Beleidsregels wegsleepverordening gemeente Sluis

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

• a.

  RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

• b.

  de wet: de Wegenverkeerswet 1994;

• c.

  het besluit het Besluit wegslepen van voertuigen;

• d.

  voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990;

• e.

  motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

• f.

  het college: het college van burgemeester en wethouders;

• g.

  de verbalisant: opsporingsambtenaar welke belast is met het toepassing geven aan de wegsleepbevoegdheid;

• h.

  de bewaarder: het college of degene die door deze met de bewaring van voertuigen is belast;

• i.

  de feitelijke uitvoerder: diegene die daadwerkelijk met de uitvoering van het verwijderen en overbrengen van voertuigen is belast;

• j.

  de feitelijke bewaarder: diegene die daadwerkelijk met de uitvoering van het bewaren van voertuigen is belast.

Artikel 2. Grondslag toepassing bevoegdheid

• 1.

  Het college wijst hierbij de opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 en artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering aan als ambtenaren die belast zijn met het in de daarvoor in aanmerking komende gevallen toepassing geven aan de wegsleepbevoegdheid

• 2.

  Opdracht tot wegslepen wordt gegeven door de opsporingsambtenaar als bedoeld in lid 1.

Artikel 3. Uitreiken van een bestuursdwangaanschrijving bij toepassen wegsleepbevoegdheid

Indien de verbalisant toepassing geeft aan de wegsleepbevoegdheid dient een proces-verbaal krachtens artikel 5:29, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht te worden opgemaakt dat bevat een summiere beschrijving van het in bewaring te stellen voertuig, waarbij in elk geval wordt vermeld:

• a.

  a de kleur van het voertuig;

• b.

  het kenteken van het voertuig;

• c.

  het merk van het voertuig;

• d.

  de plaats van waar, alsmede de datum en het tijdstip waarop het voertuig is verwijderd;

• e.

  de omstandigheden die de verwijdering van het voertuig noodzakelijk maakten;

• f.

  de staat van het voertuig alsmede de omstandigheden die verwijdering van het voertuig noodzakelijk maakten, worden met foto's vastgelegd.

Artikel 4. Aanwezigheid van de verbalisant

• 1.

  Indien de verbalisant toepassing geeft aan de wegsleepbevoegdheid, blijft deze bij het foutgeparkeerde voertuig, totdat de verwijdering is voltooid en het voertuig wordt overgebracht naar de plaats van bewaring, of de toepassing van de wegsleepbevoegdheid wordt gestaakt.

• 2.

  Aan het bepaalde in lid 1 behoeft geen gevolg te worden gegeven door een verbalisant wiens aanwezigheid elders dringend wordt gewenst. In dat geval draagt deze er zorg voor dat de schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 5 van het Besluit zo spoedig mogelijk aan de feitelijke uitvoerder wordt verstrekt.

Artikel 5. Staken toepassing wegsleepbevoegdheid

• 1.

  Indien de rechthebbende zich ter plaatse meldt nadat opdracht is gegeven tot overbrenging, maar nog geen aanvang is gemaakt met de takelwerkzaamheden ten behoeve van het wegslepen, wordt deze toepassing alleen dan gestaakt, indien de bestuurder of de houder van het voertuig daarom verzoekt en deze ter plaatse de krachtens artikel 170 lid 6 van de wet verschuldigde kosten voldoet.

• 2.

  Het verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt gericht aan de verbalisant en de verschuldigde kosten worden voldaan aan de feitelijke uitvoerder. Bij afwezigheid van de verbalisant wordt het verzoek gericht aan de feitelijke uitvoerder.

Artikel 6. In bewaring nemen van voertuigen

• 1.

  De verwijdering en overbrenging van een voertuig geschiedt door Auto- takel- en bergingsbedrijf Varamo Breskens, Deltahoek 22, 451 1 PA Breskens.

• 2.

  De foutgeparkeerde voertuigen ten aanzien waarvan gebruik wordt gemaakt van de wegsleepbevoegdheid worden verwijderd en vervolgens onverwijld naar een plaats van bewaring overgebracht.

• 3.

  Als plaats van bewaring als bedoeld in het eerste lid zijn aangewezen de gemeentewerkplaatsen van de gemeente Sluis

• 4.

  Als bewaarder is aangewezen het hoofd van de afdeling Externe Dienstverlening dan wel een door hem nader aan te wijzen ambtenaar van die afdeling.

• 5.

  Als feitelijk bewaarder is aangewezen de ambtenaar Toezichthouder service onderhoud.

• 6.

  Overbrenging, bewaring en teruggave van een weggesleept voertuig geschieden overeenkomstig het bepaalde in het Besluit en met inachtneming van de in artikelen 5 tot en met 11 gegeven regels.

