30.000,-

  • 44.

     

Het oninbaar verklaren van vorderingen of afzien van terugvorderingen.

Voor bedragen tot

€ 2.500,-.

  • 45.

     

Aangaan en continueren van gemeentelijke verzekeringen.

  • 46.

     

Beëindigen van een gemeentelijke verzekering.

  • 47.

     

Het aanwijzen van een contra-expert in verzekeringskwesties.

  • 48.

     

Het toekennen van een aanvraag van een ambtenaar voor een tussentijdse renteconversie en het besluiten tot aangaan van een wijzigingsovereenkomst.

Artt. 147, 2e lid, 108, 1e lid Gem.w. jo. 6 en 8 Uitvoeringsregeling van de financieringsregeling eigen woningen personeel gemeente Oldebroek.

  • 49.

     

Het verlenen van een volmacht aan vertegenwoordigers van de gemeente, in rechtsgedingen.

Dit betreft een volmacht van de burgemeester (artikel 171, tweede lid Gemeentewet) in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures.

  • 50.

     

Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen.

Met een financieel belang van minder dan € 10.000,-.

 

PERSONELE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 51.

     

Het besluiten tot aangaan en ondertekenen van arbeidsovereenkomsten van medewerkers.

  • 52.

     

Ten aanzien van de medewerkers uitvoering geven aan volgende hoofdstukken uit de Cao Gemeenten:

 

  • -

    Hoofdstuk 5 (arbeidsduur en werktijden);

  • -

    Hoofdstuk 6 (vakantie en verlof);

  • -

    Hoofdstuk 7 (arbeidsongeschiktheid);

  • -

    Hoofdstuk 8 (duurzame inzetbaarheid);

  • -

    Hoofdstuk 9 (van werk naar werk).

  • 53.

     

Ten aanzien van de medewerkers uitvoering geven aan het personeelshandboek.

  • 54.

     

Besluiten tot inhuren - en aangaan en ondertekenen van overeenkomsten - van tijdelijk personeel via externen of aanstellen (tijdelijk) personeel, binnen de vastgestelde formatie en begroting.

  • 55.

     

Besluiten tot aangaan en ondertekenen van stageovereenkomsten.

  • 56.

     

Besluiten tot aangaan en ondertekenen van verwerkersovereenkomsten (in de zin van de AVG).

  • 57.

     

Goedkeuring geven tot het verstrekken van technische - en andere hulpmiddelen voor het kunnen verrichten van de aan de medewerker opgedragen werkzaamheden.

  • 58.

     

Accorderen salarisuitbetaling en –spoedbetalingen.

  • 59.

     

Afgifte van een fietsverklaring om gebruik te kunnen maken van de fiscale mogelijkheid om de aanschafwaarde gedeeltelijk te verrekenen.

 

OVERIGE AANGELEGENHEDEN

Nr.

Bevoegdheid

Toelichting / instructie

  • 60.

     

Het besluiten over een verzoek om het treffen van een betalingsregeling.

  • 61.

     

Het in ontvangst nemen bewaren en verkopen, dan wel vernietigen van voorwerpen die zijn gevonden in de openbare ruimte.

Conform artikel 5 t/m 13, boek 5 BW en artikel 166 Gemeentewet.

  • 63.

     

Besluit tot het verbinden van voorschriften, nadere eisen, maatwerkvoorschriften c.q. voorwaarden aan een besluit waarvoor mandaat of ondermandaat is verleend.

Alle relevante en betreffende wetgeving waarin dit als zodanig geregeld is.

Het betreft hier het naderhand verbinden van een voorschrift c.a. aan een eerder genomen beslut

  • 64.

     

Het nemen van besluiten inclusief voorbereiding en uitvoeringshandelingen in het kader van Wet open overheid.

Het voorgenomen besluit dient vooraf te worden afgestemd met portefeuillehouder.

Voor besluiten tot:

  • a.

    weigering toezending interne rapportage betreffende cliënt aan derde;

  • b.

    weigering inzage cliëntdossier aan cliënt/derde;

  • c.

    weigering van een aanvraag door/namens cliënt om correctie van in cliëntdossier opgenomen gegevens-/informatie kan teammanager team participatie ondermandaat verlenen.

 

Bijlage 5 Mandaten heffings- en invorderingsambtenaar

 

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke basis

Toegekend aan

Overgedragen aan

Voorwaarden/Opmerkingen

1

Besluiten tot het heffen van gemeentelijke belastingen.

Art. 231, lid 2b Gemeentewet (Gemw.) jo. alle gemeentelijke Belastingverordeningen.

Heffingsambtenaar

medewerkers Bedrijfsvoering III

2

Besluiten tot het invorderen van gemeentelijke belastingen.

Art. 231, lid 2c Gemw. jo. alle gemeentelijke Belastingverordeningen.

Invorderingsambtenaar

medewerkers Bedrijfsvoering III: medewerkers beleiduitvoering II/III/IV

3

Besluiten tot het vaststellen van de waarde van onroerende zaken.

Art. 1, lid 2 Wet waardering onroerende zaken (WOZ) .

Heffingsambtenaar

medewerkers beleidsuitvoering II/III; medewerker gegevens III

4

Besluiten tot het heffen van leges omgevingsvergunningen

Art. 231, lid 2b Gemw. en de Legesverordening jo. titel 2 van de tarieventabel.

Heffingsambtenaar

medewerkers beleiduitvoering II/III/IV

5

Besluiten tot het heffen van overige leges

Art. 231, lid 2b Gemw. en de Legesverordening jo. titels 1 en 3 van de tarieventabel.

Heffingsambtenaar

medewerkers beleiduitvoering II/III/IV

6

Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van belastingschulden.

Art. 255, lid 5 Gemw.

College

Invorderingsambtenaar;medewerker beleidsuitvoering I

7

Ondertekenen van verweerschriften betreffende gemeentelijke belastingen.

Art. 231, lid 2 Gemw.

Heffingsambtenaar

8

Besluiten tot het heffen en invorderen van marktgelden.

Art. 231, lid 2b en c Gemw. jo. art. 3, leden 1, 2, 6 en 7 Verordening marktgeld.

Heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar

medewerkers beleiduitvoering II/III/IV

9

Besluit tot het heffen van rechten gemeentelijke begraafplaatsen.

Art. 231, lid 2b Gemw. jo. Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen jo. hoofdstuk 4 tarieventabel bij Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen.

Heffingsambtenaar.

medewerkers beleiduitvoering II/III/IV

 

Toelichting

Algemeen

 

Inleiding

Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Bestuursorganen zijn bijvoorbeeld het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Het mandaat kan vervolgens worden verleend aan een wethouder, een medewerker of zelfs iemand van buiten de gemeentelijke organisatie. Denk aan mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst. Deze functionarissen heten ook wel de gemandateerden en de bestuursorganen die mandaat verlenen worden de mandaatgevers genoemd.

 

De gemandateerde kan namens de mandaatgever besluiten nemen. De mandaatbevoegdheid wordt altijd uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde bestuursorgaan.

Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen. Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de medewerker die het besluit feitelijk heeft genomen. Voor de gemeente Oldebroek is behoefte aan een nieuwe organisatie-brede mandaatregeling, die aansluit op de nieuwe organisatiestructuur.

 

Methodiek traditioneel mandaat

De methodiek die traditioneel binnen de meeste gemeenten wordt gehanteerd is het vaststellen van een brede gemeentelijke mandaatregeling, waarin alle gemandateerde bevoegdheden expliciet worden benoemd in een register op afdelingsniveau. Dit gebeurt vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd.

 

Meestal zie je bij deze gemeenten vervolgens zeer uitgebreide mandaatregisters. Deze methode heeft zowel positieve als negatieve aspecten.

Positieve aspecten zijn dat vrij nauwkeurig kan worden nagegaan aan welke medewerker welke bevoegdheid is gemandateerd. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatregisters, dan is dus uitsluitend het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester bevoegd om die besluiten te nemen.

Negatieve aspecten van deze methodiek zijn dat dergelijke mandaatregisters snel "verouderen" en daardoor erg onderhoudsgevoelig zijn. Wetten worden voortdurend gewijzigd, er komen steeds nieuwe wetten bij of wetten worden juist ingetrokken. Dit alles maakt dat de mandaatregeling met registers vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig is. Bovendien past deze traditionele methodiek niet zo goed bij de uitgangspunten van integraliteit, onderlinge vervangbaarheid en bij het neerleggen van bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie, teneinde de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken.

 

Methodiek omgekeerd mandaat

Enige jaren geleden zijn enkele gemeenten overgestapt op een andere wijze van mandateren. Dit betrof de methodiek van het zogenaamde omgekeerde mandaat.

 

Bij deze methodiek worden alle bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders dan wel van de burgemeester gemandateerd tot op medewerker-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Deze voorbehouden zijn vervolgens opgenomen in “tenzij” registers die in aparte bijlagen aan de mandaatregeling zijn toegevoegd.

