Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Staphorst

Nota verbonden partijen 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStaphorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota verbonden partijen 2016
CiteertitelNota verbonden partijen 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-08-2023nieuwe regeling

10-05-2016

gmb-2023-356774

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota verbonden partijen 2016

 

1. Inleiding

Gemeenten kunnen hun taken in hoofdzaak op 3 manieren (laten) uitvoeren:

  • 1.

    in eigen beheer,

  • 2.

    door een commerciële partij of

  • 3.

    samenwerken met andere gemeenten.

Het bestuurlijk en financieel deelnemen in een publiekrechtelijke- of privaatrechtelijke organisatie wordt volgens de voorschriften aangeduid als een verbonden partij.

 

De gemeente Staphorst neemt momenteel deel in een aantal gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Het zijn alle organisaties die o.a. voor de gemeente Staphorst een bepaald beleidsvoornemen uitvoeren. Als deelnemende gemeente legt onze gemeente als het ware deze taak bij die verbonden partij neer. De taken komen altijd voort uit het publieke belang. Het gaat hierbij om maatschappelijke doelen bijv. gezondheid, veiligheid, nutsvoorziening of sociale werkvoorziening.

 

Deelnemen in verbonden partijen levert voordelen op zoals kostenbesparing, vermindering kwetsbaarheid en verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering.

Echter niet alleen voordelen. Er zijn ook risico’s zoals: vrij forse gemeentelijke bijdragen, de controle op de activiteiten, de grip is minder direct, onvoldoende expertise om de geleverde prestatie te kunnen beoordelen en de invloed die moet worden gedeeld met andere deelnemende gemeenten.

 

In deze (bijgestelde) nota is de geactualiseerde informatie verwerkt. Daarnaast zijn de recente ontwikkelingen met betrekking tot verbonden partijen opgenomen.

Het gaat om:

  • 1e

    de behoefte van uw raad om verbetering van de betrokkenheid (grip, sturing en beheersing) op verbonden partijen en

  • 2e

    de uitwerking van de voorgenomen vernieuwing besluit begroting en verantwoording (BBV) met de daarbij behorende wijzigingen.

Als bijlagen zijn in deze nota opgenomen:

  • -

    Inzicht in de verbonden partijen.

  • Wat zijn de activiteiten, wat is het belang, de deelnemende partijen, aandeel en zeggenschap, het financiële belang, vermogenspositie en bedrijfsresultaten, risicoprofiel en ontwikkelingen.

  • -

    Notitie grip op de verbonden partijen te versterken.

  • Dit wordt regionaal opgepakt.

De huidige nota verbonden partijen is op 10 januari 2012 vastgesteld. In de financiële verordening (ex art. 212 van de Gemeentewet) is in art. 17, 1e lid bepaald dat het college in het tweede jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota verbonden partijen aan de raad ter vaststelling aanbiedt. Hiermee wordt invulling aan deze bepaling gegeven en uw raad in de gelegenheid gesteld het beleid te evalueren en kaders te stellen.

2. Samenvatting beleidskaders

Samenvatting

In deze nota zijn wettelijke bepalingen verband houdende met de verbonden partijen opgenomen en of nader toegelicht. Dit is noodzakelijk voor de leesbaarheid, het begrip en de afbakening.

Aan deze wettelijke bepalingen wordt uitvoering gegeven en zijn daarom niet als beleidsregels opgenomen.

Waar sprake is van eigen gemeentelijke kaderstelling en of beleid zijn deze aan het eind van het betreffende hoofdstuk opgenomen als beleidsregel.

Onderstaand treft u deze beleidsbepalingen in samenvattende vorm als kaderstelling aan:

 

  • I.

    Wet- en regelgeving

    De regelgeving met betrekking tot verbonden partijen wordt nageleefd.

  • II.

    Deelname in, beëindiging en heroverweging van een verbonden partij

    • 1.

      deelname

    • Kan alleen plaatsvinden nadat, met gebruik van het besliskader als leidraad, vastgesteld is dat:

      • -

        Een publiek belang behartigt wordt door middel van de deelname;

      • -

        Geen volledige gemeentelijke betrokkenheid bij de behartiging van het publiek belang noodzakelijk is;

      • -

        De gemeente niet als opdracht-, subsidie- of regelgever het publiek belang kan behartigen en daarbij voldoende invloed en controle uitoefenen.

    • 2.

      beëindiging

    • Er kunnen motieven zijn die leiden tot beëindiging van de participatie in, opheffing van of vervreemding van de verbonden partij.

    • 3.

      heroverweging

    • De periodieke behandeling van de nota verbonden partijen vormt een natuurlijk heroverwegingsmoment.

  • III.

    Behandeling begroting- en jaarstukken

    • 1.

      Publiekrechtelijke organisaties (gemeenschappelijke regelingen)

    • De raad maakt bij de begroting en begrotingswijziging haar gevoelens kenbaar via een zienswijze.

    • 2.

      Privaatrechtelijke verbonden partijen (N.V.’s, B.V.’s)

    • Het college doet de begroting en jaarstukken in eerste aanleg af.

    • Belangrijke uitkomsten/ontwikkelingen worden in het college behandeld en zo nodig ingebracht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders;

    • In kader informatieplicht wordt de raad hierover actief geïnformeerd.

  • IV.

    Overige informatiekanalen (financiële) ontwikkelingen aan raad via

    • 1.

      Zomernota;

    • 2.

      Raadsagendapunt “ingekomen stukken en mededelingen”.

  • V.

    Dividendbeleid

    • 1.

      Het dividendbeleid is evenwichtig als een goed rendement op het geïnvesteerd vermogen wordt ontvangen en de vermogenspositie van het bedrijf in stand blijft.

    • 2.

      De ondergrens voor de gemeente is dat het dividend ten minste de lasten dekt van het verstrekte kapitaal.

  • VI.

    Gemeentelijke vertegenwoordiging in verbonden partij

    • 1.

      Zitting in bestuur: algemeen uitgangspunt

    • Raadsleden

    • Maken in principe geen deel uit van het bestuur van een verbonden partij.

    • Collegeleden

      • -

        kunnen wel zitting nemen in het bestuur of de algemene vergadering van aandeelhouders bezoeken om de verbonden partijen te besturen;

      • -

        leggen als college verantwoording af aan de raad.

    • 2.

      Publiekrechtelijke organisaties

    • Is sprake van zowel mede-eigenaarschap als afname van diensten “dubbele petten” en heeft een collegelid in het dagelijks bestuur zitting dan neemt een ander collegelid zitting in het algemeen bestuur.

    • 3.

      Privaatrechtelijke organisaties

      • -

        de gemeente neemt in vennootschappen uitsluitend deel door middel van aandeelhouderschap;

      • -

        gemeentebestuurders nemen geen zitting in raad van commissarissen of raad van toezicht tenzij dit niet anders kan;

      • -

        bij zowel mede-eigenaarschap en afname van diensten = “dubbele petten” wordt bij de portefeuilleverdeling onderscheid gemaakt tussen de uitvoering en zitting in algemene vergadering van aandeelhouders (beleid).

  • VII.

    Sturing en control – verbetering grip

    Door uitwerking (te starten als pilot) van de notitie “regionale grip op verbonden partijen”:

    • -

      insteek op de 4 governance deelgebieden: sturen, verantwoorden, beheersen en toezicht;

    • -

      vanwege hoog risico-profiel focus op de gemeenschappelijke regelingen: GGD IJsselland en Veiligheidsregio IJsselland.

3. Wettelijke kaders

De belangrijkste (wettelijke) kaders over deze regelgeving in dit verband zijn:

  • I.

    Gemeentewet

    Artikel 160 – 2e lid

    Oprichting private deelneming door het college.

    Behoeft niet de goedkeuring van gedeputeerde staten.

  • II.

    Wet gemeenschappelijke regelingen

    Artikel 34 en 34 b 

    Begroting en jaarrekening: termijnbepalingen .

     

    Artikel 35

    Mogelijkheid inbreng zienswijze op begroting.

    Jaarrekening ter kennisname aan deelnemende gemeenten.

     

    Artikel 17 en 19a

    Passieve informatieplicht in art 17.

    Artikel 19a, 2e lid: algemene informatieplicht van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur.

  • III.

    Burgerlijk Wetboek

    Artikel 6 : 217-225

    Privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals sluiten overeenkomsten.

     

    Artikel 2 : 3

    Oprichten van een rechtspersoon: stichting, B.V., N.V.

  • IV.

    Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

    Artikel 1 lid b

    Definitie verbonden partij.

     

    Artikel 5 

    Verbonden partij mag niet geconsolideerd in de begroting en in de jaarstukken worden opgenomen.

     

    Art 9 lid 2 

    Verplicht opname verbonden partijen in een aparte paragraaf Verbonden Partijen.

     

    Artikel 15 + 26

    Bepalingen paragraaf verbonden partijen in de begroting en jaarverslag.

     

    Vernieuwing

    De voorgenomen wijzigingen betreffen:

    • -

      informatie over verbonden partij in de betreffende beleidsprogramma’s;

    • -

      vereenvoudiging paragraaf verbonden partijen en

    • -

      voorgeschreven opsplitsing in verbonden partijen.

  • De voorgenomen vernieuwing van de BBV-voorschriften zal tot aanpassingen in de financiële verordening leiden.

  • V.

    Financiële verordening gemeente Staphorst

    Artikel 17

    Bepalingen nota verbonden partijen, de begroting en jaarstukken.

Beleidskader: wet- en regelgeving

De regelgeving met betrekking tot verbonden partijen wordt nageleefd.

4. Vormen van en afbakening begrip verbonden partijen

De volgende partijen vallen in deze nota onder de definitie verbonden partij:

  • I.

    publiekrechtelijke organisaties

    • -

      gemeenschappelijke regelingen  

  • II.

    privaatrechtelijke organisaties

    • -

      naamloze Vennootschappen

    • -

      besloten Vennootschappen

    • -

      commanditaire Vennootschappen

    • -

      vennootschappen onder Firma

    • -

      coöperaties

    • -

      publiek private samenwerkingen

    • -

      stichtingen )*

    • -

      verenigingen )*

       

    • )*

      Kunnen onder dit begrip vallen wanneer de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financieel betrokken is en dus financiële risico’s kan lopen.

      Een stichting of vereniging die jaarlijks een bijdrage/subsidie ontvangt, maar waaraan geen andere financiële verplichting zit die juridisch afdwingbaar is door derden, is geen verbonden partij. Voorbeeld: Stichting 4 mei.

      Daarnaast zijn de risico’s niet allen gelijk. Een 100% deelname in een N.V. is niet te vergelijken met een stichting waarin de gemeente om uitsluitend representatieve redenen participeert.

  • III

    publiek-private samenwerkingen

    • -

      pps-constructie waarbij een rechtspersoon wordt opgericht die een bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft en een financieel belang dient.

5. Wat is een financieel- en/of een bestuurlijk belang?

Financieel belang

Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente geen verhaal heeft wanneer de verbonden partij failliet gaat (bijv. een vennootschap). In dat geval is de gemeente in elk geval haar kapitaal in aandelen kwijt.

De gemeente is ook aansprakelijk als de partij haar verplichtingen niet nakomt bij deelname aan een gemeenschappelijke regeling. Het financiële risico bestaat dan uit het bijdragen aan het afdekken van eventuele exploitatietekorten.

 

Bestuurlijk belang

Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een deelneming of het hebben van stemrecht. Een afgevaardigde van de gemeente (collegelid, raadslid of ambtenaar) heeft dan namens de gemeente Staphorst zitting in het bestuur of namens de gemeente Staphorst stemt.

 

N.b.

In dit kader wordt daarom niet gerapporteerd over partijen waarmee de gemeente op enigerlei wijze verbonden is zoals: stichting Zwembad de Broene Eugte, de stichting openbare bibliotheek Staphorst. Deze partijen ontvangen jaarlijks een (exploitatie)subsidie. Hier zitten geen andere financiële verplichtingen aan verbonden die door derden juridische kunnen worden afgedwongen. Derhalve geen verbonden partij.

6. Wat is een publiek- en een maatschappelijk belang?

Begrippen publiek en maatschappelijk: niet eenduidig

Uitgangspunt is dat alleen wordt deelgenomen in een verbonden partij als daarmee een publiek belang is gediend. De vraag wat er onder publiek belang wordt verstaan is niet in het algemeen te beantwoorden. Er is geen eenduidige definitie van het begrip ‘publiek belang’. Het begrip is aan veranderende inzichten over rol en taak van de overheid onderhevig.

In het rapport ‘Het borgen van publiek belang’ geeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aan dat het antwoord op deze vraag primair van politiek/ideologische aard is en daarom door de gemeente zelf moet worden gegeven. De WRR onderscheidt maatschappelijke- en publieke belangen.

 

Maatschappelijk belang

Belangen zijn maatschappelijke als de behartiging daarvan voor de samenleving als geheel gewenst is. De behartiging van maatschappelijke belangen kan zowel door de gemeente als door een private rechtspersoon plaatsvinden. Niet altijd is de betrokkenheid van de overheid een vereiste. De markt kan ook een maatschappelijk belang behartigen, zoals openbaar vervoer.

 

Publiek belang

Een publiek belang gaat de samenleving als geheel aan, maar wordt niet of onvoldoende door de markt behartigd.

Wanneer de betrokkenheid van de overheid vereist is, is er volgens de WRR sprake van een publiek belang.

7. Wat zijn

  • I.

    publiekrechtelijk verbonden partijen;

  • II.

    privaatrechtelijk verbonden partijen en

  • III.

    publiek-private samenwerkingen?

  • I.

    Wat zijn publiekrechtelijk verbonden partijen?

Algemeen

De samenwerking tussen publiekrechtelijke organisaties is geregeld in de Grondwet en in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt de mogelijkheid om publieke belangen te kunnen dienen waarbij twee of meer decentrale overheden een verbonden partij oprichten. De verantwoordingsrelatie tussen de gemeente en het bestuur van de gemeenschappelijke regeling is op hoofdlijnen uitgewerkt in de Wgr.

 

Regelingen

Wanneer gemeenten besluiten om op basis van de Wgr een samenwerking aan te gaan, kan er gekozen worden tussen een aantal regelingen:

  • -

    Een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam.

  • Dit is de meest voorkomende vorm van een gemeenschappelijke regeling. Het openbaar lichaam heeft de status van een rechtspersoon en een algemeen bestuur dat het dagelijks bestuur controleert. De deelnemende gemeenten kunnen in principe alle gemeentelijke taken en bevoegdheden overdragen aan de gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. Staphorst neemt deel in een aantal gemeenschappelijke regelingen: GGD Regio IJsselland, Veiligheidsregio IJsselland en werkvoorzieningsschap Reestmond.

  • -

    Een gemeenschappelijke regeling met een bedrijfsvoeringorganisatie (BVO).

  • In de laatste wijziging Wet gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 2015 een nieuwe vorm geïntroduceerd: de bedrijfsvoeringorganisatie (hierna BVO) met een (enkel) bestuur. Deze komt naast de bekende vormen openbaar lichaam en het gemeenschappelijk orgaan (zie hieronder).

  • Een BVO kan worden ingesteld in het geval de regeling uitsluitend wordt getroffen ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers. De n ieuwe vorm is een minder zware samenwerkingsvorm mét rechtspersoonlijkheid maar zónder geleed bestuur (geen AB, DB en voorzitter), waaraan taken op het gebied van bedrijfsvoering en uitvoering kunnen worden opgedragen. Zulke taken vragen vanwege hun beleidsneutrale karakter niet om een zware bestuurlijke aansturing in de vorm van een geleed bestuur, terwijl het wel praktisch is als het samenwerkingsverband rechtspersoonlijkheid heeft, zodat het direct en slagvaardig de organisatie kan aansturen, eigen personeel in dienst kan nemen, opdrachten kan geven en overeenkomsten kan sluiten. Doordat de BVO slechts één orgaan heeft, ontbreken de interne verantwoording (namelijk tussen dagelijks bestuur en algemeen bestuur) evenals de politiek-bestuurlijke verantwoording die bij het openbaar lichaam wel bestaan. Er blijft een verantwoordingsrelatie bestaan tussen de gemeenteraad en de functionaris die in het bestuur van het samenwerkingsverband is benoemd. Voor de instelling van een BVO is instemming van de raden van de deelnemende gemeenten vereist.

  • Staphorst neemt deel in de BVO Jeugdzorg IJsselland.

  • -

    Een gemeenschappelijke regeling met een gemeenschappelijk lichaam.

  • Dit is een lichtere en minder voorkomende vorm van een gemeenschappelijke regeling. Een regeling met een gemeenschappelijk lichaam heeft niet de status van een rechtspersoon, om deze reden kan er ook geen personeel worden aangenomen.

