Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Beleidsregel damocles gemeente Almelo 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel damocles gemeente Almelo 2023
CiteertitelBeleidsregel damocles gemeente Almelo 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-08-2023Nieuw besluit

01-08-2023

gmb-2023-346151

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel damocles gemeente Almelo 2023

 

Intitulé

 

De burgemeester van Almelo (hierna: ‘de burgemeester’),

 

Gelet op: artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘Awb’) en artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet (ook wel genoemd Wet Damocles),

 

Overwegende dat:

- de burgemeester op grond van artikel 13b, eerste lid, onder a, van de Opiumwet de bevoegdheid heeft tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen, dan wel op een daarbij behorend erf, een middel als bedoeld in lijst I of lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig is;

- de burgemeester op grond van artikel 13b, eerste lid, onder b, van de Opiumwet de bevoegdheid heeft tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen, dan wel op een daarbij behorend erf, een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3° of artikel 11 van de Opiumwet voorhanden is;

- het voorkomen en bestrijden van de ondermijnende en ontwrichtende effecten van het vervaardigen van drugs en drugshandel op de samenleving van groot belang is en daarom hoge prioriteit geniet;

- de belangen van de openbare orde, de openbare veiligheid, het beschermen en herstellen van het woon-, werk- en leefklimaat en de volksgezondheid er in beginsel toe nopen dat gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid ingevolge artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet;

- de burgemeester in beginsel overeenkomstig deze beleidsregel handelt, tenzij bijzondere omstandigheden blijken op grond waarvan de burgemeester in dat geval anders kan beslissen;

- middels deze beleidsregel voor eenieder kenbaar wordt gemaakt welke bestuursrechtelijke maatregel kan worden opgelegd nadat een overtreding van de Opiumwet is geconstateerd;

- met betrekking tot de handhaving van overtredingen van de Opiumwet in coffeeshops de ‘Beleidsregel coffeeshops gemeente Almelo 2022’ is vastgesteld;

- deze beleidsregel is vastgesteld in overeenstemming met de in het lokale driehoeksoverleg overeengekomen afspraken ten aanzien van de aanpak van drugshandel in woningen en lokalen en daarbij behorende erven,

 

Besluit de ‘Beleidsregel damocles gemeente Almelo 2023’ vast te stellen.

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. cumulatie: een gelijktijdige combinatie van twee of meerdere overtredingen van de Opiumwet in dezelfde woning of het daarbij behorende erf, dan wel in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf, bijvoorbeeld een combinatie van handel in softdrugs (daaronder begrepen: een hennepkwekerij of lachgas), en/of handel in harddrugs, en/of (een) voorwerp(en) en/of (een) stof(fen) als bedoeld artikel 10a, eerste lid, onder 3°, en/of 11a van de Opiumwet;

b. erf: een erf behorende bij een woning of lokaal, als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet;

c. handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn, als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet;

d. handelshoeveelheid drugs: een hoeveelheid drugs die groter is dan de hoeveelheid drugs voor eigen gebruik (gebruikershoeveelheid), als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet;

1. handelshoeveelheid harddrugs: meer dan 0,5 gram harddrugs (bijvoorbeeld één bolletje, één ampul, één wikkel, één pil of één tablet) of meer dan 5 milliliter GHB;

2. handelshoeveelheid softdrugs: meer dan 5 gram softdrugs of 5 hennepplanten.

e. harddrugs: een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet;

f. hennepkwekerij: een kwekerij van (moeder)hennepplanten en/of hennepstekken in een woning of lokaal, of op een daarbij behorend erf, waarin een hoeveelheid hennepplanten wordt gekweekt en/of al zijn geoogst;

g. lokaal: een pand, al dan niet toegankelijk voor het publiek, zoals een winkel, café, coffeeshop, loods, garagebox of bedrijfsruimte, als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet;

h. recidive: als na een eerste overtreding in dezelfde woning of op het daarbij behorende erf of in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf een tweede overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. Van recidive is tevens sprake indien dezelfde eigenaar, verhuurder, huurder, bewoner of gebruiker van een woning of lokaal reeds eerder in een andere woning of lokaal de Opiumwet heeft overtreden;

i. sluiting: een sluiting van een woning, lokaal en/of erf door het toepassen van bestuursdwang ingevolge artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet;

j. softdrugs: een middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet;

k. voorbereidingshandelingen: het voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3° of artikel 11a van de Opiumwet;

l. woning: een pand dat in hoofdzaak dient tot woning, dan wel dienstbaar is aan het wonen. Zowel koop- als huurwoningen vallen onder deze definitie.

