Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dijk en Waard

Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDijk en Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal
CiteertitelUitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-08-2023nieuwe regeling

10-08-2023

gmb-2023-368625

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

Zaaknummer: 594335

Datum: 10 juli 2023

 

DEEL A

 

Het college besluit:

  • 1.

    Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

  • 2.

    Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

1. Inleiding

1.1. Bestaanszekerheid

De gemeente Dijk en Waard en al haar inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen hebben de opgave om uiterlijk in 2050 een CO2-neutraal energiesysteem te hebben. Dit betekent dat we dan geen fossiele brandstoffen meer kunnen gebruiken om onze gebouwen te verwarmen en te verlichten, ons te verplaatsen, fabrieken en machines te laten draaien.

 

De verandering die hiervoor nodig is, is groot. Maar we krijgen er ook heel veel voor terug. Bij een CO2-neutraal systeem, helpen we klimaatverandering tegen te gaan. We dragen bij aan bestaanszekerheid, omdat we niet meer afhankelijk zijn van steeds schaarsere, duurdere fossiele brandstoffen.

 

Het goede nieuws is dat we al op weg zijn. De CO2-uitstoot daalt in onze gemeente. Bij de verduurzamingsstappen die afgelopen jaren al door bijvoorbeeld inwoners en bedrijven genomen zijn, hebben we veel geleerd over de uitdagingen die er nog liggen.

 

Dit uitvoeringsprogramma geeft antwoord op de vraag: welke concrete stappen nemen we nu als gemeente en gaan we de komende jaren nog nemen om onze inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen te helpen om over te schakelen op een duurzaam energiesysteem? En hoe geven we als gemeentelijke organisatie, een van de grootste werkgevers binnen de gemeentegrenzen en eigenaar van meer dan honderd gebouwen, zelf het goede voorbeeld?

 

1.2. Actielijnen

In dit uitvoeringsprogramma zijn de ambitie en langjarige opgaven vertaald naar een zestal actielijnen waar de gemeente Dijk en Waard de komende jaren op gaat inzetten:

  • Inwoners

  • Bedrijven en instellingen

  • Mobiliteit

  • Grootschalige hernieuwbare energie

  • Toekomstig energiesysteem

  • Zelf het goede voorbeeld geven

1.3. Uitgangspunten

 

Eerlijk

Een van de belangrijkste uitgangspunten is dat de overheid er is om te bewaken dat de energietransitie eerlijk verloopt. Het gevaar bestaat dat ongelijkheid toeneemt, omdat mensen met ruime financiële middelen er relatief makkelijk in slagen om hun huizen te verduurzamen en dat een categorie inwoners achterblijft. Dit is niet eerlijk en is bovendien een fundamentele bedreiging voor het slagen van de energietransitie.

 

De gemeente staat daarom vooral klaar voor mensen die hulp het meest nodig hebben. Dit is geen vanzelfsprekendheid, omdat dit vaak een categorie inwoners is die minder makkelijk de weg weet te vinden naar (financiële) regelingen.

 

Dichtbij

Zelfs voor inwoners, bedrijven, instellingen of verenigingen die wel de financiële middelen hebben, is verduurzamen lastig. Het brengt veel keuzes met zich mee, het is veel ‘gedoe’. Daarom is het belangrijk dat de gemeente begrijpt waar mensen tegenaan lopen. Als lokale overheid zijn we in een goede positie om dit te doen. Het is de kern van dorps- en wijkgericht werken. Hoe we het beste kunnen zorgen dat we dichtbij staan, is een van de zaken die we onderzoeken in het uitvoeringsprogramma.

 

Energiehub

In onze gemeente zijn veel kansen om het energiegebruik in deelgebieden slim in balans te brengen: zorgen dat op een bedrijventerrein of in een woonwijk de opwek van energie en het verbruik zoveel mogelijk in evenwicht zijn. Vaak is hierbij ook een combinatie nodig met opslag van elektriciteit of warmte. Dit noemen we een energiehub. Dit is duurzaam, kan de energieprijs voor gebruikers omlaag brengen en gaat overbelasting van het stroomnet (‘netcongestie’) tegen. Een belangrijke rol van de gemeente is om te stimuleren dat mensen hierbij verder kijken dan de energievoorziening van hun eigen gebouw en gaan samenwerken met de buren. Dit kan door inwoners of bedrijven bij elkaar te brengen, door te verbinden. Ook dit komt terug in dit uitvoeringsprogramma.