Artikel 7. Bewaringsregister

• 1.

  Er is een register, genaamd bewaringsregister, waarin aantekening wordt gehouden van voertuigen ten aanzien waarvan feitelijk toepassing wordt gegeven aan de wegsleepbevoegdheid, overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het Besluit.

• 2.

  Het bewaringsregister wordt namens het college beheerd door de feitelijke bewaarder en bevindt zich in de kantoorruimte op de feitelijke bewaarplaats.

• 3.

  Indien aan de wegsleepbevoegdheid feitelijk toepassing is gegeven en het voertuig in bewaring is gegeven dan wel genomen als bedoeld in artikel 5, wordt daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de eerstvolgende werkdag, aantekening gemaakt in het bewaringsregister en overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van het Besluit.

Artikel 8. Teruggave bewaarde voertuigen

• 1.

  De houder van een weggesleept voertuig dat voor bewaring is overgebracht naar een plaats van bewaring als bedoeld in artikel 6, kan zijn voertuig aldaar afhalen tegen betaling van de in rekening te brengen kosten, zolang het voertuig niet aan derden werd vervreemd ingevolge het bepaalde in artikel 172 lid 2 van de wet.

• 2.

  Vervreemding vindt niet plaats vóór een termijn van twee weken na de bekendmaking van de beschikking tot toepassen van bestuursdwang krachtens artikel 171, eerste lid is verstreken.

• 3.

  Het afhalen van de weggesleepte voertuigen kan geschieden door de houder, dan wel door degene die in plaats van de houder daartoe is gerechtigd.

• 4.

  De feitelijk bewaarder biedt gelegenheid tot het afhalen van voertuigen na een telefonische afspraak op werkdagen tussen 08:00 uur en 16:15 uur.

Artikel 9. Criteria teruggave

• 1.

  Om in aanmerking te komen voor het in ontvangst nemen van een weggesleept voertuig dient degene die daarom verzoekt ten behoeve van de feitelijk bewaarder:

• a.

  aan te tonen dat hij de rechtmatige houder is van het voertuig, dan wel anderszins gerechtigd is om het voertuig in plaats van deze in ontvangst te nemen, zulks ten genoegen van de feitelijk bewaarder.

• b.

  de kosten dienen te zijn betaald op het gemeentehuis te Oostburg.

• 2.

  Ter beoordeling of de verzoeker als bedoeld in het eerste lid gerechtigd is tot het in ontvangst nemen van het in bewaring genomen voertuig, pleegt de feitelijk bewaarder zo nodig overleg met de bewaarder.

Artikel 10. Verkoop of vernietiging niet teruggeven voertuigen

• 1.

  Zodra de termijn bedoeld in artikel 172 lid 2 van de wet is verstreken zonder dat een weggesleept voertuig is afgehaald, zal dat voertuig namens het college ter verkoop worden aangeboden overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in artikel 15 van het Besluit.

• 2.

  Ter uitvoering van het bepaalde in lid 1 worden ten minste 3 handelaren in tweedehands voertuigen uitgenodigd om op het te verkopen voertuig bij inschrijving een bod uit te brengen, waarna de verkoop plaats heeft aan de meest biedende.

• 3.

  Bij gebrek aan belangstelling bij de handelaren bedoeld in lid 2 om het voertuig te kopen, wordt het voertuig ter vernietiging aangeboden aan een officieel erkende autosloper, aan wie het voertuig in eigendom wordt overgedragen tegen betaling van het bedrag dat overeenkomt met de geschatte waarde van het voertuig blijkens een daartoe door een beëdigd taxateur opgemaakt rapport omtrent de geschatte waarde.

• 4.

  Bij gebrek aan belangstelling bij de autosloper als bedoeld in lid 3 om het voertuig te kopen, wordt het voertuig ter vernietiging om niet aangeboden aan een andere officieel erkende autosloper.

• 5.

  Van de procedure die overeenkomstig het bepaalde in voorgaande leden leidt tot verkoop, dan wel vernietiging van een voertuig, wordt een verslag opgemaakt door degene die door het college wordt gemachtigd tot het vervreemden van het voertuig. Dit verslag bevat ten minste de namen en adressen van degenen die werden uitgenodigd in te schrijven, de namen en adressen van degenen die op de inschrijving hebben gereageerd, alsmede een beschrijving van de aard van die reactie, waaronder de hoogte van het bod, de naam en het adres van de taxateur die in geval een verkoop als bedoeld in het tweede lid niet mogelijk is gebleken een rapport van de geschatte waarde van het voertuig heeft opgemaakt, alsmede de hoogte van die waarde, naam en adres van degene aan wie het voertuig ter vernietiging is aangeboden, alsmede de hoogte van de eventueel hiervoor ontvangen tegenprestatie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking