Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota reserves & voorzieningen 2022 |
Citeertitel | Nota reserves & voorzieningen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-08-2023 | nieuwe regeling | 12-11-2019 |
Door aanhoudende ontwikkelingen is het gewenst om het geformuleerde beleid uit de vorige nota ‘Reserves & Voorzieningen 2019’ opnieuw beleidsmatig te toetsen en waar nodig aan te passen. Het toetsen en eventueel aanpassen van het huidige beleid is een taak van de gemeenteraad, zodat hiermee optimaal invulling wordt gegeven aan de kaderstellende rol van de raad.
Het doel van deze nota is om een doelmatig en transparant beleid, ten aanzien van reserves en voorzieningen, vast te leggen. In deze nota worden de beleidsbepalingen van de reserves en voorzieningen vastgelegd. Het weergeven van een saldo-overzicht is geen onderdeel van deze nota. Deze wordt jaarlijks in de begroting en de jaarrekening opgenomen.
Ter uitvoering van artikel 212, lid 1 van de Gemeentewet dienen in de verordening (financiële verordening gemeente Staphorst 2021) regels voor beleidsbepalingen van de reserves en voorzieningen opgenomen te worden. Er is voor gekozen om een aparte nota reserves en voorzieningen op te stellen. Hiermee wordt voldaan aan artikel 12 van de financiële verordening gemeente Staphorst 2021.
In het BBV zijn voorschriften met betrekking tot reserves en voorzieningen opgenomen. Deze regels zijn opgenomen in de artikelen 43 tot en met 45 en artikel 54 & 55 van het BBV.
3. Verschillen reserves en voorzieningen
Reserves behoren tot het eigen vermogen en zijn vrij te besteden. Voor zover het vermogen nog geen bestemming heeft gekregen, maakt het onderdeel uit van de algemene reserves en is daarmee de belangrijkste component van het gemeentelijk weerstandsvermogen. Het deel van het vermogen dat een bestemming heeft gekregen maakt onderdeel uit van de bestemmingsreserves.
Voorzieningen zijn onvermijdelijke verplichtingen, welke zijn ontstaan in het heden dan wel het verleden. Dit betekent dat de voorziening alleen ingezet mag worden voor het doel waarvoor zij is ingesteld. Omdat voorzieningen niet vrij te besteden zijn, worden ze tot het vreemd vermogen gerekend.
De belangrijkste verschillen tussen reserves en voorzieningen zijn in onderstaande tabel vastgelegd.
Onder de algemene reserves vallen de algemene reserve en de reserve zonder bestemming. Dit betreft het deel van het eigen vermogen dat geen bestemming heeft gekregen en daarmee de belangrijkste component van het gemeentelijk weerstandsvermogen vormt. Conform het BBV neemt de gemeente bij de begroting en de jaarrekening een afzonderlijke paragraaf op, waar nader ingegaan wordt op het weerstandsvermogen.
Al eerder heeft de raad bepaald dat de vrij besteedbare reservepositie (algemene reserve, reserve zonder bestemming en reserve grondexploitatie) niet verder aangetast mag worden dan € 6,2 miljoen. Dit wordt bekrachtigd middels het besluit bij deze nota.
Onder de bestemmingsreserves valt het deel van het eigen vermogen dat een bestemming heeft gekregen. Om de reserves te beoordelen ten aanzien van de omvang en toereikendheid en om flinke toename van de reserves te voorkomen, zijn de volgende beleidsregels opgesteld:
4.2.2.1. Reserve grondexploitatie
4.2.2.2. Reserve grondexploitatie met bestemming
4.2.2.3. Reserve afschrijving investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut
4.2.4.4. Reserve zandput Hooidijk
4.2.4.6. Reserve matiging afvalstoffenheffing
4.2.4.8. Reserve verkeersontsluiting
In het coalitieakkoord 2022-2026 is de ambitie opgenomen om een eenduidig en breed gesteund plan uit te dragen voor het (deels) verplaatsen van de op- en afritten van de A28. |
4.2.4.9. Reserve met bestemmingen
4.2.4.10. Reserve afschrijving gemeentelijke gebouwen
4.2.4.11. Reserve beschermd wonen (voorheen reserve sociaal domein)
4.2.4.12. Reserve duurzaamheid
4.2.4.13. Reserve afschrijving vervoersmiddelen
De voorzieningen hebben, in tegenstelling tot de reserves, formeel slechts twee doelen en bestemmingen namelijk een bufferfunctie met betrekking tot dekking van reeds voorziene verplichtingen en risico’s en een egalisatiefunctie voor ongewenste schommelingen in tarieven aan derden en minder hogere schommelingen in onderhoud gebouwenbeheer.
De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op voorzieningen:
Hieronder wordt per voorziening beleidsmatig weergegeven:
5.2.1. Voorziening pensioenverplichtingen wethouders
5.2.2. Voorziening voormalig personeel
5.2.3. Voorziening zandput Hooidijk
5.2.6. Voorziening gebouwenbeheer
Bovenstaande voorzieningen, die vallen onder artikel 44 BBV, mogen niet verward worden met voorzieningen die als waardecorrectie worden verwerkt op de activaposten. Met andere woorden: een voorziening dubieuze debiteuren kennen we wel, maar wordt niet onder de balanspost voorzieningen opgenomen. Deze voorziening wordt namelijk in mindering gebracht op het totale debiteurensaldo.
Op basis van het BBV is het toegestaan om rente toe te voegen aan reserves. Dat kan bijvoorbeeld bedoeld zijn om de koopkracht van die reserve op peil te houden. Door de commissie BBV wordt aanbevolen om dat niet te doen, aangezien dit het inzicht in de financiële huishouding van een gemeente en de transparantie ervan, niet bevorderd. In de gemeente Staphorst voegen we geen rente toe aan de reserves, om de exploitatie hiermee niet onnodig te belasten. Daarnaast komt dit niet ten goede aan het verlangde inzicht, de eenvoud en de transparantie van de financiële gegevens. Periodiek beoordelen we of de bedragen in de reserves nog toereikend zijn om toekomstige bestedingen uit te betalen.
Toevoegen van rente aan voorzieningen is niet toegestaan op basis van artikel 45 BBV. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd (artikel 63 lid 7 BBV). Voorzieningen kunnen tegen nominale of tegen contante waarde worden gewaardeerd. Wij waarderen tegen contante waarde als de factor tijd een voor de waardering relevant element vormt. Concreet komt dit voor als sprake is van onderliggende verplichtingen die pas na geruime tijd tot afwikkeling zullen komen. Een voorbeeld hiervan is een voorziening voor een pensioenverplichting. In dit geval is geen sprake van rentetoevoeging maar indexering, bedoeld om de voorziening op de juiste hoogte te houden.