  • Staphorst neemt niet deel in deze vorm.

  • -

    Een gemeenschappelijke regeling met centrumgemeente.

  • Dit houdt in dat gemeenten bevoegdheden en taken overdragen aan de centrumgemeente.

  • Staphorst neemt niet deel in deze vorm.

  • II.

    Wat zijn private verbonden partijen?

Algemeen

Bij de deelname van de gemeente in private rechtspersonen, zoals vennootschappen en stichtingen, is er sprake van een privaatrechtelijke verbonden partij.

Wanneer de gemeente besluit tot deelname in een privaatrechtelijke partij besluit zij het publiek belang niet alleen te dienen door publiekrechtelijke bevoegdheden, maar ook met behulp van het privaatrecht.

 

Gemeenschappelijke regeling wenst oprichting of deel te nemen in private partij

Voor (het bestuur van) een gemeenschappelijke regeling geldt dan een besluit tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, vennootschappen en dergelijke alleen kan plaats vinden nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam of het bestuur van de bedrijfsvoeringorganisatie te brengen.

 

Participaties

Momenteel participeert Staphorst in een beperkt aantal ondernemingen met een privaatrechtelijke rechtsvorm:

  • -

    NV Bank Nederlandse Gemeenten, Amsterdam

  • -

    Enexis Holding NV, s’Hertogenbosch

  • -

    NV RENDO Holding, Meppel

  • -

    NV Vitens, Zwolle

  • -

    NV ROVA, Zwolle

  • -

    Wadinko NV, Zwolle

  • -

    Naar aanleiding van verkoop Essent:

    • a.

      Vennootschap Vordering op Enexis BV, s’Hertogenbosch

Gemeentelijke vertegenwoordigers kunnen binnen deze ondernemingen bestuurlijke of andere bevoegdheden uitoefenen (bijvoorbeeld: commissaris, lid van de raad van bestuur of aandeelhouder).

 

  • III.

    Wat zijn publiek private samenwerkingen (PPS)?

Algemeen

Publiek private samenwerkingen (PPS) is een samenwerkingsverband waarbij de overheid en het bedrijfsleven gezamenlijk tot een taak- en risicoverdeling komen met inachtneming van het behoud van eigen identiteit en verantwoordelijkheden.

Een PPS wordt pas aangemerkt als een verbonden partij indien er een rechtspersoon wordt opgericht die een bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft en een financieel belang dient. Het doel van een PPS is het creëren van meerwaarde: de totstandkoming van een kwalitatief beter product voor dezelfde prijs of dezelfde kwaliteit voor minder geld. Door PPS ontstaan er nieuwe betrekkingen tussen de publieke- en private sector. PPS-constructies zijn met name te vinden op terreinen als: woningbouw, onderwijs, afvalbeheer en energiedistributie.

In Staphorst is deze vorm van samenwerking nog niet toegepast.

8. Beleidskader bij

  • I.

    besluitvorming nieuwe verbonden partij;

  • II.

    beëindiging van een verbonden partij;

  • III.

    heroverweging van een verbonden partij.

  • I.

    Besluitvorming nieuwe verbonden partij

Deelname aan een verbonden partij vereist per geval een specifieke afweging. Doel van onderstaand besliskader is te komen tot een verantwoord besluit over deelname aan een verbonden partij of het juist afzien daarvan. Bij het aangaan van een samenwerking moet volstrekte duidelijkheid bestaan over zaken als werkwijze, zeggenschap-verhoudingen, winst- en risicoverdeling die binnen een dergelijke samenwerking worden afgesproken. Hieronder is dit verder uitgewerkt.

 

Besliskader bij aan te gaan verbonden partijen

 

 

Toelichting op het besliskader

 

Stap 1. Is sprake van een publiek belang?

In principe moet er alleen deelgenomen worden in een samenwerkingsverband als daarmee het publiek belang gediend wordt. Om tot een beslissing te kunnen komen of moet worden deelgenomen in een partij, zal steeds afgewogen moeten worden of ten eerste een maatschappelijk belang is en ten tweede een publiek belang.

 

Stap 2.Is volledige gemeentelijke betrokkenheid bij de behartiging van het publiek belang noodzakelijk?

In sommige gevallen van een publiek belang zal er sprake zijn van een volledige gemeentelijke betrokkenheid. Voorbeelden van deze gevallen zijn:

  • De gemeente heeft wettelijke verplichtingen tot uitvoering van de taak;

  • Het zelf uitvoeren van een taak is voor de gemeente van groot strategisch belang;

  • Door hoge risico’s of onzekerheden is het uitbesteden van een taak niet mogelijk of alleen tegen hoge kosten.

Als blijkt dat een volledige gemeentelijke betrokkenheid noodzakelijk is, dan zal de gemeente de activiteit intern moeten uitvoeren. Blijkt dat geen volledige gemeentelijke betrokkenheid noodzakelijk is, dan volgt de volgende stap.

 

Stap 3. Kan de gemeente als opdracht-, subsidie- of regelgever het publiek belang behartigen?

Als blijkt dat geen sprake is van een volledige gemeentelijke betrokkenheid, heeft de gemeente drie mogelijkheden om via het publiekrechtelijke systeem op te treden. Deze drie mogelijkheden zijn:

  • De gemeente kan optreden als regelgever door middel van voorschriften die betrekking hebben op de uitvoering van de publieke taak en de handhaving hierop;

  • Op basis van de gemeentelijke subsidievoorwaarden kan de gemeente door middel van subsidies een publieke taak uit laten voeren door derden;

  • Op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst kunnen goederen, bouwprojecten of diensten worden ingekocht bij een externe uitvoerder. een uitvoering worden ingekocht bij een externe uitvoerder.

Het is van belang dat de gemeente voldoende invloed heeft om de door haar gewenste taken uitgevoerd te krijgen. Ook moet voldoende controle uit te oefenen zijn. Mocht dit niet of onvoldoende het geval zijn, dan volgt de volgende stap.

 

Stap 4. Is een publiekrechtelijke deelname op basis van Wgr mogelijk?

Uitgangspunt is dat de gemeente, in de hoedanigheid van publiekrechtelijk rechtspersoon, bij voorkeur zelf het publiek belang moet behartigen. Dit staat bekend onder het ‘Neen, tenzij.. principe’. Dit houdt in dat in principe niet deelgenomen moet worden in privaatrechtelijke partijen, tenzij hier gewichtige redenen voor zijn. Als blijkt dat bij een publiek belang geen volledige gemeentelijke betrokkenheid vereist is en de gemeente niet als opdracht-, subsidie- of regelgever kan optreden om het publiek belang voldoende te behartigen, dan pas zal de optie voor deelname in een verbonden partij bekeken moeten worden. Als bij afweging drie blijkt dat de gemeente nauw bij het te behartigen publiek belang betrokken moet zijn en dat door efficiency- of effectiviteitvoordelen het wenselijk is om de activiteiten door een verbonden partij te laten uitvoeren, dan biedt de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) een mogelijkheid. Als blijkt dat een publiekrechtelijke deelname op basis van de Wgr niet mogelijk of wenselijk is, dan volgt afweging 5.

 

Stap 5. Is een publiek-private samenwerking mogelijk en opportuun?

Als sprake is van de mogelijkheid van een samenwerkingsverband tussen de gemeente en het bedrijfsleven, waarbij er bijzondere redenen zijn qua meerwaarde en aan de onderstaande voorwaarden voldaan wordt, heeft een publiek-private samenwerking (PPS) de voorkeur. De voorwaarden waaraan op zijn minst voldaan moet worden zijn:

  • De gemeente moet duidelijk voor ogen hebben wat het uiteindelijke doel is van de samenwerking met de private partij(en);

  • Vooraf moet er een indicatie zijn dat de samenwerking met een private partij toegevoegde waarde oplevert ten opzichte van andere mogelijkheden;

  • Een heldere gemeenschappelijke doelstelling zijn;

  • Betere beheersing van de risico’s en/of een betere verdeling van de risico’s;

  • Een beeld schetst van het project voordat een samenwerking met een private partij wordt aangegaan. Er moet wel voor gewaakt worden dat het project niet volledig uitgewerkt wordt en hierdoor geen ruimte meer overblijft voor efficiencyvoordelen.

Naast deze voorwaarden moet de gemeente zich afvragen tot op welke hoogte de gemeente bestuurlijke verantwoordelijkheid moet nemen. Indien wordt besloten tot het aangaan van een PPS-constructie, zal een gemeentelijke vertegenwoordiger aangesteld moeten worden. Het college zal deze gemeentelijke vertegenwoordiger aanstellen. Dit is om de controlerende functie van de Raad niet in het geding te brengen.

 

Stap 6. Is een privaatrechtelijke deelname mogelijk en opportuun?

Bij zwaarwegende argumenten geldt dat het publieksbelang kan worden behartigd via de privaatrechtelijke weg. Zoals al eerder opgemerkt heeft dit niet de voorkeur als deze zwaarwegende argumenten niet aanwezig zijn. Een reden hiervoor is dat de gemeente aandeelhouder is en daarmee gelijk staat aan andere privaatrechtelijke partijen. Daarbij is zij zowel verbonden aan het privaatrecht als aan het publiek recht. Daarnaast kan een belangenconflict ontstaan door de verschillende rollen die de gemeente dan heeft. In de rol als aandeelhouder is de gemeente gebaat bij een goede bedrijfsvoering, de continuïteit en een goed resultaat van het bedrijf. In de rol van afnemer (of vertegenwoordiger van) heeft de gemeente belang bij een gunstige prijs-kwaliteitverhouding van de af te nemen producten en/of diensten. Als vertegenwoordiger van de burgers heeft de gemeente weer andere belangen (bijv. werkgelegenheid). Als aandeelhouder moet de gemeente de belangen van het bedrijf behartigen en als klant moet de gemeente de eigen belangen behartigen. Een publiekrechtelijke regeling legt ten slotte nog een zwaarder accent op de democratische controle en verantwoording dan een privaatrechtelijke rechtspersoon, een private partij is zelfstandiger dan een andere vorm waardoor toezicht op het behalen van de publieke doelstellingen tegen verantwoordelijke kosten moeilijker is. Een zwaarwegend argument om deel te nemen in een privaatrechtelijke deelname kan bijvoorbeeld een wens zijn om een specifieke private partij te betrekken. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeente slechts een gering aandeel heeft in een privaatrechtelijke rechtspersoon, wat een geringe invloed op het uit te voeren beleid als gevolg heeft.

Als geen van de bovenstaande opties mogelijk is, dan kan de gemeente besluiten om de activiteit intern onder te brengen. Daarnaast kan er voor gekozen worden om de activiteiten niet uit te voeren.

 

  • II.

    beëindiging van een verbonden partij

(Onvoorziene) omstandigheden kunnen zich voordoen die om het heroverwegen van de verbonden partij vragen. Dit kan leiden tot het beëindiging van de participatie in, opheffing van of vervreemding van de verbonden partij.

Motieven die hiertoe aanleiding kunnen geven zijn:

  • -

    afwijking(en) in de realisatie van de overeengekomen activiteiten en prestaties;

  • -

    afwijkingen in de realisatie van de voorgenomen activiteiten en prestaties;

  • -

    wijziging doelstelling van de verbonden partij;

  • -

    wijziging in het voortbestaan en de vormgeving van de verbonden partij als gevolg van fusie of integratie;

  • -

    negatieve (financiële) ontwikkelingen die tot een verhoogd risico ten aanzien van het weerstandsvermogen kunnen leiden;

  • -

    een verbonden partij is niet meer de beste mogelijkheid om de gemeentelijke doelstellingen en de voorgenomen activiteiten en prestaties uit te voeren.

  • III.

    heroverweging van een verbonden partij

De beslissing tot deelname aan een verbonden partij wordt door uw raad genomen. Maar een heroverweging of de deelname nog een bijdrage levert aan de beoogde gemeentelijke beleidsdoelstellingen vindt niet of nauwelijks plaats.

Bij gemeenschappelijke regelingen kan de conclusie zijn dat uittreden zodanig veel geld gaat kosten dat het feitelijk onbespreekbaar is. Bij een aantal vennootschappen met overgehevelde overheidstaken zijn aandelen meestal moeilijk of niet verhandelbaar.

Deze nota verbonden partijen is mede bedoeld als kadernota. Op grond van de regelgeving (financiële verordening gemeente Staphorst) vindt periodieke bijstelling een maal in de 4 jaar plaats. Om die reden vormt de behandeling en vaststelling van deze nota tevens een natuurlijk heroverwegingsmoment.

 

Beleidskader: deelname in, beëindiging en heroverweging van een verbonden partij

  • 1.

    deelname

  • Kan alleen plaatsvinden nadat, met gebruik van het besliskader als leidraad, vastgesteld is dat:

    • -

      Een publiek belang behartigt wordt door middel van de deelname;

    • -

      Geen volledige gemeentelijke betrokkenheid bij de behartiging van het publiekbelang noodzakelijk is;

    • -

      De gemeente niet als opdracht-, subsidie- of regelgever het publiek belang kanbehartigen en daarbij voldoende invloed en controle uitoefenen.

  • 2.

    beëindiging

    Er kunnen motieven zijn die leiden tot beëindiging van de participatie in, opheffing van of vervreemding van de verbonden partij.

  • 3.

    heroverweging

    De periodieke behandeling van de nota verbonden partijen vormt een natuurlijkheroverwegingsmoment.

9. Informatievoorziening aan de raad

In het duale stelsel is de uitvoering van beleid een taak en verantwoordelijkheid van het college. Het is de taak van het college om de raad actief te informeren over alle zaken die de raad mogelijkerwijs nodig heeft om kaders te kunnen stellen en goed te kunnen controleren.

Door middel van de begroting en de jaarrekening wordt de raad op een structurele en gezette tijd over de verbonden partijen geïnformeerd.

 

  • 1.

    Bestaande regelgeving/bepalingen

    In de Wet gemeenschappelijke regeling, het Besluit Begroting en Verantwoording en de Financiële Verordening (art. 17 lid 4) is bepaald welke informatie in de nota verbonden partijen en begroting en jaarstukken moet worden opgenomen.

    • 1.

      Het college biedt ten minste in het tweede jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota verbonden partijen aan ter vaststelling door de raad.

    • 1.

      Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, het financieel resultaat (voor zover bekend) en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.

    • 2.

      De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.

    • 3.

      In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

  • 2.

    BBV - Vernieuwing

    Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn de gemeenten via een brochure (juni 2015) geïnformeerd over de consequenties van voorgenomen wijzigingen in het BBV. De formele wijzigingsbesluiten moeten op het moment van samenstelling van deze nota nog worden vastgesteld.

    De wijzigingsvoorstellen betreffen:

    • 1.

      De informatie over verbonden partijen in de begroting en verantwoording wordt opgenomen in de beleidsprogramma’s waarop de samenwerking met de verbonden partij betrekking heeft;

    • 2.

      Vereenvoudiging van de paragraaf verbonden partijen. Wanneer de algemenekaderstelling ten aanzien van verbonden partijen in de nota verbonden partijen is opgenomen kan in de paragraaf verbonden partijen worden volstaan met een samenvattend overzicht van alle verbonden partijen waarin de gemeenteparticipeert en de financiële aspecten ervan;

    • 3.

      De voorgeschreven lijst van verbonden partijen wordt ter wille van het inzicht opgesplitst in:

      • a.

        gemeenschappelijke regelingen,

      • b.

        stichtingen/verenigingen en

      • c.

        coöperaties/vennootschappen.

    • Op basis van de voorgenomen vernieuwing BBV zijn er 3 formele vindplaatsen:

      • 1.

        de nota verbonden partijen:

        • -

          hierin opgenomen een kaderstellend overzicht;

      • 2.

        de begroting en jaarrekening:

        • -

          bij het betreffende beleidsprogramma waar de samenwerking met de verbonden partij betrekking op heeft.

      • 3.

        de paragraaf verbonden partijen:

        • -

          totaalbeeld participaties in verbonden partijen en de financiële aspecten ervan.

  • 3.

    Andere informatievoorziening-kanalen naar de raad

    • -

      Zomernota

    • De raad wordt op de hoogte gehouden van (financiële) ontwikkelingen bij de verbonden partij;

    • -

      Agendapunt “ingekomen stukken en mededelingen”

    • Deze staat als vast agendapunt geagendeerd bij de raadsagenda.

  • 4.

    Begroting en Jaarstukken: bestuurlijke traject

    • a.

      Publiekrechtelijk verbonden partijen: Gemeenschappelijke regelingen – niet BVO P & C - cyclus

      Bij de inrichting van de interne planning en controlcyclus moet rekening worden gehouden met de bepalingen over de begroting en de jaarrekening uit de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Deze bevat enkele dwingende procedures en termijnen over de begrotingscyclus van de regeling. Het doel hiervan is om de invloed van de gemeenteraden op de gemeenschappelijke regelingen te borgen.

