Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

VERORDENING Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen
CiteertitelVerordening adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://iplo.nl/regelgeving/omgevingswet/geconsolideerde-teksten-omgevingswet/

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

10-03-2022

gmb-2023-373964

5404

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen

De raad van de gemeente Terneuzen;

 

gelezen het voorstel van het college van 25 januari 2022;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen;

- goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

- wet: de Omgevingswet.

- college: het college van burgemeester en wethouders

 

Paragraaf 2. Adviestaak

 

Artikel 2 Taak en werkzaamheden

1. De gemeenteraad verzoekt Dorp, Stad en Land om de commissie te faciliteren.

De commissie heeft als taak de raad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee ver- band houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Waaronder het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie.

2. Ter uitvoering van haar taak:

a. adviseert de commissie op verzoek van het college over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

1 een rijksmonumentenactiviteit met betrekking op een (voorbeschermd) rijks- monument;

2 een omgevingsplanactiviteit met betrekking op een (voorbeschermd) gemeentelijk monument;

3 monumentale aspecten van in voorbereiding zijnde ruimtelijke plannen en advisering inzake excessen;

4 een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

5 een tijdelijk deel van het omgevingsplan of zoals bedoeld in artikel 22.29 eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zo- als opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.

6 een andere activiteit in geval het college een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

b. adviseert de commissie op verzoek van het college over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

c. adviseert de commissie op verzoek van het college over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

d. adviseert de commissie op verzoek van het college in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin het college een advies nodig acht in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

e. informeert en begeleidt de commissie op verzoek van het college planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces bij de in art 2a en 2b genoemde omgevingsplanactiviteiten;

f. voert de commissie op verzoek van het college vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een bij de in art 2a en 2b genoemde omgevingsplanactiviteiten;

g. adviseert de commissie op verzoek van het college over het stellen van maat- werkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen.

 

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

 

Artikel 3. Verplichte advisering

Het college wint advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 t̊ot en met 5 en onder b.

 

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

 

Artikel 4. Samenstelling

1. De commissie bestaat uit 3 leden, de voorzitter daaronder begrepen. Dorp, Stad en Land zorgt voor plaatsvervangers in het geval van afwezigheid van (één van) de leden. De leden en hun plaatsvervangers zijn personen die werkzaam zijn voor Dorp, Stad en Land en die onafhankelijk zijn van de gemeente Terneuzen.

2. De door Dorp, Stad en Land voorgedragen leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. De door Dorp, Stad en Land aangewezen plaatsvervangers hebben vergelijkbare deskundigheid, alsmede maatschappelijke kennis en ervaring.

3. In afwijking van het tweede lid kunnen door Dorp, Stad en Land deskundigen worden ingezet wiens deskundigheid aansluit op een specifieke vraag met betrekking tot monumenten van een bijzondere categorie, of met betrekking tot landschap of cultuurhistorie. Deze deskundigen zijn personen die werkzaam zijn voor Dorp, Stad en Land en die onafhankelijk zijn van de gemeente Terneuzen

4. De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet tenminste twee deskundigen op het gebied van de monumentenzorg.

5. De disciplines die de leden in gezamenlijkheid kunnen vertegenwoordigen zijn: cultuurhistorie, monumenten, landschap en stedenbouw.

6. De leden alsmede de specifieke deskundigen zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

 

Artikel 5 Benoeming

1. De leden kunnen voor een termijn van ten hoogste vier jaar worden benoemd.

2. Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervangers of specifieke deskundigen zoals genoemd in het derde lid.

3. Afgetreden leden zijn één jaar na hun aftreden weer benoembaar.

4. De leden worden op eigen verzoek ontslagen. Zij kunnen voorts door het college worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

5. De leden van de commissie worden door het college benoemd op grond van artikel 156, eerste lid van de gemeentewet en nadat Dorp, Stad en Land gevraagd is om een selectie en voordracht van kandidaatleden. Het college informeert de raad over deze benoeming.

 

Artikel 6 Ondersteuning van de commissie

1. De commissie wordt ambtelijk ondersteund door een medewerker van de gemeente Terneuzen (casemanager).

2. De medewerker zorgt voor de verslaglegging, hierbij ondersteund door Dorp, Stad en Land en een of meerdere ambtelijke medewerkers.

3. Deze medewerkers zijn voor hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

 

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

 

Artikel 7. Adviestermijn

De commissie brengt advies uit binnen een termijn van maximaal vier weken, tenzij het college heeft aangegeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

 

Artikel 8 Beraadslagingen en standpuntbepaling

1. De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsver- gunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien het college – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doet tot niet-openbare behandeling, dan dient het college daaraan klem- mende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering.

2. De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht. Daarnaast hebben belanghebbenden in toelichtende zin spreekrecht in door de commissie gehouden openbare vergaderingen. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht

3. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijks- monumentenactiviteit met betrekking tot een monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

4. Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

5. De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

 

Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie.

 

Artikel 10 Adviseurs

1. De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot ter zake kundige ambtenaren van de gemeente Terneuzen.

2. De commissie kan zich laten bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

3. De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

 

Artikel 11 Verwerking van het advies

1. Het college kan eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Een second opinion wordt pas gevraagd nadat de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het advies heeft gekregen. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte. De commissie neemt een second opinion voor kennisgeving aan.

2. In geval het college een beschikking geeft in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies stellen zij de commissie hiervan op de hoogte.

 

Paragraaf 6. Werkwijze

 

Artikel 12 Reglement van orde

1. De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

2. In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

a. de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk onder c;

b. de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder f;

c. de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

d. het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;

e. de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

f. de instelling van subcommissies;

g. de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in

artikel 9;

h. de selectie en voordracht van kandidaatleden.

3. Het college draagt zorg voor het op de juiste wijze bekendmaken van het door de commissie vastgestelde reglement van orde.

 

Artikel 13. Relatie met andere adviseurs

Het college draagt zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van de adviseur die deelneemt aan een kwaliteitsteam/omgevingstafel enz en de commissie.

 

Artikel 14. Vergoeding

De leden van de commissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10 , tweede lid die op voordracht van Dorp, Stad en Land zijn benoemd of door de commissie zijn gevraagd ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land. Bij door de gemeente voorgestelde of gevraagde leden of adviseurs bepaalt de gemeente de vergoeding.

Paragraaf 7. Jaarverslag

 

Artikel 15 Jaarverslag

1. De commissie brengt jaarlijks verslag uit, als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid van de wet, van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

2. In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

a. de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

b. de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

 

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 16. Onvoorzienbaarheid

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, na de commissie te hebben gehoord.

 

Artikel 17 Overgangsrecht

1. De benoeming van de nieuwe leden met een termijn van ten hoogste vier jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum dat deze verordening in werking treedt.

2. Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

 

 

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt tegelijk met de Omgevingswet in werking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Terneuzen.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 maart 2022

De griffier (plv), De voorzitter (plv),

mr. N.G.E. Haars A.D.W. Dijkhuis-Dieleman