Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Staphorst

Beleidsnota mantelzorg in Staphorst 2016-2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStaphorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnota mantelzorg in Staphorst 2016-2020
CiteertitelBeleidsnota mantelzorg in Staphorst 2016-2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-08-2023nieuwe regeling

06-12-2016

gmb-2023-355856

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota mantelzorg in Staphorst 2016-2020

 

1. Samenvatting

a.Aanleiding

In de nieuwe Wet maatschappelijke Ondersteuning 2015 staat het belang van de mantelzorgers centraal. De gemeente heeft met ingang van 2015 de taak gekregen mantelzorgondersteuning en -waardering verder te ontwikkelen met als doel overbelasting te voorkomen en te bestrijden én mantelzorgers de waardering te geven die ze verdienen. Hiervoor heeft de gemeente structureel extra rijksmiddelen gekregen. Het gaat voor Staphorst om een bedrag van jaarlijks zo’n € 47.500,--.

In deze notitie worden voorstellen gedaan over hoe en op welke wijze deze middelen ingezet kunnen worden voor ondersteuning en waardering van mantelzorgers en vrijwillige thuiszorg.

 

b.Waarom mantelzorgbeleid

Mantelzorgers vervullen een zeer belangrijke rol; een rol die de komende jaren nog belangrijker zal worden en meer onder druk komt te staan. Mensen dienen langer zelfstandig te blijven wonen en gebruik te maken van hun eigen kracht en hun eigen sociale netwerk. Pas als dit niet mogelijk of niet toereikend is, kan aanspraak gemaakt worden op een voorziening.

Daar waar de eigen kracht het niet meer toelaat moet het eigen netwerk ingeschakeld worden. Mantelzorgers vervullen hierbij een essentiële rol, waarbij de inzet van zorgvrijwilligers mogelijk is om draaglast en draagkracht in balans te houden. Er zijn veel ondersteuningsmogelijkheden, maar veel mantelzorgers zijn hiermee onbekend. Gericht informeren is moeilijk, omdat niet niet alle mantelzorgers in beeld zijn.

 

Door in het mantelzorgbeleid uit te gaan van het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers door intensief in te zetten op ondersteuning, wordt het langer thuis wonen van personen aan wie mantelzorg verleend wordt bewerkstelligd. Hierdoor wordt het aanspraak maken op duurdere zorg voorkomen en/of uitgesteld.

 

c.Wat willen we bereiken

In deze beleidsnota doen wij concrete voorstellen ten aanzien van de ambities die wij hebben om de komende jaren het mantelzorgbeleid in Staphorst verder vorm te geven. Met de huidige subsidie en extra financiële impuls vanuit het rijk kan het mantelzorgbeleid de komende jaren stevig neergezet worden.

 

Vinden, Verbinden, Verlichten en Versterken

Wij willen de komende jaren inhoud geven aan de 4 V’s door (extra) in te zetten op:

  • 1.

    pr/bekendheid ondersteuningsmogelijkheden vergroten;

  • 2.

    signaleren (CJG; CWO, seniorenbezoekers, kerken, huisartsen; wijkverpleegkundigen etc.);

  • 3.

    ondersteunen/ontlasten (inzet mantelzorgorganisatie; respijtzorg; zorgvrijwilligers; mantel- zorgwoningen);

  • 4.

    specifieke doelgroepen (werkende, jonge, allochtone, GGZ mantelzorgers);

  • 5.

    waarderen van mantelzorgers en vrijwillige thuiszorg;

  • 6.

    monitoren en evalueren.

d.Hoe gaan we dit realiseren

Nadat de nota is vastgesteld door de raad zal het college voor 2017 en volgende jaren met één professionele mantelzorgorganisatie duidelijke prestatieafspraken maken. Om een keuze te kunnen maken zijn de beide huidige organisaties (Carinova en St. Vrijwillige Thuiszorg Overijssel) uitgenodigd op basis van het concept van deze beleidsnota schriftelijk aan te geven op welke wijze zij dit kunnen realiseren en tegen welke kosten. Op basis van de hun ingediende visies zijn er vervolgens nog met beide organisaties gevoerd.

 

e.Wanneer inwinnen advies en besluitvorming

In maart jl. is de concept-beleidsnota binnen het gemeentehuis besproken om zo de integraliteit te waarborgen.

Vervolgens is op 23 maart de concept-nota de Wmo-raad voor advies en de deelnemers van de Klankbordgroep informele zorg voor een reactie voorgelegd. Dit heeft tot enkele kleine opmerkingen geleid die vervolgens zijn verwerkt.

Het advies van de Wmo-raad, dat door ons op 27 juli 2016 is ontvangen, is uitgebreid. Daarom is er voor gekozen om per onderdeel van dat advies onze reactie weer te geven in een afzonderlijke bijlage.

 

De beleidsnota wordt in oktober/november ter besluitvorming het college en gemeenteraad voorgelegd.

2. Inleiding

In de nieuwe Wet maatschappelijke Ondersteuning 2015 staat nog meer dan in het verleden het belang van de mantelzorgers centraal. De gemeente heeft met ingang van 2015 de taak gekregen mantelzorgondersteuning en -waardering verder te ontwikkelen. Het gaat dan ook om tijdelijk verblijf en respijtzorg. Deze taken waren voorheen een onderdeel van de Awbz.

 

In het kader van de nieuwe Wmo 2015 en de gevolgen van de transities zal er veelal extra beroep worden gedaan op mantelzorgers. Mensen dienen langer zelfstandig te blijven wonen en gebruik te maken van hun eigen kracht en hun eigen sociale netwerk. Pas als dit niet mogelijk of niet toereikend is, kan aanspraak gemaakt worden op een voorziening. De mantelzorger wordt sinds vorig jaar ook betrokken bij de keukentafelgesprekken die worden gehouden bij aanvragen voor Wmo-voorzieningen.

 

Om overbelasting te bestrijden en vooral te voorkomen én mantelzorgers de waardering te geven die ze verdienen heeft de gemeente hiervoor structureel extra rijksmiddelen gekregen. Het gaat voor Staphorst om een bedrag van jaarlijks zo’n € 47.500,--. Van gemeentewege werd de afgelopen jaren zo’n € 22.500,-- beschikbaar gesteld ten behoeve van mantelzorgondersteuning en –waardering.

 

In deze beleidsnota worden voorstellen gedaan over hoe en op welke wijze deze middelen ingezet kunnen worden voor ondersteuning en waardering van mantelzorgers en vrijwillige thuiszorg.

3. Waar staan we nu

Mantelzorgers vervullen een zeer belangrijke rol; een rol die de komende jaren nog belangrijker zal worden en meer onder druk komt te staan. Mensen worden minder snel in een intramurale voorziening opgenomen waardoor ze langer zelfstandig blijven wonen; daarnaast worden mensen ook steeds ouder. Daar waar de eigen kracht het niet meer toelaat moet het eigen netwerk ingeschakeld worden. Mantelzorgers vervullen hierbij een essentiële rol, waarbij de inzet van zorgvrijwilligers mogelijk is om draaglast en draagkracht in balans te houden. Dit is ook van belang, omdat mantelzorgers langer door moeten werken door het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd en veelal ook nog een beroep op ze wordt gedaan om vrijwilligerswerk te (blijven) verrichten.

 

Veel mantelzorgers verlenen hulp en zorg zonder een beroep te doen op hun eigen sociale netwerk of professionele organisaties. Indien dit niet tot problemen leidt, dan is ondersteuning dus ook niet nodig. Dit heeft echter wel tot gevolg dat niet alle mantelzorgers in beeld zijn.

 

3.1 Definitie mantelzorg

Er zijn verschillende definities over mantelzorg:

 

a.de algemeen gebruikelijke:

Mantelzorg is het verlenen van onbetaalde zorg aan een bekende voor minimaal 8 uur in de week voor tenminste 3 maanden.

 

b.vanuit de Wmo 2015:

Mantelzorg is hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

 

In bijlage 1 hebben wij een overzicht toegevoegd over landelijke feiten en cijfers over mantelzorg, gebaseerd op het Sociaal en Cultureel Planbureau (2015). Hieruit blijkt dat ongeveer 1 op de 3 inwoners mantelzorg verleent waarvan 16% meer dan 8 uur per week en veelal voor langere tijd. Deze laatste categorie voldoet aan de algemeen gebruikelijke definitie. Voor Staphorst gaat het dan om zo’n 850 mantelzorgers (aanname). Hierbij wordt opgemerkt dat veel mantelzorgers zich prima redden en geen ondersteuningsbehoefte hebben. Zij die dit wel hebben moeten weten waar zij terecht kunnen (o.a. het lokale steunpunt mantelzorg) en welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn.

 

De Wmo-raad heeft medio 2015 een huis-aan-huis enquête uitgezet; deze is door 135 personen ingevuld. Twee belangrijke uitkomsten:

 

Meer uitkomsten van deze enquête staan opgenomen in bijlage 2.

 

3.2 Organisaties die mantelzorgondersteuning bieden

Mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuiszorg worden door meerdere informele organisaties verleend, zoals Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) Staphorst-Rouveen, Rode Kruis, Stichting Welzijn Ouderen (tot 1 januari 2016), Carinova Mantelzorgondersteuning en St. Vrijwillige Thuiszorg Overijssel. Ook vanuit de kerken wordt informele mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuiszorg verleend echter onbekend is in welke mate. Dit is een punt van aandacht voor de komende periode. Er zijn inmiddels contacten gelegd over toekomstige samenwerking met de Wmo-kerken, zijnde het diaconaal platform.

