Organisatie | Staphorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsnota reclameborden |
Citeertitel | Beleidsnota reclameborden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-08-2023 | nieuwe regeling | 31-05-2005 |
Uit de dagelijkse praktijk blijkt dat er behoefte is aan een duidelijk beleid ten aanzien van reclameborden. Door het hebben van een onvolledig reclamebeleid is het namelijk moeilijk om ongewenste vormen van reclame tegen te houden. Het gevaar bestaat dat panden “besmeurd” raken met reclame-uitingen die ongewenst zijn en er een wildgroei van reclameborden ontstaat. In deze nota worden beleidsregels gegeven die gelden voor het aanbrengen van reclameborden.
1.2 Doelstelling reclamebeleid
De primaire doelstelling van het gemeentelijk reclamebeleid is het reguleren van reclame op een zodanige wijze dat het aanbrengen van reclameborden geen negatieve gevolgen heeft voor het straatbeeld en de verkeersveiligheid. Reclame mag niet leiden tot visuele chaos. Daartoe dient er selectief met reclame te worden omgesprongen. De verschillende gebieden in Staphorst vragen om verschillende criteria.
Voor een goede en consequente beoordeling van aanvragen voor het plaatsen van reclameborden is het voor de gemeente van belang om beoordelingscriteria ten aanzien van reclameborden vast te leggen. Ook voor belanghebbenden verschaft een duidelijk beleid duidelijkheid over de wijze waarop en waaraan een aanvraag voor het plaatsen van een reclamebord wordt getoetst. Met deze nota wordt gestreefd naar een eenduidig totaalbeleid voor reclame.
Er zijn verschillende vormen van reclame. In veel gevallen staat het commercieel belang voorop bij het maken van reclame. Het is noodzakelijk om een duidelijke omschrijving van het begrip reclame te hanteren. De reclamevorm die in deze nota centraal staat is handelsreclame (commerciële reclame).
De definitie van handelsreclame luidt: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen (conform de definitie in de APV).
Ook voor tijdelijke evenementen of activiteiten wordt reclame gemaakt. Vaak gaat het dan om reclame die niet zuiver een commercieel belang dient. Te denken valt aan activiteiten als een skeelerwedstrijd, tentoonstellingen / exposities, een postzegelbeurs of een collecteweek. Dit wordt apart behandeld.
Beleid voor reclameborden heeft raakvlakken met allerlei wetgeving zoals de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, de Monumentenwet en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In hoofdstuk 2 wordt aandacht geschonken aan de meest relevante regelgeving ten aanzien van reclame. Tevens wordt kort aandacht geschonken aan het huidige beleid ten aanzien van reclameborden.
De verschillende gebieden in Staphorst vragen om verschillende beoordelingscriteria. De Streek met haar beschermd dorpsgezicht vraagt om een andere benadering dan bedrijventerreinen. In hoofdstuk 3 wordt de gebiedsindeling besproken. Vervolgens wordt in dit hoofdstuk een aantal algemene beoordelingscriteria genoemd en wordt per gebied ingegaan op de beoordelingscriteria die specifiek voor het betreffende gebied gelden.
Vaak wordt het plaatsen van tijdelijke reclame aangevraagd ten behoeve van evenementen of activiteiten. In hoofdstuk 4 wordt aandacht geschonken aan onder andere deze vorm van reclame.
De afdeling Bouwen en Wonen, sectie bouw- en woningtoezicht beoordeelt aanvragen voor het plaatsen van een reclamebord, als het om een bouwwerk gaat, en adviseren over het al dan niet verlenen van een bouwvergunning.
Bij de beoordeling van aanvragen voor het plaatsen van een reclamebord dienen zij bij de afweging het advies om al dan niet een vergunning te verlenen, de bepalingen vastgesteld in deze notitie mee te nemen.
De afdeling Bestuursondersteuning beoordeelt aanvragen tot plaatsing van reclameobjecten die geen bouwwerk zijn. De Algemene Plaatselijke Verordening is hierbij het belangrijkste toetsingskader. De afdeling Openbare Werken is aanspreekpunt voor zaken die betrekking hebben op abri´s en plattegrondkasten betreffende de verwijzing op de bedrijventerreinen.
1.6 Procedure vaststellen reclamebeleid
Voor het vaststellen van een reclamebeleid is het van belang dat rekening wordt gehouden met de belangen van ondernemers en andere belangengroepen. Aan de andere kant moet de gemeente grenzen stellen om ongewenste reclame te voorkomen en te weren. Er moet een evenwicht worden gevonden.
De nota is een beleidsregel die van toepassing is op het beoordelen van aanvragen voor een vergunning voor reclameborden. Voordat de raad de beleidsnota reclameborden vaststelt, zal de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht worden gevolgd. In dit kader zal de concept-nota, na goedkeuring van het college en de commissie middelen / ruimtelijke ordening na publicatie, gedurende vier weken ter inzage worden gelegd, binnen welke termijn het indienen van mondelinge en schriftelijke reacties mogelijk is. Ingekomen reacties zullen worden beoordeeld en eventueel worden verwerkt in de nota waarna de raad de beleidsnota vast zal stellen.