 

Artikel 2. Uitgangspunten

1. De handel in drugs, dan wel voorbereidingshandelingen daartoe zijn verboden op grond van de Opiumwet.

2. Als uitgangspunt heeft te gelden dat, in het geval in een woning of lokaal, of op een daarbij behorend erf, een overtreding van de Opiumwet plaatsvindt, de burgemeester gebruik maakt van zijn bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen door de woning of het lokaal voor bepaalde tijd te sluiten.

3. In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen overtredingen van de Opiumwet die plaatsvinden in een woning en overtredingen van de Opiumwet die plaatsvinden in lokalen (waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen voor publiek toegankelijke lokalen en niet voor publiek toegankelijke lokalen).

4. Bij sluiting van een woning of lokaal wordt de woning of het lokaal voor eenieder ontoegankelijk gemaakt door middel van vervanging van de sloten en verzegeling van alle ramen en deuren.

5. Bij sluiting van een woning of lokaal wordt de sluiting, conform artikel 3:16 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken en het Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken ingeschreven in de openbare registers.

6. In het geval van recidive kan de duur of hoogte van de bestuurlijke maatregel worden vermeerderd.

 

Artikel 3. Handhavingstabel

  • 1.

    De burgemeester handhaaft op de volgende wijze bij overtredingen van de Opiumwet, bestaande uit handel in softdrugs als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, onder a, van de Opiumwet.

 

1e overtreding

2e overtreding

(binnen vijf jaar na de eerste overtreding)

3e overtreding

(binnen vijf jaar na de tweede overtreding)

in een woning of op een daarbij behorend erf;

 

in een lokaal of op een daarbij behorend erf

Sluiting voor de duur van 6 maanden

 

Sluiting voor de duur van 12 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

 

Sluiting voor de duur van 24 maanden

Sluiting voor de duur van 24 maanden

 

Sluiting voor de duur van 36 maanden

 

  • 2.

    De burgemeester handhaaft op de volgende wijze bij overtredingen van de Opiumwet, bestaande uit handel in harddrugs als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, onder a, van de Opiumwet.

 

 

1e overtreding

2e overtreding

(binnen vijf jaar na de eerste overtreding)

3e overtreding

(binnen vijf jaar na de tweede overtreding)

in een woning of op een daarbij behorend erf;

 

in een lokaal of op een daarbij behorend erf

Sluiting voor de duur van 6 maanden

 

Sluiting voor de duur van 12 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

 

Sluiting voor de duur van 24 maanden

Sluiting voor de duur van 24 maanden

 

Sluiting voor de duur van 36 maanden

 

  • 3.

    De burgemeester handhaaft op de volgende wijze bij overtredingen van de Opiumwet, bestaande uit een hennepkwekerij als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, onder a, van de Opiumwet.

 

 

1e overtreding

2e overtreding

(binnen vijf jaar na de eerste overtreding)

3e overtreding

(binnen vijf jaar na de tweede overtreding)

in een woning of op een daarbij behorend erf, bestaande uit:

 

6 tot 20 hennepplanten

 

20 tot 50 hennepplanten

 

50 tot 100 hennepplanten

 

100 of meer hennepplanten

 

 

in een lokaal of op een daarbij behorend erf, bestaande uit:

 

6 tot 20 hennepplanten

 

20 tot 50 hennepplanten

 

50 tot 100 hennepplanten

 

100 of meer hennepplanten

 

 

 

 

Bestuurlijke waarschuwing

Last onder dwangsom

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

 

 

 

 

 

 

Bestuurlijke waarschuwing

Last onder dwangsom

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

 

 

 

 

Last onder dwangsom

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

 

 

 

 

 

 

Last onder dwangsom

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

Sluiting voor de duur van 24 maanden

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

 

Sluiting voor de duur van 12 maanden

Sluiting voor de duur van 24 maanden

 

 

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting van de duur van 6 maanden

Sluiting voor de duur van 24 maanden

Sluiting voor de duur van 36 maanden

 

 

  • 4.

