Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Staphorst

Notitie nadere regels winkeluitstallingen en terrassen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStaphorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNotitie nadere regels winkeluitstallingen en terrassen 2015
CiteertitelNotitie nadere regels winkeluitstallingen en terrassen 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Staphorst

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-08-2023nieuwe regeling

09-02-2016

gmb-2023-354238

Tekst van de regeling

Intitulé

Notitie nadere regels winkeluitstallingen en terrassen 2015

Inhoudsopgave

 

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Relevante regelgeving

  • 3.

    Beleidsregels

  • 4.

    Procedure

1. Inleiding

 

Winkeluitstallingen en terrassen bepalen voor een belangrijk deel de sfeer en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Vaak hebben ondernemers een gedeelte van de openbare ruimte ingericht en in gebruik als terras/winkeluitstalling. De belangen van gemeente en ondernemers kunnen verschillen. De belangen van de winkeliers en horecaondernemers zijn vooral van economische aard. Winkeliers proberen consumenten met aantrekkelijke uitstallingen tot een aankoop te verleiden. De horeca haalt een deel van haar omzet uit de terrassen. Anderzijds zijn er de belangen van een goede toegankelijkheid voor publiek en hulpdiensten, (verkeers)veiligheid en beperking van overlast voor omwonenden. De gemeente is verantwoordelijk voor weging van al deze belangen en een goede regulering van het gebruik van de openbare ruimte.

 

De huidige aanwezige terrassen/winkeluitstallingen in de openbare ruimte binnen de gemeente Staphorst zijn grotendeels niet vergund op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarnaast zijn er ook nieuwe initiatieven vanuit ondernemers om terrassen/winkeluitstallingen in de openbare ruimte in te richten.

 

Op grond van artikel 2:10, lid 2, van de APV van de gemeente Staphorst kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van winkeluitstallingen en terrassen, waarmee rekening wordt gehouden met bovenstaande belangen. Deze notitie voorziet daar in.

 

Het vaststellen van nadere regels voor winkeluitstallingen en terrassen voor de gemeente Staphorst schept duidelijkheid bij de horecaondernemers en winkeliers in de gemeente.

 

Verder zijn in deze notitie ook de ruimtelijke ordeningsaspecten meegenomen, omdat een aantal terrassen/winkeluitstallingen niet is toegestaan op grond van de vigerende bestemmingsplannen. Daarnaast is dit beleidsstuk ook getoetst aan de Detailhandelsvisie gemeente Staphorst en de Drank- en Horecawet.

 

* Deze notitie gaat niet in op regelgeving met betrekking tot elementen aan de gevel (zoals gevelreclame, reclameborden e.d.) dan wel vrijstaande reclameborden. Beleidsregels die hierop betrekking hebben, horen thuis in de Ruimtelijke atlas en Welstandsnota november 2013 en de Beleidsnota reclameborden d.d. 31 mei 2005 van de gemeente Staphorst.

2. Relevante regelgeving

 

In onderstaande wordt ingegaan op de huidige regelgeving in relatie tot uitstallingen en terrassen in de openbare ruimte van de Gemeente Staphorst.

 

Detailhandelsvisie gemeente Staphorst

In de detailhandelsvisie (februari 2012) is beschreven dat in een dorpscentrum dag- en winkel ondersteunende horecavoorzieningen een bijdrage leveren aan de levendigheid. Ook in een centrum waar doelgerichte aankopen dominant zijn, kan daghoreca (al dan niet met een kleinschalig terras) de verzorgingspositie versterken.

 

Openbare ruimte, sfeer en gezelligheid zijn belangrijke aspecten in het binden van de consument. Uit de detailhandelsvisie gemeente Staphorst blijkt dat zowel bezoekers als ondernemers aangeven dat men hier verbeterpunten ziet. Het huidige centrum is vooral functioneel van opzet en mag meer ‘kleur’ krijgen. Door een aangenaam verblijfsklimaat te bieden, wordt de tijd die de bezoeker in een centrum doorbrengt verlengd. Groenvoorzieningen, straatmeubilair, straatwerk, verlichting, bewegwijzering en seizoensgebonden sfeerelementen vergroten de aantrekkingskracht en de identiteit. Terrassen en winkeluitstallingen dragen ook bij aan een aangenaam verblijfsklimaat.