      De kern van deze bepalingen is dat de raden steeds in een vroegtijdig stadium rekening kunnen houden met de beleidsvoornemens van de GR en de verwachte hoogte van de bijdrage aan de GR voor het volgende jaar. De wettelijke termijnen hebben tot gevolg dat door de gemeenschappelijke regeling al heel vroeg in het kalenderjaar een aanzet moet worden gemaakt voor de begroting voor het volgende jaar.

       

      Wettelijke bepalingen (Wet Gemeenschappelijke Regelingen en Gemeentewet)

      De wettelijke begrotingscyclus van een gemeenschappelijke regeling ziet er als volgt uit:

      • a.

        Het (dagelijks) bestuur dient vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders ter kennisname aan de raden/staten van de deelnemers sturen (artikel 58b).

      • b.

        De (voorlopige) jaarrekening met het verslag van de accountant, moet vóór 15 april worden aangeboden aan de raden (artikel 58b).

      • Opmerking sub a. en b.

      • Hierdoor kan de betrokkenheid van de raden bij het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan worden vergroot door te bewerkstelligen dat de begrotingscycli van het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan, en van de deelnemende gemeenten beter op elkaar aansluiten.

      • c.

        De ontwerpbegroting wordt acht weken voordat deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt toegezonden toegezonden aan de raden/staten (artikel 59 eerste lid). De raden kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijzen hierover naar voren brengen (artikel 59 derde lid). Het dagelijks bestuur voegt deze commentaren bij de ontwerpbegroting zoals die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

      • Opmerking sub c.

      • Het kenbaar maken van een zienswijze op de ontwerpbegrotingen door de raden is iets anders dan goedkeuren. Uw raad heeft bij een gemeenschappelijke regeling de mogelijkheid niet akkoord te gaan met een aangeboden begroting. Dat wil echter niet zeggen dat daarmee de begroting zou worden afgekeurd. Er is sprake van een democratisch proces waarbij de meerderheid beslist.

      • d.

        Het dagelijks bestuur stuurt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli aan de Minister van BZK (artikel 58 vierde lid).

      • e.

        Het algemeen bestuur stelt de begroting uiterlijk 31 juli vast.

      • f.

        Het dagelijks bestuur stuurt de vastgestelde begroting van de gemeenschappelijke regeling binnen twee weken na vaststelling, doch vóór 1 augustus, toe aan de Minister van BZK (artikel 58 tweede lid).

      • g.

        Nadat de begroting is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur zo nodig de begroting aan de raden van de deelnemende raden, zodat zij kunnen zien wat er met hun zienswijzen is gebeurd en zodat zij deze zienswijzen waar nodig kenbaar kunnen maken bij BZK (artikel 59 vierde lid). Wanneer de ontwerpbegroting ongewijzigd wordt vastgesteld, dan is het niet nodig om deze opnieuw aan de raden te zenden.

         

    • Daarnaast zijn in de Gemeentewet bepalingen opgenomen betreffende de gemeenschappelijke regeling. Zo zijn bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen zogenaamde verplichte uitgaven voor een gemeente. De bijdragen aan een gemeenschappelijke regeling moeten in de begroting van de desbetreffende gemeente zijn opgenomen. Is dit niet het geval of wenst uw raad niet de volle bijdrage in de begroting op te nemen dan volgt een aanschrijving van de provincie.

      Ambtelijk worden de stukken voorbereid door de inhoudelijk verantwoordelijk beleidsmedewerker die zich voor wat betreft de financiële onderdelen laat bijstaan door de afdeling Bestuur & Management Ondersteuning – Team Service en Control; werkeenheid financiën.

    • b.

      Privaatrechtelijke verbonden partijen: N.V.’s en B.V.

      Voor wat betreft de privaatrechtelijke verbonden partijen zijn er in het BBV geen bepalingen met betrekking tot de begroting, begrotingswijziging en jaarrekening.

      De volgende werkwijze wordt gevolgd en is mede ingegeven omdat het aandelenpakket van de meeste N.V.’s en daarmee van het stemrecht gering (1% en minder) is. De ROVA (6,69%) en Rendo (4,3%) vormen hierop een uitzondering.

      De begrotingen en jaarstukken van N.V.’s waarin de gemeente Staphorst deelneemt worden door de inhoudelijk verantwoordelijke beleidsmedewerker ambtelijk beoordeeld, getoetst en (zo nodig) becommentarieerd. Voor de financiële beoordeling wordt ondersteuning verleend door de afdeling Bestuurs & Management Ondersteuning – Team Service en Control; werkeenheid financiën. Deze worden door het college afgedaan.

      Wanneer sprake is van belangrijke (financiële) afwijkingen en of ontwikkelingen wordt daarover gerapporteerd en dit in een collegevergadering voorafgaand aan de vergadering van de betreffende verbonden partij besproken. Meestal is dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De gemeentelijke vertegenwoordiger brengt de reactie dan namens het college in tijdens deze vergadering.

      In het kader van de informatieplicht wordt uw raad bij belangwekkende zaken door de portefeuillehouder geïnformeerd in de raadsvergadering via het agendapunt “ingekomen stukken en mededelingen”.

       

      Beleidskader: behandeling begroting- en jaarstukken

      • 1.

        Publiekrechtelijke organisaties (gemeenschappelijke regelingen)

        De raad maakt bij de begroting en begrotingswijziging haar gevoelens kenbaar via een zienswijze.

      • 2.

        Privaatrechtelijke verbonden partijen (N.V.’s, B.V.’s)

        Het college doet de begroting en jaarstukken in eerste aanleg af.

        Belangrijke uitkomsten/ontwikkelingen worden in het college behandeld en zo nodig ingebracht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders;

        In kader informatieplicht wordt de raad hierover actief geïnformeerd.

    • Beleidskader: overige informatie over (financiële) ontwikkelingen aan raad via

      • 1.

        Zomernota;

      • 2.

        Raadsagendapunt “ingekomen stukken en mededelingen”.

10. Dividendbeleid

  • 1.

    vennootschappen: algemeen

Voor de wijze en hoogte van toewijzing van dividend geldt voor elk van de winstgevende vennootschappen een vastgesteld dividendbeleid. In het dividendbeleid wordt de grondslag voor uit te keren dividend vermeld en het uitkeringspercentage, de pay-out-ratio. Ook kan de hoogte van het dividend afhankelijk gesteld worden van een minimum solvabiliteitsratio, waarboven het dividend wordt uitgekeerd.

In de regel is een gereguleerd publiek bedrijf met een monopolie positie minder risico-gevend en kan de benodigde solvabiliteit navenant lager zijn, zodat meer winst aan de aandeelhouder kan worden uitgekeerd.

 

  • 2.

    vennootschappen: publiek bedrijf

Een publiek bedrijf met gedeeltelijke of volledige marktwerking loopt meer risico, zodat ook de solvabiliteit daarmee in overeenstemming dient te zijn. Externe ratingbureau ’s geven een rating af voor de kredietwaardigheid van een bedrijf. Deze rating is van belang voor de mate waarin en de voorwaarden waartegen het bedrijf vreemd vermogen kan aantrekken. Het dividendbeleid is evenwichtig als de aandeelhouders een goed rendement op hun geïnvesteerd vermogen ontvangen en de vermogenspositie van het bedrijf in stand blijft, gelet op de kredietwaardigheid van het bedrijf.

De ondergrens voor de gemeente is dat het dividend ten minste de lasten dekt van het verstrekte kapitaal. Deze last wordt uitgedrukt in de gemiddelde interne rentevoet over het uitstaande kapitaal per vennootschap.

 

  • 3.

    herijking dividendbeleid

Periodiek is het dividendbeleid aan herijking toe. Door vergelijking met branchegegevens kan worden vastgesteld of het dividendbeleid nog in de pas loopt met wat gebruikelijk is bij vergelijkbare bedrijven en hoe bedrijf presteert ten opzichte van de markt als geheel. Daarbij geldt dat ook de mate waarin de aandeelhouder invloed

 

Beleidskader: dividendbeleid

  • 1.

    Het dividendbeleid is evenwichtig als een goed rendement op het geïnvesteerd vermogen wordt ontvangen en de vermogenspositie van het bedrijf in stand blijft, gelet op de kredietwaardigheid van het bedrijf.

  • 2.

    De ondergrens voor de gemeente is dat het dividend ten minste de lasten dekt van het verstrekte kapitaal.

11. Gemeentelijke vertegenwoordiging

  • I.

    Knelpunten

Bij de gemeentelijke vertegenwoordiging van een verbonden partij kunnen zich een aantal knelpunten voordoen. Duidelijk moet hier worden gesteld: “kunnen”; het hoeft niet.

De belangrijkste mogelijke knelpunten zijn:

  • 1.

    Ongewenste belangenverstrengeling;

  • 2.

    Onheldere positie van de gemeentelijke vertegenwoordiger;

  • 3.

    Rolconflict of dubbele pettenproblematiek;

  • 4.

    Professionaliteit en aansprakelijkheid;

  • 5.

    Ambtelijke vertegenwoordiger.

    • 1.

      Ongewenste belangenverstrengeling

      Belangenverstrengeling kan optreden als de gemeente in meerdere rollen heeft te maken met een verbonden partij. Hierbij kan gedacht worden aan de rol van vergunningverlener, van handhaver van de wet- en regelgeving, van subsidieverlener of van opdrachtgever. Deze relaties kunnen door elkaar heen gaan lopen. De eventueel hieruit voortvloeiende (schijn van) belangenverstrengeling kan negatieve consequenties hebben. En dat niet alleen voor de persoon van de gemeentelijke vertegenwoordiger maar ook voor het bestuurlijk imago als geheel van de gemeente.

    • 2.

      Onheldere positie van de gemeentelijke vertegenwoordiger

      Een vertegenwoordiger van de gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het belang van de verbonden partij. Artikel 169 Gemeentewet zegt dat leden van burgemeester en wethouders afzonderlijk en als geheel aan de raad verantwoording schuldig zijn (is) voor het door hen gevoerde bestuur. Anders gezegd; individuele leden van burgemeester en wethouders hebben een publieke en geen private verantwoordelijkheid.

      Ook raadsleden kunnen zitting nemen en participeren in besturen van verbonden partijen en zullen, in voorkomende gevallen, op elk door de raad gewenst moment en gewenste wijze verantwoording afleggen aan de raad omtrent hun handelen in dezen.

    • 3.

      Rolconflict of dubbele pettenproblematiek

      Bij publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke deelnemingen kan sprake zijn van een belang dat strijdig is met het publieke belang van de gemeente.

      Gemeentelijke vertegenwoordigers in een verbonden partij moeten bij de besluitvorming bij een verbonden partij steeds de belangen van de verbonden partij voor ogen houden. Dit is geregeld in art. 140 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

      Automatisch volgt hieruit dat het nastreven van uitsluitend het gemeentelijke belang in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid. Dit laatste begrip is geregeld in art. 8

      Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

    • 4.

      Professionaliteit en aansprakelijkheid.

      De gemeentelijke vertegenwoordiger kan naast of in plaats van de vennootschap of stichting aansprakelijk worden gesteld voor de gemaakte schulden. De vertegenwoordiger van de gemeente kan daarbij worden geconfronteerd met verschillende vormen van aansprakelijkheid.

      Een dergelijke aansprakelijkheidstelling kan te maken hebben met het niet naar behoren vervullen van de taak (onbehoorlijke taakvervulling), of door een onrechtmatige daad of wanprestatie door de verbonden partij. In het uiterste geval kan de vertegenwoordiger zelfs hoofdelijke aansprakelijkheid worden gesteld voor het geheel van de door de rechtspersoon of derde geleden schade.

      De gemeente Staphorst is voor dit risico verzekerd. Raadsleden, burgemeester en wethouders en ambtenaren zijn verzekerd voor de aanspraken van derden voor schade, in verband met een functie van bestuurder, commissaris, of toezichthouder bij een privaatrechtelijk rechtspersoon met een balanstotaal tot € 3.000.000. De verzekerde som is maximaal € 200.000 per jaar per gebeurtenis met een maximum van € 400.000 per jaar.

    • 5.

      Ambtelijke vertegenwoordiger

      Een ambtenaar kan de gemeente vertegenwoordigen. Ook deze kan in de situatie komen dat er sprake is van een rolconflict. Immers de ambtenaar heeft dan een relatie met de particuliere onderneming en heeft anderzijds de plicht verantwoording af te leggen aan de bestuurder waaraan hij ondergeschikt is.

      Verder kan worden verwezen naar het gestelde onder 2.

  • II.

    Bestuurlijke vertegenwoordiging in verbonden partijen

Algemeen (beleids)uitgangspunt bij bestuurlijke vertegenwoordiging

In het duale stelsel is er een scheiding van taakgebieden tussen de gemeenteraad en het college. Dat brengt een scheiding van verantwoordelijkheden met zich mee.

Verbonden partijen zijn primair een taak van het college om de gestelde doelen te realiseren. De gemeenteraad controleert het college.

 

Uitvoering (beleids)uitgangspunt

Op basis van dit algemeen uitgangspunt is het niet gewenst dat een raadslid deel uit maakt van het bestuur van een verbonden partij. Collegeleden kunnen wel zitting nemen in het bestuur of de algemene vergadering van aandeelhouders bezoeken om vanuit die positie de verbonden partijen besturen en als college verantwoording af te leggen aan de raad.

 

N.B.

In de wet Gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het Algemeen Bestuur als volgt moet worden samen gesteld:

  • als uitsluitend gemeenteraden deelnemen (raadsregeling); alleen leden uit deelnemende raden.

  • als uitsluitend regeling door colleges van B & W is getroffen (collegeregeling); alleen door collegeleden waarbij alle burgemeester zitting hebben in het A.B.

  • als er sprake is van een gemengde regeling; dan geen bepalingen.

  • leden van het Dagelijks Bestuur mogen niet de meerderheid van het Algemeen Bestuur uit maken.

Onderscheid publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke organisaties

  • I.

    Publiekrechtelijke organisaties

    • a.

      Gemeenschappelijke regelingen (de zwaarste vorm).

      Kenmerkend daarbij is dat de gemeenten zowel opdrachtgever als eigenaar/opdrachtnemer van de gemeenschappelijke regeling zijn namelijk:

      het collegelid en diens plaatsvervanger dat zitting neemt in het algemeen bestuur vervult de eigenaarsrol van de gemeenschappelijke regeling.

      het college is opdrachtgever van de gemeenschappelijke regeling.

      Deze beide rollen van het college kunnen tot conflicten leiden door tegenstrijdige belangen oftewel “dubbele petten-problematiek”. Wanneer een collegelid zitting heeft in het bestuur wordt dit nog versterkt.

      Dit gegeven is, gelet op de huidige wetgeving, niet te voorkomen.

       

      • Oplossing (beleidsuitgangspunt) problematiek “dubbele petten”

        In geval de gemeente Staphorst zitting heeft in het algemeen en dagelijks bestuur.

        • -

          Een collegelid neemt dan zitting in het algemeen bestuur en een andere collegelid in het dagelijks bestuur. Door de verantwoording niet bij één persoon te leggen wordt een meer afgewogen besluitvorming bewerkstelligd en is er een scheiding tussen beleid en beheer. Dit model wordt toegepast bij het werkvoorzieningsschap Reestmond.

        • -

          Bij de GGD IJsselland is de burgemeester 2e voorzitter en een wethouder plaatsvervangend lid.

        • alternatief

        • Een alternatief en verdergaand is om de wethouder met de portefeuille financiën bij alle gemeenschappelijke regelingen de verantwoording te geven voor de financiële documenten (begroting, fin. rapportages en jaarrekening).

        • Nadeel bij toepassing hiervan is dat door deze aanpak er een extra bestuurlijke “knip” ontstaat waardoor de efficiency onder druk komt.

    • b.

      Bedrijfsvoeringorganisaties (de lichte vorm)

      Kenmerkend is dat het gaat om bedrijfsvoerings- en uitvoeringstaken zonder of met geringe beleidsmatige component die geen of weinig aansturing vergen.

      Het gaat om een gemeenschappelijke regeling die tussen uitsluitend colleges van burgemeester en wethouders is getroffen, een zogenaamde collegeregeling.

      Hier is geen sprake van een algemeen bestuur; alleen een dagelijks bestuur waarin een wethouder het bestuur van onze gemeente vertegenwoordigd. Staphorst neemt deel in de Bedrijfsvoeringorganisatie Jeugdzorg IJsselland te Zwolle.

  • II.

