Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Utrecht

Ondermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Utrecht
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOndermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht
CiteertitelOndermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  3. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
  4. Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht
  5. Organisatieverordening VRU 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023vervangt de Ondermandaatregeling VRU zoals in werking getreden op 1 mei 2019

19-06-2023

bgr-2023-863

Tekst van de regeling

Intitulé

Ondermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht

Met bijbehorende Ondermandatenlijst VRU

 

De algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht;

 

gelet op:

  • -

    afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 33 tot en met artikel 33d Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht;

  • -

    de Mandaatregeling VRU 2015, en

  • -

    de Organisatieverordening VRU 2015;

 

overwegende:

  • -

    dat het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht in de Mandaatregeling VRU 2015 de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht hebben gemandateerd en dat deze op grond daarvan ondermandaat heeft verleend aan leidinggevenden en overige functionarissen in de Ondermandaatregeling VRU 2015;

  • -

    dat het voor het efficiënt functioneren van de organisatie van de Veiligheidsregio Utrecht in het kader van de gewijzigde visie op de aansturing wenselijk is dat meer leidinggevenden op lagere niveaus en overige functionarissen ondermandaat krijgen;

  • -

    dat de Mandaatregeling VRU per 1 juli 2023 is gewijzigd waardoor er ook enkele beperkingen met betrekking tot ondermandatering zijn vervallen, waardoor ondermandatering kan worden gewijzigd;

  • -

    dat het gezien deze wijzigingen en vanuit de nieuwe uitgangpunten gewenst is dat de Ondermandaatregeling VRU 2015 wordt ingetrokken en wordt vervangen door een Ondermandaatregeling VRU.

     

besluit:

  • 1.

    de Ondermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht 2015 in te trekken per 1 juli 2023;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende:

 

Ondermandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht.

 

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze ondermandaatregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen directeur: de algemeen directeur, bedoeld in artikel 2.13, van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • b.

    directeur publieke gezondheid: de directeur publieke gezondheid, bedoeld in artikel 14, van de Wet publieke gezondheid Jº artikel 32 Wet veiligheidsregio’s;

  • c.

    veiligheidsregio: de veiligheidsregio, bedoeld in artikel 1.3 van de Gemeenschappelijke regeling VRU;

  • d.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, bedoeld in afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • f.

    machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;

  • g.

    ondermandaat: een mandaat dat is verleend door een bestuursorgaan gemandateerde functionaris;

  • h.

    ondergemandateerde: de functionaris van de veiligheidsregio, aan wie de algemeen directeur heeft opgedragen om namens een bestuursorgaan te beslissen;

  • i.

    Ondermandatenlijst VRU: het bij deze regeling horende overzicht van door de algemeen directeur opgedragen bevoegdheden, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd

Artikel 2. Ondermandatering algemeen directeur

  • 1.

    Aan de in de Ondermandatenlijst VRU genoemde functionarissen van de veiligheidsregio wordt opgedragen het krachtens ondermandaat nemen van beslissingen die daarin zijn vermeld.

  • 2.

    Het verlenen van ondermandaat door ondergemandateerden is niet toegestaan.

Artikel 3. Niveaus ondermandatering

  • 1.

    Ondermandatering vindt in beginsel slechts plaats aan leidinggevenden, en heeft slechts betrekking op aangelegenheden die hun organisatieonderdeel, bedoeld in de Organisatieverordening VRU 2015, betreffen, dan wel op functionele taken die aan hen zijn toebedeeld.

  • 2.

    Daarnaast kan, indien dit nodig is voor de efficiënte uitvoering van de werkzaamheden tevens specifiek ondermandaat aan andere functionarissen worden verleend.

  • 3.

    De ondermandatering aan leidinggevenden wordt in de Ondermandatenlijst VRU aangegeven door te vermelden op welk organisatieniveau het ondermandaat geldt.