 

Drank- en Horecawet

Een horecabedrijf met een drank- en horecavergunning mag alleen alcohol verstrekken voor gebruik ter plaatse. Op de vergunning moeten alle ruimtes beschreven worden waar alcohol wordt verstrekt. Wanneer op een terras alcohol wordt geschonken, moet het terras dus ook op de vergunning vermeld staan.

Horecabedrijven die geen drank- en horecavergunning hebben, mogen geen alcohol verstrekken voor gebruik ter plaatse. Op een terras van een bedrijf zonder drank- en horecavergunning mag dus geen alcohol worden genuttigd.

 

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Staphorst

Bruikbaarheid en aanzien van de weg

Op grond van artikel 2꞉10 APV is het verboden om voorwerpen op of aan de weg te plaatsen in strijd met de publieke functie ervan. Het college kan hiervan ontheffing verlenen. Verder kan het college nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en/of winkeluitstallingen. Deze notitie voorziet in nadere regels (zie hierna in hoofdstuk 3).

 

Exploitatievergunning

De gemeenteraad heeft de sluitingstijden voor horecabedrijven vastgesteld in de APV. Horecabedrijven die langer geopend willen zijn in de nacht van zaterdag op zondag, kunnen hiervoor in de exploitatievergunning ruimere openingstijden aanvragen. Om overlast voor omwonenden te voorkomen, stelt het college de sluitingstijd voor het terras op maximaal 00:00 uur.

Horecabedrijven waar men hoofdzakelijk maaltijden en dranken kan afhalen, worden beschouwd als winkels op grond van de Winkeltijdenwet. De openingstijden voor winkels gelden dan voor deze bedrijven en ook voor de (eventuele) terrassen.

 

Artikel 2:10. Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan

  • 1.

    Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:

    • a.

      het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

    • b.

      het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

  • 2.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden.

  • 3.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; en

    • c.

      overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of het provinciaal wegenreglement.

  • 7.

    Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 2:27. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      openbare inrichting:

      • -

        een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;

      • -

        elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid;

    • b.

      terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

Artikel 2:28. Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning indien de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in

    • a.

      een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      een zorginstelling;

    • c.

      een museum; of

    • d.

      een bedrijfskantine of –restaurant.

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid aan openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, indien

    • a.

      zich in de zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze bepaling geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting, dan wel

    • b.

      de inrichting zich nieuw in de gemeente vestigt en er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid onder a.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid en op de vrijstelling bedoeld in het vijfde lid.

 

Bestemmingsplannen

Zoals uit voorgaande blijkt, is het op grond van artikel 2:10 van de APV verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. Daarnaast moet worden bekeken of op basis van het bestemmingsplan een terras of winkeluitstalling is toegestaan. Verder zal beoordeeld moeten worden of de bestemming van een pand waar een terras/winkeluitstalling bij hoort, het gebruik (bv. horeca, winkel) toestaat.

 

Voor de gemeente Staphorst is een bestemmingsplaninventarisatie* gemaakt van winkel- en horecalocaties in Rouveen dorp (Scholenland), de Streek (Oude Rijksweg en Gemeenteweg), centrum Staphorst dorp en IJhorst (Heerenweg/Burgemeester van Wijngaardenstraat). In deze gebieden zijn namelijk de meeste winkel- en horecalocaties gelegen. Uit deze ‘quickscan’ wordt ingeschat dat de winkel- en horecalocaties in Rouveen dorp en De Streek voldoende ruim zijn bestemd om terrassen en winkeluitstallingen binnen de bestemmingsgrens van de hoofdbestemming (pand waar winkel of horeca wordt uitgeoefend) te realiseren.