    Privaatrechtelijke organisaties

    De gemeente kan deelnemen in vennootschappen, stichtingen, verenigingen en publiek private samenwerkingen. Staphorst neemt momenteel deel in NV’s en een enkele B.V. Bij een NV zijn er: bestuurders, aandeelhouders en raad van commissarissen.

    Aan de vertegenwoordiging van de gemeente in een privaatrechtelijke organisatie, bijvoorbeeld bestuurder of commissaris, zijn risico’s verbonden in de sfeer van belangenverstrengeling, onheldere positie en mogelijke rolconflicten.

    • -

      de gemeente neemt in vennootschappen uitsluitend deel door middel van aandeelhouderschap;

    • -

      gemeentebestuurders nemen geen zitting in raad van commissarissen of raad van toezicht tenzij dit niet anders kan.

  • “Dubbele petten problematiek”

    Wat betreft de regionaal opererende NV’s kan de geschetste “dubbele petten problematiek” in een bepaalde vorm voorkomen. Het gaat hier om de N.V. ROVA, te Zwolle waar sprake is van mede-eigenaarschap en afname van afval-inzamelingdiensten.

     

  • Beleidsuitgangspunt “dubbele petten problematiek

    Een scheiding bij de portefeuilleverdeling aan te brengen tussen:

    • -

      de wethouder die verantwoordelijk is voor het (de uitvoering) van het afvalbeleid en

    • -

      een ander collegelid die zitting neemt in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Bij de overige regionale- en landelijk opererende verbonden partijen (N.V. Rendo, Wadinko B.V., Bank Nederlandse Gemeenten N.V., Vitens N.V., Enexis Holding N.V. en B.V.’s die bedoeld zijn om de verkoop van Essent indertijd financieel af te ronden) is deze problematiek niet aan de orde omdat er het principe van good governance wordt toegepast. Dat wil zeggen dat er in de raad van commissarissen geen gemeentelijke vertegenwoordigers zitting kunnen hebben.

 

Beleidskader: gemeentelijke vertegenwoordiging in verbonden partij

  • 1.

    Zitting in bestuur: algemeen uitgangspunt

    • a.

      Raadsleden

      Maken in principe geen deel uit van het bestuur van een verbonden partij.

    • b.

      Collegeleden

      • 1.

        kunnen wel zitting nemen in het bestuur of de algemene vergadering van aandeelhouders bezoeken om de verbonden partijen te besturen;

      • 2.

        leggen als college verantwoording af aan de raad.

  • 2.

    Bij publiekrechtelijke organisaties

  • Is sprake van zowel mede-eigenaarschap als afname van diensten “dubbele petten” en heeft een collegelid in het dagelijks bestuur zitting dan neemt een ander collegelid zitting in het algemeen bestuur.

  • 3.

    Privaatrechtelijke organisaties

    • -

      de gemeente neemt in vennootschappen uitsluitend deel door middel van aandeelhouderschap;

    • -

      gemeentebestuurders nemen geen zitting in raad van commissarissen of raad van toezicht tenzij dit niet anders kan;

    • -

      bij zowel mede-eigenaarschap en afname van diensten = “dubbele petten” wordt bij de portefeuilleverdeling onderscheid gemaakt tussen de uitvoering en zitting in algemene vergadering van aandeelhouders (beleid).

12. Sturing en control/verbetering grip op verbonden partijen

Sturing en control op verbonden partijen

Vanuit de verantwoordelijkheid voor het algemeen publiek belang houdt de gemeente toezicht op het beleid van de verbonden partij. In de uitvoering van sturing en control op verbonden partijen heeft het college daarbij de rol om te besturen en stelt de raad de kaders en controleert het college.

De raad volgt de ontwikkelingen bij een verbonden partij op basis van de informatie die zij in het kader van de reguliere P&C-cyclus vanuit het college ontvangt. Daarbuiten informeert het college de raad actief over een verbonden partij als daar aanleiding voor is.

Deelname aan een verbonden partij brengt voor de gemeente financiële en bestuurlijke risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk dat raad en college zicht houden op de te realiseren doelen binnen de gestelde kaders en een beeld kunnen vormen of de verbonden partij geen onverantwoorde risico’s neemt.

Naast de wetgeving en het stellen van kaders in deze nota wordt door de gemeente voorwaarden gesteld voor het uitvoeren van sturing en control op verbonden partijen.

 

Verbetering grip op verbonden partijen

Door het beleggen van gemeentelijke taken bij meen verbonden partij is volledige en directe sturing door de gemeente niet langer aan de orde. Er is sprake van “sturen op afstand”. Ook al heeft de gemeente de taken uitbesteed, zij blijft verantwoordelijk en aanspreekbaar op de uitvoering van deze taken.

Het is daarom van belang dat de gemeente waarborgen inbouwt om toezicht te kunnen houden op de verbonden partijen.

Door uw raad is opgemerkt het gevoel te hebben het lastig te vinden om grip te krijgen (en te houden) op de financiële en bestuurlijke risico’s bij de verbonden partijen. Onder grip moet worden verstaan:

  • -

    de mogelijkheid tot sturen en

  • -

    invloed uitoefenen.

Regionale aanpak

Hierin staat onze gemeente niet alleen. Landelijk maar ook in de regio Zwolle is de aandacht voor grip op de verbonden partijen toegenomen. Op initiatief van de gemeentelijke financials heeft dit geleid tot een ambtelijke werkgroep. Deze is aan de slag gegaan met als doel te onderzoeken hoe vanuit regionaal perspectief de grip op verbonden partijen verbeterd kan worden. Na een eerste verkenning werd geconcludeerd dat die er is en om dit op te pakken in de vorm van een notitie.

 

Regionale notitie: uitwerking door toepassing governance

Deze “Regionale notitie grip op de verbonden partijen” met als ondertitel “hoe komen we tot een gezonde balans tussen controle en vertrouwen?” is eind 2015 ambtelijk vastgesteld. Deze is als bijlage 2 toegevoegd. De insteek van deze notitie heeft als doel te zorgen voor verbetering van de grip op verbonden partijen. Let wel: niet een vergroting.

In deze notitie staan afspraken opgenomen op de vier deelaspecten van het governance-model: sturen, verantwoorden, beheersen en toezicht. De activiteiten kennen een onderlinge, evenwichtinge samenhang. Deze zijn vervolgens verder uitgewerkt in deelprocessen.

 

Begrip governance

Onder governance wordt het volgende verstaan: Het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van doelstellingen. Alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden.

We onderscheiden binnen dit model op basis van bovenstaande definitie vier governance-deelprocessen:

  • -

    Sturen (activiteit vanuit opdrachtgever/klantrol)

  • -

    Beheersen (activiteit vanuit opdrachtgever/klantrol)

  • -

    Toezicht houden (activiteit vanuit de eigenaarsrol)

  • -

    Verantwoording (activiteit vanuit opdrachtgever/klantrol)

De wijze waarop de governance processen vorm en inhoud krijgen zal moeten passen binnen het stelsel van verantwoordelijkheids- en bevoegdheidsverdeling volgens de Gemeentewet en dient te voldoen aan de voorschriften van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr).

 

Balans tussen controle en vertrouwen

Naast de vormgeving van de governance en wat de controlemechanismen zijn is vertrouwen de belangrijkste randvoorwaarde voor een efficiënte samenwerking en de basis voor de onderlinge relatie.

 

Start in de vorm van een pilot

De uitwerking van de 4 governance deelgebieden zal resulteren in een aantal regionale producten. In het 2e kwartaal 2016 wordt gestart met de uitvoering in de vorm van een pilot.

De uitvoering gebeurt door de gezamenlijke regiogemeenten waarbij met name wordt gewerkt in kernteams die worden bemensd met 3 á 4 financiële ambtenaren van de verschillende gemeenten.

Zo zal ook verkend worden of raadsleden aan de voorkant van het proces kunnen worden betrokken. Bijv. het deelproces ‘sturen’ waarbij het accent ligt op de opdrachtgeversrol.

De focus bij de uitvoering zal daarbij allereerst liggen op de gemeenschappelijke regelingen. Het gaat dan om de Veiligheidsregio IJsselland en de GGD IJsselland omdat deze een hoog risicoprofiel kennen.

Wel blijft er ruimte voor lokale aanvullingen en of inkleuring.

Met de uitvoering van de uitwerking wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de deelprocessen van governance, maar wordt tevens gezorgd dat verbonden partijen meer gaan “leven”, dat de samenwerking met de verbonden partijen intensiveert en dat daarmee het onderlinge vertrouwen groeit.

 

Beleidskader: sturing en control/verbetering grip op verbonden partijen

Uitwerking (te starten als pilot) van de notitie “regionale grip op verbonden partijen”:

  • -

    insteek 4 governance deelgebieden: sturen, verantwoorden, beheersen en toezicht;

  • -

    vanwege hoog risico-profiel focus op de gemeenschappelijke regelingen: GGD IJsselland en Veiligheidsregio.

Bijlage I Overzicht Verbonden Partijen

 

In deze bijlage worden de verbonden partijen van de gemeente achtereenvolgens gepresenteerd, aan de hand van het format dat ook in de begroting en jaarrekening gehanteerd zal worden. De verbonden partijen worden in de volgende categorieën gepresenteerd (zie ook paragraaf 8):

  • 1.

    gemeenschappelijke regelingen;

  • 2.

    stichtingen en verenigingen;

  • 3.

    vennootschappen en coöperaties;

  • 1.

    Gemeenschappelijke regelingen

GGD IJsselland

 

Verbonden partij

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) IJsselland te Zwolle

Activiteiten

De GGD IJsselland bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van de ruim 500.000 inwoners van 11 gemeenten in IJsselland.

Inhoudelijk belang

De gemeente heeft de wettelijke taak om de gezondheid van de burgers te bevorderen en te beschermen tegen ziekten en calamiteiten. Daarnaast is de gemeente verplicht een gemeenschappelijke gezondheidsdienst te hebben. Het publiek belang kan het best gediend worden door middel van een publiekrechtelijke deelname op basis van de Wgr.

Deelnemende partijen

De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.

Aandeel en zeggenschap

Gemeenten hebben zitting in het algemeen bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem. De (basis)bijdrage per gemeente wordt berekend aan de hand van het aantal inwoners.

Vertegenwoordiger

Algemeen bestuur: burgemeester Segers (2e voorzitter).

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Bijdrage

(*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013 rek.

253

1,4

6,5

0,2

2014 rek.

260

1,9

6,3

0,4

2015 begr.

260

1,0

6,1

2016 begr.

273

0,8

5,9

 

Ontwikkelingen

De vele veranderingen op het gebied van jeugdzorg, WMO, participatie en de beweging in het onderwijs vragen van de GGD IJsselland om mee te bewegen, in te spelen op vernieuwing en aan te passen.

Risico’s

In de begroting van de GGD worden de volgende risico’s vermeld: publieke gezondheid asielzoekers, risico’s voormalig regio IJssel-Vecht, forensische geneeskunde, extra inzet van medewerkers bij uitbraak infectieziekte en boventalligheid van personeel vanwege afnemende activiteiten.

GGD IJsselland voert een actief financieel risicobeleid. De weerstandscapaciteit wordt geëvalueerd op basis van een financiële risico-inventarisatie. Op basis van de meerjarenraming is het risico voor de gemeente Staphorst klein.

 

Veiligheidsregio IJsselland

 

Verbonden partij

Veiligheidsregio IJsselland te Zwolle

Activiteiten

Veiligheidsregio IJsselland werkt met gemeenten en andere partners samen in het voorkomen, bestrijden en beperken van de gevolgen van branden, ongevallen, rampen en crisis in de regio IJsselland.

Inhoudelijk belang

De brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing en het bieden van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen zijn alle publieke belangen. Deze belangen kunnen het beste behartigd worden door middel van een gemeenschappelijke regeling op basis van de Wgr.

Deelnemende partijen

De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Ommen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.

Aandeel en zeggenschap

Gemeenten hebben zitting in het algemeen bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem.

Vertegenwoordiger

Algemeen bestuur: burgemeester Segers.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Bijdrage

(*1.000)

Eigen vermogen (31/12; *

1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2014 rek.

872

49,5

43,1

-

3,7

2015 begr.

879

48,9

46,2

2016 begr.

887

35,2

31,9

 

Ontwikkelingen

Er spelen diverse ontwikkelingen. Genoemd kunnen worden onder meer de samenvoeging van de meldkamers, landelijke bezuinigingen, de consequenties van de RUD’s op de regio en diverse te verwachten financiële effecten (zoals herijking Brede doeluitkering, besluiten Veiligheidsberaad en herijking financiële verdeelsystematiek).

Risico’s

Het grootste risico is wanneer de Veiligheidsregio wordt getroffen door een ramp of crisis, waarbij hoge niet verhaalbare kosten moeten worden gemaakt.

Deze kosten kunnen langdurige financiële gevolgen hebben. De gemeente kan –op basis van historische kosten- worden aangesproken op een eventueel exploitatietekort. Dit voor een percentage van ca. 3%. In 2016 wordt een systematische risicoanalyse uitgevoerd en op basis van de uitkomsten zullen voorstellen worden ontwikkeld voor de omvang van de algemene reserve. Deze reserve vormt een belangrijk deel van het weerstandsvermogen.

Daarnaast zal voor de begroting na 2016 geprobeerd worden nieuwe afspraken te maken over een nieuwe verdeelmethodiek waarbij gestreefd wordt naar een verdeling die gebaseerd is op een meer geobjectiveerde methodiek.

Het is mogelijk dat een dergelijke exercitie (aanzienlijke) financiële effecten met zich mee kan brengen.

 

Reestmond

 

Verbonden partij

Reestmond te Meppel

Activiteiten

Het doel van de gemeenschappelijke regeling is het ontwikkelen van de arbeidsmogelijkheden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waardoor hun door- en uitstroomkansen aantoonbaar worden vergroot.

Inhoudelijk belang

Het publiek belang, mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking aan het arbeidsproces laten deelnemen, is wettelijk gezien een taak van de gemeente en wordt verwezenlijkt via de gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap Reestmond.

Deelnemende partijen

Gemeenten Meppel, Westerveld, de Wolden en Staphorst.

Aandeel en zeggenschap

Gemeenten hebben zitting in het algemeen en dagelijks bestuur. Iedere gemeente heeft 1 stem.

Vertegenwoordiger

Algemeen Bestuur: wethouder Jaspers Faijer.

Dagelijks Bestuur: wethouder Krale.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Bijdrage (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1.000)

Vreemd vermogen (31/12; * 1.000)

Solvabiliteits-ratio (tot. eigen v./tot. passiva)

Bedrijfsresultaat (* 1.000)

2013 rek.

2014 rek.

2015 begr.

2016 begr.

145

196

342

272

4.722

4.875

4.720

4.875

4.338

3.537

3.850

3.228

54

60

-985

212

 

Ontwikkelingen

Instroom in de Wsw is geëindigd per 1 januari 2015. Door het van kracht worden van de Participatiewet per 1 januari 2015 wordt beoogd dat mensen zo dicht mogelijk worden geplaatst in passende functies en reguliere bedrijven en organisaties. De deelnemende gemeenten beraden zich over de invulling van deze veranderde wetgeving en daarmee van de infrastructuur van Reestmond.

Risico’s

Jaarlijkse verlaging van de rijkssubsidie betekent een financieel risico voor de gemeente als Reestmond hier geen nieuwe inkomsten tegenover zet.

 

Jeugdzorg IJsselland

 

Verbonden partij

Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland te Zwolle

Activiteiten

De uitvoeringsorganisatie richt zich namens de gemeenten op drie hoofdtaken:

  • 1.

    inkoop- en contractbeheer;

  • 2.

    facturatie;

  • 3.

    monitoring – en financiële rapportage.

Inhoudelijk belang

Het is een publiek belang dat de gemeente de wettelijke jeugdzorgtaken uitvoert en daarbij regionaal samenwerkt om zo efficiënt mogelijk te zijn. Gekozen is voor een lichte vorm van samenwerking via een bedrijfsvoeringorganisatie, ofwel de uitvoerende taken en niet de beleidsvormende taken.

Deelnemende partijen

De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.

Aandeel en zeggenschap

De gemeenten dragen er zorg voor dat de uitvoeringsorganisatie te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

De colleges wijzen uit hun midden ieder één lid van het bestuur aan. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en tien overige door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen leden. Iedere gemeente heeft 1 stem.

Vertegenwoordiger

Wethouder De Jong

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Bijdrage

(* 1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2015 begr.

2016 begr.

2.336

2.054

-

-

-

-

-

-

-

-

 

Ontwikkelingen

De gemeenschappelijke regeling geldt voorhands tot en met 31 december 2016. De samenwerking is nieuw en moet op een goede manier ingevuld worden. Met het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling is het technische voertuig geregeld, maar de verhoudingen onderling krijgen in de praktijk vorm. Het gaat daarbij continu om de vraag voor welke onderwerpen afstemming nodig is op regionaal niveau en welke onderwerpen de reikwijdte niet verder gaat dan de gemeentegrenzen. Iedere gemeente geeft zelf invulling aan de decentralisatie. De samen-

werking wordt eind 2015 geëvalueerd, zodat begin 2016 gestart kan worden met de uitwerking van de uitkomsten.