    De burgemeester handhaaft op de volgende wijze bij overtredingen van de Opiumwet, bestaande uit voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, onder b, van de Opiumwet.

 

 

1e overtreding

2e overtreding

(binnen vijf jaar na de eerste overtreding)

3e overtreding

(binnen vijf jaar na de tweede overtreding)

Indien een woning of op een daarbij behorend erf:

 

een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3° of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is.

 

Indien een lokaal of op een daarbij behorend erf

 

een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is.

 

 

 

Last onder dwangsom

 

 

 

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 3 maanden

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 3 maanden

 

 

 

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 6 maanden

 

 

 

 

Sluiting voor de duur 6 maanden

 

 

 

 

 

 

 

Sluiting voor de duur van 12 maanden

 

 

 

  • 5.

    Bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom in de hiervoor genoemde gevallen wordt de omrekentabel uit de standaardberekening en normen (update 1 juni 2016) in geval van “Wederrechtelijk voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht” van het Bureau Ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie betrokken.

 

 

Artikel 4. Afwijkingsbevoegdheid

1. Op grond van de inherente afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb kan de burgemeester van deze beleidsregel afwijken. Hiertoe kan bijvoorbeeld aanleiding bestaan, indien toepassing van het beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens aangetoonde bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen. Hierbij worden alle omstandigheden van het geval betrokken in de beoordeling en wordt bezien of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb.

2. In het geval de duur of de hoogte van de bestuurlijke maatregel naar het oordeel van de burgemeester niet evenredig wordt geacht (daaronder begrepen: geschikt, noodzakelijk of evenwichtig), kan de burgemeester de duur of hoogte van de bestuurlijke maatregel verminderen of volstaan met een minder ingrijpende bestuurlijke maatregel.

 

Artikel 5. Cumulatie

Bij cumulatie, als bedoeld in artikel 1 onder a van deze beleidsregel, is de zwaarst vastgelegde bestuurlijke maatregel van toepassing of kan de burgemeester besluiten om de duur of hoogte van de bestuurlijke maatregel te vermeerderen.

 

Artikel 6. Samenloop

In het geval bij een overtreding, als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel, sprake is van samenloop met één van de volgende feiten en omstandigheden in diezelfde woning of het daarbij behorende erf of in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf, kan er sprake zijn van verzwarende omstandigheden op grond waarvan de burgemeester de duur of hoogte van de bestuurlijke maatregel kan vermeerderen:

a. Verboden wapenbezit of de aanwezigheid van verboden wapens als bedoeld in de Wet wapens en munitie;

b. Overtreding van de Wet op de kansspelen;

c. Het exploiteren van een speelgelegenheid zonder vergunning;

d. Het exploiteren van een seksbedrijf zonder vergunning;

e. Het opslaan, het bewaren of het voorhanden hebben van, dan wel de handel in consumentenvuurwerk en/of professioneel vuurwerk, als bedoeld in het Vuurwerkbesluit.

 

Artikel 7. Spoedeisende situaties

Indien zich een spoedeisende situatie voordoet, kan de burgemeester ingevolge artikel 5:31 van Awb besluiten om bestuursdwang toe te passen zonder voorafgaande last. Deze maatregel is bedoeld om bij zeer ernstige gevallen direct de openbare orde en veiligheid te herstellen.

 

Artikel 8. Slotbepalingen

1. De beleidsregel ‘Beleidsregel Damocles gemeente Almelo 2022 (vastgesteld op 5 september 2022) wordt ingetrokken.

2. Besluiten tot sluiting die zijn opgelegd met toepassing van de ‘Beleidsregel Damocles gemeente Almelo 2022’ worden geacht te zijn opgelegd met toepassing van de thans vastgestelde ‘Beleidsregel damocles gemeente Almelo 2023‘.

