Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden
CiteertitelBeleidsregels terug- en invordering Tozo gemeente Rheden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-08-2023nieuwe regeling

14-07-2023

gmb-2023-358845

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

gelet op titel 4:3 de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83, 1:3, vierde lid en 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 17 lid 2, 58 lid 2, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet en artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo);

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over:

  • de afweging van de belangen;

  • de Tozo een bijzondere, tijdelijke regeling is ten behoeve van zelfstandig ondernemers die financieel getroffen zijn door de coronacrisis;

  • het bedrijfskapitaal Tozo in de vorm van een geldlening wordt verstrekt en daaraan voorwaarden zijn verbonden;

  • het belangrijk is om:

    • o

      de zelfstandige te ondersteunen als dit nodig is;

    • o

      de betalingsverplichtingen te laten nakomen zodra dit vereist en mogelijk is;

    • o

      een betalingsregeling te treffen als dit grotere problemen dan wel faillissement kan voorkomen; en

    • o

      het bedrijfskapitaal Tozo terug te vorderen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan;

  • het wenselijk is om in aanvulling op de Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet uniforme regelgeving voor de terugvordering en invordering van het bedrijfskapitaal Tozo vast te leggen;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen: Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfskapitaal: bijstand in de behoefte aan bedrijfskapitaal in de vorm van een rentedragende lening van in totaal maximaal € 10.157,00 zoals bedoeld in artikelen 13 en 15 Tozo;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

  • c.

    Pw: Participatiewet;

  • d.

    Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • e.

    zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo.

Hoofdstuk 2 Terugvordering en betalingsverplichting

Artikel 2 Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal op grond van de artikelen 58 lid 2, 59 en 60 van de Pw.

Artikel 3 Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal

  • 1.

    Het college merkt de lening bedrijfskapitaal als direct opeisbaar aan en vordert deze terug wanneer:

    • a.

      de zelfstandige de terugbetalingsverplichtingen niet nakomt;

    • b.

      de zelfstandige zijn bedrijf of beroep geheel of gedeeltelijk overdraagt of beëindigt;

    • c.

      er sprake is van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, van één van de vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep in een samenwerkingsverband wordt uitgeoefend, of van de rechtspersoon;

    • d.

      er sprake is van curatele van de zelfstandige, of bij onderbewindstelling van het vermogen van de zelfstandige en/of het bedrijf;

    • e.

      de zelfstandige het bedrijfskapitaal niet besteedt aan de overeengekomen bestemming;

    • f.

      de zelfstandige komt te overlijden;

    • g.

      overige opgelegde verplichtingen en voorwaarden zoals opgenomen in de schuldbekentenis worden geschonden.

  • 2.

    Terug- en invordering vindt plaats bij de zelfstandige en/of diens partner, als deze partner bij de bijstand is inbegrepen.

Artikel 4 Rente- en aflossingsverplichtingen bedrijfskapitaal

  • 1.

    Het college stelt de aflossing van het verstrekte bedrijfskapitaal vast op basis van de looptijd van de geldlening en kan hierbij rekening houden met de aflossingscapaciteit van de zelfstandige.

  • 2.

    Wanneer de zelfstandige niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, zal het college contact opnemen met de zelfstandige. Daarna volgen, als dit nodig is, een 1e en een 2e aanmaning.

  • 3.

    Als de zelfstandige ook na een 2e aanmaning niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen voldoet, gaat de gemeente direct over tot terugvordering van de openstaande vordering plus achterstallige rente.

  • 4.

    Als sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de rente- en aflossingsverplichtingen, betaalt de zelfstandige over de achterstallige rente- en aflossingsbedragen de wettelijke rente.

Artikel 5 Uitstel van betaling

  • 1.

    De gemeente kan op schriftelijk verzoek van de zelfstandige uitstel van de betalingsverplichting verlenen voor de duur van telkens maximaal 6 maanden. Dit kan alleen als de (financiële) omstandigheden daartoe aanleiding geven en de zelfstandige dit onderbouwt met bewijsstukken.

  • 2.

    De gemeente stemt zonder onderzoek in met een verzoek tot uitstel van betaling als:

    • a.

      aan de zelfstandige in de periode van 24 maanden voor het verzoek niet eerder een uitstel van betaling is toegekend; en

    • b.

      het uitstel van betaling niet langer duurt dan 6 maanden.

  • 3.

    De gemeente trekt het besluit tot uitstel van betaling in wanneer:

    • a.

      op een later tijdstip blijkt dat de zelfstandige onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen; en/of

    • b.

      de gronden voor verlening van het uitstel als bedoeld in het 1e lid zijn komen te vervallen.

  • 4.

    Bij uitstel van betaling dient de lening en bijbehorende rente binnen 72 maanden na datum verstrekking te zijn terugbetaald.

Artikel 6 Meewerken aan een schuldregeling als nog niet is teruggevorderd

Indien op grond van het Tozo-besluit een lening is verstrekt werkt het college mee aan een schuldregeling of aan een akkoord voor zover dit noodzakelijk is voor de voortzetting van het bedrijf of zelfstandig beroep, of dit bij de beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep tot stand kan komen. Deze medewerking wordt slechts verleend indien:

  • a.

    alle concurrente schuldeisers evenredige medewerking verlenen; en

  • b.

    de zelfstandige een de-minimisverklaring overlegd, waaruit blijkt dat het bedrag van de kwijtschelding niet de ruimte voor de-minimissteun overstijgt.