 

Klankbordgroep informele zorg.

Er is een Klankbordgroep Informele Zorg Staphorst, bestaande uit de volgende organisaties: Carinova Mantelzorgondersteuning, St. Vrijwillige Thuiszorg Overijsel, St. Welzijn, MEE IJsseloevers, Rode Kruis, Mindfit en de gemeente. Dit overleg is gericht op mantelzorgers en vormt de verbinding tussen informele en formele zorg. De leden van deze Klankbordgroep hebben aangegeven voor de toekomst hun functie/rol verder te willen intensiveren en het aantal participerende organisaties te willen uitbreiden.

 

Daarnaast worden met Carinova Mantelzorgondersteuning en St. Vrijwillige Thuiszorg Overijssel jaarlijkse subsidieafspraken gemaakt. Bij deze instellingen staan ingeschreven:

Carinova Mantelzorgondersteuning:

  • 71 mantelzorgers

  • 3 jonge mantelzorgers

St. Vrijwillige Thuiszorg Overijssel:

  • 62 mantelzorgers

  • 24 jonge mantelzorgers

  • 31 zorgvrijwilligers

Opgemerkt wordt hierbij dat sinds 2011 geen aparte subsidie meer beschikbaar is gesteld voor jonge mantelzorgers en op basis van in het verleden gemaakte afspraken Carinova in Staphorst geen vrijwillige thuiszorg aanbiedt.

 

Verder is bekend dat de NPV beschikt over een groep van zo’n 15 a 20 zorgvrijwilligers die op jaarbasis zo’n 800 uur ondersteuning bieden en het Rode Kruis over zo’n 10 zorgvrijwilligers beschikt. (Nog) niet bekend zijn cijfers/aantallen m.b.t. ondersteuning vanuit de kerken.

 

3.3 Relevante (beleids)documenten

De redenen waarom voorgesteld wordt extra in te zetten op ondersteuning en waardering van mantelzorgers en zorgvrijwilligers zijn toegelicht onder het hoofdstuk “inleiding”. Ook in Wet maatschappelijke ondersteuning, het beleidsplan en beleidsregels Wmo, de nota Burgerkracht, het coalitieakkoord en het document Missie, visie, strategie en actiepunten van het college is hierover het nodige opgenomen en wel het volgende.

 

a.Wet maatschappelijke ondersteuning:

In de Wet maatschappelijk ondersteuning zijn bepalingen opgenomen over wat er in ieder geval in het nieuwe Wmo-beleidsplan opgenomen dient te zijn.

Specifiek ten aanzien van mantelzorg staat hierover het volgende opgenomen:

 

Artikel 2.1.2 lid 2b:

de verschillende categorieën van mantelzorgers, en vrijwilligers, zoveel mogelijk in staat te stellen hun taken als mantelzorger of vrijwilliger uit te voeren;

 

Artikel 2.2.2:

  • 1.

    Het college bevordert en treft de algemene maatregelen ter bevordering van mantelzorg en vrijwilligerswerk en ter ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers, die noodzakelijk zijn ter uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, tweede lid.

Artikel 2.3.2:

Lid 1. Indien bij het college melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, voert het college in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, een onderzoek uit overeenkomstig het tweede tot en met achtste lid. Het college bevestigt de ontvangst van de melding.

Lid 3. Het college wijst de cliënt en zijn mantelzorger voor het onderzoek op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning.

Lid 4. Het college onderzoekt:

  • c.

    de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • d.

    de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

 

b.Gemeentelijk Wmo-beleidsplan ‘Omzien naar elkaar’ 2015-2018

In 2014 is het Wmo-beleidsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Ten aanzien van mantelzorg-ondersteuning, -waardering en zorgvrijwilligers zijn samengevat de volgende speerpunten benoemd:

  • goede ondersteuning bieden aan mantelzorgers;

  • bij de keukentafelgesprekken de mantelzorgers betrekken, waarbij de rol en zwaarte betrokken wordt bij het opstellen van het ondersteuningsplan;

  • ondersteuningsbehoefte mantelzorger signaleren en voorkomen overbelasting;

  • nieuwe invulling Mantelzorgcompliment;

  • bieden van onafhankelijke (adviserende) ondersteuning;

  • afstemming bevorderen formele en informele zorg;

  • afspraken met zorgaanbieders dat mantelzorgers betrokken worden bij hulp ter voorkoming van overbelasting.

c.Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning 2016

In de Wmo-beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning 2016 wordt beschreven wat onder gebruikelijke hulp verstaan wordt.

Gebruikelijke hulp is hulp of ondersteuning waarvan het gebruikelijk is dat huisgenoten en/of directe familieleden dit voor elkaar doen. Dit betekent bijvoorbeeld bij het huishouden dat, als cliënt zelf het huishouden niet meer kan doen, de huisgenoten die taken in principe moeten overnemen. Maar onder gebruikelijke hulp kan ook vallen dat huisgenoten elkaar helpen bij het vervoer van en naar allerlei afspraken.

 

Van huisgenoten kan dus én gebruikelijke hulp én mantelzorg gevraagd worden. Onder de AWBZ had mantelzorg geen verplichtend karakter en kon sprake zijn van het ontvangen van een persoonsgebonden budget als mantelzorger. De Wmo 2015 ziet mantelzorg als voorliggend op een maatwerkvoorziening. Dit houdt in dat vanuit de Wmo geen PGB verstrekt wordt voor ondersteuning geboden door mantelzorgers voor zover het gaat om hulp die valt onder gebruikelijke zorg en/of algemene voorziening (bijv. inzet door vrijwillige thuiszorg).

 

Om een mantelzorger te ondersteunen kan een beroep worden gedaan op de Wmo. Concreet betekent dit dat bij dreigende overbelasting van de mantelzorger, ondersteuning kan worden geboden bij het functioneren van het huishouden en/of de begeleiding van cliënt, niet zijnde de mantelzorger.

 

d.Nota Burgerkracht 2015-2016

Deze nota heeft indirect betrekking op mantelzorgers en de inzet van zorgvrijwilligers t.w.:

  • meer samenleving, minder overheid;

  • bevorderen sociale cohesie;

  • inzet zorgvrijwilligers om mantelzorger te ontlasten.

e.Coalitieakkoord 2014-2018

Mantelzorgers zijn onmisbaar voor de gemeente en dorpsgemeenschappen in het bijzonder. Zonder onderscheid van achtergrond of identiteit. Door de steeds belangrijker rol willen wij hen faciliteren en ondersteunen. Procedures en wet- en regelgeving op ruimtelijk gebied bieden redelijkerwijs mogelijkheden voor mantelzorg. Inwoning door ouders bij jeugd moet flexibel en met een snelle doorlooptijd mogelijk worden gemaakt wanneer dit noodzakelijk is.

Gelet hierop wil de gemeente activiteiten stimuleren die mantelzorgers ondersteunen, bijvoorbeeld op het gebied van steun, advies en respijtzorg. Tevens wordt gezorgd voor een snelle en correcte afwikkeling op ruimtelijk gebied wanneer het inwoning betreft ten behoeve van mantelzorg. Vanwege de toenemende belangrijke rol van mantelzorgers dient een aparte beleidsnotitie opgesteld te worden.

 

f.Missie, visie, strategie en actiepunten van het college

Het college heeft de missie, visie en strategie vastgesteld waarin aangegeven is op welke wijze deze in 2018 gerealiseerd moeten zijn. Op welke onderdelen dit van toepassing kan zijn op het mantelzorgbeleid wordt hieronder nader toegelicht.

 

“Staphorst is een gemeente met karakter, lef en vernieuwend”.

In den lande is al veel gesproken over een vernieuwde invulling van het mantelzorgbeleid. De gemeenten waren voor 2015 al verantwoordelijk voor mantelzorgondersteuning, maar door de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo 2015 zullen gemeenten hierop extra moeten inzetten.

 

We hebben niet gekozen voor algemene oplossingen, maar de ervaringen van het afgelopen jaar gebruikt voor de ontwikkeling van maatwerk; daar waar Staphorst behoefte aan heeft. Het voorgestelde mantelzorgbeleid omvat enkele nieuwe elementen, waarbij we zullen volgen hoe deze in de praktijk hun uitwerking vinden. Monitoring en evaluatie zijn hierbij sleutelwoorden. In paragraaf 5.6 wordt dit nader toegelicht.

De identiteit van Staphorst wordt door bovenstaande versterkt.

 

“De samenleving krijgt ruimte en vertrouwen om verantwoordelijkheid te nemen”.

Het stimuleren van de eigen kracht is het uitgangspunt. Ook het inschakelen van hulp binnen het eigen sociale netwerk maakt hiervan deel uit. Indien dit niet of onvoldoende lukt, dan biedt de gemeente hierin ondersteuning. Dit gebeurt o.a. via de keukentafelgesprekken bij de Wmo, de seniorenbezoekers en natuurlijk via de mantelzorgorganisatie(s). Ook de contacten tussen de gemeente en de kerken zijn hiervoor een belangrijk instrument. Ingezet wordt op het versterken van de sociale netwerken, vriendenkringen en maatjesprojecten. Het is aan de inwoners hoe en in welke mate zij hierop een beroep willen doen op deze ondersteuningsmogelijkheden. De verantwoordelijk-heid ligt bij de inwoner zelf, de gemeente signaleert en faciliteert.