2.1 Woningwet en Wet op de Ruimtelijke Ordening
Artikel 40 van de Woningwet bepaalt dat het verboden is te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (bouwvergunning). Onder bouwen wordt verstaan: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
Een bouwwerk wordt omschreven als elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Indien een vergunningaanvraag voor het plaatsen / aanbrengen van een reclameobject binnen de bepalingen van de Woningwet valt, is een bouwvergunning nodig en dient toetsing plaats te vinden aan:
Het gaat hierbij om reclameobjecten, die een bouwwerk zijn, of objecten welke tegen een bouwwerk worden aangebracht. Deze laatstgenoemde reclametoepassingen kunnen worden gezien als een wijziging van het uiterlijk van bestaande bouwwerken.
Voor het aanbrengen van reclameobjecten aan rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten is altijd een bouwvergunning nodig evenals een wijzigingsvergunning voor monumenten.
2.2 Monumentenwet 1988 / Monumentenverordening
Volgens artikel 11 van de Monumentenwet 1988, die geldt voor alle rijksmonumenten, is het verboden om een beschermd monument te verstoren of te ontsieren zonder vergunning. Om reclame aan te brengen op of aan een rijksmonument is een schriftelijke vergunning nodig om het monument te mogen wijzigen. Ook voor het aanbrengen van reclame op een gemeentelijk monument is een vergunning op basis van de gemeentelijke Monumentenverordening nodig.
2.3 Algemene Plaatselijk Verordening (APV)
Indien reclameobjecten niet vergunningplichtig zijn op basis van de Woningwet dienen zij beoordeeld te worden op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening en de bepalingen opgenomen in deze beleidsnota.
Er kunnen verschillende artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening van toepassing zijn op een aanvraag voor een reclameobject of verwijsbord. (Voor de inhoud van de betreffende artikelen wordt verwezen naar de Algemene Plaatselijke Verordening).
2.1.5.1. Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
2.1.6.3. Hinderlijke beplanting of voorwerp
4.4.1. Verontreiniging van de weg en van terreinen
4.4.4. Wegwerpen van reclame- of strooibiljetten
4.7.2. Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclamese.d.
Ten aanzien van reclameborden is er in 1999 een beleidsnotitie geschreven, en ook vastgesteld door de raad, waarin het wel of niet toestaan van weideborden onderwerp is. Dit is echter specifiek gericht op permanente, niet perceelsgebonden reclame langs de snelwegen A 28 en A 32. Andere vormen van reclame worden hier niet in behandeld. Een algeheel verbod op deze vorm van (permanente) reclame langs de snelwegen is het uitgangspunt in deze beleidsnotitie.
In het Bestuurskader 2002-2006 is een passage opgenomen over reclamebeleid: “De raad staat een sober reclamebeleid voor. Het college ziet er op toe, dat er bij reclame op openbare gebouwen en in de openbare ruimte een duidelijke relatie is met de organisatie waarop de reclameaanduiding betrekking heeft. Snelwegreclame en godslasterlijke en discriminerende reclame worden afgewezen”. In de Welstandnota is reeds een behoorlijk aantal bepalingen opgenomen over reclame. Deze zullen als uitgangspunt dienen bij het opstellen van beleidsregels. De toetsingscriteria waar een (W) achter vermeld staan zijn opgenomen in de Welstandsnota en dus vastgesteld.
Binnen het beleid is het zinvol om onderscheid te maken naar bepaalde gebieden. Voor de onderscheiden gebieden kunnen verschillende richtlijnen worden opgesteld en verschillende mogelijkheden gelden. De mogelijkheden voor reclame op bedrijventerreinen zullen heel anders zijn dan de mogelijkheden voor het buitengebied of het beschermde dorpsgezicht aan de Streek.
Reclame-uitingen in de bebouwde kom worden meer beoordeeld in relatie tot de vormgeving van de bebouwing en die in het buitengebied meer in relatie met het landschap. Om die reden is het zinvol een onderscheid te maken naar gebieden in de gemeente. In deze notitie worden zeven gebieden onderscheiden (de eerste vijf gebieden zijn conform de Welstandsnota):
3.2.1 Algemene beoordelingscriteria
Hieronder volgen beoordelingscriteria die gelden voor reclame in het algemeen, dus voor alle onderscheiden gebieden en zowel tijdelijke als niet-tijdelijke en bouwvergunningplichtig als niet bouwvergunningplichtig. Door het hanteren van deze criteria wordt selectief met reclame omgesprongen. Het is niet de bedoeling om heel restrictief met reclame om te gaan. Voor de meeste ondernemers maakt reclame immers een wezenlijk onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Bij het beoordelen / plaatsen van reclameborden worden de volgende uitgangspunten in acht te worden genomen. (W = criterium in de Welstandsnota opgenomen)
Het voeren van merkreclame is mogelijk bij bedrijven voor wie het merk de onderscheidende factor is. Dit dient echter geïntegreerd te worden in de toegestane reclameborden (het apart voeren van merkreclame is niet toegestaan). Voor aan-huis-gebonden bedrijven in de woonwijken is het voeren van merkreclame niet toegestaan.