 

Bewezen effectieve technieken

Als het over de energietransitie gaat, is er in de media en in discussies veel aandacht voor innovatieve technieken zoals waterstof. In dit programma sluiten we niet de ogen voor dit soort technieken, maar maken we wel een duidelijke keuze om als gemeente de meeste energie te steken in bewezen effectieve werkwijzen waar we onze inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen nú al mee kunnen helpen. Dit betekent bijvoorbeeld veel aandacht voor energiebesparing. Want energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. En voor duurzame mobiliteit geldt bijvoorbeeld: er valt al heel veel te winnen door wandelen of fietsen aantrekkelijker te maken.

 

1.4. Periode

Het uitvoeringsprogramma heeft betrekking op de periode 2023 t/m 2026, maar focust vooral op 2023 en 2024. Enerzijds omdat ontwikkelingen in de energietransitie elkaar in rap tempo opvolgen, waardoor we nu nog niet goed kunnen overzien wat er over twee jaar nodig is. Anderzijds om flexibiliteit in de uitvoering te borgen, waardoor we kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen als dat nodig is.

 

1.5. Leeswijzer

Het uitvoeringsprogramma bestaat uit twee delen. Deel A beschrijft de aanleiding van het uitvoeringsprogramma (H1), de zes actielijnen waar we de komende jaren op inzetten (H2) en de werkwijze die we voor dit uitvoeringsprogramma hanteren (H3). In deel B is uitgewerkt met welke activiteiten we de komende tijd concreet aan de slag gaan en wat de planning is van de activiteiten.

2. Actielijnen

Om van de huidige naar de gewenste situatie te komen, zijn in dit hoofdstuk de actielijnen beschreven waar we als gemeentelijke organisatie de komende jaren op inzetten. Per actielijn is uitgewerkt wat de belangrijkste uitdagingen binnen de actielijnen zijn, welke ontwikkelingen van invloed zijn op deze actielijn en wat we willen bereiken. De activiteiten die we gaan uitvoeren en de planning zijn per actielijn uitgewerkt in deel B van dit uitvoeringsprogramma.

 

2.1. Inwoners

CO2-neutraal worden doen we met zijn allen. Inwoners vormen dan ook een belangrijke schakel in het realiseren van onze doelen. Veel van de dagelijkse activiteiten van inwoners leiden namelijk tot CO2-uitstoot. Zo is het energiegebruik in woningen volgens Klimaatmonitor goed voor 29% van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Een groot deel van deze uitstoot ontstaat door het gebruik van aardgas om woningen mee te verwarmen. Om de uitstoot tegen te gaan zullen inwoners moeten besparen op hun energieverbruik en (op termijn) overstappen op duurzame energiebronnen voor hun verwarming (de warmtetransitie). De noodzaak tot alternatieve energiebronnen wordt bovendien vergroot door de sterk oplopende energieprijzen ten gevolge van de huidige geopolitieke situatie. Dit resulteert in toenemende mate in energie-armoede binnen de gemeentegrenzen. Het verduurzamen van woningen is dus niet alleen belangrijk voor het klimaat, maar ook voor de koopkracht van onze inwoners, verenigingsleven etc. Deze actielijn is er dan ook op gericht om onze verantwoordelijkheid te nemen als gemeente en de warmtetransitie in Dijk en Waard te regisseren, waarbij we inwoners actief ondersteunen bij het nemen van energiemaatregelen.

 

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe geven we effectief invulling aan de regierol van de gemeente in de verduurzaming van de gebouwde omgeving?

  • Hoe ondersteunen we inwoners bij energiebesparende maatregelen om het aardgasverbruik te verminderen en de energierekening te verlagen?

  • Hoe faciliteren we de opschaling van hernieuwbare warmtebronnen voor zowel collectieve als individuele oplossingen?

Context

  • In het landelijk Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in 2050 aardgasvrij is.