 

‘Kernwaarden’ die van toepassing zijn:

  • verantwoordelijkheid: deze ligt in principe zo laag mogelijk in de samenleving, maar de gemeente is (mede) verantwoordelijk voor ondersteuning en waardering van de mantelzorgers;

  • vertrouwen: we gaan ervan uit dat de mantelzorger en de persoon aan wie zij zorg verlenen voldoende vertrouwen hebben/krijgen in de organisaties die ondersteuning kunnen bieden. De gemeente geeft de organisaties het vertrouwen zodat zij op een adequate wijze hierop kunnen inspelen door hun signalerings- en ondersteuningsrol uit te (blijven) voeren en de “vraag” centraal te plaatsen waardoor maatwerk geleverd kan worden.

  • daadkracht: er zijn vele partijen/organisaties waarmee mantelzorgers te maken hebben. Van hen wordt verwacht dat zij daadkrachtig zullen handelen indien de behoefte aan ondersteuning gesignaleerd wordt. Daar waar mogelijk wordt dit bij de zorginkoop- of subsidieafspraken schriftelijk vastgelegd;

  • participatie: veel organisaties participeren in het Centrum voor jeugd en gezin, het Centrum Werk en Ondersteuning of in de Klankbordgroep informele zorg. Niet alleen de zorgvrager, maar ook de mantelzorger wordt bij het opstellen van een zorg- ondersteuningsplan betrokken. Uitgangspunt is dat inwoners zoveel mogelijk kunnen (blijven) participeren in de maatschappij. Gezamenlijk (organisaties, werkgevers, gemeente en de doelgroep zelf) wordt de komende jaren uitwerking aan het beleid gegeven.

4. Wat willen we bereiken/burgerparticipatie

De gemeente wil burgers en organisaties eerder in het beleidsvormingsproces betrekken zoals verwoord in de nota Burgerkracht. In deze nota wordt uitgegaan van een intensievere vorm van burgerparticipatie. De adviesraden binnen onze gemeente spelen hierbij ook een belangrijke rol. Op dit moment loopt een traject waarbij onderzocht wordt hoe de verschillende adviesorganen binnen onze gemeente hieraan invulling kunnen geven en wat hun rol hierbij is. Hierover wordt te zijner tijd een apart voorstel opgesteld.

 

Het is van belang om goed duidelijk te krijgen wat mantelzorgers van de huidige ondersteuning vinden en waaraan nog behoefte is om zo de extra verkregen middelen goed hierop in te kunnen zetten. Nog meer van aanbod- naar vraaggerichte ondersteuning.

 

In overleg met de Wmo-raad heeft er medio 2015 een behoeftenonderzoek plaatsgevonden door middel van een huis-aan-huis-enquête om te inventariseren wat er onder de mantelzorgers leeft.

De uitkomsten hiervan zijn 31 augustus 2015 besproken tijdens een informatiebijeenkomst en is een verdiepingsslag gemaakt via gespreksgroepen. De uitkomsten hiervan zijn opgenomen in bijlage 2.

 

Begin oktober 2015 is op basis hiervan het advies ontvangen van de Wmo-raad. Belangrijkste aandachtspunten/conclusies uit dit advies zijn:

  • bieden van ondersteuning aan mantelzorgers bij het uitvoeren van zorgtaken;

  • ontstaan van druk naarmate zorgzwaarte toeneemt;

  • inzetten op signalering (incl. voorlichting en training);

  • waardering uitspreken is belangrijk; naast aanbieden mantelzorgroos waardering meer zichtbaar maken;

  • het overnemen van taken op tijdelijke basis, zodat vitaliteit gewaarborgd blijft;

  • bij het opwaarderen van mantelzorg mantelzorgers en plaatselijke organisaties betrekken;

  • bij regelgeving (bijv. bouwen, belastingen en zorg) maatwerk bieden en soepelheid; ook dit is een item dat gemonitord dient te worden;

  • de mogelijkheden van informele en formele respijtzorg uitbreiden en hierbij de mantelzorgers zoveel mogelijk registreren zodat ze in beeld komen;

  • bij de keukentafelgesprekken de mantelzorgers betrekken, voorlichting te geven en zo mogelijk te registreren;

  • meer voorlichting, informatie/advies/kennisdeling over ondersteuningsmogelijkheden;

  • er is sprake van een leemte tussen vraag en aanbod m.b.t. een praktisch hulpaanbod;

  • samenwerking bevorderen tussen mantelzorgorganisaties, de Wmo-kerken (diaconaal platform), de Stichting Welzijn Staphorst;

  • vindplaatsen voor jonge mantelzorgers (w.o. scholen, jeugd- en jongerenwerk, C.J.G.) betrekken bij het vinden en bereiken van deze doelgroep;

  • als gemeente het initiatief nemen om bij werkgevers de noodzaak van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid onder de aandacht te brengen;

  • bij de keukentafelgesprekken ook de belasting van de mantelzorger in combinatie met een baan in kaart brengen.

De aanbevelingen uit het advies zijn verwerkt in de voorstellen van deze nota.

 

5. Hoe willen we dit bereiken

De landelijke organisatie MEZZO adviseert de gemeenten in te zetten op de 4 V’s te weten Vinden, Verbinden, Verlichten en Versterken. De toegangsteams/netwerkorganisaties C.J.G. en C.W.O. spelen hierbij een belangrijke rol. Mantelzorgers zijn meestal gericht op de hulpvraag van degene voor wie ze zorgen en niet of nauwelijks op hun eigen ondersteuningsbehoefte om de zorg vol te kunnen houden. Als mantelzorgers kunnen zorgen op een manier die bij hun eigen leven past, dan houden ze het vol. Maatwerk dus.

 

Wij willen inhoud geven aan de 4 V’s door de komende jaren (extra) in te zetten op:

  • 1.

    pr/bekendheid ondersteuningsmogelijkheden vergroten;

  • 2.

    (vroeg)signaleren (CJG; CWO, seniorenbezoekers, kerken, huisartsen; wijkverpleegkundigen etc.);

  • 3.

    ondersteunen/ontlasten (inzet mantelzorgorganisatie; respijtzorg; zorgvrijwilligers; mantel- zorgwoningen);

  • 4.

    specifieke doelgroepen (werkende, jonge, allochtone, GGZ mantelzorgers);

  • 5.

    waarderen van mantelzorgers en vrijwillige thuiszorg;

  • 6.

    monitoren en evalueren.

Door middel van onderstaande voorstellen willen wij dit realiseren.

 

5.1 pr/bekendheid ondersteuningsmogelijkheden vergroten

a.meer bekendheid geven aan ondersteuningsmogelijkheden

Uit het onderzoek is gebleken dat veel mantelzorgers onbekend zijn met de ondersteunings-mogelijkheden die er zijn. Hierdoor maken zij er ook geen gebruik van, met mogelijke overbelasting tot gevolg. Mantelzorgers die staan ingeschreven bij één van beide organisaties worden wel goed geïnformeerd. Dit zijn er slechts 133. Volgens statistieken zijn er ongeveer 3.750 mantelzorgers >20 jaar in onze gemeente. Een grote groep wordt niet bereikt waardoor geen ondersteuning geboden wordt indien wenselijk/noodzakelijk en er eerder een beroep wordt gedaan op duurdere zorgvoor-zieningen. Ook de rol van de gemeente ten aanzien van ondersteuning en waardering is bij veel mantelzorgers onbekend.

 

Dit willen wij verbeteren door:

  • a.

    te investeren in periodieke structurele informatieverstrekking en nader te onderzoeken welke mogelijkheden als meest adequaat worden aangemerkt;

  • b.

    op onze website is al informatie te vinden over mantelzorgondersteuning. Daarnaast kan ook met enige regelmaat op de gemeentepagina in De Staphorster informatie verstrekt worden. Het is van belang dat als mantelzorgers hulp/ondersteuning nodig hebben, dat ze dan weten waar ze moeten zijn. Hieraan zal ook aandacht besteed worden bij de ontwikkeling van de sociale kaart;

  • c.

    in te zetten op scholing van de medewerkers van het C.J.G. en C.W.O. over o.a. signalering van overbelaste mantelzorgers, de mantelzorger intensief te betrekken bij de keukentafel-gesprekken en bij het op te stellen ondersteuningsplan;

  • d.

    externe organisaties die ook bij inwoners over de vloer komen meer in te zetten op signalering , zodat de bereikbaarheid van mantelzorgers wordt vergroot;

  • e.

    spreekuren per kern door de mantelzorgorganisatie in samenwerking/afstemming met andere organisaties; wellicht gezamenlijke werkplekken inrichten.

b.huidige ondersteuningsmogelijkheden intensiveren en uitbreiden

De gemeente geeft al jaren invulling aan haar rol met betrekking tot mantelzorgondersteuning en - waardering. Dit op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Door mantelzorgorganisaties worden de volgende taken uitgevoerd:

  • 1.

    groepsgewijze ondersteuning

  • 2.

    themabijeenkomsten

  • 3.

    Alzheimertrefpunt

  • 4.