Artikel 4. Reikwijdte van het mandaat

Het verleende mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de krachtens het mandaat genomen beslissingen, alsmede alle voorbereidingshandelingen, zoals inwinnen van advies en verzoeken om aanvullende informatie, maar ook bijvoorbeeld het buiten behandeling stellen of het verbinden van voorschriften aan een beslissing, intrekking en dergelijke, tenzij daarvoor een andere functionaris is aangewezen.

 

Artikel 5. Algemene voorschriften ondermandaat

  • 1.

    Voorwaarden die worden verbonden aan de ondermandatering worden neergelegd in de Ondermandatenlijst VRU.

  • 2.

    Nadere instructies voor het uitoefenen van specifieke ondergemandateerde bevoegdheden kunnen door de algemeen directeur worden gegeven.

Artikel 6. Uitzonderingen

De bevoegdheid om beslissingen in ondermandaat te nemen omvat, onverminderd het gestelde in artikel 4 van de Mandaatregeling VRU, niet beslissingen:

  • a.

    waarbij de uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheid de persoon, de functie of enig ander belang van de ondergemandateerde zelf betreft, of

  • b.

    waaruit financiële verplichtingen voortvloeien die op grond van de Budgethoudersregeling VRU niet kunnen worden aangegaan door de ondergemandateerde.

Artikel 7. Plaatsvervanging

De plaatsvervanger op grond van de Organisatieverordening VRU 2015 beschikt over alle gemandateerde bevoegdheden van de ondergemandateerde.

 

Artikel 8. Ondertekening bij mandaat

Bij de uitoefening van een (onder)mandaat worden uitgaande stukken ondertekend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan, conform de door de algemeen directeur of het ter zake bevoegde bestuursorgaan gestelde regels ter zake van ondertekening.

 

Artikel 9. Informatieverstrekking

Ondergemandateerde informeert de algemeen directeur of zijn leidinggevende desgevraagd over de krachtens ondermandaat genomen beslissingen en over de wijze waarop elk mandaat overigens wordt uitgeoefend, rekening houdend met de aard en betekenis van het verleende ondermandaat.

 

Artikel 10. Beheer van mandaten

  • 1.

    De krachtens mandaat genomen beslissingen worden geregistreerd en beheerd conform de Archiefverordening VRU c.a.

  • 2.

    Ondermandaten moeten, voor zover zij in digitale systemen worden uitgeoefend, door middel van autorisaties worden ingeregeld in deze digitale systemen.

  • 3.

    Het administratief beheer van deze regeling berust bij het hoofd van de stafafdeling Bestuur & Control, bedoeld in de Organisatieverordening VRU 2015.

Artikel 11. Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt met (onder)mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht of machtiging.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2023.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald onder de naam ‘Ondermandaatregeling VRU’.

 

Aldus vastgesteld door de algemeen directeur,

Utrecht, 19 juni 2023,

J.R. Donker

Ondermandatenlijst VRU

 

Als bijlage behorende bij de Ondermandaatregeling VRU

 

Vastgesteld door de algemeen directeur d.d. 19 juni 2023 en geldend vanaf 1 juli 2023.

 

Inhoudsopgave

 

  • I.

    Algemene mandaten

  • -

    Algemeen

  • -

    Publiekrechtelijk

     

  • II.

    Personele mandaten

  • -

    Beroepsmedewerkers, bedoeld in de CAR c.a.

  • -

    Vrijwilligers, bedoeld in de CAR c.a.

  • -

    Overig, niet rechtspositioneel

  • -

    Jeugdbrandweer, bedoeld in de Regeling jeugdbrandweer VRU

     

  • III.

    Mandaten voor wettelijke taken

     

  • IV.

    Mandaten van gemeenten

 

  • I.

     

ALGEMENE MANDATEN

 

 

 

Nr

Omschrijving bevoegdheden

Mandaterend

Orgaan

Ondermandaat verleend aan:

(inclusief evt. voorwaarden)

 

Algemeen

 

 

 

1.

Handelingen waaruit financiële verplichtingen voortvloeien. (dit is een algemene voorwaarde voor alle ondermandaten; en geldt ook voor declaraties etc.)