  • Via het Nationaal Isolatieprogramma, met als doel om 2,5 miljoen woningen te isoleren tot en met 2030, ontvangen gemeenten middelen van het Rijk dat ingezet kan worden voor gebouwisolatie in de gemeente.

  • Verwacht wordt dat in 2024 een nieuwe warmtewet wordt vastgesteld. De meest ingrijpende wijziging is de keuze dat warmtenetten in publieke handen moeten komen. Op deze manier kunnen gemeenten meer sturing geven aan duurzaamheid, leveringszekerheid en betaalbaarheid.

  • De hybride warmtepomp moet vanaf 2026 standaard worden voor het verwarmen van woningen. Huiseigenaren en ontwikkelaars zijn dan verplicht om bij vervanging van de cv-ketel of bij nieuwbouw te kiezen voor een hybride warmtepomp of een ander duurzaam alternatief.

Wat willen we bereiken

  • We kennen de obstakels voor bewoners en verenigingen om te verduurzamen en spelen hier op in met (psychologische) kennis van gedrag.

  • We beschikken over een effectief ondersteuningsaanbod (subsidies, leningen, ontzorging) dat aansluit op de behoefte van onze inwoners.

  • We beschikken over een geactualiseerde en geharmoniseerde Transitievisie Warmte waarin SMART-doelstellingen zijn opgenomen om richting en duidelijkheid te geven aan de warmtetransitie in onze gemeente,

2.2. Bedrijven en instellingen

Bedrijven en instellingen hebben volgens Klimaatmonitor gezamenlijk een aandeel van 44% in de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Met name de glastuinbouw en industrie hebben een groot aandeel in de CO2-uitstoot. Wat kenmerkend is voor beide sectoren is dat de bedrijven in deze sectoren vaak veel energie nodig hebben in hun productieprocessen en dat een beperkt aantal (grote) bedrijven verantwoordelijk is voor het grootste deel van het energiegebruik binnen deze sector. Het verduurzamen van bedrijven en instellingen, met een focus op glastuinbouw en industrie, is daarmee een belangrijke opgave voor onze gemeente. Niet alleen om CO2-reductie te realiseren, maar ook om sectoren die een belangrijke werkgelegenheidsfunctie voor onze gemeente en de regio hebben op de langere termijn concurrerend te houden. We zien bijvoorbeeld dat door de stijgende energieprijzen de toekomstbestendigheid van met name energie-intensieve bedrijven onder druk staat. Binnen deze actielijn richten we ons op het verminderen van het fossiele energiegebruik van bedrijven en instellingen door in te zetten op vermindering van de energievraag, vergroten van de gebouwgebonden opwek van hernieuwbare energie en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de energietransitie bij bedrijven en instellingen. De focus ligt vooral op het verduurzamen van de glastuinbouw en industrie.

 

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe vergroten we het inzicht in en kennis over de doelgroep?

  • Hoe geven we een ondersteuningsaanbod gericht op het stimuleren van bedrijven en instellingen om te verduurzamen vorm (wortel)?

  • Hoe geven we een handhavingsaanpak vorm, zodat wettelijke verplichtingen worden nageleefd (stok)?

Context

  • Energiebesparingsplicht en informatieplicht: Het Activiteiten-besluit milieubeheer verplicht bedrijven en instellingen (die per jaar vanaf 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas of een equivalent daarvan verbruiken) om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Met de invoering van de Informatieplicht dienen deze bedrijven en instellingen aan RVO te rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen

  • Label C verplichting: Per 1 januari 2023 moet een kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een primair fossiel energiegebruik van maximaal 225 kWh per m2 per jaar. Voldoet het gebouw dan niet aan de eisen, dan mag het per 1 januari 2023 niet meer als kantoor gebruikt worden. Deze verplichting staat in het Bouwbesluit 2012.

  • Energiebesparingsakkoord met de provincie. Het energiebesparingsakkoord is een aanjager voor de energiebesparingsplicht die bij punt 1 staat. Er is een vierjarig traject waarbij de gemeenten de bedrijven voorlichten over de energiebesparingsplicht en waarop vervolgens door de Omgevingsdienst wordt gehandhaafd.

  • Gebiedsakkoord Alton waarin afspraken zijn gemaakt tussen de gemeente en andere partijen over de toekomst van het glastuinbouwgebied (Alton). Een belangrijke pijler in het gebiedsakkoord is het verduurzamen van de glastuinbouw.