    Dag van de mantelzorg

  • 5.

    intake

  • 6.

    langdurige individuele ondersteuning

  • 7.

    kortdurende individuele ondersteuning

  • 8.

    eenmalige individuele ondersteuning

De hoogte van de huidige subsidie is een remmende factor op welke producten en de mate waarin die afgenomen kunnen worden. We willen extra inzetten op o.a. uitbreiding van (lokale) spreekuren, het stimuleren van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid, voorlichting op scholen en aan specifieke doelgroepen mantelzorgers (w.o. jonge mantelzorgers en allochtone mantelzorgers). Dit wordt in de paragrafen 5.3 en 5.4 nader toegelicht.

 

5.2 (vroeg)signaleren

a.het verbeteren van het bereiken en in beeld krijgen van mantelzorgers

Er wordt al veel aan mantelzorgondersteuning gedaan, maar gebleken is dat veel mensen niet weten dat ze mantelzorger zijn en daarom ook de ondersteuningsmogelijkheden niet of onvoldoende kennen. Van belang is goede signalering en bewustwording.

 

Door de komst van de nieuwe wmo is de signaleringsfunctie versterkt met als doel dat er uiteindelijk minder mensen in een grijsgebied verblijven. Zo is er bij een Wmo-aanvraag tijdens het keukentafelgesprek ook oog voor de mantelzorger en wordt deze betrokken met het opstellen van het ondersteuningsplan. Staphorst heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin en een Centrum Werk en Ondersteuning. Daar zijn professionele organisaties in vertegenwoordigd en vindt onderlinge afstemming plaats. Signalering van (overbelaste) mantelzorgers kan hierbij aan het licht komen waarna direct actie ondernomen kan worden. Geïnventariseerd zal worden waaraan de deelnemers, vertegenwoordigd in deze netwerkorganisaties, behoefte hebben op het gebied van mantelzorg-signalering. Hierop kan een adequate scholing/training ingezet worden. Dit zal dan leiden tot een betere afstemming tussen de formele en informele zorg.

 

b.afstemming formele en informele zorg

Hulp uit het eigen sociaal netwerk wordt ook wel informele hulp genoemd. Informele hulp kan geboden worden door mantelzorgers of vrijwilligers. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn onmisbaar, want zonder hen zouden veel mensen niet in staat zijn om zelfstandig te (blijven) wonen.

 

Uitgangspunt van de nieuwe Wmo is o.a. meer inzetten op de 0e en 1e lijn. Hieronder wordt verstaan de “niet professionele niet geïndiceerde zorg” respectievelijk de “professionele niet geïndiceerde zorg”. Dit vergt een goede afstemming tussen deze vorm van informele zorg en de professionele geïndiceerde zorg. Onder andere door participatie in het Centrum Werk en Ondersteuning en het Centrum Jeugd en Gezin is deze afstemming goed georganiseerd. De verbinding en afstemming tussen formele en informele zorg willen we ook verstevigen door uitbreiding van de participanten in de eerdergenoemde Klankbordgroep informele zorg.

 

c.inschrijven bij mantelzorgorganisatie

Door het inzetten op meer bewustwording bij personen die zich niet realiseren dat ze mantelzorgers zijn, zullen zij zich eerder melden bij mantelzorgorganisaties, waardoor het deelnemen aan activiteiten gestimuleerd wordt en zij persoonlijk geïnformeerd kunnen worden over allerlei mogelijkheden die in het kader van mantelzorgondersteuning geboden worden. Zo wordt thans ook door verschillende ziektekostenverzekeraars op beperkte schaal mantelzorgondersteuning geboden. Frequent hierover publiceren kan hiertoe bijdragen.

 

Zodra mantelzorgers zich hebben ingeschreven bij Carinova of Stichting Vrijwillige Thuiszorg dan zijn ze in beeld. Er kan dan ook gericht gecommuniceerd/geïnformeerd worden. Van belang is dus dat mantelzorgers zich aanmelden; dit kan gestimuleerd worden indien duidelijk gemaakt wordt dat dit voordelen voor hen biedt. Een gratis lidmaatschap van Mezzo inclusief de daarbij behorende financiële voordelen van de mantelzorgpas kan hiertoe bijdragen. Hierover meer onder 5.5 (waardering).

 

d.samenwerking met het diaconaal platform wmo-kerken

Wmo-kerken is het diaconaal platform waarin bijna alle kerken (behalve de protestantse kerk uit IJhorst) vertegenwoordigd zijn. Het is een initiatief van de kerken zelf. Het doel van het platform is o.a. ontwikkelingen met betrekking tot de Wmo met elkaar te delen en hierop (daar waar mogelijk gezamenlijk) in te spelen. Samenwerking met dit platform is van groot belang. Een drietal mensen uit dit platform hebben ook zitting in de Wmo-raad. Zo is er sprake van een mooie verbinding tussen gemeente-Wmo-raad-Wmo-kerken. Daar waar mogelijk kan kennis met elkaar gedeeld worden en samenwerking gezocht worden. Dit biedt een extra toegang tot de grote achterban van de kerken. De opzet van project seniorenbezoekers is een pilot waarin samengewerkt wordt; over de uitvoering vindt onderlinge afstemming plaats. Ook wordt gedacht aan een afvaardiging van de kerken in de Klankbordgroep.

 

Eventueel kan in een predikantenoverleg hierop nader worden ingegaan en kan besproken worden hoe de kerken omgaan bij signalering van overbelaste mantelzorgers en de inzet van (zorg)vrijwil-ligers. Zijn de predikanten voldoende op de hoogte welke ondersteuning de beide mantelzorg-organisaties kunnen bieden? (Vroeg)signalering en bewustwording zijn hierbij van groot belang om verdere problematiek te voorkomen. En voor een adequate aanpak is samenwerking essentieel.

 

e.huisartsen en wijkverpleegkundigen

Zowel de huisartsen als de wijkverpleegkundigen hebben veel contacten met de zorgvragers. Zij vervullen een belangrijke rol bij het signaleren van de situatie van de mantelzorgers rondom die zorgvrager. Van belang hierbij is dat zij dit bespreekbaar maken, kunnen doorverwijzen en/of weten waar zij (overbelaste) situaties kunnen melden, zodat adequate hulp geboden kan worden.

 

f.seniorenbezoekers

Veel mensen waaronder ouderen hebben behoefte aan algemene informatie over de aanwezige organisaties binnen de gemeente en wat ze kunnen betekenen voor de inwoners. Veel ouderen zijn ook mantelzorgers. Uit bijvoorbeeld de enquête mantelzorgondersteuning en de daarover gehouden informatieavond blijkt dat veel mensen niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de ondersteuning die geboden kan worden. Mensen hierover tijdig informeren kan problemen in de toekomst voorkomen. Om die redenen heeft er onlangs overleg plaatsgevonden tussen de gemeente, de Wmo-raad, een afvaardiging van de kerken en de Stichting Welzijn Staphorst om te bepalen hoe we gezamenlijk invulling hieraan kunnen geven.

 

De gemeente wil meer inzetten op het voorveld, dus het voorkomen van (verdere) problemen, en betere afstemming tussen de informele en formele zorg. Vroegtijdige signalering is hierbij van groot belang. De seniorenbezoekers worden getraind om te signaleren of er eventueel sprake is van een niet pluis gevoel en kan ook de rol/belasting van de mantelzorger hierbij betrekken. Daar kan dan gericht actie op ondernomen worden. Ook kan informatie aan de mantelzorger verstrekt worden over bepaalde ondersteuningsmogelijkheden.

 

5.3 ondersteunen/ontlasten

a.herijking prestatieafspraken mantelzorgorganisatie(s)

Beide mantelzorgorganisaties ontvangen jaarlijks een budgetsubsidie waarmee ze uitvoering geven aan de gemaakte afspraken. Carinova en St. Vrijwillige Thuiszorg zijn gevraagd een reactie te geven op de concept notitie en naar hun visie hoe zij denken hieraan uitvoering te geven. Naar aanleiding daarvan heeft er nog met beide organisaties een gesprek plaatsgevonden. Gelet op de efficiëntie en effectiviteit hebben wij besloten met één organisatie concrete prestatieafspraken te maken nadat de nota is vastgesteld. Beide organisaties hebben zelf ook aangegeven dat het thans te versnipperd is, waarbij St. Carinova pleit voor één uitvoerende professionele organisatie en St. Vrijwillige Thuiszorg voor een betere samenwerking. Echter “gedwongen” samenwerking achten wij niet wenselijk. Door de gehele uitvoering bij één organisatie onder te brengen wordt duidelijkheid geschapen en versterkt dit de ondersteunings- en waarderingsmogelijkheden.

 

b.uitbreiden respijtzorg/tijdelijk verblijf/niet geïndiceerde dagbesteding

In het algemeen zijn veel mantelzorgers zwaar belast of overbelast. Uit de enquête van de Wmo-raad van vorig jaar blijkt 19% mantelzorg zwaar belastend te vinden. Door de persoon aan wie mantelzorg wordt verleend deel te laten nemen aan voorzieningen buitenshuis of tijdelijk op te nemen wordt de mantelzorger deels ontlast. Mantelzorgers worden ook ontlast door inzet van hulp thuis door zorgvrijwilligers. Respijtzorg kan uitgevoerd worden door een beroepskracht of vrijwilliger en kan incidenteel of structureel zijn. Hieronder vallen bijv. opvang buitenshuis, zoals dagopvang, verblijf in een logeerhuis of in een time-outvoorziening. Maar ook de inzet van vrijwillige thuiszorg is een vorm van respijtzorg. In de Klankbordgroep informele zorg zal besproken worden op welke wijze een gezamenlijke wervingscampagne georganiseerd kan worden voor extra zorgvrijwilligers.