 

Voor de Streek wordt opgemerkt dat een enkele locatie hoogstwaarschijnlijk niet ruim genoeg is bestemd zodat een terras/winkeluitstalling niet binnen de hoofdbestemming kan worden gesitueerd. Dit geldt ook voor winkel- en horecalocaties in de centra van Staphorst en IJhorst. De bestemmingsgrens dan wel bouwgrens is hier vaak strak om het winkel-/horecapand (hoofdbestemming) gesitueerd. Vaak is dit ook de kadastrale eigendomsgrens. Hierdoor heeft aangrenzend openbaar gebied vaak een ‘verkeers- of verblijfsbestemming’. Binnen deze bestemmingen zijn winkeluitstallingen en terrassen niet toegestaan.

 

* Voorgaande bestemmingsplaninventarisatie is een quickscan. Er kunnen daarom geen rechten aan worden ontleend. Per aanvraag/situatie dient een nadere beoordeling te worden gedaan.

 

Buitenplanse (kleine) afwijking

Indien een terras/winkeluitstalling niet is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, kan het college van burgemeester en wethouders hiervan afwijken. Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het mogelijk middels een buitenplanse afwijking (ex artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° Wabo in combinatie met het Besluit omgevingsrecht (Bor), bijlage II, artikel 4) medewerking te verlenen. Op basis van het Bor, bijlage II, artikel 4, onder 11, kan er medewerking worden verleend aan een ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. Op grond hiervan kan medewerking worden verleend aan een terras/winkeluitstalling waardoor het strijdige gebruik op grond van het bestemmingsplan wordt opgeheven.

 

Actualisatie bestemmingsplannen

Op basis van voorgaande blijkt dat de afwijking van het bestemmingsplan geldig is voor een periode van tien jaar. De gemeente heeft de intentie om terrassen/winkeluitstallingen op grond van het bestemmingsplan mogelijk te maken. Hiervoor dient het bestemmingsplan gewijzigd te worden. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geldt een zogenaamde actualisatieverplichting op basis waarvan een bestemmingplan binnen 10 jaar geactualiseerd dient te worden. De terrassen/winkeluitstallingen, die in strijd zijn met het bestemmingsplan, kunnen dan worden meegenomen zodat ze op grond van de planregels worden toegestaan. De publieke gebruiksfunctie wordt daarmee gewijzigd waardoor terrassen en winkeluitstallingen zijn toegestaan. Er hoeft dan geen afwijking meer te worden aangevraagd/verleend, omdat er geen sprake meer is van strijdig gebruik

3. Beleid

 

Begrippen

In deze notitie wordt het beleid weergegeven ten aanzien van:

  • -

    Uitstallingen: tentoongestelde winkelgoederen die horen bij het gangbare winkelassortiment van de winkel waarbij ze, in de openbare ruimte, worden geplaatst;

  • -

    Terrassen: een plaats op of aan de weg in de openbare ruimte, waarop tafels en/of stoelen zijn geplaatst en waar tegen betaling dranken en/of etenswaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse.

  • -

    Openbare ruimte: het geheel van alle voor publiek vrij toegankelijke ruimten. Voorliggende notitie richt zich op de openbare ruimtes in de open lucht.

Voorschriften omgevingsvergunning

Het college kan aan een omgevingsvergunning voor het gebruik van openbare gronden met terrassen en uitstallingen voorschriften verbinden. Het college verbindt aan een omgevingsvergunning de hieronder genoemde voorschriften.

 

Het college verleent alleen een omgevingsvergunning voor het gebruik van openbare gronden wanneer de bestemming van het pand waar een terras/ winkeluitstalling bij hoort het gebruik (bv. horeca, winkel) toestaat.

 

  • 1.

    Winkeluitstallingen mogen gedurende het gehele jaar tijdens de openingstijden van de winkel in de openbare ruimte worden geplaatst.

  • 2.

    Terrassen mogen worden ingericht c.q. geëxploiteerd in de periode 1 maart tot en met 31 oktober

  • 3.

    Over de sluitingstijd van een terras wordt per situatie beslist, maar is uiterlijk 24.00 uur.

  • 4.

    Het is verboden een of meerdere verkooppunten of taps aanwezig te hebben op een terras in de openbare ruimte.

  • 5.

    Er kan besloten worden om in een bepaald gebied tijdelijk terrassen/ winkeluitstallingen te verbieden in verband met bijvoorbeeld werkzaamheden of een evenement.

  • 6.