Wat willen we bereiken

  • We hebben inzicht in het energieprofiel van onze bedrijven en hebben een effectief ondersteuningsaanbod dat aansluit op de behoefte van het bedrijfsleven.

  • Alle bedrijven die te maken hebben met wet- en regelgeving zijn minimaal één keer gecontroleerd door een toezichthouder.

  • Er zijn meer bedrijven aangesloten op warmtenetten. Zo willen we de bedrijven op Zandhorst aansluiten op een midden-temperatuur warmtenet.

  • We werken structureel samen met Bedrijfskring Dijk en Waard op het gebied van energietransitie.

2.3. Mobiliteit

Mobiliteit is volgens Klimaatmonitor verantwoordelijk voor ruim een kwart van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard in 2021. Deze uitstoot wordt vrijwel volledig veroorzaakt door wegverkeer en mobiele werktuigen. Er is qua mobiliteitspatronen een sterke verwevenheid tussen Dijk en Waard en de omliggende regio(s). Een deel van de inwoners van Dijk en Waard werkt, studeert of recreëert

buiten de gemeente en vice versa. Daarnaast wordt een deel van de uitstoot door de mobiliteit veroorzaakt door doorgaand verkeer. Dit maakt dat samenwerking op meerdere schaalniveaus nodig is om de CO2-uitstoot door mobiliteit in Dijk en Waard te reduceren.

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe zorgen we voor de beschikbaarheid van voldoende laadinfrastructuur om de verwachte groei van het aantal elektrische voertuigen te kunnen faciliteren?

  • Hoe verminderen we het autogebruik in de gemeente?

  • Hoe spelen we in op nieuwe ontwikkelingen zoals deelmobiliteit, smart mobility, stadslogistiek en waterstof?

 

Context

  • In het landelijke Klimaatakkoord is de ambitie voor mobiliteit als volgt verwoord: Geen emissies, uitstekende bereikbaarheid toegankelijk voor jong en oud, arm en rijk, valide en mindervalide. Betaalbaar, veilig, comfortabel, makkelijk én gezond. Slimme, duurzame, compacte steden met optimale doorstroming van mensen en goederen. Mooie, leefbare en goed ontsloten gebieden en dorpen waarbij mobiliteit de schakel is tussen wonen, werken en vrije tijd.

  • We werken met andere overheden in het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP). Hiermee geven we regionaal en lokaal invulling aan het landelijke Klimaatakkoord. In de Regionale Agenda Mobiliteit (RAM) regio Alkmaar wordt dit verder uitgewerkt in regionale acties.

  • In het Omgevingsprogramma Mobiliteit Dijk en Waard is het gemeentelijke mobiliteitsbeleid opgenomen. Vanuit het Omgevingsprogramma Mobiliteit wordt een Uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin ook de projecten/activiteiten op het gebied van duurzame mobiliteit worden opgenomen.

  • Vanaf 2030 geldt de verplichting dat nieuwe personenauto’s elektrisch aangedreven moeten zijn.

  • Er gelden ook verplichtingen voor het OV (2025: nieuwe bussen emissieloos, nieuwe bussen rijden op regionaal opgewekte duurzame energie, 2030: alle bussen emissieloos).

  • Vanaf 2025 kunnen gemeenten milieuzones instellen.

Wat willen we bereiken

  • Uitbreiding van het aantal laadpalen om de groei van elektrisch vervoer te faciliteren.

  • Vermindering van het autogebruik door toename actieve mobiliteit, OV en deelconcepten.

2.4. Grootschalige hernieuwbare energie

Het grootste deel van de energie die we op dit moment in Dijk en Waard gebruiken, is opgewekt met fossiele bronnen. Uit cijfers van Klimaatmonitor blijkt dat de hoeveelheid hernieuwbare energie die we momenteel in Dijk en Waard opwekken, overeenkomt met circa 8% van het totale energieverbruik in onze gemeente. We willen het gebruik van fossiele bronnen uiteindelijk afbouwen naar nul. Dit betekent dat we de energievraag willen reduceren (zie vorige actielijnen), maar ook dat we de opwek van hernieuwbare energie willen vergroten. Het gaat hierbij zowel om hernieuwbare warmte-

bronnen als alternatief voor aardgas als opwek van hernieuwbare elektriciteit om in de groeiende elektriciteitsvraag te voorzien.