 

Binnen onze gemeentelijke praktijk wordt hiermee een nieuwe stap gezet om de beslissingsbevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen. De omgekeerde methodiek sluit hier goed op aan. Daarnaast is de mandaatregeling thans minder onderhoudsgevoelig doordat deze methode minder gevoelig is voor wijziging in wet- en regelgeving. De methodiek van het omgekeerd mandaat sluit bovendien naadloos aan bij de organisatiestructuur die binnen de gemeentelijke organisatie is vastgesteld.

 

Wettelijk kader

Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden dienen alle van toepassing zijnde wetten, algemene maatregelen van bestuur, verordeningen, nadere regels, beleidsregels, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen etc., in acht te worden genomen.

 

Om een bevoegdheid te mandateren is echter geen wettelijke grondslag vereist. Mandatering is toegestaan tenzij een wettelijk voorschrift, of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid Awb). Daarom moet bij het verlenen van een mandaat telkens nagegaan worden of de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid is gebaseerd iets zegt over eventueel mandaat. Ook zal nagegaan moeten worden of er andere redenen zijn dat een mandaatverlening is uitgesloten. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid, beperking van grondrechten, het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het beslissen op een bezwaarschrift en dergelijke.

 

Ondertekening- en beslissingsmandaat

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen, tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissings-mandaten betreffen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.

Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg. Een voorbeeld van een beslissing gericht op rechtsgevolg is een vergunning of een subsidiebesluit.

 

Een voorbeeld van een beslissing die niet is gericht op rechtsgevolg is de vooraankondiging van een handhavingsbesluit. De bevoegdheid om in mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan.

 

Uitgangspunten

Eén van de belangrijkste uitgangspunten is dat het college of de burgemeester de belangrijke en/of beleidsbepalende beslissingen zelf nemen en daarmee dus de hoofdlijnen van het beleid uitzetten. In welke gevallen sprake is van beleidsbepalende beslissingen zal in de praktijk van geval tot geval moeten worden vastgesteld. Van de ambtenaren mag worden verwacht dat zij dat zelf moeten kunnen inschatten en zij behoren hierop bedacht te zijn. Overleg in twijfelgevallen is uiteraard altijd mogelijk en zeer wenselijk.

 

Politiek gevoelige zaken

Politiek gevoelige zaken die belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kunnen hebben, dienen altijd aan het bestuursorgaan voorgelegd te worden. Het mandaat blijft bij dergelijke zaken achterwege. Ambtenaren dienen actief hierop bedacht zijn en te overleggen in twijfelgevallen.

(gelet op jurisprudentie van de Afdeling is de status van dit voorschrift slechts intern. Wanneer deze regel overtreden wordt, kan het bestuursorgaan niet aanvoeren dat het besluit onbevoegd genomen is. RvS, 26 juni 2002, LJN AE4636).

 

Strijd met wet- en regelgeving, beleid

Uiteraard is het nimmer de bedoeling dat een ambtenaar van zijn bevoegdheid gebruik maakt in strijd met de wet of in afwijking van (al dan niet beschreven) gemeentelijk beleid.

 

Ontoereikende financiën

Het mandaat mag niet worden toegepast in gevallen waarin geen of onvoldoende budget voorhanden is voor de uitvoering van het besluit.

 

Instructies geven en mandaat intrekken

De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde intrekken. Het bestuursorgaan blijft te allen tijde bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

 

Verantwoordelijkheid teammanagers en vier ogen principe.

Om de kwaliteit te waarborgen kan afgesproken worden dat er ten aanzien van bepaalde

besluiten of processen het vier ogen principe wordt gehanteerd. De ene collega checkt het besluit van de andere collega vóórdat deze de deur uitgaat. Door deze check kunnen eventuele fouten eruit gefilterd worden.

De teammanager controleert regelmatig de onder zijn leiding in mandaat genomen besluiten bij wijze van steekproef. Dit kan zowel vooraf als achteraf plaatsvinden. Bij de controle zal in ieder geval de rechtmatigheid en doelmatigheid gecontroleerd worden, als ook of de in mandaat genomen besluiten passen binnen de gestelde beleidskaders.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 4 Mandaat aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de teammanagers

In dit artikel worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de gemeentesecretaris en de teammanagers. r.. De teammanager is feitelijk het centrale punt van waaruit ade bevoegdheden in de organisatie worden verspreid, voor zover die niet zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris.

