Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meerssen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent betrekken ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid (Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2004)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeerssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent betrekken ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid (Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2004)
CiteertitelInspraakverordening Gemeente Meerssen 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 150 

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-08-2004nieuwe regeling

08-07-2004

De Geulbode

2004/2668

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent betrekken ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid (Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2004)

De Raad der gemeente Meerssen:

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Meerssen d.d. 1 juni 2004 strekkende tot aanpassing van de inspraakverordening aan de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

Gezien het advies van de commissie Algemene Zaken;

Besluit vast te stellen de:

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2004).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a)

    inspraak:

  • het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b)

    samenspraak:

  • een vorm van informeel voor-overleg tussen gemeente, belanghebbenden en belangstellenden om kennis en betrokkenheid te mobiliseren ter verdere beleidsvorming;

  • c)

    inspraakprocedure:

  • de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • d)

    beleidsvoornemen:

  • het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak, dan wel samenspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid en/of de mogelijkheid tot samenspraak wordt gegeven.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgestoten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving, waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is, dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden / Participanten samenspraak

  • 1.

    Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

  • 2.

    De mogelijkheid tot samenspraak wordt geboden aan ingezetenen, belanghebbenden en belangstellenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3.

    Ingeval van samenspraak stelt het betreffende bestuursorgaan per beleidsvoornemen duidelijke kaders en regels vast.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Algemene Inspraakverordening der gemeente Meerssen 1993 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Gemeente Meerssen 2004.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Meerssen, gehouden op 8 juli 2004.

DE RAAD VOORNOEMD,

De voorzitter, De griffier,

BIJLAGE 1

Toelichting op de procedure:

De huidige procedure van afdeling 3.4 is als hoofdregel toegankelijk voor belanghebbenden maar in de wettelijke regeling of het besluit waarin de procedure van toepassing is verklaard, kan de kring van inspraakgerechtigden worden uitgebreid.

Voor afdeling 3.5 geldt precies het omgekeerde: inpraakgerechtigd is in principe een ieder tenzij in de wettelijke regeling of het besluit waarin de afdeling van toepassing wordt, de kring wordt beperkt tot belanghebbenden.

De nieuwe procedure van afdeling 3.4, die van toepassing is op zowel besluiten op aanvraag als ambtshalve te nemen besluiten, gaat uit van belanghebbenden die toegang hebben tot de voorbereidingsprocedure. Met het begrip ‘belanghebbende’ is aansluiting gezocht bij de systematiek van de Awb. Wederom blijft de mogelijkheid bestaan de kring van inspraakgerechtigden te verruimen in de wettelijke regeling, of het besluit waarin de voorbereidingsprocedure van toepassing wordt verklaard (artikel 3:15, lid 2 Awb nieuw).

Na toepassing van de huidige afdeling 3.5 van de Awb, staat rechtstreeks beroep open bij de bestuursrechter. Dit zal ook gaan gelden bij de nieuwe voorbereidingsprocedure. Daartoe bepaalt artikel I, onderdeel F van de Wet: “artikel 7:1, eerste lid, (degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep op een administratieve rechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen tegen dat besluit bezwaar te maken, tenzij het besluit) onderdeel d komt te luiden: is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4”. Achterliggende gedachte hierbij is de opvatting dat bij het volgen van de openbare voorbereidingsprocedure belanghebbenden ruimschoots in de gelegenheid worden gesteld zienswijzen naar voren te brengen. Een bezwaarschriftenprocedure zal weinig kunnen toevoegen aan hetgeen reeds bekend is.

Wat de terinzagelegging betreft, bepaalt de Wet dat het ontwerp-besluit met de daarop betrekking hebbende stukken - in principe voor een ieder - ter inzage ligt voor de duur van zes weken, zijnde de termijn voor het indienen van zienswijzen. In de nieuwe procedure is het ontwerp-besluit telkens voorwerp van de voorbereidingsprocedure, dit in tegenstelling tot de huidige procedure, die de mogelijkheid biedt de aanvraag van een besluit ter inzage te leggen.

Ook bij de aan de terinzagelegging voorafgaande openbare bekendmaking van het feit dat een besluit met toepassing van de openbare voorbereidingsprocedure tot stand zal komen, kan worden volstaan met vermelding van de zakelijke inhoud van het ontwerp-besluit. De aanvraag behoort wel bij de stukken die ter inzage worden gelegd. Indien het besluit tot een of meer belanghebbenden is gericht, dan zorgt het bestuursorgaan ervoor dat zij, voorafgaand aan de terinzagelegging, een ontwerp van het besluit ontvangen. Belanghebbend is diegene, die als geadresseerde van het besluit kan worden beschouwd; derde-belanghebbenden vallen hier niet onder.  

Belanghebbenden kunnen vervolgens, mondeling of schriftelijk, zienswijzen naar voren brengen gericht op het ontwerp-besluit. De huidige afdelingen 3.4 en 3.5 spreken over “zienswijzen” respectievelijk “bedenkingen”. Aangezien beide termen nauwelijks enig zinvol onderscheid kennen en het gebruiken van één uniforme term geen onnodige verwarring veroorzaakt, is gekozen voor hantering van de meest neutrale term in de nieuwe procedure.