Risico’s

De samenwerking is nieuw, de werking moet in de praktijk getoetst worden.

 

  • 2.

    Stichtingen en Verenigingen

Stichting MCR

 

Verbonden partij

Stichting Dagelijks Beheer Multifunctioneel Centrum Rouveen

Activiteiten

Met behoud van de zelfstandigheid van de hoofdgebruikers:

  • a.

    Faciliteren van visie en maatschappelijke doelstelling van MCR Rouveen;

  • b.

    Beheren en exploiteren van het MCR Rouveen, ten behoeve van de hoofdgebruikers;

  • c.

    Onderhouden (zowel eigenaars- als het zogenaamd niet-eigenaarsonderhoud) van het MCR, ten behoeve van de gemeente Staphorst en de hoofdgebruikers.

Inhoudelijk belang

Als een van de hoofdgebruikers van de MCR deelnemen in:

  • -

    de programmering en gebruik;

  • -

    het beheer, exploitatie en onderhoud.

Deelnemende partijen

  • -

    Vereniging tot instandhouding van Hervormde Scholen op Gereformeerde grondslag, te Rouveen;

  • -

    Vereniging voor Gereformeerd primair onderwijs “de Zevenster”;

  • -

    Gemeente Staphorst.

Aandeel en zeggenschap

Het bestuur bestaat uit 3 personen.

Iedere hoofdgebruiker draagt 1 persoon voor.

Vertegenwoordiger

Beleidsmedewerker vastgoedbeheer en onderwijshuisvesting: J.A. Hulst. 

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Bijdrage

Eigen vermogen (31/12)

Vreemd vermogen (31/12);

Solvabiliteits-ratio

Resultaat

2015 begr.

€ 39.160

-

-

-

-

 

Ontwikkelingen

In kader van invulling multifunctionaliteit anticiperen op de ontwikkelingen in de vraagzijde.

Risico’s

Bij een eventueel tekort moet de gemeente haar aandeel bijdragen = plm. 27%.

 

  • 3.

    Vennootschappen en Coöperaties

BNG

 

Verbonden partij

Bank Nederlandse Gemeenten N.V. te Amsterdam

Activiteiten

De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven te voorzien in kredietverlening aan decentrale overheden en in kredietverlening onder garantie van overheden.

Inhoudelijk belang

Het is een publiek belang dat de gemeente op een zo goedkoop mogelijke manier kan lenen om de rentekosten zo laag mogelijk te houden. Ook zijn de financiële zekerheden en stabiliteit van maatschappelijk belang.

Deelnemende partijen

Nederlandse overheden (50% rijk, 50% gemeenten, provincies en waterschappen)

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 30.030 aandelen à € 2,50. Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 0,054%.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: wethouder De Jong

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; *

1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013 rek.

45

3.430

127.721

283

2014 rek.

17

3.582

149.891

126

2015 begr.

38

2016 begr.

14

 

Ontwikkelingen

De BNG Bank verwacht dat het renteresultaat over 2015 naar verwachting lager uit zal komen dan over 2014. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de te verwachten nettowinst over 2015 en volgende jaren.

Risico’s

Beperkt tot deelname aandelenkapitaal. De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft het predicaat 'nationaal systeemrelevante bank' verkregen. De Nederlandse Bank (DNB) heeft dat als toezichthouder bepaald. Het door BNG Bank uitgegeven schuldpapier heeft de hoogst mogelijke credit rating van Moody's (Aaa) en Standard & Poor's (AAA) en een rating AA+ van Fitch. BNG Bank behoort daarmee tot de meest kredietwaardige banken ter wereld.

 

Enexis

 

Verbonden partij

Enexis Holding N.V. te ‘s Hertogenbosch

Activiteiten

Enexis is verantwoordelijk voor:

  • -

    Distribueren en transporteren van energie.

  • -

    Het in stand houden, beheren, exploiteren en uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie.

  • -

    Het ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten mits deze binnen de wettelijke grenzen vallen.

Inhoudelijk belang

Om de consument te beschermen tegen een monopolist is wettelijk bepaald dat netbeheerders in publieke handen moeten blijven.

Deelnemende partijen

Provincies Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Drenthe, Groningen, Flevoland, Friesland en diverse gemeenten in deze provincies.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 32.331 aandelen à € 1. Balanswaarde huidige aandelenbezit: € 14.671. Deze zijn gewaardeerd tegen € 31,17 per stuk. Per 31 december 2016 zal de eeuwigdurende EDON-lening: € 45.378 worden afgelost. Staphorst heeft besloten om deze om te zetten in aandelen.

Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 0,0216%.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: burgemeester Segers.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013 rek.

25

3.370

2.554

54%

239

2014 rek.

26

3.517

2.593

55%

265

2015 begr.

26

3.616

230

2016 begr.

28

3.716

200

 

Ontwikkelingen

Enexis Holding N.V. opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Autoriteit Consumenten en Markt (ACM). De ACM stelt elke drie jaar de maximale tarieven vast. In die periode gaan de gereguleerde tarieven omlaag als gevolg van lager ingeschatte kapitaalskosten. Dit is een stimulans voor Enexis om te komen tot kostenbesparing, en zo toch de aandeelhouders een redelijk rendement te kunnen bieden.

Risico’s

De afgelopen jaren zijn de financiële prestaties stabiel geweest. Conclusie is dat Enexis een financieel gezond bedrijf is. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist. Enexis heeft op dit moment meer dan 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde status van de “Vordering op Enexis Vennootschap” levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders.

 

Rendo

 

Verbonden partij

N.V. Rendo Holding te Meppel

Activiteiten

Rendo houdt zich als regionale netbeheerder van elektriciteit- en gasnetten primair bezig met het ontwerp, de bouw en het beheer van energienetwerken. Daarnaast houdt zij zich bezig met activiteiten gericht op onderhoud, verhuur en verkoop van energieverbruikstoestellen en adviseert of participeert o.a. in duurzaamheids- en innovatieprojecten op gebied van energie.

Inhoudelijk belang

Het is van een publiek belang dat er een betrouwbare, betaalbare en schone energievoorziening is op de korte en lange termijn. De wet verplicht een splitsing van gasbedrijven in een leverings- en productiedeel, waarbij het leveringsdeel in publieke handen moet blijven. Het publiek belang kan het best behartigd worden in een privaatrechtelijke deelname.

Deelnemende partijen

Gemeenten Hoogeveen, Meppel, Staphorst, Zwartewaterland, Steenwijkerland, Coevorden, Hardenberg, Westerveld en De Wolden.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 43 aandelen à € 453,78. Totale waarde: € 19.512.

Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 4,3 %.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: wethouder De Jong.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013 rek.

373

57

86

40%

13,5

2014 rek.

434

58

77

40%

10,4

2015 begr.

301

60

76

2016 begr.

323

62

76

 

Ontwikkelingen

Het eigen vermogen is sterk gedaald in de periode voor 2012. Oorzaken hiervan zijn hoge dividenduitkeringen en afboekingen door het faillissement van biocoalproducent SGI (€ 26 mln.). De wettelijk minimaal vereiste solvabiliteit van 40% haalt Rendo inmiddels.

In de komende periode gaan de wettelijk gemaximeerde tarieven omlaag. Dit is een stimulans voor de Rendo om kosten te besparen. De komende jaren houdt Rendo rekening met een dividenduitkering van € 7,5 miljoen.

Risico’s

N.V. Rendo Holding bestaat uit Rendo Netwerken en Rendo Duurzaam. Rendo Netwerken beheert en onderhoudt het gas- en elektriciteitsnetwerk.. Rendo Duurzaam is actief in het ontwerpen, financieren, bouwen en exploiteren van duurzame energieprojecten. Daarnaast vindt er verhuur, verkoop en onderhoud plaats van energietoestellen. Het onderdeel Rendo Duurzaam service & techniek is per 1 januari 2016 afgestoten.

Gezien de aard van de activiteiten is Rendo Netwerken een vrij stabiele vennootschap en Rendo; Duurzaam een vrij risicovolle onderneming.

Bij een eventuele overname in verband met sectorordening vervalt het dividend. De opbrengst is naar verwachting (aanzienlijk) lager dan de huidige dividendopbrengst.

 

Vitens

 

Verbonden partij

Vitens N.V. te Zwolle

Activiteiten

Het doel van Vitens is een betrouwbare en onafhankelijke watervoorziening tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.

Inhoudelijk belang

Het is wettelijk vastgelegd dat de aandelen van waterbedrijven alleen in publieke handen mogen zijn, omdat de drinkwatervoorziening een publiek belang is. Het belang wordt het beste verwezenlijkt door middel van een privaatrechtelijke deelname.

Deelnemende partijen

Provincies Overijssel, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Drenthe en Friesland en gemeenten in deze provincies.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 18.531 aandelen á € 1, in totaliteit: € 18.531.

Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 0,32%.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: burgemeester Segers.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013 rek.

48

438

1.028

26%

39

2014 rek.

50

421

1.043

25%

42

2015 begr.

48

464

1.266

32

2016 begr.

50

488

1.259

32

 

Ontwikkelingen

Vitens werkt aan een verbeterde dienstverlening aan klanten, een grotere waardering voor het product en een goede bescherming van de drinkwaterbronnen. Verder werkt het bedrijf onder meer aan de implementatie van de nieuwe Omgevingswet.

Risico’s

De deelneming brengt voor de gemeente een gering risico met zich mee. Vitens opereert maar zeer beperkt in een concurrerende omgeving, de marktrisico’s zijn daarom beperkt. De operationele risico’s zijn niet klein omdat het product moet voldoen aan hoge kwaliteitseisen.

 

Rova

 

Verbonden partij

N.V. Rova Holding te Zwolle

Activiteiten

Het op financieel, milieutechnisch en maatschappelijk verantwoorde wijze exploreren en exploiteren van afvalzorgplicht van gemeenten.

Inhoudelijk belang

Het is van een publiek belang dat de gemeente de afvalverwerking tegen de zo laag mogelijke maatschappelijke kosten uitvoert. Het publiek belang kan behartigd worden door middel van een publieksrechtelijk deelname op basis van de Wgr.

Deelnemende partijen

Afvalverwijdering Utrecht, gemeenten in West Overijssel, Amersfoort, Bunschoten, Meppel, Apeldoorn, Oost-Gelre, Twenterand, Urk, Aalten, Olst-Wijhe, Winterswijk en Westerveld.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 217 aandelen (A) á € 113,45. Totale waarde: Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 6,69 %.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: wethouder de Jong.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013

111

26

32

28%

5,4

2014

102

24

30

30%

5,7

2015

51

29

29

4,3

2016

55

30

28

4,3

(*) interim dividend á € 134.000 ontvangen door verkoopopbrengst Rova-bedrijven

 

 

Ontwikkelingen

De behaalde resultaten in de transitie van afval naar grondstoffen (omgekeerd inzamelen) en de implementatie van de BOR-dienstverlening zijn positief te noemen. De Rova zal zich hierop blijven inzetten. Verder wordt gezocht door het uitbreiden van samenwerking met gemeenten, bijvoorbeeld op het terrein van beheer openbare ruimte en groenbeheer en is Rova actief rondom de implementatie van de participatiewet (bijvoorbeeld door het bieden van leerwerktrajecten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt).

Risico’s

Beperkt tot deelname aandelenkapitaal.

 

Wadinko

 

Verbonden partij

Wadinko N.V. te Zwolle

Activiteiten

Het deelnemen in en het directie voeren over andere ondernemingen die bij voorkeur werkzaam zijn in de provincie Overijssel, waaronder bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van kunststoffen en milieutechnieken en het bevorderen van de werkgelegenheid in de provincie, één en ander in de ruimste zin van het woord.

Inhoudelijk belang

Wadinko heeft tot doel het creëren van werkgelegenheid door middel van het stimuleren van bedrijvigheid. Dit is van maatschappelijk belang, maar strikt genomen geen publiek belang omdat het een normale economische activiteit betreft. Er zijn concurrerende particuliere initiatieven die met vergelijkbare participaties hetzelfde doel bereiken. Het is daarmee niet optimaal om als gemeente in een privaatrechtelijke partij te participeren.

Deelnemende partijen

Provincie Overijssel en 20 gemeenten in Overijssel plus gemeenten Meppel, Noordoostpolder, Urk en Westerveld.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 40 aandelen á € 100. Het aandeel in het totale aandelenvermogen is 1,67%.

Vertegenwoordiger

Algemene vergadering aandeelhouders: burgemeester Segers.

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Dividend (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2013

20

54

n.v.t.

1,6

2014

20

60

n.v.t.

7,4

2015

20

62

n.v.t.

2016

20

63

n.v.t.

 

Ontwikkelingen

Het beleid voor de komende zal worden voortgezet met als doelstelling:

  • -

    5.000 arbeidsplaatsen in 2021 bij Wadinko participaties en

  • -

    gemiddeld 4% rendement op eigen vermogen.

Risico’s

Verbonden met de taken van Wadinko zijn er ondernemingsrisico’s. De participatiemaatschappij zorgt dat zij invloed uitoefent op de ondernemingen waarin zij participeert via een Raad van Commissarissen of een aandeelhoudersovereenkomst. Het is echter niet te zeggen welke risico’s Wadinko precies loopt met betrekking tot de aangegane participaties.

De afgelopen jaren is een positief financieel resultaat gedraaid. Dit wil echter niet zeggen dat het bedrijf financieel gezond blijft, vanwege de afhankelijkheid van de financiële posities van de participerende partijen. Vooralsnog is het eigen vermogen (liquide middelen) hoog genoeg om risico’s op te vangen.

 

Vennootschappen na verkoop Essent 

In 2009 werd het productie- en leveringsdeel van Essent verkocht aan RWE. Bij de verkoop is een aantal tijdelijke B.V.’s opgericht om de belangen van de aandeelhouders te behartigen. In 2016 zullen CBL Vennootschap B.V., Verkoop Vennootschap B.V. en Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. naar verwachting worden opgeheven.

 

Verbonden partij

Vordering op Enexis B.V. te ’s Hertogenbosch

Activiteiten en inhoudelijk belang

Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis. Enexis beschikte over onvoldoende contante middelen om de koopprijs te kunnen betalen. Dit bedrag is omgezet in een lening van de aandeelhouders van Essent. De B.V. is in het leven geroepen om de Aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren.

Deelnemende partijen

Provincies Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Drenthe, Groningen, Flevoland, Friesland en diverse gemeenten in deze provincies.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 432 aandelen, zijnde een aandeel in het totaal aandelenvermogen van 0,0216%.

De gemeente heeft nog 2 leningen uitstaan:

  • -

    Lening C, einddatum 2016, rente 4,65% € 108.000

  • -

    Lening D, einddatum 2019, rente 7,20% € 75.600

Vertegenwoordiger

Burgemeester Segers

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Rente-inkomsten (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2015

0,045

860

0

2016

0,025

355

0

 

Ontwikkelingen

Enexis zal de lening C in 2016 aflossen. Lening D mag niet vervroegd worden afgelost. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou deze tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen.

Risico’s

Als aandeelhouder loopt de gemeente zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap: ongeveer € 20.000.

 

Verbonden partij

CSV Amsterdam

Voorheen (Claim Staat Vennootschap B.V.) te ’s Hertogenbosch

Activiteiten en inhoudelijk belang

Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V. De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu drie doelstellingen vervult:

  • 1.

    namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de Wet Onafhankelijk Netbeheer;

  • 2.

    namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO B.V. (“Waterland”);

  • 3.

    het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow-rekening naar aanleiding van verkoop Attero is gestort. Het vermogen op de escrow-rekening is initieel € 13,5 mln. De escrow-rekening wordt aangehouden bij de notaris.

Deelnemende partijen

Provincies Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Drenthe, Groningen, Flevoland, Friesland en diverse gemeenten in deze provincies.

Aandeel en zeggenschap

De gemeente bezit 432 aandelen, zijnde een aandeel in het totaal aandelenvermogen van 0,0216%.

Gestort kapitaal: € 20.000. Voor Staphorst: € 4,32.

Vertegenwoordiger

Burgemeester Segers

 

Financieel

Staphorst

Vermogenspositie en bedrijfsresultaat

Jaar

Rente-inkomsten (*1.000)

Eigen vermogen (31/12; * 1 mln.)

Vreemd vermogen (31/12; * 1 mln.)

Solvabiliteits-ratio

Bedrijfsresultaat (* 1 mln.)