 

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe vergroten we de hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit?

  • Hoe creëren we voldoende massa voor een rendabele toepassing van geothermie?

  • Hoe kunnen we andere hernieuwbare warmtebronnen zo optimaal mogelijk benutten?

Context

  • SDE++: De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie is een omvangrijke, landelijke subsidieregeling om grootschalige duurzame energieprojecten met een onrendabele top te ondersteunen. De toekomstige inrichting van deze regeling is daarmee van grote invloed op het realiseren van grootschalige duurzame energieprojecten in Dijk en Waard.

  • Regionale Energie Strategie: In de Regionale Energie Strategie hebben we regionale afspraken gemaakt over de beoogde hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit uit windenergie en grootschalige zonne-energie in 2030.

Wat willen we bereiken

  • Vergroten hoeveelheid elektriciteit uit zonnepanelen om op koers te blijven voor de RES-doelen.

  • Definitieve keuzes over windturbines in het Alton gebied

  • Een haalbare businesscase voor een geothermieproject.

2.5. Toekomstig energiesysteem

Door de energietransitie neemt de complexiteit van ons energiesysteem toe. Er is sprake van een verschuiving van centrale opwek van elektriciteit naar steeds meer decentrale opwek door zonnepanelen en windmolens. Ook het vervangen van aardgas door duurzame warmtebronnen heeft grote impact op de energie-infrastructuur in Dijk en Waard. Verder zijn energiegebruikers in toenemende mate ook producenten van energie. De groeiende rol van hernieuwbare elektriciteit en warmte stellen andere eisen aan ons energiesysteem. Binnen deze actielijn werken we aan de integratie van hernieuwbare energiebronnen in ons energiesysteem met als doel om de leveringszekerheid en betaalbaarheid van ons energiesysteem ook in de toekomst te kunnen waarborgen.

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe voorkomen en verminderen we netcongestie?

  • Hoe bieden we ruimte aan ontwikkeling en opschaling van innovaties op het gebied van systeemintegratie?

Context

  • Taskforce Energie-infrastructuur (TEF). Via de TEF werken netbeheerders samen met lokale overheden aan het uitbreiden van het elektriciteitsnet.

  • Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK). In het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat

  • staan projecten gericht op energie- en grondstoffen-infrastructuur. Dit betreffen projecten op nationaal schaalniveau. Het doel is om met meer regie over de hele keten, de infrastructuur van opwek tot afname, en door het wegnemen van knelpunten in de besluitvorming van projecten de aanleg

  • van energie- en grondstoffeninfrastructuur te versnellen en systeemintegratie te bereiken.

  • Provinciale MIEK. Het provinciaal MIEK bevat infrastructurele plannen op regionaal schaalniveau. De TEF is hier opdrachtgever van.

  • Investeringsplannen van de netbeheerders. Hiermee kan worden ingespeeld op de beschikbaarheid van netcapaciteit.

Wat willen we bereiken

  • We hebben meerdere pilots smart energy hubs uitgevoerd.

  • We hebben gemeentelijk beleid opgesteld waarin is uitgewerkt welke rol we pakken, zodat we nieuwe vraagstukken effectief kunnen ondersteunen.

2.6. Zelf het goede voorbeeld geven

Om te laten zien dat we als gemeente duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, willen we zelf het goede voorbeeld geven. We moeten ook wel, het klimaat wacht niet en we hebben doelstellingen te halen. Door onze organisatie, inkoop en vastgoed

te verduurzamen willen we laten zien dat we het menen en hopen hiermee andere actoren te inspireren om hun eigen duurzaamheids-maatregelen te nemen. Hierbij hebben we extra aandacht voor de verduurzaming van het onderwijshuisvesting. We hopen hiermee een sneeuwbaleffect te creëren door jongeren vroeg kennis te laten maken met de verduurzamingsnoodzaak, wat duurzaam gedrag in de hand werkt.

 

Wat zijn de uitdagingen

  • Hoe verfijnen we abstracte ambities in concrete doelen per onderdeel van de organisatie (vastgoed, gebiedsontwikkelingen, projecten etc.)?