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Maximaal verplichting aangaan tot:

Organisatieniveau 2 € 200.000,-

Organisatieniveau 3: € 100.000,-

Organisatieniveau 4:€ 25.000,-

Organisatieniveau 5: € 5000,- .

Projectleiders en programmamanagers: € 5.000,-

Hoofdjeugdleiders: 500,-

- Tenzij in specifieke ondermandaten andere organisatieniveaus worden gemandateerd of financiële grenzen of voorwaarden worden gesteld.

2.

Verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, inclusief het vertegenwoordigen in en buiten rechte.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, t/m 5

Projectleiders en programmamanagers

Hoofdjeugdleiders

- Opdrachten aan marktpartijen waarop het aanbestedingsbeleid van toepassing is, worden zoveel mogelijk gebundeld en de verplichting wordt aangegaan voor de gebundelde opdracht.

3.

Vervreemden (verkopen schenken etc.) van goederen, inclusief het vertegenwoordigen in en buiten rechte.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 tot een opbrengst van maximaal € 100.000,-

Organisatieniveau 3, slechts afdelingshoofden, tot opbrengst van maximaal € 25.000,-

4.

Beslissen tot verwerven en vervreemden van onroerende zaken, alsmede het vestigen, wijzigen en beëindigen van beperkte zakelijke rechten, kwalitatieve verplichtingen, zowel ten behoeve van als ten laste van de VRU, inclusief het vertegenwoordigen in en buiten rechte..

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2

5.

Aangaan en ondertekenen van convenanten en andere vormen van samenwerkingsafspraken, waarmee verplichtingen voor de VRU worden aangegaan.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

  • Organisatieniveau 2

  • Organisatieniveau 3, slechts binnen de directie Risicobeheersing en slechts voor de Convenanten horend bij:

  • -

    Keurmerk Veilig Ondernemen;

  • -

    Convenant Veilig Uitgaan, en

  • -

    Convenant Dementievriendelijke gemeente.

6.

Het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten ten behoeve van het inhuren van tijdelijk personeel.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

 

  • Organisatieniveau 2 en 3

7.

Het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten van opdracht.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

 

  • Organisatieniveau 2 en 3

8.

Het aangaan en ondertekenen van vrijwilligersovereenkomsten voor vrijwilligers, niet zijnde vrijwilligers, bedoeld in hoofdstuk 19 CAR.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

9.

Het aangaan van de verplichting tot levering van diensten aan derden, niet behorende tot de taken op grond van de Gemeenschappelijke regeling VRU, voor zover deze door besluitvorming door het algemeen bestuur is mogelijk gemaakt, (inclusief de privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering daarvan, conform de hierboven opgenomen regels).

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2

10.

Het uitzetten van geld, bedoeld in het Treasurystatuut VRU.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts directeur Bedrijfsvoering

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën

11.

‘Afsluiten van een kredietfaciliteit’ en het ‘aantrekken van geld’, bedoeld in het Treasurystatuut VRU.

Hieronder wordt in ieder geval begrepen het aangaan van een overeenkomst van geldlening en de handelingen in het kader van de uitvoering van die overeenkomst.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts directeur Bedrijfsvoering

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën

12.

Het openen, wijzigen en beëindigen van bankrekeningen.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts directeur Bedrijfsvoering

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën

13.

Het versturen van betalingsopdrachten aan de bank.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts directeur Bedrijfsvoering

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën

14.

Aan- of afmelden van de namen van procuratiehouders bij banken.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts hoofd van de stafafdeling Bestuur &Control

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën

15.

Beslissen op aansprakelijkstellingen door derden en personeel, voor zover deze niet zijn overgedragen aan verzekeraar op grond van contractuele afspraken.

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2

16.

Aansprakelijk stellen van derden voor schade aan de VRU en verhaal van schade aan de VRU.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

 

Publiekrechtelijk

 

 

 

17.