Er zal verder een goede coördinatie/samenwerking moeten plaatsvinden, aangezien er meerdere organisaties over zorgvrijwilligers beschikken. Deze coördinatietaak nemen wij mee in de te maken prestatieafspraken.

 

Uitgangspunt hierbij is het aantal overbelaste mantelzorgers terug te dringen en zo mogelijk zien te voorkomen. Geïndiceerde Wmo-dagbesteding wordt door zorgaanbieders geboden en hierover worden bij de zorginkoop nadere afspraken gemaakt.

 

Niet geïndiceerde dagbesteding wordt thans gedeeltelijk aangeboden door de Stichting Welzijn Staphorst met als doel gezellig samenzijn in een groep, voorkomen van eenzaamheid, bieden van een vaste structuur, sociale contacten opdoen, ontlasten van de mantelzorg, samen koffie drinken en de maaltijd eten. De doelgroep is ouderen met dreigende vereenzaming, gebrek aan sociale contacten of die behoefte hebben aan structuur in de week.

 

Op dit moment wordt hieraan in onze gemeente de volgende invulling gegeven:

  • Kern Staphorst: wekelijks en een gemiddeld aantal deelnemers van 15;

  • Kern Rouveen: maandelijks en ongeveer 20 deelnemers (net gestart);

  • Kern IJhorst: wekelijks met gemiddeld 7 deelnemers.

Voorwaarde is dat er geen indicatie is voor dagbesteding; het gaat dus om zelfstandig wonende ouderen en die behoefte hebben aan sociale contacten en/of gezelligheid. De vraag naar deze vorm van dagbesteding neemt toe. Uitbreiding van het aantal dagdelen, de frequentie en soort activiteiten voor de doelgroep ouderen zijn gewenst. De doelgroep kan uitgebreid worden met jongere deelnemers, zodat de activiteiten voor alle volwassenen, die aan de criteria voldoen, beschikbaar zijn, dus ook voor mensen aan wie mantelzorg verleend wordt met als doelstelling het ontlasten van de mantelzorger.

 

Met de Stichting Welzijn Staphorst zijn hierover afspraken gemaakt in relatie tot de woonservice-gebieden en bestrijding van eenzaamheid/stimuleren van ontmoeting bij senioren. Deze afspraken kunnen echter ook van toepassing zijn op mantelzorgers en personen aan wie mantelzorg verleend wordt.

 

Hieronder weergegeven enkele van deze gemaakte afspraken:

  • ondersteuning ontmoetings- en welzijnsinitiatieven woonservicegebieden

    • De komende tijd dient verdere uitvoering gegeven te worden aan de woonservicegebieden. Ten aanzien van ontmoeting en welzijn speelt de stichting hierbij een belangrijke rol.

    • Stimuleren en zo nodig organiseren van ontmoetingsactiviteiten in alle kernen, zo mogelijk in samenwerking met zorgorganisaties opzetten van niet-geïndiceerde dagbesteding.

  • ontmoetingsdagen/niet-geïndiceerde dagbesteding

    • Bijeen brengen van (kwetsbare) senioren met als doel lokale sociale cohesie en stimuleren/ondersteunen nieuwe contacten.

    • Bij niet-geïndiceerde dagbesteding kan het ook om de doelgroep volwassenen (24-65 jaar) gaan.

    • Activiteiten dienen dichtbij de doelgroep georganiseerd te worden, dus kerngericht.

    • 10 senioren worden individueel ondersteund en op maat (vraaggericht) geholpen via de beroepskracht ouderen aan een passende oplossing in hun situatie.

    • 25 senioren zijn collectief toegeleid naar ontmoetingsmiddagen (1 a 2 per week in elke kern), waarbij wordt ingespeeld op een nieuw concreet aanbod (informatief, educatief, recreatief, sportief).

    • 10 senioren zijn individueel toegeleid naar niet-geïndiceerde dagbesteding.

De Stouwe wil in Rouveen op de Triangellocatie ook een vorm van dagopvang realiseren, maar dan voor mensen met een indicatie hiervoor. Er worden mogelijkheden gezien voor een combi van geïndiceerde en niet-geïndiceerde dagbesteding.

 

Mantelzorgers kunnen ook tijdelijk ontlast worden om even bij te tanken door mogelijk-heden/voorzieningen te creëren zodat ze er een paar dagen tussenuit kunnen. Dit zijn veelal dure voorzieningen. Via Mezzo, de landelijke belangenorganisatie voor mantelzorgers en zorgvrijwilligers worden dergelijke ontspanningsmogelijkheden aangeboden; mantelzorgers kunnen hiervan gebruik maken als ze lid zijn van Mezzo.

 

c.versterken sociale netwerken

In de beleidsbrief Versterken, Verlichten en Verbinden van Staatssecretaris Van Rijn van juli 2013 wordt het sociale netwerk nadrukkelijk genoemd. Dit vanwege het feit dat zorg en ondersteuning vaker vanuit het sociale netwerk verleend moet worden.

 

Voor mensen met een zorgbehoefte en hun mantelzorgers is een sociaal netwerk erg belangrijk. Zonder zo’n netwerk dreigt isolement en overbelasting. Zoveel als mogelijk dienen gemeente, zorginstelling en professional de mantelzorgers te helpen om hun netwerk te betrekken en te versterken.

 

Het versterken van sociale netwerken richt zich op het samenwerken met het sociale netwerk van de mantelzorger en/of de persoon aan wie zorg verleend wordt. Dit netwerk kan bestaan uit familieleden, vrienden, buren, collega’s of bijvoorbeeld de trainer van de sportclub.

 

Een sociaal netwerk kan de mantelzorger dus ook ontlasten. Voor mensen die niet of onvoldoende over een sociaal netwerk kunnen beschikken kan de Stichting Welzijn Staphorst soelaas bieden. Wij hebben met deze stichting over de opbouw van hulpnetwerken en de ondersteuning van bestaande netwerken van burgers prestatieafspraken gemaakt.

 

d.mantelzorgwoningen

Per 1 november 2014 is er een wijziging gekomen in de landelijke wetgeving voor vergunningsvrij bouwen, buitenplanse afwijkingen en tijdelijke omgevingsvergunningen. Eén van de zaken die daarin is geregeld is tijdelijke bebouwing voor mantelzorg. In de markt zien we dat daarop al wordt ingespeeld door volledige (prefab) zorg/woonunits aan te bieden, die na beëindiging van de mantelzorgsituatie kunnen worden verplaatst naar een andere locatie.

 

Ook kent de landelijke regeling in het Besluit omgevingsrecht een definitie van het begrip ‘huisvesting in verband met mantelzorg’:

Huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.

Doordat het begrip ‘mantelzorg’ terugkomt in de definitie ‘huisvesting in verband met mantelzorg’ betekent dit dat er een directe relatie ligt tussen het ruimtelijke/bouwkundige aspect van de huisvesting en het zorgaspect. Met andere woorden: huisvesting voor mantelzorg moet derhalve zijn voor een situatie die de gebruikelijke zorg overschrijdt.

 

Over de mogelijkheden van het realiseren van mantelzorgwoonruimten is een afzonderlijke notitie opgesteld. Deze notitie wordt binnenkort vastgesteld. De landelijke vergunningsvrije mogelijkheden zijn binnen het gebied “de Streek” nog beperkt. Het beleid biedt straks meer ruimte voor het realiseren van mantelzorgwoonruimten bij een woning binnen het beschermd dorpsgezicht (de Streek). Procedureel zorgt een aanpassing van het bestemmingsplan De Streek ervoor dat we makkelijker mee kunnen werken aan verzoeken om mantelzorgwoonruimten.

 

e.Woonvisie

De afgelopen maanden is gewerkt aan een nieuwe woonvisie. Daarbij is speciale aandacht gevraagd voor het levensloopbestendig bouwen en de mogelijkheden voor het realiseren van mantelzorg-woningen. Hierbij kan gedacht worden aan losse units, aanbouwen of het realiseren van kangaroewoningen.

 

Een kangaroewoning (ook wel tandemwoning genoemd) is een woonvorm waarbij mensen die zorg nodig hebben toch zelfstandig kunnen wonen en deel kunnen uitmaken van het huishouden van een mantelzorger. De woning bestaat uit twee zelfstandige woningen (de buidel- en hoofdwoning) met elk eigen badkamer, woonkamer, keuken, slaapkamer enzovoorts. De twee woningen zijn naast elkaar of boven elkaar geplaatst en door middel van een tussendeur of tussentrap is het mogelijk van de ene naar de andere woning te gaan. De buidelwoning is gelijkvloers, de hoofdwoning kan uit meerdere lagen bestaan. Het uitgangspunt van een kangaroewoning is dat de mantelzorger kan zorgen voor bijvoorbeeld zijn/haar gehandicapte kind of samen wil wonen met ouders maar toch met het eigen gezin in de hoofdwoning een eigen leven kan leiden.

 

5.4 specifieke doelgroepen

a.werken en mantelzorg

Het verlenen van zorg voor de naaste moet verenigbaar zijn en blijven met maatschappelijke participatie van de mantelzorger. Bestaande mogelijkheden dienen zoveel mogelijk benut en nieuwe ontwikkeld te worden waardoor mantelzorgers werk en zorg, binnen de kaders van bestaande regelgeving, goed kunnen combineren. Voor veel werkende mantelzorgers is een combinatie van werk en het geven van mantelzorg erg zwaar.

