Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden |
Citeertitel | Beleidsregels terug- en invordering Tozo gemeente Rheden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-08-2023 | nieuwe regeling | 14-07-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
gelet op titel 4:3 de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83, 1:3, vierde lid en 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 17 lid 2, 58 lid 2, 59, 60 en 62f onderdeel b van de Participatiewet en artikel 16 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo);
overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over:
vast te stellen: Beleidsregels terug- en invordering bedrijfskapitaal Tozo gemeente Rheden
Hoofdstuk 2 Terugvordering en betalingsverplichting
Artikel 2 Bevoegdheid tot terugvordering bedrijfskapitaal
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het bedrijfskapitaal op grond van de artikelen 58 lid 2, 59 en 60 van de Pw.
Artikel 3 Opeisbaar stellen bedrijfskapitaal
Artikel 4 Rente- en aflossingsverplichtingen bedrijfskapitaal
Artikel 5 Uitstel van betaling
Artikel 6 Meewerken aan een schuldregeling als nog niet is teruggevorderd
Indien op grond van het Tozo-besluit een lening is verstrekt werkt het college mee aan een schuldregeling of aan een akkoord voor zover dit noodzakelijk is voor de voortzetting van het bedrijf of zelfstandig beroep, of dit bij de beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep tot stand kan komen. Deze medewerking wordt slechts verleend indien:
Artikel 8 Mogelijkheden tot wijziging van een betalingsverplichting
Het college wijzigt op verzoek van de zelfstandige de eerder vastgestelde betalingsverplichting, als dit naar het oordeel van het college redelijk is in verband met wijzigingen in de (financiële) situatie van de zelfstandige met als doel dat de zelfstandige de vordering via minnelijke weg blijft betalen.
Artikel 10 Afzien van (verdere) invordering na het voldoen aan de betalingsverplichting
Ambtshalve of op aanvraag van de zelfstandige kan de vordering buiten invordering worden gesteld als de zelfstandige:
gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan (dan wel in totaal 60 maanden/termijnen heeft betaald), waarbij zijn gemiddelde inkomen in die periode de beslagvrije voet bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan of overeenkomstig de vastgestelde draagkracht was; of