  • Hoe krijgen we interne en externe stakeholders mee?

  • Hoe kunnen we duurzaam gedrag tot de norm maken?

  • Hoe zorgen we voor een sluitende businesscase waarbij ook maatschappelijke baten worden meegewogen?

Wat willen we bereiken

  • Duurzaamheid is een integraal onderdeel van de werkwijze van de gemeentelijke organisatie.

  • We hebben inzichtelijk wat er nodig is om duurzaam te worden in brede zin.

  • We beschikken over een monitoringsinstrument om de voortgang van de verduurzaming van de gemeentelijke organisatie te volgen.

  • We kijken voor alle slooppanden naar een materialenpaspoort.

3. Onze werkwijze

Om de uitvoering tot een succes te maken, zijn een aantal randvoorwaarden van groot belang. Deze randvoorwaarden zijn nader toegelicht in dit hoofdstuk

 

3.1. Samenwerking

Het afbouwen van de rol van fossiele energiebronnen in ons energiesysteem kunnen we als gemeente niet alleen. We hebben directe invloed op de CO2-uitstoot die we als gemeentelijke organisatie uitstoten. Dit is echter maar een klein deel van de totale CO2-uitstoot in Dijk en Waard. Voor veruit het grootste deel van de CO2-reductie die nodig is, zijn we afhankelijk van de keuzes die inwoners, bedrijven en instellingen in onze gemeente en bezoekers van onze gemeente maken. Daarnaast hebben keuzes die op (inter)nationaal en regionaal niveau worden gemaakt grote invloed op onze ambitie.

 

Dit betekent dat samenwerking en een integrale benadering van het vraagstuk cruciaal is. De verschillende actielijnen beïnvloeden elkaar en pakken we dus in samenhang op. Daarnaast zoeken we actief de samenwerking met andere domeinen binnen de gemeentelijke organisatie zoals wonen, ruimtelijke ontwikkeling, sociaal beleid, economie, inkoop, bedrijfsvoering, et cetera. Tevens zoeken we actief de samenwerking met externe partners. Dit doen we op verschillende geografische schaalniveaus:

  • met partners in onze gemeente zoals de woningcorporaties, scholen, HVC en Duurzame Ring, bedrijvenkringen, huurders van maatschappelijk vastgoed, etc.;

  • met andere gemeenten waarbij het zwaartepunt ligt op samenwerking met de gemeente Alkmaar, BUCH-gemeenten en gemeenten met wie we samenwerken binnen de RES-regio Noord-Holland Noord.

  • met partners die provinciebreed of regionaal opereren zoals de provincie Noord-Holland, de omgevingsdienst NHN, partners uit de Taskforce energie-infrastructuur en MRA-E, de netbeheerders en LTO.

  • met ministeries en in EU-programma’s

3.2. Gemeentelijke rollen

Om de energietransitie in Dijk en Waard te versnellen, zijn verschillende rollen mogelijk. NSOB1 onderscheidt vier rollen (sturingsmodellen) van de overheid:

  • rechtmatige overheid;

  • presterende overheid;

  • netwerkende overheid;

  • participerende overheid.

De vier rollen komen allemaal terug in dit uitvoeringsprogramma. Dit is hieronder nader toegelicht.

 

Rechtmatige overheid

In deze rol staan begrippen als legitimiteit en rechtmatigheid centraal. Als gemeente geven we hier bijvoorbeeld invulling aan door wettelijke

verplichtingen op het gebied van energietransitie actief te gaan handhaven en onze regierol nadrukkelijk te pakken.

 

Presterende overheid

In deze rol ligt de nadruk op doelmatigheid en doelgerichtheid. Dit borgen we bijvoorbeeld door de voortgang van dit uitvoeringsprogramma te monitoren. Ook willen we zelf het goede voorbeeld geven door als gemeentelijke organisatie voorop te lopen in CO2-reductie en transparant te zijn over de voortgang.

 

Netwerkende overheid

Samenwerking met maatschappelijke partners vormt een belangrijk uitgangspunt in deze rol. Zoals in de vorige paragraaf beschreven, zoeken we bij de uitvoering van activiteiten actief de samenwerking met andere partijen.