    Terrassen/ winkeluitstallingen worden direct aansluitend aan de voor- en/of zijgevel van een winkel/horecapand geplaatst, één en ander zoals aangegeven op de bij de vergunning behorende situatietekening.

  • 7.

    Een terras/ winkeluitstalling is niet breder dan de gevelbreedte van het pand ten behoeve waarvan het terras of de winkeluitstalling wordt geplaatst.

  • 8.

    De vergunninghouder is verantwoordelijk voor het schoon houden van zijn terras/ winkeluitstalling.

  • 9.

    Om de openbare ruimte voor iedereen toegankelijk te houden moet de minimale doorgang 1.50 m zijn.

  • 10.

    De verkeersveiligheid rondom een terras/ winkeluitstalling wordt per situatie beoordeeld. Wanneer de verkeersveiligheid niet kan worden gewaarborgd, wordt geen omgevingsvergunning verleend.

  • 11.

    Voor bereikbaarheid voor hulpdiensten moet minimaal een rijbaanbreedte van 4.50 m aangehouden worden.

  • 12.

    De winkeluitstallingen, het terrasmeubilair en de overige (semi)permanente voorzieningen, zoals bijvoorbeeld parasols op een terras, dienen zodanig te worden opgesteld dat de uitgang(en) en eventuele nooduitgangen vrij blijven. Er mogen geen obstakels voor de vluchtwegen of voor brandkranen, afsluiters etc. worden geplaatst.

  • 13.

    Er mag geen muziek ten gehore worden gebracht vanaf het terras, of vanuit de horeca-inrichting/winkel hoorbaar zijn.

Onder bijzondere omstandigheden kan afgeweken worden van voornoemde voorwaarden.

4. Procedure

 

Wanneer een winkelier of horecaondernemer een winkeluitstalling of een terras wil realiseren, dan moet hij daarvoor een ontheffing op grond van de APV aanvragen en in bepaalde gevallen ook een omgevingsvergunning. Per aanvraag is nader toegelicht wat de indieningsvereisten zijn.

 

  • Ontheffing APV

    Bij een aanvraag APV moet de volgende informatie worden verstrekt꞉

    • o

      Naam en adres van het bedrijf

    • o

      De maten van het terras of de uitstalling

    • o

      Een plattegrond- situatietekening

  • Beoordeling in kader van de APV:

    1. Beoordeling o.b.v. APV

    Balie Fysieke Leefomgeving

    2. Beoordeling afmetingen/veiligheid etc.

    Openbare werken/Brandweer

    3. Feitelijke verlening vergunning

    Balie Fysieke Leefomgeving

    4. Publiceren APV vergunning

    Balie Fysieke Leefomgeving

    5. Leges

    Balie Fysieke Leefomgeving

  • Exploitatievergunning

    Vanwege het feit dat het instrument exploitatievergunning beperkt wordt ingezet, is afgezien van het vermelden van de informatievereisten en het beoordelingskader.

  • Omgevingsvergunning

    Indien op grond van het bestemmingsplan een terras/ winkeluitstalling niet is toegestaan, moet de horecaondernemer/ winkelier een omgevingsvergunning aanvragen:

    • o

      Ingevuld aanvraagformulier omgevingsvergunning voor de activiteit ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’. Digitaal indienen is mogelijk via www.omgevingsloket.nl.

    • o

      Plattegrond/situering van terras/winkeluitstalling (schaal 1:100/200).

    • o

      Toelichting gebruik pand waarbij terras/ winkeluitstalling aan toebehoort.

    • o

      Informatie publieksbalie Fysieke Leefomgeving

  • Beoordeling in kader van de Wabo:

    1. Beoordeling bestemmingsplan/afwijking

    Ruimtelijke Ordening

    2. Verlenen omgevingsvergunning

    Balie Fysieke Leefomgeving

    3. Publiceren omgevingsvergunning

    Balie Fysieke Leefomgeving

    4. Leges

    Balie Fysieke Leefomgeving

De aanvraag (omgevingsvergunning en/of ontheffing APV) wordt in behandeling genomen door de balie Fysieke Leefomgeving. Deze zet de aanvraag binnen de organisatie uit.