2015

8,5

36,1

0

2016

  • 1.

    25,6

33,7

0

 

Ontwikkelingen

De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat een eventuele schadeclaim wordt gevoerd tegen de Staat en dat claims (die door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) kunnen worden inge-diend) worden afgewikkeld. Conform de verkoopkoopovereenkomst zal de escrow-rekening tot 5 jaar na completion blijven staan voor de afwikkeling van potentiële claims van Waterland.

Risico’s

Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag van € 13,5 mln. op de escrow-rekening. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap: € 20.000.

 

Bijlage II REGIONALE NOTITIE GRIP OP DE VERBONDEN PARTIJEN

 

Hoe komen we tot een gezonde balans tussen controle en vertrouwen?

 

 

Bedoeld voor: gemeenten Heerde, Zwartewaterland, Kampen, Dronten, Raalte, Dalfsen, Olst-Wijhe, Steenwijkerland, Staphorst, Urk, Deventer, Hattem, Ommen-Hardenberg, Zwolle & de verbonden partijen Veiligheidsregio IJsselland en GGD IJsselland.

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

Inleiding

De uitvoering van taken is voor gemeenten steeds complexer geworden. In toenemende mate wordt er een beroep gedaan op andere organisaties waaraan wij beleids- en uitvoeringstaken uitbesteden. Deze taken zijn op veel terreinen belegd bij publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden zoals regionale milieu- of omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, sociale werkvoorzieningen en afvalbedrijven. In de praktijk blijkt dat naarmate de taken beleidsrijker zijn, de aandacht voor de samenwerkingsverbanden toeneemt. Voor colleges en gemeenteraden is het vaak lastig om grip te krijgen (en te houden) op de financiële en bestuurlijke risico’s bij dergelijke verbonden partijen. Juist nu de gemeente steeds meer als eerste overheid voor de burger gaat functioneren is het van belang hier aandacht aan te besteden. Landelijk gebeurt dat ook, meest recentelijk met de handreiking ‘’Grip op regionale samenwerking’’ van de Vereniging van Griffiers en BZK.

 

In het Besluit begroting en verantwoording (BBV) artikel 1 wordt een verbonden partij als volgt aangeduid: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.

Een bestuurlijk belang houdt in zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Financieel belang houdt in een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

 

Probleemstelling

‘’De gemeenteraden en/of colleges in diverse gemeenten in de regio Zwolle zijn ongerust over de mate waarin zij grip hebben op verbonden partijen. Landelijk wordt hier de aandacht op gevestigd, de reguliere paragraaf Verbonden partijen wordt als papier gezien en niet als vorm van sturing’’.

 

(Op het voorblad van deze notitie is te zien dat de gemeenten die deelnemen aan de notitie de gemeenten uit de regio IJsselland zijn met daarbij Hattem, Heerde, Dronten, Urk en twee verbonden partijen. Voor het gemak wordt in de rest van de notitie de ‘’regio Zwolle’’ gebruikt om het geheel van deze partijen aan te duiden).

 

Ook in de regio Zwolle neemt de aandacht voor grip op verbonden partijen toe. Bovenstaande probleemstelling rondom verbonden partijen werd herkend in het ambtelijke overleg financials/hoofden financiën in de regio Zwolle eind mei 2015. Op basis hiervan is de ambtelijke werkgroep verbonden partijen aan de slag gegaan met als doel te kijken hoe vanuit het regionale perspectief de grip op verbonden partijen verbeterd kan worden.

Gedurende het eerste overleg van de werkgroep is op basis van een brede regionale inventarisatie in de gemeenten in de regio Zwolle besproken door welke oorzaken en uitingen er vragen zijn bij de grip op verbonden partijen. Hier kwamen vanuit de verschillende gemeenten diverse aspecten naar voren die in één of meer gemeenten en op één of meer verbonden partijen spelen. Bijvoorbeeld: het ontbreken van tussentijdse evaluaties, informatievoorziening vanuit verbonden partijen naar de gemeente en vanuit de organisatie naar de raad die beter kan, beperkte afstemming tussen beleid en financiën, een afstand tussen raad en verbonden partij, onduidelijkheid over verantwoordelijkheden, dubbele petten bij wethouders, onvoldoende zicht op de risico’s en een beperkte rol van de raad.

 

Tijdens het tweede overleg in augustus is dieper ingegaan op het concept van grip. Wat is het, hoeveel is er van en wat moet er gebeuren om de probleemaspecten weg te nemen en de grip te vergroten? Belangrijke constateringen hier waren dat er in theorie vaak niet te weinig grip is, maar dat dit gevoel wel heerst en ook weer verschilt per verbonden partij. Voor het creëren van grip is het dan ook belangrijk dat verbonden partijen ‘’leven’’. Zowel ambtelijk als bestuurlijk. Dit laten leven kan op verschillende manieren zoals het invoeren van tussentijdse evaluaties, duidelijke kaders, een actievere rol van de raad, verbetering of andere wijze van informatievoorziening, goede risico-inschatting en rapportage en het verder borgen van financiën en beleid in de organisatie.

 

Nu een eerste verkenning er op zit is het tijd om concrete stappen te zetten in welke oplossingen (maatregelen om VP-en te laten leven) onze aandacht verdienen. Besloten is dit te doen in de vorm van een regionale notitie. Omdat er bij verbonden partijen vrijwel altijd sprake is van verschillende eigenaren en opdrachtgevers betekent dit dat mogelijke oplossingen voor een gedeelte een regionaal en voor een gedeelte een lokaal karakter kennen.

 

Doelstelling notitie

Het doel van de regionale notitie is tweeledig:

  • Inzicht geven in de onderwerpen waarop we regionaal stappen kunnen en willen zetten ter verbetering van de grip op verbonden partijen, en de onderwerpen waaraan juist lokaal invulling gegeven kan worden.

  • Inzicht geven in concrete vervolgstappen/producten op de onderwerpen die we gezamenlijk aan willen pakken. Hoe vinden de onderwerpen hun weg naar de praktijk?

Uitgangspunten notitie

Voor de inhoud van de notitie gelden de volgende uitgangspunten:

  • Qua onderwerpen kan er verschil zitten in de mate van details van de afspraken over voorgestelde producten en de resultaten die uit de producten voortkomen. Zo zou over bijvoorbeeld de paragraaf verbonden partijen overeenstemming bereikt kunnen worden over de gezamenlijke inhoud. Bij andere aspecten, bijvoorbeeld risicomanagement, kan de nadruk meer liggen op uitgangspunten die vervolgens nadere uitwerking behoeven. Om voortgang in het proces te boeken hebben we deze notitie voortvarend opgepakt en niet elk product tot op detail reeds uitgewerkt.

  • De notitie heeft als uiteindelijk doel te zorgen voor een verbetering van de grip op verbonden partijen. Niet een vergroting. Er dient een gezonde balans te zijn tussen controle en vertrouwen. Er zijn namelijk diverse overwegingen geweest om een partij op afstand te plaatsen. Deze redenen moeten mee worden gewogen bij eventuele verbetermaatregelen ten behoeve van de grip.

Afbakening

Onderstaand treft u een overzicht aan van de gemeenten die deelnemen in de verschillende verbonden partijen in de regio Zwolle.

 

 

We beseffen ons dat het begrip verbonden partijen een beperkte scope oplevert als we kijken naar regionale samenwerking. Ook deelnemingen, convenanten en contracten zijn in dat licht belangrijk. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de regio Zwolle. Voor deze notitie is echter besloten om de focus allereerst op de gemeenschappelijke regelingen, een subgroep van de verbonden partijen, te leggen. De redenen hiervoor:

  • Gemeenschappelijke regelingen kennen een hoog risicoprofiel ten opzicht van verbonden partijen met een andere rechtsvorm. Gemeenten lopen een financieel risico vanwege het feit dat de participerende gemeenten volledig financieel aansprakelijk zijn en de bekostiging van de jaarlijkse activiteiten een verplichte uitgave is. Het risicoprofiel is hiermee hoger dan het risicoprofiel van vennootschappen (NV/BV). De gemeenten lopen bij de vennootschappen alleen risico over het ingebrachte geld.

  • Uit ambtelijke gesprekken met de regiogemeenten uit de regio is gebleken dat de gemeenschappelijke regelingen de voornaamste en belangrijkste gemeenschappelijke deler zijn.

Focus regio Zwolle: de bovengenoemde gemeenschappelijke regelingen betreffen regelingen waarin met name gemeenten uit de regio IJsselland participeren. Wij zijn ons er van bewust dat niet alle gemeenten in alle verbonden partijen participeren, en dat er in enkele gevallen gemeenten van buiten IJsselland participeren. Dit maakt het van belang om aangrenzende gemeenten van buiten IJsselland te laten aanhaken bij de samenwerking die we middels deze notitie aangaan.

 

Hoewel de focus daarmee op GR-en ligt is het bij de uitwerking van de producten uit deze notitie goed het volgende onderscheid tussen de GR-en te maken:

  • Vrijwillig dan wel wettelijk verplicht ingestelde GR-en. Dit onderscheid is van belang voor het al dan niet kunnen toepassen van het ultieme sanctiemiddel (uittreden).

  • Raads- , college-, dan wel gemengde regelingen. Van een raadsregeling is sprake als bevoegdheden om beleid te maken worden overgedragen. Van een collegeregeling is sprake als het een samenwerking betreft voor uitvoeringstaken. Van een gemengde regeling is sprake als zowel beleids- als uitvoeringstaken zijn overgedragen. Het is van belang dit onderscheid te maken voor de sturing en verantwoording.

  • Het onderscheid tussen de soorten GR-en (Wgr), te weten: de GR met een openbaar lichaam, de GR met een bedrijfsvoeringsorganisatie, de GR met een gemeenschappelijk orgaan, de GR met een centrumgemeente en de regeling zonder meer.

Hoewel de focus nu op GR-en ligt is het natuurlijk niet uitgesloten dat in een later stadium ook andere verbonden partijen worden betrokken, of organisaties die niet een verbonden partij zijn maar daarmee wel gelijkenis vertonen en/of een partij zijn waarbij de grip ook beter georganiseerd kan worden.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 schetsen we het wettelijk kader en gaan we in op de laatste ontwikkelingen rondom verbonden partijen

 

In hoofdstuk 3 zoomen we in op de governance vanuit de vier deelprocessen: sturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden. We geven per deelproces een beschrijving van die aspecten die we gezamenlijk regionaal kunnen oppakken en die aspecten die beter gedijen bij een lokale aanpak. Vervolgens benoemen we voor de gezamenlijke aspecten de regionale producten die de governance moeten verbeteren. Daaraan koppelen we de verschillende vervolgstappen die we moeten te nemen om te komen tot meer grip op de verbonden partijen.

 

Tenslotte doen we in hoofdstuk 4 aanbevelingen en komen we met een stappenplan waar de vervolgstappen (producten) worden opgesomd.

 

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader en ontwikkelingen

 

Algemeen

Bij verbonden partijen kan het gaan om zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke rechtspersonen die een rol spelen in de uitvoering van een publieke taak. Voor beiden geldt dat het organisaties en instellingen zijn waar gemeenten zowel financieel als bestuurlijk zeggenschap over hebben. We spreken van een financieel belang als de gemeenten aansprakelijk zijn bij niet nakoming van verplichtingen of als er geen verhaal is bij faillissement. We spreken van een bestuurlijk belang als de gemeente zeggenschap heeft.

 

Wettelijk kader

De verbonden partijen baseren hun rechtsgrond op verschillende wetten en regelgeving.

 

Na invoering van het dualisme vond de wetgever het van belang de bepalingen omtrent de begroting en verantwoording in de Gemeentewet te wijzigen, zodat de gemeenteraad meer op hoofdlijnen kan sturen en controleren. Daarmee ontstond het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in 2004 en is voor het eerst de term verbonden partij geïntroduceerd. Er werd geconstateerd dat de informatie over dergelijke partijen niet als voldoende werd ervaren, terwijl het aantal verbonden partijen sterk toenam.

In het BBV is duidelijk vastgelegd wanneer er sprake is van een verbonden partij en dat de verbonden partijen worden vastgelegd in een speciale paragraaf van de gemeentelijke begroting en jaarstukken. Deze paragraaf moet aan bepaalde eisen voldoen. Daarnaast regelt het BBV welke informatie verstrekt moet worden per verbonden partij.

Hoofdregel is dat bij het aangaan van verbonden partijen via het publiekrecht wordt gehandeld, tenzij het privaatrecht bijzonder aangewezen is.

 

In de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt de samenwerking geregeld tussen openbare lichamen. De Wgr bevat regels voor de inrichting en het functioneren van de samenwerking, oftewel voor het aangaan van een verbonden partij via het publiekrecht.

 

De grondregel van de Gemeentewet is dat publieke taken door de gemeente zelf worden uitgevoerd. Private rechtsvormen zijn slechts toelaatbaar: “indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang” (artikel 160 lid 2 Gw).

De Gemeentewet bepaalt dat het besluit (van het college) tot oprichting van een nv of bv (of deelneming daarin) niet wordt genomen dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

 

De privaatrechtelijke organisaties zijn in het Burgerlijk Wetboek nader geregeld. Het kan gaan om stichtingen, verenigingen, coöperaties en vennootschappen. In het laatste geval praat men over deelnemingen (participatie van de gemeente via aandelen).

 

Ontwikkelingen

Op het moment dat we de notitie schrijven zien we de volgende ontwikkelingen binnen het wettelijk kader:

 

  • 1.

    Per 1 januari 2015 is de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) op een aantal onderdelen essentieel gewijzigd. Deze wijzigingen gaan over zaken binnen de gemeenschappelijke regeling. Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie geïntroduceerd als extra verschijningsvorm van een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast gaat het over versterking van de controlerende positie van de gemeenteraden, door verbetering van hun mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de begroting van de gemeenschappelijke regeling. En is de huidige informatie- en verantwoordingsplicht van leden van het algemeen bestuur naar de gemeenten nader ingevuld en uitgewerkt.

  • 2.

    In de onlangs verschenen brochure “Hoofdlijnen vernieuwing BBV” van het ministerie van BZK worden voornemens weergegeven, om ter verbetering van de grip op de verbonden partijen, nieuwe afspraken te maken over de informatievoorziening, bedoeld om de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad te versterken.

  • 3.

    Door wijzigingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moeten de netwerk-RUD’s vanaf 2018 omgevormd worden tot een gemeenschappelijke regeling.

Daarnaast zien we de volgende landelijke en regionale ontwikkelingen ten aanzien van de samenwerkingsverbanden:

 

  • 1.

    Door de decentralisaties binnen het sociaal domein zijn nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Gemeenten hebben nog veel onzekerheden voor wat betreft de financiële consequenties. Ze zijn nog zoekende naar het beheersen van de budgetten. Een belangrijke partij in deze context is de Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland.

  • 2.

    De gezamenlijke gemeenten hebben besloten de GR Wezo op te heffen en de aandelen te verkopen aan de gemeente Zwolle. Hierdoor moet elke gemeente de uitvoering van de sociale werkvoorziening anders gaan organiseren.

  • 3.

    We zien ook binnen samenwerkingsverbanden, o.a. GGD IJsselland, dat ze intern verbetertrajecten opzetten om structuur en eenheid aan te brengen in hun informatievoorziening naar de gemeenten.

  • 4.

    We zien dat binnen verschillende gemeenten de rekenkamercommissies onderzoeken doen naar de grip op, effectiviteit en efficiency van verbonden partijen. Gemeenteraden vinden het lastig grip te krijgen op de verbonden partijen.

Hoofdstuk 3 De governance deelprocessen

 

Algemeen

Zoals geschetst in de inleiding is een ambtelijke werkgroep verbonden partijen aan de slag gegaan met als doel te kijken hoe vanuit het regionale perspectief de grip op verbonden partijen verbeterd kan worden. Gedurende het eerste overleg is besproken door welke oorzaken en uitingen er vragen zijn bij de grip op verbonden partijen. Tijdens het tweede overleg is o.a. dieper ingegaan op de vraag ‘Wat is grip?’. Onder grip werd voornamelijk de mogelijkheid tot sturen en invloed uitoefenen verstaan. De conclusie die gezamenlijk werd getrokken is dat het van belang is afspraken te maken op de vier deelaspecten van governance: sturen, verantwoorden, beheersen en toezicht. En hier vervolgens ook uitvoering aan te geven. Een goede governance, waaronder bijvoorbeeld goede informatievoorziening en sturingsmogelijkheden, is een kernvoorwaarde voor grip. Derhalve gaan we in dit hoofdstuk nader in op de governance deelprocessen en werken we aan de hand van deze deelprocessen de regionale producten uit.

 

Vertrouwen: de basis voor de onderlinge relatie!