De gemeente kan een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid stimuleren, zodat het verlenen van mantelzorg goed gecombineerd kan worden met een betaalde baan. Hierdoor wordt o.a. overbelasting voorkomen. Het voorstel is dat in de prestatieafspraken met de mantelzorgorganisatie opgenomen wordt dat er jaarlijks twee werkgevers overgaan tot het invoeren van een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid en de landelijke erkenning “Wij werken mantelzorg-vriendelijk” verkrijgen. Kosten ongeveer € 2.000 per interventie. De gemeente kan hierin zelf als werkgever een voorbeeldfunctie vervullen.

 

b.bereiken van allochtone mantelzorgers en het inventariseren van hun wensen en behoeften

De samenwerking met de Stichting Vluchtelingenwerk Staphorst zal gezocht worden. Geïnventariseerd wordt of er onder deze doelgroep specifieke wensen en behoeften zijn waarop ingezet kan worden. Volgens het SCP blijkt dat allochtone mantelzorgers intensiever mantelzorg verlenen dan autochtone. Vaak wordt dit gedaan vanuit traditionele/morele plicht.

 

c.bereiken van jonge mantelzorgers en het inventariseren van hun wensen en behoeften

Bij mantelzorgorganisaties zijn in totaal 27 jonge mantelzorgers uit onze gemeente ingeschreven. Vanaf 2011 heeft de gemeente niet langer subsidie beschikbaar gesteld voor deze doelgroep. Er zijn veel meer jonge mantelzorgers in onze gemeente die ondersteuning nodig hebben, maar die niet bereikt worden. Een goede combinatie van school met het verlenen van mantelzorg is belangrijk. Daarom wordt voorgesteld extra op deze doelgroep in te zetten door o.a. voorlichting op scholen en ondersteuning op maat te bieden.

 

d.bereiken van de GGZ doelgroep en het inventariseren van hun wensen en behoeften

Er is sprake van een toename van deze doelgroep, vooral de ziekte dementie, maar steeds minder mensen worden opgenomen in een intramurale instelling. Ook deze categorie mensen blijft langer thuis wonen, met als gevolg extra druk op de mantelzorgers. Voorgesteld wordt hiervoor oog te hebben en extra te investeren. Dit kan door meer voorlichting te geven aan mantelzorgers van GGZ-cliënten en dementerenden; dit in samenspraak met St. Mindfit in het kader van de collectieve GGZ-preventie en met het Alzheimertrefpunt uit Staphorst. In de Klankbordgroep informele zorg wordt besproken op welke wijze onder deze doelgroep geïnventariseerd kan worden welke specifieke wensen en behoeften er zijn en hoe hierop adequaat ingezet kan worden.

 

5.5 waarderen van mantelzorgers en vrijwillige thuiszorg

In het Wmo-beleidsplan staat opgenomen dat Staphorst nog zal bepalen of en zo ja op welke wijze er een nieuwe invulling gegeven wordt aan het voormalige mantelzorgcompliment. Voorgesteld wordt geen directe financiële tegemoetkoming te geven aan mantelzorgers, maar voor andere vormen van waardering te kiezen. Veel mantelzorgers hebben het financieel niet breed. Een vorm van waardering wat ook nog financieel voordeel oplevert kan op draagvlak van de mantelzorgorganisaties rekenen. Hieronder volgt een nadere uiteenzetting van onze plannen.

 

a.mantelzorgcompliment

Wij willen de waardering van mantelzorgers uiten door het voortzetten en intensiveren van de Dag van de mantelzorg en het uitdelen van rozen op die dag.

 

Daarnaast wordt een financieel Mantelzorgcompliment ingesteld, budget € 35.000 per jaar. Met dit compliment wordt de erkenning en waardering uitgesproken naar de mantelzorgers.

De beoordeling van de aanvraag en de vertrekking van het compliment vindt plaats in samenwerking met de Klankbordgroep Informele Zorg Staphorst.

De complimenten bestaan uit de volgende bedragen per persoon:

  • 6- tot 12-jarige mantelzorgers: € 25,00

  • 12- tot 18-jarige mantelzorgers: € 50,00

  • 18 jaar en ouder: € 100,00

Een in Staphorst wonende mantelzorgvrager en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan een aan-vraag indienen voor een mantelzorgcompliment. Voor iedere goedgekeurde aanvraag wordt een compliment verstrekt. Een mantelzorger hoeft niet in Staphorst te wonen om in aanmerking te komen voor een compliment. Iedere mantelzorgvrager kan 1 keer per jaar een mantelzorg-compliment aanvragen. Voorwaarde is dat door de mantelzorger minimaal 3 maanden per jaar, gemiddeld 8 uur per week mantelzorg wordt verleend.

 

5.6 monitoren en evalueren

Het goed blijven volgen van de uitvoering van deze beleidsnota is van essentieel belang. Het gaat veelal om nieuwe projecten/afspraken waarbij wij goed moeten volgen of ze in de praktijk uitpakken zoals ze in dit beleidsplan zijn bedoeld. De mantelzorgorganisatie houdt zelf ook periodiek klanttevredenheidsonderzoeken. De uitkomsten hiervan worden met de gemeente gedeeld en zo nodig worden afspraken aangescherpt.

 

Wmo-raad

Bij de ontwikkeling van mantelzorgbeleid, de uitvoering, monitoring en evaluatie ervan wordt de Wmo-raad betrokken. Deze raad adviseert het college en bestaat uit vertegenwoordigers namens diverse doelgroepen, waaronder mantelzorgers. In het Wmo-beleidsplan staat dat de Wmo-raad zich verder kan specialiseren en professionaliseren op de huidige en nieuwe taken van de Wmo en de samenhang bewaken tussen de drie decentralisaties. Het raadplegen van de achterban is dus ook bij monitoring en evaluatie van beleid, projecten en activiteiten wenselijk.

6. Financiën

Hiernavolgend het voorstel met betrekking tot de jaarlijkse inzet van het conform de gemeentebegroting beschikbare structurele budget. Hierbij is rekening gehouden met het leveren van maatwerk/inzet per kern waar mogelijk en specifieke doelgroepen waar wenselijk.

 

Mantelzorg

Product (correspondeert met productenboek stichting)

aantal

ureninzet

totaal

1. spreekuur: (1x p.m. per kern)

36

2

72 uur

2. intake cliënt

24

2,5

60 uur

3. themabijeenkomst (1x p.j. per kern)

3

7

21 uur

4. groepsactiviteiten jonge mantelz. (lokaal)

2

10

20 uur

5. groepsactiviteiten allochtone mantelz. (lokaal)

2

10

20 uur

6. voorlichting scholen (10xBO + 1x VO)

11

4

44 uur

7. cursus/training lotgenoten (lokaal)

1

10

10 uur

8. Alzheimertrefpunt

12

6

72 uur

9. Dag van de mantelzorg

1

25

25 uur

10. enkelvoudige ondersteuning

32

0,5

16 uur

11. basis individuele ondersteuning

4

5

20 uur

12. intensieve individuele ondersteuning

25

12

300 uur

13. werk en mantelzorg

2

30

60 uur

Totaal

 

 

740 uur

 

Vrijwillige thuiszorg

Product (correspondeert met productenboek stichting)

aantal

ureninzet

totaal

1. intake cliënt

15

2

30 uur

2. intake vrijwilliger

10

2,5

25 uur

3. basiscursus

1

10

10 uur

4. thematische bijeenkomsten (lokaal)

2

7

14 uur

5. waardering en binding vrijwilligers (lokaal)

2

10

20 uur

6. matching

15

4,5

68 uur

7. enkelvoudige ondersteuning

42

0,5

21 uur

8. basis individuele ondersteuning

20

1,5

30 uur

9. intensieve individuele ondersteuning

7

2,5

17 uur

10. buddyzorg

2

20

40 uur

Totaal

 

 

275 uur

 

Financiële vertaling eerdergenoemde projecten:

Structureel ingaande 2017 t.l.v. mantelzorgbudget:

Uitgaande van een subsidiabele uurprijs van € 60,-- leidt dit tot een regulier subsidiebedrag van:

  • 740 (mantelzorg) + 275 (vrijw. thuiszorg) = 1.015 uren x € 60 = € 61.000

  • Mantelzorgcompliment € 35.000

  • innovatie/overleggen/klankbordgroep € 1.000

  • budget uitvoering Dag van de mantelzorg € 1.500

Totaal: € 98.500

 

Structureel ingaande 2017 t.l.v. budget groepsbegeleiding Wmo:

  • Uitbreiding respijtzorg/niet geïndiceerde dagbesteding € 10.000

Naast de al gereserveerde € 7.000 (regulier budget uit gemeentebegroting tot en met 2017) wordt voor het mantelzorgcompliment een aanvullend krediet van € 28.000 beschikbaar gesteld. Voor 2017 wordt dit gedekt uit de reserve sociaal domein en voor de jaren daarna wordt dit structureel opgenomen in de gemeentebegroting.