Het, al dan niet ter zitting, vertegenwoordigen van de VRU in bezwaar- en beroepsprocedures, alsmede het stellen van termijnen jegens appellanten en het verdagen van de afhandeling.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

Adviseurs juridische zaken van het team Bestuurlijke & Juridische zaken

- Geen nieuwe standpunten innemen indien bestreden beslissing op een hoger (onder)mandaatniveau is genomen.

18.

Het schriftelijk afdoen van klachten op grond van de Algemeen wet bestuursrecht Jº de klachtenregeling VRU.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

19.

Het schriftelijk afdoen van klachten, niet zijnde klaagschriften of personele klachten, bedoeld in de Klachtenregeling VRU.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 5

20.

Maken van bezwaar en beroep tegen beschikkingen die aan (het bestuur van) de VRU zijn gericht.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

21.

Maken van bezwaar en beroep in het kader van de ‘Wet Mulder’ tegen beschikkingen vanwege verkeersovertredingen die zijn begaan bij het rijden met dienstvoertuigen met prio 1.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

22.

Alle beslissingen in het kader van de uitvoering van de Algemene verordening gegevensbescherming.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

- Als de beslissing (bijvoorbeeld verwerkersovereenkomst) bij een andere beslissing (bijvoorbeeld hoofdovereenkomst) hoort, dan op het niveau van de functionaris die voor die andere beslissing bevoegd is.

22a

Alle beslissingen in het kader van de uitvoering van de Wet open overheid.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

Adviseurs juridische zaken van het team Bestuurlijke & Juridische zaken, slechts voor zover het betreft het opschorten en verdagen van termijnen.

23.

Aanvragen van subsidies.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

- Indien aan de subsidievoorwaarden kan worden voldaan binnen bestaand beleid.

24.

Het doen van belastingaangiftes.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2, slechts directeur Bedrijfsvoering

Organisatieniveau 3, slechts hoofd afdeling Financiën, met uitzondering van aangifte loonbelasting

Organisatieniveau 3, hoofd afdeling Human Resource Management, slechts aangifte loonbelasting

Organisatieniveau 4, teamleider van het team Personele en salarisadministratie, slechts aangifte loonbelasting.

25.

Het aanvragen en overschrijven en afstoten van kentekens voor motorvoertuigen bij de Rijksdienst voor het wegverkeer en het bij de belastingdienst aanvragen van een vrijstelling op grond van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, Wet op de motorijtuigenbelasting, alsmede de Wet op de omzetbelasting.

Het van de belastingdienst terugvragen van heffingen op grond van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, Wet op de motorijtuigenbelasting alsmede de Wet op de omzetbelasting.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2

Organisatieniveau 3, slechts leidinggevende van de afdeling Bedrijfsbureau.

Wagenparkbeheerder

- Beslissing tot overdracht (koop/verkoop) van voertuig bevoegd genomen.

 

  • II.

     

PERSONELE MANDATEN

 

 

 

 

Beroepsmedewerkers, bedoeld in de CAR c.a.

 

 

 

26.

Rechtspositionele beslissingen inclusief financiële verplichtingen die daaruit voortvloeien (Aanstelling en tewerkstelling medewerkers), voor zover niet gespecificeerd in een ander ondermandaat, en met uitzondering van:

- bepalen of sprake is van een ongeval in en door de dienst, bedoeld in artikel 7:1 lid 1 sub d CAR;

- disciplinaire straffen en ordemaatregelen (inclusief strafontslag);

- ontslag anders dan op eigen verzoek, behalve in de volgende gevallen:

- ontslag vanwege het bereiken van AOW-leeftijd, en

- ontslag bij een tijdelijke aanstelling.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

- Indien formatie bestaat voor de omvang en duur van beslissingen met structurele financiële gevolgen (zoals aanstelling, salarisinschaling en vaste toelagen), dan zijn de financiële grenzen in het ondermandaat onder 1 niet van toepassing.

27.

Ontslag anders dan op eigen verzoek.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

28.

Bepalen of sprake is van een ongeval in en door de dienst, bedoeld in artikel 7:1 lid 1 sub d CAR.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

29.