De kwaliteit van de sturingsrelatie met een verbonden partij bestaat naast de vormgeving van de governance uit wederzijds vertrouwen. Vertrouwen is de belangrijkste randvoorwaarde voor een efficiënte samenwerking en is bepalend voor de onderlinge relatie. Zo is het belangrijk dat er tussen de verbonden partij en de gemeente vertrouwen is dat de ander zijn rol op een adequate manier invult. Hierbij is geloof in elkaars kennis en vaardigheden nodig en geloof in elkaars welwillendheid. Het geloof in elkaars kennis en vaardigheden is vooral afhankelijk van eerdere ervaringen die men met elkaar heeft opgedaan en geloof in elkaars welwillendheid wordt vooral bepaald door zaken als de bereidheid om energie te steken in een goede verstandhouding. Maar ook is het belangrijk dat er tussen de verbonden partij en de gemeente vertrouwen is in de wil van de ander om zich in te zetten voor het gemeenschappelijke doel en dat de ander transparant werkt en afspraken respecteert. Dit alles heeft te maken met het geloof in elkaars integriteit. Zie ook de volgende figuur waarin duidelijk wordt dat vertrouwen naast controlemechanismen staat, niet eronder!

 

 

Het begrip ‘governance

Onder governance wordt het volgende verstaan: het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van doelstellingen. Alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden.

 

We onderscheiden op basis van bovenstaande definitie vier governance-deelprocessen:

  • Sturen

  • Beheersen

  • Toezicht houden

  • Verantwoorden

Sturen, beheersen en verantwoorden zijn hierbij gericht op de opdrachtgeversrol en kijken daarmee vooral naar de inhoud van het werk dat gedaan wordt door de verbonden partij. Het toezicht houden is gericht op de eigenaarsrol. Hiermee wordt vooral gekeken naar de financiële positie van de verbonden partij. Het is belangrijk dit onderscheid in het hoofd te houden bij elk deelproces.

 

De vier deelprocessen van governance zijn te verdelen over twee oriëntatierichtingen: interne of externe organisatie, voor de korte of lange termijn. In elk kwadrant kan een deelproces worden geplaatst (Deloitte, 2006). Zie onderstaand figuur:

 

 

De wijze waarop de governance processen vorm en inhoud krijgen zullen moeten passen binnen het stelsel van verantwoordelijkheids- en bevoegdheidsverdeling volgens de Gemeentewet en dient te voldoen aan de voorschriften van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr).

 

Uitwerking governance deelprocessen

In onderstaande tabellen wordt per governance deelproces ingegaan op de definitie van het deelproces en het beoogde doel/visie op het deelproces. Voorts worden per deelproces aandachtspunten/onderwerpen benoemd waaraan we regionaal invulling kunnen geven en onderwerpen waar juist lokale invulling gewenst is. Vervolgens worden concrete (regionale) producten benoemd die gezamenlijk opgepakt kunnen worden en waarmee invulling wordt gegeven aan de aandachtspunten uit elk deelproces. Ter verduidelijking, met regionaal bedoelen we de gemeenten onderling en de gemeenten in samenwerking met de verbonden partijen. Met de invulling van uitwerking van de producten wordt niet alleen invulling gegeven aan de deelprocessen van governance, maar wordt tevens gezorgd dat verbonden partijen meer gaan ‘’leven’’, dat de samenwerking met de verbonden partijen intensiveert en dat daarmee het onderlinge vertrouwen groeit.

 

Het governance deelproces ‘sturen’

Definitie

Sturen is het proces waarbij door de gemeente(n) richting wordt gegeven aan de verbonden partij om de (beleids)doelstellingen te realiseren. Het gaat om ‘het uitzetten van de koers’ en heeft voornamelijk betrekking op de opdrachtgeversrol.

Visie/beoogd doel

De kracht van sturing ligt in het op tijd maken van afspraken en het (contractueel) vastleggen van output-afspraken (in de gemeenschappelijke regeling en andere overeenkomsten).

 

In de totstandkomingsfase van een verbonden partij is het van belang dat actief gestuurd wordt op de vormgeving van de verbonden partij en de vastlegging van deze afspraken. Ook is het in deze fase van belang dat de gemeenteraden een goede afweging kunnen maken over een voorstel om voor bepaalde taken een concrete samenwerking aan te gaan.

 

In de fase dat een verbonden partij reeds bestaat gaat het erom dat het samenwerkingsverband zijn doelen bereikt en dat er invulling wordt gegeven aan de wettelijke informatieverplichting en de overige gemaakte afspraken.

Aandachtspunten

Regionale aandachtspunten

Lokale aandachtspunten

Afspraken:

Vastlegging van afspraken in een contract, dienstverleningsovereenkomst en eventueel dienstverleningshandvest. Bijv. over kwalitatieve en kwantitatieve informatievoorziening, frequentie en aard van overlegstructuren etc.

Informatie:

Afspraken over wanneer, hoe vaak, aan wie en welke informatie moet worden geleverd door de verbonden partij en afspraken over de evaluatie van geleverde informatie door de gemeente(n) i.s.m. de VP.

Interne informatievoorziening: Afspraken over de interne informatievoorziening binnen de gemeente tussen ambtelijke organisatie, college en raad.

Meetbaarheid output:

Meetbare kwalitatieve afspraken over te leveren prestaties: het gaat om heldere output-afspraken en expliciete en gekwantificeerde meerjarendoelstellingen.

Coördinatie:

Afspraken over de mogelijkheid en bevoegdheid tot het geven van directe aanwijzingen, opstellen van richtlijnen, vormgeven van uitvoeringsprocessen, benoeming en ontslag van bestuurders

Escalatie:

Afspraken over niet-reguliere informatievoorziening aan de deelnemers als doelen niet gehaald dreigen te worden of financiële of andere risico’s zich dreigen te manifesteren.

Afspraken over de wijze waarop risico’s worden gedeeld en wie financieel of bestuurlijk verantwoordelijk is als het mis gaat en afspraken over uittreding.

Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

Afbakening van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

Scheiding rollen van opdrachtgever/klant en eigenaar. Functiescheiding tussen degene die beleidsmatig samenwerkt met de verbonden partij en degene die de rapportages beoordeeld en het college adviseert.

Regionale producten

Checklist aangaan nieuwe regelingen

Het opstellen van een checklist met aandachtspunten welke vastgelegd moeten worden in een regeling/contract indien deze wordt aangegaan. Zodra een nieuwe (regionale) partij in oprichting is, kan deze checklist als leidraad worden gehanteerd.

 

Met dit regionale product wordt beoogd dat aan de voorkant juiste afspraken worden gemaakt en goed worden vastgelegd, zodat sturing op de juiste manier kan plaatsvinden, onder andere op basis van voldoende inzicht.

Nadere sturingsafspraken en evaluatie

Het maken van nadere sturingsafspraken met de verschillende verbonden partijen (indien nog niet aanwezig) waarin bijvoorbeeld de volgende afspraken (ten opzichte van de regeling) worden gemaakt:

  • -

    Afspraken over wanneer we informatie ontvangen en aan welke eisen deze informatie dient te voldoen (bijv. bestuursrapportages maken geen onderdeel uit van hetgeen in de regeling is bepaald).

  • -

    Levering van informatie ten behoeve van het format voor de paragraaf verbonden partijen t.b.v. de begroting en jaarrekening.

  • -

    Planning aanlevering stukken/ kwalitatieve en kwantitatieve afspraken / prestatie-indicatoren / operationele afspraken die van belang zijn met het oog op (de kwaliteit van) de bedrijfsvoering.

Belangrijk is om per partij te bekijken wat afgesproken wordt. Per partij zijn nu namelijk al verschillende afspraken. Samen met de verbonden partij zal gekeken moeten worden naar wat aanvullend eventueel nodig is op bovenstaande punten. Dit met als doel om als gemeente beter te kunnen sturen.

Jaarlijks kan evaluatie plaatsvinden en indien nodig kunnen de sturingsafspraken worden bijgesteld.

Product: Verkennen van een werkgroep van raadsleden

Om de betrokkenheid van de raadsleden bij de beleidsvoorbereiding te vergroten: verkennen van de mogelijkheden voor een werkgroep van raadsleden uit meerdere gemeenten en het organiseren door de verbonden partijen van scholing, informatieavonden en/of –markten voor raadsleden. Dit idee leeft bij meerdere gemeenten mede naar aanleiding van rekenkameronderzoeken die hebben plaatsgevonden. Het initiatief en de behoefte hiertoe ligt enerzijds bij de raad. Anderzijds is het van belang de raad (en griffie) voldoende te faciliteren hierin.

 

Met dit regionale product/pilot wordt beoogd ook raadsleden aan de voorkant te betrekken.

 

Het governance deelproces ‘beheersen’

Definitie

Beheersen is het proces waarbij een stelsel van maatregelen en procedures wordt ingevoerd en gehandhaafd, zodat de gemeente kan vaststellen of de uitvoering in overeenstemming is en blijft met de gemaakte plannen. Zo nodig wordt er bijgestuurd. Het gaat om het ‘op koers houden’ van de verbonden partij en is voornamelijk vormgegeven vanuit de opdrachtgeversrol.

Visie/beoogd doel

Om voldoende inzicht in de realisatie van de doelstellingen van de verbonden partij te hebben, is het van belang om naast financieel inzicht ook inzicht te hebben in kwalitatieve informatie van een verbonden partij. Deze informatie van de verbonden partij wordt door de verschillende gemeenten beoordeeld en vervolgens vindt advisering en verslag plaats richting college en raad. Indien nodig wordt ingegrepen en bijgestuurd.

 

Met name rondom de informatievoorziening bestaat de behoefte om nadere afspraken te maken met de verbonden partijen. Doel hiervan is om informatie over zowel inhoudelijke taakuitvoering als de benodigde financiën op een snelle en toegankelijke wijze (via de portefeuillehouder) aan de colleges dan wel gemeenteraden aan te kunnen bieden. (raakvlak met opdracht/werkzaamheden auditgroep GGD)

Aandachtspunten

Regionale aandachtspunten

Lokale aandachtspunten

Informatie:

  • -

    Gezamenlijke beoordeling en toetsing van de aangeboden informatie op juistheid, volledigheid en tijdigheid.

  • -

    Gezamenlijke evaluatiegesprekken aan de hand van de rapportages met de verbonden partij.

Borgen van kennis:

  • -

    Afspraken over het delen en borgen van kennis en zorgen voor de juiste kennis in huis om adequaat te kunnen reageren wanneer zich calamiteiten voordoen bij de verbonden partij(en).

  • -

    Mensen met de juiste competenties

Risicomanagement:

  • -

    De raden dienen erop te kunnen vertrouwen dat de risico’s in beeld zijn en dat hierop gestuurd kan worden. Ook dient helder te zijn wie op welk risico stuurt.

Interne organisatie:

  • -

    Adequate verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie

  • -

    Stelsel van interne controlemaatregelen/interne audits.

Regionale producten

Product: kernteams t.b.v. voorbereiding van p&c-producten en daaraan gerelateerde onderwerpen

Per verbonden partij wordt een kernteam geformeerd van 3 à 4 ambtenaren en één contactpersoon bij de verbonden partij. Dit kernteam wordt namens de verschillende regio gemeenten belast met de ambtelijke advisering met betrekking tot de p&c-documenten van de verbonden partij. Het kernteam stelt één advies op richting alle deelnemers. Het kernteam zal daarbij proactief acteren in de advisering. Wat betekent dat zij reeds voor de ontvangst van stukken structureel afstemming heeft met de betreffende GR. De ambtenaren in het kernteam betreffen daarbij zowel financieel als inhoudelijk adviseurs om een goed advies op de p&c stukken uit te kunnen brengen.

 

Door eerst te focussen op de p&c stukken kiezen we ervoor om eerst de techniek aan te leggen zodat daar later op voortgebouwd kan worden. Dit betekent dus dat de kernteams geen beleid gaan uitwerken voor de gemeenten. Dit is aan de gemeenten zelf.

 

De ‘rompadviezen’ worden via de gemeentelijke contactpersonen doorgeleid zodat indien gewenst dit door de eigen organisaties kan worden aangevuld. Iedere organisatie blijft daarmee zelf verantwoordelijk voor de advisering aan haar bestuurders en de lokale eigenheid blijft behouden. 

Taken van een kernteam per verbonden partij kunnen zijn:

  • -

    Monitoring aanlevering stukken van de verbonden partij (op basis van de gemaakte afspraken). Het gaat hierbij om structurele periodieke informatie zoals jaarverslagen en rapportages. Maar ook incidentele informatie in het geval van bijzonderheden.

  • -

    Beoordelen stukken op bruikbaarheid, begrijpelijkheid, etc.

  • -

    Beoordelen aangeboden stukken op juistheid, volledigheid en tijdigheid.

  • -

    Ambtelijke bespreking van de stukken met de verbonden partij.

  • -

    Voorbereiding van advies richting besturen van de deelnemers.

  • -

    Evaluaties uitvoeren per verbonden partij (cf. een vast te stellen planning)

Het voorstel is om dit concept met de GGD IJsselland en de Veiligheidsregio IJsselland nader uit te werken en op basis van de ervaringen al dan niet overige kernteams in te richten. Afhankelijk van de mogelijkheden zal bekeken worden met welke partij (als eerste) een kernteam ingericht zal worden. Ambtelijk is de voorkeur uitgesproken om het eerst met één partij te proberen.

 

Met dit regionale product wordt beoogd de regionale aandachtspunten rondom informatie op te pakken.

Product: Risicomanagement

  • -

    Consistente werkwijze van in beeld brengen van risico’s door de verbonden partij, voorzien van akkoord van de accountant en een link met het weerstandsvermogen

  • -

    Afspraken tussen gemeenten over hoeveel weerstandsvermogen een VP aan moet houden

  • -

    DB bespreekt elk kwartaal de risico’s en de risicobeheersingsmaatregelen

  • -

    Risicomanagement vormt onderdeel van de planning en controlcyclus zoals het AB die vaststelt.

  • -

    Het vormt onderdeel van het werk van de kernteams.

Voorgaande zijn uitgangspunten waaraan elke verbonden partij moet voldoen. De ene partij is hier echter al verder in dan de andere en daar zal dan ook rekening mee gehouden moeten worden.

 

Met dit regionale product wordt beoogd de aandachtspunten met betrekking tot risicomanagement nader uit te werken.

 

Het governance deelproces ‘verantwoorden’

Definitie

Verantwoorden is het afleggen van rekenschap aan de colleges en/of gemeenteraden door de verbonden partij over alle gedelegeerde taken en bevoegdheden aan het desbetreffende organen. Op basis hiervan kunnen de gemeenten nagaan in hoeverre taken conform afspraken zijn uitgevoerd en wat de financiële situatie is van de verbonden partij (of de verbonden partij ‘in control’ is).

Visie/beoogd doel

Verantwoording bestaat uit twee aspecten: de rechtmatigheid van de bestedingen en de effectiviteit en efficiëntie. De rechtmatigheid van de verbonden partij kan worden getoetst op basis van het jaarverslag, inclusief goedkeurende accountantsverklaring en bij eindafrekening van het contract. Verantwoording rond effectiviteit en efficiëntie kan worden getoetst door middel van het periodiek volgen of benchmarken van afspraken en eventueel een (jaarlijkse) externe audit van de kwaliteit van diensten, organisatie en kostenniveau.

Aandachtspunten

Regionale aandachtspunten

Lokale aandachtspunten

Inhoud en opzet verantwoording:

  • -

    Afspraken waarover verantwoording plaatsvindt en waarover informatie wordt geleverd.

  • -

    Afspraken over tijdigheid, frequentie, relevantie, volledigheid, getrouwheid en onderlinge vergelijkbaarheid.

  • -

    Beoordeling of de verantwoordingsinformatie voldoende inzicht biedt en voldoende informatie voor het stuurproces.

  • -

    Evaluatie van de partij op basis van de geleverde informatie en controle.

  • -

    Controle of activiteiten zijn uitgevoerd binnen de beleidskaders.

Interne verantwoording:

  • -

    De verantwoording van het college(lid) als lid van het AB aan de raad: afspraken maken met de collegeleden die lid zijn van het bestuur van een samenwerkingsverband over hun rol, mandaat en over de wijze waarop zij verantwoording afleggen.

Effectiviteit en efficiency:

  • -

    Benchmarks, externe audits zoals beleidsevaluaties of financiële doorlichting

Regionale producten

Product: Taken beleggen bij regionaal kernteam (zoals beschreven onder het deelproces beheersen):

  • -

    Beoordeling van de geleverde verantwoordingsinformatie op opzet en inhoud.

  • -

    Beoordelen van de effectiviteit en efficiëntie.

  • -

    Advisering hieromtrent richting de deelnemers.