 

Specifiek voor 2016 uitgaande van implementatie nieuw beleid per oktober 2016:

  • subsidieafspraken beide mantelzorgorganisaties 1e half jaar: € 15.000

  • subsidieafspraken beide mantelzorgorganisaties 2e half jaar € 20.000

  • mantelzorgwaardering € 7.000

  • budget uitvoering Dag van de mantelzorg € 1.500

Aanvullend incidenteel naast nieuwe subsidieafspraken met mantelzorgorganisatie; St. Welzijn Staphorst; organisaties in CJG en CWO):

  • opzetten periodieke informatieverstrekking (advertenties; folders oid) € 3.000

  • training/scholing mbt signalering € 3.000

  • bereiken en inventariseren behoeften specifieke doelgroepen € 3.000

  • invulling geven aan voorbeeldfunctie mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid binnen gemeentehuis ((Bureau Jong&Veer) € 5.000

  • wervingscampagne extra zorgvrijwilligers € 1.500

  • Uitbreiding respijtzorg/niet geïndiceerde dagbesteding € 5.000

  • Inrichting accommodaties niet geïndiceerde dagbesteding € 5.000

  • Opzetten vernieuwde klankbordgroep formele/informele zorg € 1.000

totaal 2016 € 70.000

Uitgaven conform beschikbaar mantelzorgbudget 2016 ad € 70.000

7. Vervolg

In maart jl. is de concept-beleidsnota binnen het gemeentehuis besproken om zo de integraliteit te waarborgen. Vervolgens is op 23 maart de concept-nota de Wmo-raad voor advies en de deelnemers van de Klankbordgroep informele zorg voor een reactie voorgelegd. Dit heeft tot enkele opmerkingen geleid die vervolgens in deze beleidsnota zijn verwerkt.

 

Het opstellen van het tweede advies door de Wmo-raad heeft lange tijd geduurd. Het advies, dat door ons op 27 juli 2016 is ontvangen, is uitgebreid. Daarom is er voor gekozen om per onderdeel van dat advies onze reactie weer te geven in een afzonderlijke bijlage.

 

De beleidsnota wordt in oktober/november ter besluitvorming het college en gemeenteraad voor-gelegd.

 

Beide organisaties (Carinova en St. Vrijw. Thuiszorg) zijn de afgelopen maanden uitgenodigd schriftelijk aan te geven op welke wijze zij de in deze notitie opgenomen beleidsvoorstellen zouden willen realiseren en tegen welke kosten. Ook heeft er nog een gesprek plaatsgevonden met beide organisaties over de door hen voorstelde uitvoering/implementatie.

Nadat de nota is vastgesteld door de raad zal het college voor 2017 en volgende jaren met één professionele mantelzorgorganisatie duidelijke prestatieafspraken maken. Deze afspraken omvatten de uitwerking van de in de vorige hoofdstukken geformuleerde voorstellen.

 

Bij de verdere uitwerking van de plannen worden zowel de Wmo-raad als de Klankbordgroep informele zorg nauw betrokken.

8. Tot slot

Deze beleidsnota heeft betrekking op de periode 2016 tot 2020. Halverwege deze periode is het raadzaam om een tussenevaluatie te houden. De prestatieafspraken worden vanzelfsprekend jaarlijks getoetst op grond van vaststelling van de verleende subsidiebedragen.

 

In deze nota doen wij concrete voorstellen ten aanzien van de ambities die wij hebben om de komende jaren het mantelzorgbeleid in Staphorst verder vorm te geven. Deze voorstellen sluiten prima aan op de uitkomsten van het debat dat op 14 januari jl. is gehouden in de Tweede Kamer over het thema “aandacht voor mantelzorgers”. Daarbij is o.a. het belang van voorkomen overbelasting, respijtzorg, combinatie werk en mantelzorg, voorlichting, financiële ondersteuning, verminderen regeldruk en monitoring aan de orde gesteld.

Bijlage 1: landelijke feiten en cijfers

 

Feiten en cijfers mantelzorg

 

Hieronder leest u de meest belangrijke feiten en cijfers op het gebied van mantelzorg in Nederland uit het SCP-rapport 'Informele hulp: wie doet er wat?' (2015).

 

Aantal mantelzorgers

  • In 2014 gaven ruim 4 miljoen mensen mantelzorg (33% van de volwassen Nederlanders).

  • Ongeveer 3 miljoen mensen gaven op het moment van vragen (2014) hulp.

  • Ongeveer een op de zes (16%) mantelzorgers helpt meer dan 8 uur per week, vaak al gedurende een langere tijd (500.000 mensen).

  • 10% van de mantelzorgers ondervindt een hoge belasting (ongeveer 400.000 mensen).

Kenmerken mantelzorgers

  • 59% van de mantelzorgers in Nederland is vrouw.

  • 45% van de mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar.

  • 8% van mantelzorgers is tussen de 18 en 24 jaar.

  • 18% van de mantelzorgers is ouder dan 65 jaar.

  • 43% van alle mantelzorgers is de centrale of belangrijkste verzorger van de hulpbehoevende.

  • Mannen helpen vaker bij administratie en vervoer.

  • Vrouwen helpen vaker bij het regelen, bezoeken van een arts en bij persoonlijke verzorging.

Kenmerken zorgvragers

  • Veel mantelzorgers bieden hulp aan (schoon)ouders (ongeveer 45% van de mantelzorgers)

  • 14% biedt hulp aan de partner

  • 5% biedt mantelzorg aan een kind.

  • 19% biedt mantelzorg aan een familielid anders dan de partner of een kind.

  • 18% biedt mantelzorg aan een vriend, kennis of buur.

Aard van de beperking van de hulpontvanger

  • 52% van de mantelzorgers geven hulp aan iemand met een langdurige lichamelijke beperking.

  • 21% geeft hulp aan iemand met een tijdelijke lichamelijke beperking.

  • 16% geeft hulp aan iemand met dementie of geheugenproblemen.

  • 12% helpt iemand met een psychische aandoening, zoals depressie of angststoornis.

  • 7% biedt hulp aan een terminaal zieke.

  • 7% biedt hulp aan een thuiswonende die een indicatie heeft om opgenomen te worden.

  • 10% biedt hulp aan iemand die niet langer dan een half uur alleen gelaten kan worden

  • 15% van de acht mantelzorgers geeft hulp aan een persoon die in een verzorgings- of verpleeghuis verblijft.

  • Twee derde van de hulpbehoevenden is ouder dan 65 jaar

Welke hulp geven mantelzorgers?

  • 80% biedt emotionele ondersteuning

  • 52% biedt ondersteuning bij vervoer

  • 46% begeleid bij artsenbezoek

  • 24% regelt hulp of coördineert de zorg voor de hulpbehoevende

  • 47% helpt in het huishouden

  • 13% biedt hulp bij de persoonlijke verzorging, zoals douchen

Beweegredenen mantelzorgers

  • De meeste mensen (hebben een intrinsieke motivatie om te) helpen omdat ze dat graag doen of vanzelfsprekend vinden. (ongeveer 80%)

  • 18% helpt omdat er niemand anders beschikbaar is.

  • 33% helpt omdat de zorgvrager dit graag wil.

  • 10% van de mantelzorgers kent niemand die hen zou kunnen aflossen. Dit geldt vooral voor mensen die zorgen voor personen met psychische problemen.

  • 17% helpt hun naaste om zo professionele zorg uit te stellen of te voorkomen

Mantelzorg en werk

  • Van de mantelzorgers tussen 18 en 65 jaar heeft 83% werk.

  • 72% van de mannelijke mantelzorgers hebben een baan van 32 uur of meer per week.

  • 28% van de vrouwen hebben een baan van 32 uur of meer per week.

  • Werkende mantelzorgers verlenen minder vaak intensieve hulp, leveren minder vaak dagelijks hulp en zijn minder vaak de centrale mantelzorger

  • 40% van de werkende mantelzorgers helpt vaak op de dagen dat men ook werkt

  • 11% van de werkende mantelzorgers moet dagelijks of wekelijks het werk onderbreken om hulp te kunnen bieden

Werkende mantelzorgers ondervinden vaak knelpunten

  • 20% kan niet onverwachts een dag vrij nemen.

  • 38% van de werkende mantelzorgers kan niet zelf zijn werktijden bepalen.

  • 30% nam in 2014 een of meerdere dagen vrij om mantelzorg te kunnen geven.

  • 5% nam onbetaald verlof op, 7% nam betaald verlof op.

  • 10% is (tijdelijk) minder gaan werken of gestopt met werken. Dit komt vaker voor bij helpers van partners, intensieve helpers en mensen die vaak onderbroken werden door de hulpbehoevende.

  • 14% heeft afspraken gemaakt met zijn of haar leidinggevende. Het gaat dan om flexibele werktijden, meer vrij nemen of vaker thuiswerken.

Positieve gevolgen voor de mantelzorger

  • 82% geeft aan dat het helpen een goed gevoel geeft.

  • 53% geeft aan dat de helper en de hulpvrager dichter bij elkaar komen.

  • De mantelzorger ervaart het geven van hulp positief als de hulp wordt geboden aan mensen met een verstandelijke beperking, of als iemand niet lang alleen kan zijn.

  • Hulp wordt ook positief ervaren als de hulpvrager laat merken dat hij de hulp waardeert.

  • Langdurig helpen wordt positiever ervaren dan intensief helpen.

Negatieve gevolgen voor de mantelzorger

  • Mantelzorgers die lang en intensief zorgen voelen zich vaker ongezond dan anderen. In deze groep komen relatief veel ouderen voor.

  • Mantelzorgers ervaren negatieve gevolgen als men het gevoel heeft dat men de situatie niet los kan laten.