De gemeentesecretaris is het hoofd van de ambtelijke organisatie en heeft mandaat voor alle bevoegdheden die niet exclusief zijn voorbehouden aan het college of de burgemeester.

Het uitgangspunt van deze regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdheden niveau.

 

Lid 2:

Op grond van artikel 10:8 Awb kan een mandaatgever (in dit geval het college of de burgemeester) het mandaat te allen tijde intrekken. Die bevoegdheid wordt in het tweede lid ook toegekend aan de gemeentesecretaris en de teammanagers. Dit maakt het mogelijk dat de gemeentesecretaris of de teammanager beslist dat hij bepaalde aangelegenheden voor een korte of langere tijd zelf af wil doen of dat zij in een concreet geval aangeeft dat het aan een onder haar ressorterende functionaris verleende mandaat voor dat geval niet geldt en hij het besluit zelf wil nemen. In het eerste geval gaat het om een min of meer structurele situatie en geldt de eis dat dit schriftelijk wordt vastgelegd en ter informatie aan het college wordt gezonden. Een dergelijk besluit zal ook op de gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt, zodat dit ook naar buiten toe bekend en toetsbaar is. Bij incidentele gevallen is dat niet nodig.

 

Artikel 5 Mandaat en ondermandaat aan overige functionarissen

Dit mandaatbesluit beoogt een maximale flexibiliteit te verlenen aan de organisatie. Omdat de organisatie mogelijk nog niet helemaal klaar is voor het ‘loslaten’ op alle niveaus, is er gekozen voor een stelsel waarin de teammanager het mandaatniveau in zijn eigen team kan bepalen. De teammanager blijft als mandaatgever verantwoordelijk voor de uitvoering van het door hem/haar verleende ondermandaat. Aan het ondermandaat mag de teammanager voorwaarden verbinden, waardoor de teammanager de mogelijkheid heeft te sturen op processen en het uitvoering geven aan het vierogen-principe. Daarnaast krijgt de teammanager door de combinatie met het budgethouderschap zoals gesteld in de Financiële verordening van de gemeente Oldebroek, de mogelijkheid taken volledig op procesniveau te mandateren.

 

Lid 4:

Het mandaat is ook gekoppeld aan de werkzaamheden en de beschikbare budgetten. Er zijn twee type van vervangende mandatering. De horizontale en de verticale. Omdat de verticale mandatering impliciet geregeld is, is alleen de horizontale mandatering benoemd. De horizontale mandatering beoogt de mogelijkheid van onderlinge vervanging en waarneming en daarmee de slagvaardigheid van de organisatie te waarborgen. Horizontale vervanging is ook in ondermandaat mogelijk. Dit is bewust gedaan omdat dit beter aansluit op de lijn van de jurisprudentie.

 

Artikel 7 Algemene uitzonderingen mandaat

 

Lid 3:

Uitgangspunt bij mandaat behoort te zijn dat het zaken betreft waaraan praktisch geen beleidsconsequenties zijn verbonden. Hierbij kan worden gedacht aan gebonden beschikkingen, routinebesluiten en besluiten op basis van bekend gemaakt beleid. In bepaalde gevallen zal het bevoegde bestuursorgaan afstemming wensen alvorens er gebruik wordt gemaakt van de gemandateerde bevoegdheid. In het mandaatbesluit is een aantal begrenzingen opgesteld ten aanzien van het gebruik van gemandateerde bevoegdheden.

 

Op grond van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 augustus 2003 is het criterium “politiek-gevoelige zaken” voor velerlei uitleg vatbaar en onduidelijk. Dit is in strijd met afdeling 10.1.1 van de Awb. Ook is een aantal begrippen in dit artikel opgenomen die onbepaald zijn te noemen. Daarom zijn ze ook opgenomen in een artikel waarin bepaald wordt wanneer er teruggekoppeld moet worden en niet in een artikel waarin bepaald wordt dat het mandaat niet gebruikt mag worden.

 

Op basis van dit artikel kan bijvoorbeeld een portefeuillehouder beslissen dat een aangelegenheid door het college moet worden afgedaan. Dat impliceert dat gevoelige kwesties tijdig aan de portefeuillehouder moeten worden voorgelegd. In grote lijnen betekent dit dus dat voor de in dit artikel genoemde gevallen de verplichting bestaat de beslissing voor te leggen aan het college of de burgemeester. De criteria zijn niet allemaal even hard. Van de betrokken functionaris mag worden verwacht dat hij/zij dergelijke begrippen op juiste waarde weet te schattenen daar op zorgvuldige wijze mee om kan gaan.