Het vaststellen van de beoordeling van medewerkers.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

- Slechts te gebruiken door naast hogere leidinggevende.

30.

Beslissen op verzoeken voor opname wettelijk verlof, bovenwettelijk verlof en buitengewoon verlof.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 5

31.

Schriftelijke waarschuwing.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

Organisatieniveau 4, slechts clustercommandanten

32.

Het bepalen dat een nevenfunctie niet verboden is, zoals bedoeld, zoals bedoeld 15:1e, derde lid CAR-UWO.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

33.

Het bepalen dat een nevenfunctie slechts onder voorwaarden niet verboden is, zoals bedoeld, zoals bedoeld 15:1e, derde lid CAR-UWO.

Te bepalen dat een nevenfunctie verboden is, zoals bedoeld in 15:1e, derde lid CAR-UWO.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

34.

Beslissen over uitbetalen van ingediende declaraties, leidend tot rechtspositionele beslissingen op grond van de rechtspositie.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 1 t/m 5

 

 

Vrijwilligers, bedoeld in hoofdstuk 19 CAR c.a.

 

 

 

35.

Rechtspositionele beslissingen, bedoeld in Hoofdstukken 19 en 19a CAR-UWO, inclusief financiële verplichtingen die daaruit voortvloeien (Aanstelling en tewerkstelling medewerkers), ), voor zover niet gespecificeerd in een ander ondermandaat, en met uitzondering van

- bepalen of sprake is van een ongeval in en door de dienst, bedoeld in artikel 7:1 lid 1 sub d CAR;

- disciplinaire maatregelen;

- ontslag anders dan op eigen verzoek, behalve in de volgende gevallen:

  • -

    ontslag bij een tijdelijke aanstelling;

  • -

    ontslag wegens arbeidsongeschiktheid na langdurige ziekte, en

  • -

    ontslag wegens niet voldoen aan de kwalificatie-eisen voor de functie.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

36.

Bepalen of sprake is van een ongeval in en door de dienst, bedoeld in artikel 7:1 lid 1 sub d CAR.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

37.

Schriftelijke waarschuwing.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 4

38.

Beslissen over uitbetalen van ingediende declaraties voor uren en kosten, voor zover die voor vergoeding in aanmerking komen.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 t/m 5

 

Overig, niet rechtspositioneel

 

 

 

39.

Beslissen op verzoeken voor het afsluiten en verstrekken van voorschotten op het salaris.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

- Slechts aan medewerkers en vrijwilligers.

40.

Beslissen over uitbetalen van ingediende declaraties voor voorgeschoten inkoop.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 1 t/m 4

41.

Beslissen over het aanwijzen als chauffeur die met optische- en geluidssignalen mag rijden op grond van artikel 4 Regeling optische en geluidssignalen.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

Organisatieniveau 4, slechts clustercommandanten

- Voldoen aan de eisen van de betreffende Brancherichtlijn.

42.

Beslissen over het afgeven van een verklaring op grond van de vrijstelling van bepalingen krachtens artikel 147 Wegenverkeerswet 1994, afgegeven door de Minister van I&W d.d. 13 augustus 2020 (beschikking RWS-2020/41445)

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

43.

Het aangaan van overeenkomsten ten behoeve van detacheren van medewerkers, mits zo nodig rechtspositioneel voorwaardelijke beslissingen zijn genomen.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

 

44.

Het aangaan van stage-overeenkomsten en overeenkomsten ten behoeve van werkervaringsplaatsen.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 t/m 4

45.

Het aanvragen van een koninklijke onderscheiding.

 

Voorzitter

Organisatieniveau 2

46.

Het verklaren van ondersteuning aan de aanvraag voor een koninklijke onderscheiding (adhesieverklaring).

 

Voorzitter

Organisatieniveau 4

 

Jeugdbrandweer, bedoeld in de Regeling jeugdbrandweer VRU

 

 

 

47.