Hoofdstuk 3 Invordering

Artikel 7 Aflossingscapaciteit en betalingsregeling

  • 1.

    De openstaande vordering dient binnen 6 weken na dagtekening van het besluit tot terugvordering ineens terugbetaald te worden.

  • 2.

    Indien betaling ineens binnen 6 weken niet mogelijk is, dan treffen burgemeester en wethouders met de zelfstandige een zodanige betalingsregeling dat de vordering volledig en binnen een redelijke termijn wordt terugbetaald.

  • 3.

    Indien een betalingsregeling, als bedoeld in het vorige lid, niet tot stand komt of kan komen, dan vindt een draagkrachtonderzoek plaats. Voor de bepaling van de afloscapaciteit wordt, in elk geval, de beslagvrije voet, als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in acht genomen.

  • 4.

    In afwijking van het 2e en 3e lid kan de gemeente met een betalingsvoorstel van de zelfstandige instemmen als daarmee wordt bereikt dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

Artikel 8 Mogelijkheden tot wijziging van een betalingsverplichting

  • 1.

    Het college wijzigt op verzoek van de zelfstandige de eerder vastgestelde betalingsverplichting, als dit naar het oordeel van het college redelijk is in verband met wijzigingen in de (financiële) situatie van de zelfstandige met als doel dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

  • 2.

    Het college wijzigt de betalingsverplichting wanneer uit een draagkrachtonderzoek blijkt dat de zelfstandige over onvoldoende draagkracht beschikt, of als daarmee wordt bereikt dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.

  • 3.

    Het college voert periodiek of op basis van signalen onderzoek uit naar mogelijk gewijzigde financiële omstandigheden.

Artikel 9 Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting

  • 1.

    Als de zelfstandige na terugvordering van het bedrijfskapitaal niet bereid is een betalingsregeling te treffen of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, kan de gemeente invorderen bij dwangbevel. De invordering kan dan worden overgedragen aan de deurwaarder.

  • 2.

    Bij inschakeling van een deurwaarder betaalt de zelfstandige de in rekening gebrachte kosten.

Artikel 10 Afzien van (verdere) invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting

  • 1.

    Ambtshalve of op aanvraag van de zelfstandige kan de vordering buiten invordering worden gesteld als de zelfstandige:

    • a.

      gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan (dan wel in totaal 60 maanden/termijnen heeft betaald), waarbij zijn gemiddelde inkomen in die periode de beslagvrije voet bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan of overeenkomstig de vastgestelde draagkracht was; of

    • b.

      gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover eventueel verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald; of

    • c.

      gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of

    • d.

      een bedrag in één keer aflost, waarbij dat bedrag naar verwachting evenveel of meer oplevert dan de reguliere aflossingsverplichtingen.

  • 2.

    Buiten invordering stellen als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats:

    • a.

      Indien de zelfstandige de beschikking heeft over meer vermogen dan de voor hem geldende vermogensgrens van artikel 34 lid 3 Pw waarmee de vordering geheel of gedeeltelijk kan worden voldaan.

    • b.

      Het college gaat niet over tot buiten invordering stelling als er sprake is van dwanginvordering.

  • 3.

    Als daarvoor dringende redenen zoals bedoeld in artikel 58 lid 8 Pw aanwezig zijn kan college besluiten, in afwijking van het eerste en tweede lid, geheel of gedeeltelijk van invordering af te zien.

Artikel 11 Kwijtschelding van de vordering in verband met een schuldregeling

  • 1.

    Op grond van artikel 58 lid 2 onder b van de Pw en artikel 3 lid 1 onder a van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) kan het college besluiten de vordering kwijt te schelden als:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat zelfstandige de schuld niet binnen afzienbare tijd zal kunnen afbetalen; en

    • b.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder kwijtschelding van de Tozo-vordering niet tot stand zal komen; en

    • c.

      de vordering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang; en

    • d.

      de zelfstandige een de-minimisverklaring overlegd, waaruit moet blijken dat het bedrag van de kwijtschelding niet de ruimte voor de-minimissteun overstijgt.

  • 2.

    Het college trekt het besluit om mee te werken aan een schuldregeling in als:

    • a.

      niet binnen 12 maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen bedoeld in het 1e lid;

    • b.

      de zelfstandige de aan de schuldregeling verbonden verplichtingen ondanks waarschuwing blijft schenden; of

    • c.

      op een later tijdstip blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en op basis van de juiste of volledige gegevens een ander besluit zou zijn genomen.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan, onverminderd artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, in bijzondere gevallen ten gunste van de zelfstandige afwijken van deze beleidsregels, als toepassing hiervan leidt tot onredelijke gevolgen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking .

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels terug- en invordering Tozo gemeente Rheden’.

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2023.

Velp, 14 juli 2023

Het college voornoemd,

burgemeester.

secretaris.