Hiermee wordt beoogd het aandachtspunt inhoud en opzet verantwoording op te pakken. Door deze taken die al in de normale cyclus gebeuren bij het kernteam neer te leggen kunnen we beter, efficiënter en meer in samenwerking met de verbonden partij adviseren.

Product: format paragraaf verbonden partijen begroting en jaarrekening.

In het BBV zijn verschillende bepalingen opgenomen ten aanzien van verbonden partijen. Zo schrijft het BBV voor dat de verbonden partijen verplicht moeten worden opgenomen in een aparte paragraaf Verbonden Partijen om de gemeenteraad inzicht te geven. Tevens schrijft het BBV voor welke informatie deze paragraaf tenminste moet bevatten. Omdat elke gemeente haar eigen format hanteert en de minimale wensen voor de paragraaf vanuit de WGR gaan veranderen (zo mag sommige info over VP-en ook in lokale nota’s staan), is het wenselijk tot een gezamenlijk format te komen waarin we de informatie opnemen die we belangrijk en nodig achten. De verbonden partijen kunnen dit format vullen voor de verschillende gemeenten. Dit laatste wordt als werkwijze reeds door de GGD en VGR gehanteerd.

 

Mogelijk kunnen de eerder genoemde kernteams hier ook een rol spelen in de zin van het beoordelen en duiden van de geleverde informatie. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende uitvragen worden gedaan bij de verbonden partijen maar ook de juiste inhoud wordt opgenomen in de paragraaf verbonden partijen.

 

Hiermee wordt beoogd het aandachtspunt inhoud en opzet verantwoording op te pakken.

 

Het governance deelproces ‘toezicht houden’

Definitie

Toezicht is de beoordeling of de processen van de organisatie voldoen aan de daaraan gestelde eisen. Waar de voorgaande deelprocessen voornamelijk vanuit de opdrachtgeversrol naar verbonden partijen kijken gaat het hier meer op de eigenaarsrol.

Visie/beoogd doel

Een gemeente kan haar toezicht, in het geval van gemeenschappelijke regelingen, concreet vormgeven door zitting te nemen in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Aandachtspunten

Regionale aandachtspunten

Lokale aandachtspunten

Onafhankelijk toezichthouder:

  • -

    Beoordeling aanwezigheid van een onafhankelijk toezichthouder (AvA, AB, RvT).

Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de toezichthouders:

  • -

    Afspraken over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van toezichthouders.

Toetsen:

  • -

    Afspraken over de informatie voor de toezichthouders om te kunnen controleren.

Toetsen:

  • -

    Evaluatie van de toezichthouders op hun functioneren.

  • -

    Rapportage door de toezichthouders en het afleggen van verantwoording door de toezichthouder.

  • -

    Vervanging van de toezichthouders.

Regionale producten

Uitwerking van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende (toezichthoudende) organen om inzicht te krijgen in de bestaande controlmechanismen

Het toezicht ter uitvoering van de financiële controle nader in te vullen door te omschrijven wat de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn van de toezichthoudende organen. Dit dient ook duidelijk te zijn bij de verschillende organen om hun rol goed te kunnen uitvoeren en om inzicht te krijgen in de bestaande controlmechanismen.

 

Met dit regionale product wordt beoogd het deelproces toezicht verder te concretiseren en inzichtelijk te maken. Dit is onder meer nodig omdat dit momenteel niet altijd voor alle betrokkenen helder is.

 

Hoofdstuk 4 Conclusie en vervolgproces

 

Overzicht mogelijke regionale producten

In het vorige hoofdstuk zijn mogelijke regionale producten geschetst om de governance (deelprocessen) op regionaal niveau verder vorm te geven. Samenvattend zijn de verschillende benoemde regionale producten in onderstaande tabel overzichtelijk weergegeven.

 

Deelproces

Regionaal product

Sturen

  • 1).

    Checklist aandachtspunten inrichten GR

  • 2).

    Nadere sturingsafspraken en evaluatie

  • 3).

    Verkennen van een werkgroep van raadsleden

Beheersen

  • 4).

    Kernteams t.b.v. voorbereiding van p&c-producten

  • 5).

    Risicomanagement

Verantwoorden

  • 6).

    Taken beleggen bij kernteams

  • 7).

    Format paragraaf verbonden partijen

Toezicht houden

8). Uitwerking van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende (toezichthoudende) organen

 

Vervolg inhoudelijk proces

Voor de verdere uitwerking van het bovenstaande stellen wij de volgende (inhoudelijke) vervolgstappen voor:

 

  • 1.

    Inrichten pilot kernteams voor de GGD IJsselland en de VGR IJsselland

Voor de GGD en/of de VGR formeren we een kernteam met 3 à 4 ambtenaren van de verschillende gemeenten en één (of meerdere) contactpersoon van de verbonden partij. De GGD is hiervoor een aangewezen partij. De GGD is namelijk zelf met een werkgroep, waarin ook gemeentelijke vertegenwoordigers zitting hebben, bezig om de governance te moderniseren. Naast de GGD is de VGR een belangrijke partner waarin dezelfde gemeenten deelnemen als de GGD en heeft de VGR aangegeven graag als pilot te willen dienen, maar ook zijn zij bereid mee te werken in een of meerdere van de andere producten die hierboven staan opgesomd.

 

De taken die worden belegd bij het kernteam:

 

  • -

    Monitoring aanlevering stukken van de verbonden partij (op basis van de afspraken gemaakt met de verbonden partij). Het gaat hierbij om structurele periodieke informatie zoals jaarverslagen en rapportages. Maar ook incidentele informatie in het geval van bijzonderheden.

  • -

    Beoordelen aangeboden stukken op juistheid, volledigheid en tijdigheid.

  • -

    Ambtelijke bespreking van de stukken met de verbonden partij.

  • -

    Advisering richting besturen van de deelnemers (via ambtelijk contactpersonen van elke gemeenten).

  • -

    Evaluaties uitvoeren per verbonden partij (cf. een vast te stellen planning)

In het pilotteam met de GGD en /of de VGR worden nadere afspraken gemaakt over bijvoorbeeld:

  • -

    Wanneer we informatie ontvangen en aan welke eisen deze informatie dient te voldoen (bijv. bestuursrapportages maken geen onderdeel uit van hetgeen in de regeling is bepaald).

  • -

    Levering van informatie ten behoeve van het format voor de paragraaf verbonden partijen t.b.v. de begroting en jaarrekening.

  • -

    Planning aanlevering stukken/ kwalitatieve en kwantitatieve afspraken / prestatie-indicatoren / operationele afspraken die van belang zijn met het oog op (de kwaliteit van) de bedrijfsvoering.

Met de GGD en/of VGR wordt tevens verkend of de vastlegging van de gemaakte afspraken meerwaarde biedt.

 

Voorstel:

  • -

    We stellen voor om een pilot kernteam GGD IJsselland en/of een pilot kernteam VGR IJsselland in te richten. De hierboven geschetste taken worden in ieder geval bij het kernteam(s) belegd en zij werken dit verder uit;

  • -

    We stellen voor dat de kernteams zich vooralsnog richten op de voorbereiding en advisering van de p&c documenten.

  • -

    Door het kernteam worden nadere afspraken gemaakt over levering van informatie, kwaliteit van de informatie etc. Verkend wordt in hoeverre het wenselijk is dat de vastlegging van de gemaakte afspraken plaatsvindt .

  • -

    We stellen voor na een half jaar de voortgang te evalueren en op basis daarvan te beslissen over het vervolg van de kernteams en de inrichting van eventuele andere kernteams.

  • 2.

    Uitwerken format paragraaf verbonden partijen

Vanuit de huidige werkgroep verbonden partijen stellen wij een format voor de paragraaf verbonden partijen op. Dit format wordt vervolgens gedeeld met de regionale verbonden partijen met als doel de verschillende gemeenten van input te voorzien op basis van dit format. Doel is dit format in januari op te stellen zodat de informatie ten behoeve van de jaarrekening op basis van dit format kan worden aangeleverd. Voor de GGD en VGR is reeds een standaard afgesproken. Hier kan mogelijk op verder gebouwd worden.

 

Voorstel:

  • -

    De werkgroep verbonden partijen stelt een (gezamenlijk) format verbonden partijen op ten behoeve van de begroting en jaarrekening.

  • -

    We verzoeken de regionale (gedeelde) verbonden partijen informatie aan te leveren op basis van dit format.

  • -

    Doel is dit zo spoedig mogelijk in gang te zetten zodat de informatie ten behoeve van de jaarrekening 2015 geleverd kan worden conform dit format

  • 3.

    Verkennen van een werkgroep van raadsleden

Voorstel:

De werkgroep zorgt er voor dat er een bijeenkomst wordt geïnitieerd tussen de griffiers van de verschillende betrokken gemeenten om de mogelijkheden omtrent een werkgroep van raadsleden uit meerdere gemeenten te verkennen.

 

  • 4.

    Vormgeven risicomanagement

Voorstel:

Vanuit de werkgroep verbonden partijen formuleren we kaders, samen met de GGD en VGR:

  • -

    Consistente werkwijze van in beeld brengen van risico’s, voorzien van akkoord van accountant, daarbij inbegrepen de relatie tot het weerstandsvermogen van de verbonden partij. Een simpele en eenduidige berekening gecombineerd met strakke procesafspraken

  • -

    Cyclisch maken van de werkwijze:

    • o

      DB bespreekt elk kwartaal de risico’s en de risicobeheersingsmaatregelen

    • o

      Onderdeel van de planning en control cyclus zoals het AB die vaststelt.

  • -

    Implementatie samen met het kernteam

Ook bij dit punt is het belangrijk om te kijken naar wat er al is. Zo heeft de GGD recent beleid rondom risicomanagement vastgesteld. Waaraan geeft dit bijvoorbeeld aandacht en waar is nog invulling voor nodig?

 

  • 5.

    Overige inhoudelijke onderwerpen

Vanuit de werkgroep verbonden partijen worden de volgende inhoudelijke onderwerpen nader uitgewerkt en geconcretiseerd:

 

  • -

    De mogelijkheid onderzoeken om een kernteam op te richten voor de nog te vormen GR RUD en de Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

  • -

    Checklist aandachtspunten inrichten GR.

  • -

    Uitwerking van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende (toezichthoudende) organen. In overleg zal dit mogelijk belegd worden bij de (mogelijk op te richten) verschillende kernteams dan wel de werkgroep verbonden partijen.

Vervolg proces

Naast de te volgen inhoudelijk stappen zal nagedacht moeten worden op welke wijze er procesmatig vervolg wordt gegeven aan dit initiatief. De ambtelijke werkgroep verbonden partijen komt sinds de zomerperiode 2015 circa één keer per maand bijeen. Het voorstel is dit voort te zetten voor het komende jaar 2016. De agenda voor dit jaar zal bestaan uit:

 

  • -

    Het gezamenlijk aan de slag en uitwerking geven aan het voorgestelde stappenplan.

  • -

    Overige issues met verbonden partijen vroegtijdig met elkaar delen en bespreken.

  • -

    Bewaken voortgang kernteams en andere producten.

  • -

    Terugkoppeling resultaten kernteams (inhoudelijk).

  • -

    Evaluatie en terugkoppeling aanpak.

  • -

    Verbinding tussen werkgroepen GGD, VGR en gemeenten.

  • -

    Afstemming en terugkoppeling naar opdrachtgever en bestuurders en besluitvorming organiseren zodra de resultaten daartoe aanleiding geven. Dit zal zijn zodra de producten zijn opgeleverd.

De organisatie van de ambtelijke werkgroep is in 2015 door een trainee van de gemeente Zwolle uitgevoerd.

 

Voorstel:

  • -

    De ambtelijke werkgroep verbonden partijen voort te zetten in het jaar 2016.

  • -

    Het opdrachtgeverschap van deze werkgroep te beleggen bij de gemeentesecretarissen. Het regionaal overleg financials (hoofden financiën/middelen) zijn de opdrachtnemer en laten het werk uitvoeren door de werkgroep verbonden partijen.

  • -

    De organisatie van deze bijeenkomsten te beleggen bij de gemeente Zwolle voor de eerste helft van 2016. Daarna zal opnieuw bekeken worden welke gemeente uit de werkgroep dit op zich neemt.

  • -

    De notitie wordt op 14 januari behandeld in de kring van gemeentesecretarissen. Met instemming van deze kring wordt in het overleg van de werkgroep op 19 januari een verdeling en planning gemaakt van taken/producten.

Randvoorwaarden voor het vervolgproces

  • Commitment van de verschillende betrokken gemeenten voor de uitwerking van het stappenplan.

  • Inzet van de verschillende betrokken gemeenten om (mede) te werken aan de uitvoering van het stappenplan

  • Onderling vertrouwen tussen de verschillende betrokken gemeenten indien zaken door een select groepje (bijv. kernteam) worden opgepakt.

 

BIJLAGE III  

 

Raadsvergadering:

Agendapunt:

Kenmerk:

 

Datum voorstel:

Portefeuillehouder: Wethouder mr. dr. S. de Jong

Informant: de heer G.J. Overweg

 

Onderwerp: Nota Verbonden Partijen – 2016

 

Voorstel

  • 1.

    de Nota Verbonden Partijen – 2016 vast te stellen.

Inleiding

Het belang van verbonden partijen voor de realisatie van de gemeentelijke doelstelling(en) wordt steeds groter. Het is mede om die reden dat de gemeente Staphorst in de nota Verbonden Partijen heeft vastgelegd de manier waarop met verbonden partijen wordt om gegaan. De noodzaak hiervan is toegenomen nu een toenemend deel van de gemeentelijke middelen via verbonden partijen loopt.

 

In deze nota zijn beleidskaders opgenomen rond het starten en beëindigen van deelname aan een verbonden partij en de wijze waarop de relatie met verbonden partijen en andere betrokkenen daarbij vorm gegeven en onderhouden wordt.

 

Vanuit uw raad is de behoefte geuit om verbetering van de grip op de verbonden partijen te hebben (en te houden). In de nota wordt hier aandacht aan besteedt en zijn voorstellen opgenomen om de positie van uw raad te versterken.

 

Deze (bijgestelde) nota Verbonden Partijen – 2016 beoogt naast de kaders, bij te dragen aan een goede verbinding met en het hebben van voldoende grip tussen de gemeente Staphorst en de verbonden partijen. Dit met als doel dat de deelname bij zal dragen aan een efficiënte realisatie van de gemeentelijke doelstellingen.

 

Argumenten

  • 1.1

    De nota geeft uitvoering aan de Financiële Verordening.

  • In de financiële verordening (ex art. 212 van de Gemeentewet) is in art. 17, 1e lid bepaald dat het college in het tweede jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota verbonden partijen aan de raad ter vaststelling aanbiedt.

  • 1.2

    De nota geeft zicht op het hele speelveld rond verbonden partijen.

  • In de nota zijn kaders aan gegeven die bedoeld zijn om uw raad te Ondersteunen bij de besluitvorming. In de bijlage zijn alle verbonden partijen benoemd en is de regionale notitie “grip op verbonden partijen” opgenomen.

  • 1.3

    De aangekondigde vernieuwing van de BBV-voorschriften zijn in de nota opgenomen.

  • Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn de gemeenten via een brochure (juni 2015) geïnformeerd over de consequenties van voorgenomen wijzigingen in het BBV (Besluit

  • Begroting en Verantwoording). De formele wijzigingsbesluiten moeten op het moment van samenstelling van deze nota nog worden vastgesteld. In deze nota is hierop geanticipeerd.

Risico’s

In de nota zijn de risico’s beschreven.

 

Financiën (subsidies)

De uitvoering van deze nota heeft geen budgettaire consequenties.

 

Uitvoering

Deze nota vormt de basis voor het beleid met betrekking tot de verbonden partijen.

 

Communicatie

De nota zal worden vermeld in de begroting onderdeel: beleidskader.

 

Raad

De nota is als opiniërend stuk besproken in de vergadering van uw raad op …… ………… 2016.

 

Burgemeester en wethouders van Staphorst,

 

drs. T.C. Segers, burgemeester.

 

P.F.G. Rossen MPM, secretaris.

 

De raad van de gemeente Staphorst;

Nr.

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19-01-16

 

overwegende dat:

  • -

    dit voorstel leidt tot een verdere versterking van de informatiepositie van de raad ten aanzien van verbonden partijen;

gelet op:

  • -

    de bepaling in de Gemeentewet (art. 212) en

  • -

    de Financiële Verordening (art. 17, 1e lid) om 1 x in de 4 jaar een nota verbonden partijen vast te stellen.

B E S L U I T:

 

  • 1.

    De nota verbonden partijen – 2016 vast te stellen.

  • 2.

    De nota verbonden partijen - 2011 in te trekken.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Staphorst van

 

, voorzitter

 

, griffier