  • Mantelzorgers ervaren negatieve gevolgen als de hulp te veel op zijn of haar schouders terecht komt (17%), of als zij ziek of overspannen raken (6%) door de hulp die zij bieden.

  • 10% van de mantelzorgers voelt zich zwaar overbelast.

  • Vrouwen, partnerhelpers en centrale verzorgenden ervaren vaker een hoge belasting.

  • Mantelzorgers die intensieve hulp geven, of hulp bieden om professionele hulp uit te stellen of hulp bieden omdat er geen alternatieven zijn, ervaren een hoge belasting.

  • Voor mensen die mantelzorg combineren met een baan van meer dan 12 uur draagt het geven van intensieve hulp sterk bij aan een hoge belasting.

Mantelzorgers vinden het soms lastig om hun geduld te bewaren

  • 33% van de mantelzorgers geeft aan zijn of haar geduld te verliezen.

  • 9% van de mantelzorgers geeft toe naar de hulpvrager te schreeuwen of hem of haar ruw te behandelen.

  • Mantelzorger hebben meer kans hun geduld te verliezen als de hulpbehoevenden veel aandacht vragen of soms agressief zijn.

  • Ook als de mantelzorger veel taken doet, vergroot dit de kans op het verliezen van zijn of haar geduld.

  • Jonge helpers maken een grotere kans op het verliezen van hun geduld.

  • Mantelzorgers die weinig positieve ervaringen hebben met helpen, en die zich belast voelen door het geven van hulp, hebben een verhoogd risico op het verliezen van hun geduld naar de hulpbehoevende.

  • Mantelzorgers kunnen hun geduld beter bewaren als zij iemand verzorgen die niet lang alleen kan zijn, of als men hulp geeft aan een verder familielid, een buur of vriend.

  • Mantelzorgers die sterk intrinsiek gemotiveerd zijn om hulp te geven, zijn vaker in staat om hun geduld te bewaren.

Mantelzorgondersteuning: respijtzorg

  • Ongeveer 25% gebruikt respijtzorg, waarbij dagopvang het meeste voorkomt.

  • Tussen de 12 tot 26% van de mantelzorgers heeft behoefte aan respijtzorg, zoals dagopvang of een vrijwilliger.

  • Mantelzorgers maken meer gebruik van respijtzorg als zij mensen helpen met dementie, een psychisch probleem of een verstandelijke beperking.

  • Wel behoefte hebben aan maar geen gebruik maken van respijtzorg komt nogal eens voor als de hulpvrager, vaak met dementie of psychische klachten, de voorziening niet wil, als er geen goede ondersteuning beschikbaar is of omdat er wachtlijsten zijn.

Mantelzorgondersteuning: informatie, advies en materiële hulp

  • 39% van de mantelzorgers weet niet dat zij informatie en advies kunnen krijgen.

  • 33% weet niet waar zij informatie, advies of ondersteuning kan vinden.

  • Ongeveer 20% maakt gebruik van ondersteuning in de vorm van informatie en advies, het volgen van een cursus of training, lotgenotencontact of materiële hulp.

  • 25% heeft behoefte aan (meer of vaker) informatie en advies.

  • 10% heeft behoefte aan materiële hulp en hulp bij het aanvragen van voorzieningen.

  • 10% ontving in 2014 een mantelzorgcompliment van € 200.

  • 90% die het mantelzorgcompliment ontvingen waren positief

  • 3% ontvangt een financiële vergoeding uit een persoonsgebonden budget, 2% ontvangt een andere financiële vergoeding

Algemeen: wat helpt mantelzorgers?

  • Veel mensen delen het geven van hulp met anderen, zoals andere mantelzorgers of beroepskrachten.

  • Mantelzorgers met een hoge belasting maken vaker gebruik van en hebben meer behoefte aan ondersteuning.

  • 10% vindt het moeilijk om meer ondersteuning te vragen als dat nodig is.

  • Mantelzorgers geven aan het meest geholpen te zijn met begrip en waardering.

  • Mantelzorgers willen er van op aan kunnen dat ondersteuning beschikbaar is als die nodig is.

  • Mantelzorgers willen ondersteunt worden bij het verkrijgen van die ondersteuning.

  • Veel mantelzorgers weten niet wat hen het meest zou kunnen helpen. Gebrek aan kennis over mogelijkheden kan hierbij een rol spelen.

Samenwerken met professionals

  • 73% vindt dat zij vaak of vrijwel altijd bij professionals van thuiszorg of de wijkverpleging terecht kunnen voor hun vragen.

  • 79% voelt zich vaak of vrijwel altijd door hen serieus genomen.

  • 73% vindt dat zij de hulp vaak of altijd goed kunnen afstemmen.

  • 54% mantelzorgers vinden dat zij niet goed kunnen samenwerken met professionals.

  • 45% stelt dat zij soms, zelden of nooit de mogelijkheid hebben om mee te beslissen.

  • 46% stelt dat zij soms, zelden of nooit de mogelijkheid hebben hun zorgen te delen.

  • 37% vindt dat de thuiszorg of wijkverpleging onvoldoende oog heeft voor hun welzijn.

Bron: SCP rapport - Informele hulp: Wie doet er wat? (externe link)

 

Bijlage 2: uitkomsten mantelzorgenquête en informatieavond

 

Enkele uitkomsten uit de enquête:

 

 

Enkele (opvallende) uitkomsten uit deze 4 gespreksgroepen:

 

Groep 1: Ondersteuning

  • mantelzorg begint veelal vanuit plichtsgevoel;

  • er bestaat vraagverlegenheid bij het zoeken van hulp/ondersteuning;

  • het voorkomen van overbelasting;

  • het vinden/bereiken van de mantelzorgers is essentieel;

  • met name in de weekenden is het lastig om hulp te krijgen;

  • behoefte aan lotgenotencontact;

  • binnen de kerken zijn vrijwilligers die mantelzorgers willen ondersteunen, ook kan hulp gevraagd worden bij de NPV, Rode Kruis of Zonnebloem.

Groep 2: Waardering

  • erkenning is de belangrijkste vorm van waardering (kaartje; bloemetje etc);

  • waardering/erkenning in de vorm van keuzemenu, zodat de mantelzorger kan kiezen wat bij hem/haar/hen past (bijv. boodschappenpakket; verwendagje;-dagje uit);

  • waardering in de vorm van geld wordt niet zo belangrijk gevonden, erkenning wel. Een geldbedrag een welkome aanvulling zijn om iets extra's te doen, zeker in situaties waar er weinig financiële ruimte is;

  • duidelijke voorwaarden opstellen en kenbaar maken aan welke criteria een mantelzorger moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vorm van waardering.

  • een (vorm van) mantelzorgcompliment is geen recht is maar een waardering;

  • naast de gemeente is het ook belangrijk om kerken, scholen etc. te betrekken bij mantelzorgbeleid;

  • een soort nieuwsbrief met informatie voor en over mantelzorg zou een goed initiatief zijn.

Groep 3: Jongere mantelzorger

  • er zijn veel meer jonge mantelzorgers dan er bekend zijn;

  • tot 3 jaar geleden was er wel een groep van 40 jonge mantelzorgers (12-18 jaar) bekend. Die groep is uit elkaar gevallen toen de subsidie werd stopgezet door de gemeente; De groep tot 6 jaar is helemaal niet in beeld;

  • ze zijn het beste te bereiken via de scholen (mentoren), social media en berichtgeving via plaatselijke kranten zoals de Staphorster of de weblog;

  • vooral de jongeren van ouders met GGZ problematiek hebben het zwaar;

  • de druk op de jonge mantelzorger zal de komende jaren alleen maar toenemen i.v.m. het feit dat ouders meer genoodzaakt zijn om uit werken te gaan;

  • CJG heeft een belangrijke rol als vindplaats voor deze groep jongeren;

  • aandacht voor/voorlichting over jonge mantelzorger op alle basisscholen;

  • scholen en verenigingen moeten alert gemaakt worden op het bestaan van deze groep en worden gevraagd om informatie over deze groep door te spelen aan het CJG;

  • de jeugd heeft de toekomst, maar kan alle jeugd wel jeugd zijn?

  • opzetten van een inhoudelijk programma voor deze doelgroep (bijv. contact met lotgenoten, ontspanning en aandacht).

Groep 4: Combineren werk / gezin / mantelzorg

  • bedrijven informeren over mantelzorgbeleid. Veel bedrijven zijn er niet van op de hoogte dat er onder de werknemers mantelzorgers zijn. En hebben hierdoor geen inzicht/begrip voor de impact wat dit heeft op het functioneren van een medewerker. Maak dit bespreekbaar binnen de organisatie, bespreek de mogelijkheden rond zorgverlof, flexibele werktijden, thuiswerken e.d. ;

  • personeelsvriendelijk mantelzorgbeleid kan uitval van medewerkers voorkomen en hierdoor ook kosten besparen voor werkgevers;

  • bij sommige mantelzorgers heerst de angst ontslagen te worden indien men dit bij de werkgever aankaart;

  • vaak neemt de druk bij mantelzorgers in de loop van de tijd toe; wanneer is de grens bereikt om dit bespreekbaar te maken bij je leidinggevende;

  • aangegeven is dat men er op het werk wel over praat met collega’s en veelal ook met leidinggevenden;

  • informeer inwoners (mantelzorgers) over de mogelijkheden.