 

Participerende overheid:

In deze rol zoekt de overheid zoveel mogelijk aansluiting bij initiatieven die vanuit de samenleving ontstaan. We geven hier met dit uitvoeringsprogramma op verschillende manieren invulling aan, bv. door lokale energiecoöperaties te ondersteunen en inwoners te helpen die in hun wijk of buurt met de energietransitie aan de slag willen.

 

3.3. Flexibiliteit

De langjarige opgaven waar we aan moeten werken om de energietransitie te realiseren zijn omvangrijk. Tegelijkertijd is de uitvoeringscapaciteit van de gemeentelijke organisatie beperkt en volgen nieuwe ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Binnen de geschetste kaders van de langjarige opgaven en daaraan gekoppelde actielijnen maken we daarom jaarlijks een nieuwe afweging over welke activiteiten we oppakken (deel B van dit uitvoeringsprogramma). Hiermee borgen we de flexibiliteit en behouden we focus. We wegen dan af welke activiteiten het beste aansluiten op de behoefte van de samenleving en strategische ontwikkelingen die zich voordoen op verschillende schaalniveaus, zodat we de beschikbare capaciteit effectief inzetten. De planning in de actielijnen biedt houvast, maar tussentijds kunnen inzichten veranderen en kan de planning worden aangepast.

 

3.4. Monitoring en verantwoording

Datagedreven werken vormt een belangrijk uitgangspunt in onze aanpak. We willen optimaal gebruik maken van data om doelgroepen in beeld te brengen en om de voortgang te bewaken. Dit laatste doen we door jaarlijks de voortgang op de actielijnen en de voortgang van de energietransitie in onze gemeente te monitoren. Hierdoor kunnen we – indien nodig – de uitvoeringsstrategie tijdig bijsturen. De verantwoording over de voortgang vindt plaats via de reguliere planning & control cyclus van de gemeente Dijk en Waard. In de tabel op de volgende pagina is uitgewerkt welke indicatoren we willen gaan monitoren gedurende de looptijd van het uitvoeringsprogramma. Een deel van de indicatoren is reeds beschikbaar, een deel van de indicatoren nog niet. Voor deze indicatoren gaan we uitwerken hoe we dit het beste kunnen operationaliseren. De uitwerking van beoogde resultaten per project/activiteit vallen buiten de scope van dit uitvoeringsprogramma.

 

Tabel 1: Opzet monitoringsraamwerk

Actielijnen

Inwoners

Bedrijven en instellingen

Mobiliteit

Grootschalige her-nieuwbare energie

Toekomstig energiesysteem

Zelf het goede voorbeeld geven

Input

- Beschikbare menskracht (in FTE) en middelen (in €) per actielijn

Output

- Realisatie van de beoogde projecten en activiteiten

- Realisatie van de beoogde resultaten per project/activiteit

Outcome

- Fossiel energiegebruik woningen

- Aardgasloze woningen

- Fossiel energiegebruik bedrijven en instellingen

- % dat voldoet aan wettelijke verplichtingen

- Fossiel energiegebruik per modaliteit

- Aantal elektrische voertuigen en laadpalen

- Omvang hernieuwbare elektriciteit

- Omvang hernieuwbare warmte

- Omvang netcongestieproblematiek

- Fossiel energiegebruik gemeentelijke organisatie

- Fossiele energiegebruik en daaraan gerelateerde CO2 uitstoot

- Vermeden CO2 uitstoot door hernieuwbare bronnen en vermindering energievraag

 

Uitvoeringsprogramma 2023 – 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

 

DEEL B

 

Actielijn Inwoners

Actielijn Bedrijven en instellingen

Actielijn Mobiliteit*

 

* = In het Omgevingsprogramma Mobiliteit Dijk en Waard is het gemeentelijke mobiliteitsbeleid opgenomen. Vanuit het Omgevingsprogramma Mobiliteit wordt een Uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin ook de projecten/activiteiten op het gebied van duurzame mobiliteit worden opgenomen.

Actielijn Hernieuwbare opwek

Actielijn Toekomstig energiesysteem

Actielijn Goede voorbeeld geven


1

Nederlandse School voor Openbaar Bestuur