 

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking een dag na bekendmaking.

 

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel damocles gemeente Almelo 2023’.

 

Artikel 11. Slotformulier

Deze beleidsregel wordt in het Gemeenteblad gepubliceerd.

 

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Almelo, 1 augustus 2023,

De burgemeester van Almelo,

A.J. Gerritsen

Toelichting

 

Juridisch kader

Op grond van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben en te vervaardigen.

 

Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

 

De burgemeester besluit met inachtneming van het beoordelings- en toetsingskader, zoals weergegeven in de overzichtsuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2912). Daarnaast slaat de burgemeester acht op de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022 (ECLI: NL:RVS:2022:285) aangaande het evenredigheidsbeginsel, alsmede andere relevante rechtspraak van de Afdeling. Bij de besluitvorming wordt e.e.a. nader gemotiveerd en concreet op de voorliggende zaak toegespitst, waarbij alle omstandigheden van het geval bij de beoordeling worden betrokken.

 

Hieronder volgt een nadere toelichting op een aantal aspecten.

 

Wat is hennep?

In artikel 3 van de Opiumwet is het verbod op softdrugs opgenomen. Hennep is opgenomen op lijst II van de Opiumwet en valt daarom onder softdrugs. Met betrekking tot het begrip ‘hennep’ is van belang dat in lijst II van de Opiumwet hennep wordt omschreven als: "elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden." Zowel (moeder)hennepplanten als hennepstekken zijn middelen als bedoeld in lijst II en vallen daarom onder de werking van artikel 3 en artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet (ECLI:NL:RVS:2018:1744). In de Opiumwet wordt geen onderscheid gemaakt tussen werkzame en niet-werkzame delen. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 2 november 2016 speelt de leeftijd van de hennepplanten alsmede de vraag of ze werkzame stoffen bevatten geen rol bij de vaststelling of het gaat om middelen die op lijst II vermeld staan (ECLI:NL:RVS:2016:2906).

 

Lachgas

Per 1 januari 2023 staat lachgas (distikstofmonoxide, CAS-nummer 10024-97-2) op lijst II van de Opiumwet en wordt daardoor gekwalificeerd als een softdrug. Door plaatsing van lachgas op lijst II van de Opiumwet is de burgemeester op grond van artikel 13b Ow bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang, onder meer indien in woningen of lokalen of op bijbehorende erven lachgas wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Een burgemeester kan dus bijvoorbeeld tot sluiting van een woning of pand overgaan wanneer in dat pand in lachgas wordt gehandeld en betrokkene niet in het bezit is van een ontheffing voor het verrichten van handelingen met lachgas op grond van de artikelen 6 en 8 Ow, of het lachgas niet bestemd is voor technische doeleinden of als voedingsadditief (Stb. 2022, 461) .

 

Wijziging huursituatie of eigendomsoverdracht

Een wijziging in de huursituatie of de eigendomsoverdracht van een pand wordt als niet relevant beschouwd indien dit wordt gerealiseerd nadat een overtreding van de Opiumwet geconstateerd is. De reden hiervoor is dat de verhuurder of eigenaar van een pand niet met het plaatsen van andere huurders of met de verkoop van het pand onder de bestuurlijke maatregel kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk de openbare orde in het pand te herstellen. Met de sluiting van een woning of lokaal of een last onder dwangsom is sprake van een maatregel die is gerelateerd aan het pand en niet aan de bewoner, huurder, gebruiker of eigenaar van het pand.

 

Opheffing sluiting

Op verzoek van belanghebbende(n) kan de sluiting, op basis van een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, worden ingetrokken. Opheffing van de sluiting geschiedt slechts in uitzonderingsgevallen. Indien voldoende zeker is dat de doelen die met de sluiting worden beoogd reeds zijn bereikt, bijvoorbeeld op grond van maatregelen die door de eigenaar van het pand zijn getroffen, kan met een verzoek tot opheffing worden ingestemd.