3.2.2 Reclamebeleid per gebied
De algemene criteria genoemd in paragraaf 3.2.1. gelden voor de hele gemeente Staphorst, dus voor alle gebieden. Daarnaast gelden er voor de verschillende gebieden aanvullende criteria waaraan een reclame-aanvraag wordt getoetst.
Bebouwde kom: winkelconcentratie Staphorst / overige winkelpanden
Bebouwde kom: Bedrijventerreinen (inclusief zichtlocatie De Esch, langs de A28)
In het buitengebied is de kwaliteit van het landschap bepalend voor de mogelijkheid om reclame te maken. In een agrarischegebied of een natuurgebied is het groene karakter dusdanig wezenlijk dat dit niet tot nauwelijks reclame verdraagt. Daar waar grootschalige niet agrarische bedrijven zijn gevestigd of op plekken waar door infrastructuur het landschappelijke karakter is ´versteend´, is zorgvuldig geplaatste reclame acceptabel.
Stroken langs de A 28 en de A 32
4.1 Tijdelijke reclame voor evenementen en activiteiten
Voor evenementen en activiteiten wordt soms tijdelijke reclame gemaakt. Tijdelijke reclame dient vaak een niet zuiver commercieel belang. Tijdelijke reclame kan zijn in de vorm van driehoeks- of sandwichborden, maar bijvoorbeeld ook een spandoek. De omvang van de tijdelijke reclame (in ieder geval de driehoeks- en sandwichborden) is over het algemeen zo dat voor het plaatsen van tijdelijke borden een bouwvergunning niet nodig is. Indien geen bouwvergunning nodig is, is de Algemene Plaatselijke Verordening, met name artikel 2.1.5.1. en artikel 4.7.2., van toepassing.
In de gemeente zijn zes abri´s geplaatst. Vijf abri´s zijn in eigendom van Arriva en één is in eigendom van de gemeente. Er is een onderhouds- / exploitatiecontract met het bedrijf Mediamax Buitenreclame BV. Dit bedrijf verzorgt het onderhoud van de abri´s in ruil voor de reclame-exploitatie. De gemeente heeft aan Mediamax het exclusieve reclame-exploitatierecht van de abri´s verleend. (In de abri van de gemeente is geen reclame aangebracht). In het contract met Mediamax is een aantal beperkingen ten aanzien van de aan te brengen reclame opgenomen:
4.3 Plattegrond-informatiekasten
De gemeente heeft in 1996 een overeenkomst gesloten met het bedrijf suurland-falkplan bv voor plaatsing van plattegrond-informatiekasten en de exploitatie alsmede de actualisering hiervan in de gemeente. De afspraak is dat dit bedrijf de kasten onderhoudt en daarvoor reclame mag maken op de kasten. Het contract heeft een looptijd van 10 jaar met een automatische verlenging van nogmaals tien jaar, tenzij suurland-falkplan bv aangeeft het contract niet te willen continueren.
Ter voorkoming van een wildgroei van dergelijke plattegronden in de gemeente, met verschillende huisstijlen en uitvoeringen, wordt slechts van één bedrijf tegelijk dergelijke plattegronden toegestaan. Dit is ook in de destijds gesloten overeenkomst vastgelegd. Behalve het beschermen van kwaliteit van de buitenruimte is deze uniformiteit ook van belang voor de gebruikers van de plattegronden.
In de overeenkomst met suurland-falkplan bv is een bepaling opgenomen die aan suurland het recht geeft aan de voor- en achterzijde, in en op elke kast, reclame-uitingen te creëren en die reclame- ruimte voor eigen rekening en risico te exploiteren. Onder reclame-ruimte wordt verstaan:
Binnen de gemeente zijn er op een viertal locaties plattegrond-informatiekasten geplaatst:
Suurland heeft het recht aan de voor- en achterzijde, in en op elke kast, reclame-ruimte te creëren en die reclame-ruimte voor eigen rekening en risico te exploiteren.
Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen
Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats
Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun bindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren
Billboard: (zeer) groot reclameoppervlakte, van minstens 8 m², die zowel bevestigd kan zijn aan een (blinde) muur van een gebouw, als wel los staat opgesteld langs de openbare weg
Reclamezuil: een standaard van minstens 3 meter hoog waaraan een dubbelzijdig reclamebord is aangebracht
Driehoeksbord: reclamebord met drie zijden die om een lichtmast (lantaarnpaal) heen of op de openbare weg geplaatst wordt
Sandwichtbord: reclamebord met twee zijden die om een lichtmast (lantaarnpaal) heen of op de openbare weg geplaatst wordt
Lichtmastreclame: reclameobjecten die aan lichtmasten zijn bevestigd (niet zijnde sandwich- of driehoeksborden)
Lichtreclame: reclame voorzien van een kunstlichtbron
Aangelichte reclame: de reclame aangelicht door een kunstlichtbron, anders dan openbare verlichting