Sluiten lidmaatschapsovereenkomst, bedoeld onder 2.1, tweede lid J° 3.1, derde en vierde lid Regeling jeugdbrandweer VRU.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

Organisatieniveau 4, slechts

  • -

    Clustercommandant

48.

Het aanstellen van jeugdleiders en hoofdjeugdleiders, bedoeld onder 2.3 vierde lid Regeling jeugdbrandweer VRU.

Het sluiten van een vrijwilligersovereenkomst jeugdleiders en hoofdjeugdleiders, bedoeld onder 2.3, vijfde lid Regeling jeugdbrandweer VRU, niet zijnde vrijwilligers, bedoeld in hoofdstuk 19 CAR.

Aanwijzen personen, bedoeld onder 4.2 , tweede lid Regeling jeugdbrandweer VRU.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 en 3

49.

Schorsen en niet op eigen verzoek beëindigen lidmaatschap van jeugdleden, bedoeld onder 6.4 en 7.1 Regeling jeugdbrandweer VRU.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2

50.

Beslissen over uitbetalen van ingediende declaraties voor voorgeschoten inkoop.

 

dagelijks bestuur

voorzitter

Organisatieniveau 2 t/m 4

Mandaatniveau 5, slechts postcommandanten

Hoofdjeugdleiders

 

  • III.

     

MANDATEN VOOR WETTELIJKE TAKEN

 

 

 

 

Preventie & Risicobeheersing

 

 

 

51.

Het adviseren van colleges van burgemeester en wethouders inzake brandveiligheidsaspecten en GHOR-aspecten ten aanzien van

- Omgevingsvergunningen op grond van de Woningwet;

- Evenementenvergunningen;

- beslissingen op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

- beslissingen op grond van het Besluit externe veiligheid transport;

- beslissingen op grond van het Besluit externe veiligheid buisleidingen;

- en overige beslissingen op grond van gemeentelijke verordeningen,

onder andere op grond van artikel 10 Wet veiligheidsregio’s Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, brandbeveiligingsverordening, algemene plaatselijke verordening, alsmede zodra deze in werking is getreden: de Omgevingswet, et cetera.

 

dagelijks bestuur

  • Organisatieniveau 2 t/m 4

  • Medewerkers met de rol ‘Kwaliteitsbeoordelaar’

52.

Beslissingen met betrekking tot of verband houdend met bestuursdwang en dwangsom, ter handhaving van de informatieplicht zoals bedoeld in artikel 31 Wet veiligheidsregio’s Jº artikel 63 Wet Veiligheidsregio’s Jº artikelen 5:24 en 5:32 Algemene wet bestuursrecht.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

- Vooraf informeren van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de inrichting is gelegen.

53.

Het adviseren van gedeputeerde staten inzake brandveiligheidsaspecten ten aanzien van vuurwerkontbrandingen en –opslag op grond van artikel 3B3a lid 7 onder c Vuurwerkbesluit.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

54.

Het beoordelen van veiligheidsrapporten die bij het coördinerend bevoegd gezag zijn binnengekomen en naar de VRU zijn doorgezonden.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2 en 3

55.

Het voorbereiden van beslissingen tot het aanwijzen van inrichtingen als bedrijfsbrandweerplichtig op grond van in Artikel 31 Wet veiligheidsregio’s Jº hoofdstuk 7 Besluit veiligheidsregio’s, daaronder in ieder geval begrepen:

- Het opvragen van een bedrijfsbrandweerrapportage.

- De handelingen zoals bedoeld in artikel 7.2 leden 3 en 4 alsmede 7.3 leden 2 en 4 Besluit veiligheidsregio’s.

 

dagelijks bestuur

Organisatieniveau 2

- Organisatieniveau Informeren van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de inrichting is gelegen.

 

  • IV.

     

MANDATEN VAN GEMEENTEN

 

 

 

56.

Het aanwijzen van toezichthouders

 

burgemeester en wethouders

Organisatieniveau 2, slechts directie Risicobeheersing.

- Slechts indien college heeft gemandateerd met de mogelijkheid tot ondermandaat.