Bij een besluit op aanvraag heeft de aanvrager het recht te kunnen reageren op de naar voren gebrachte zienswijzen. Dit betekent dat het bestuursorgaan de aanvrager op de hoogte dient te stellen van de ingebrachte zienswijzen. Wanneer sprake is van een wijzigings- of intrekkings-besluit geldt het vorenstaande eveneens voor degene tot wie het te wijzigen of in te trekken besluit is gericht. Dit is de geadresseerde van het te wijzigen of in te trekken besluit op het moment van vaststelling van de intrekking of wijziging (bijvoorbeeld de vergunninghouder).

Zoals gezegd bedraagt de termijn voor het indienen van zienswijzen 6 weken en vangt deze aan op de dag van terinzagelegging. De huidige procedure van afdeling 3.4 kent geen maximumtermijn en afdeling 3.5 kent diverse termijnen, onder meer afhankelijk van de complexiteit van de onderwerpen.

Uit oogpunt van uniformiteit, duidelijkheid en rechtszekerheid is in de nieuwe procedure gekozen voor een vaste termijn. De termijn sluit wederom aan bij de Awb en de daarin genoemde termijn voor het maken van bezwaar. Dit betekent dat burgers kunnen uitgaan van een periode van 6 weken, ongeacht of sprake is van de bezwaarschriftprocedure, of de daarvoor in de plaats tredende uitgebreide voorbereidingsprocedure. In tegenstelling tot de bezwaarschriftprocedure geldt echter dat de termijn voor het indienen van zienswijzen een fatale termijn is: artikel 6:11 Awb inzake verschoonbare termijnoverschrijding is niet van toepassing!

Ook de beslistermijn staat in beginsel vast en bedraagt 6 maanden voor besluiten op aanvraag. Verlenging is mogelijk indien het complexe onderwerpen betreft. Tot de verlenging moet zijn besloten alvorens een ontwerp ter inzage te leggen. De aanvrager dient in de gelegenheid te worden gesteld te reageren op het verlengingsbesluit. Van het verlengingsbesluit dient melding te worden gemaakt in de kennisgeving. Voor enkele categorieën van op aanvraag te nemen intrekkings- en wijzigingsbesluiten geldt een kortere termijn. Overschrijding van de termijn betekent dat rechtstreeks beroep kan worden ingesteld bij de administratieve rechter.

Het nieuwe artikel 3:44 van de Awb regelt dat en hoe van een besluit mededeling moet worden gedaan aan degenen die bij de voorbereiding ervan, hun zienswijzen naar voren hebben gebracht; er dient een openbare kennisgeving plaats te vinden van het besluit waarin is vermeld dat het besluit met de daarop betrekking hebbende stukken gedurende de beroepstermijn ter inzage ligt. De beroepstermijn gaat in op de dag nadat het besluit ter inzage is gelegd (het tijdstip van terinzagelegging dient te worden vermeld in de openbare kennisgeving).

BIJLAGE 2

Aan : alle medewerkers

Van : bureau Communicatie

Datum : 12 juli 2004

Betreft : nieuwe Inspraakverordening (2004)

 

Op donderdag 8 juli 2004 heeft de gemeenteraad de nieuwe Inspraakverordening 2004 vastgesteld. De officiële bekendmaking verschijnt deze week in de Geulbode. De inspraakverordening zal vervolgens op 1 september 2004 in werking kunnen treden.

Binnenkort: één uniforme openbare voorbereidingsprocedure

In de nieuwe Inspraakverordening 2004 is rekening gehouden met de nieuwe Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb, die naar verwachting in september 2004 van kracht wordt. Hierdoor worden alle (in Awb en bijzondere wetgeving opgenomen) openbare voorbereidingsprocedures vervangen door één uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Ter informatie: deze houdt het midden tussen de globale procedure van de huidige afdeling 3.4 en de meer gedetailleerde procedure van afdeling 3.5 Abw.

Gevolgen

Eén van de gevolgen is o.a. dat de thans verplichte bezwaarprocedure komt te vervallen voor besluiten die ingevolge de nieuwe voorbereidingsprocedure tot stand zijn gekomen, en dus rechtstreeks beroep mogelijk is.

Het is van belang dat iedereen die met deze materie te maken heeft, zich goed inleest

Een beschrijving van de nieuwe procedure en de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie treft u aan in de map Algemene Informatie Medewerkers op de organisatieschrijf. Jannine Bruls (juridische zaken) zal binnen afzienbare tijd een uitgebreid voorlichtingstraject opstarten.

Met vragen over de nieuwe Inspraakverordening kunt u zich wenden tot:

  • -

    Jannine Bruls (juridische aspecten), tel. 043-3661718. Email: janine.bruls@meerssen.nl

  • -

    Myriam Cuypers-Ploem (inspraakcoördinator), tel. 043-3661608. Email: myriam.cuypers@meerssen.nl

De nieuwe Inspraakverordening 2004 (plus toelichting) kunt u raadplegen in de map Algemene Informatie Medewerkers op de Organisatieschijf.

Samenspraak

In de nieuwe Inspraakverordening 2004 wordt ook aandacht besteed aan interactieve beleidsvorming of Samenspraak. Hierover leest u meer in de nieuwe Beleidsnota Communicatie 2004. Ook deze treft u aan in de map Algemene Informatie Medewerkers op de Organisatieschijf. In het najaar verschijnen een handleiding voor bestuur en medewerkers en een inwonersbrochure over samenspraak.

Met vragen over Samenspraak kunt u zich wenden tot Myriam Cuypers-Ploem van Bureau Communicatie.