Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Beleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023
CiteertitelBeleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 2:25, eerste lid, artikel 2:28, eerste lid, artikel 2:81b en artikel 3:2, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-08-2023Nieuw besluit

01-08-2023

gmb-2023-346143

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023

 

Intitulé

 

De burgemeester van Almelo (hierna: ‘de burgemeester’),

 

Gelet op: artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen ‘Awb’), artikel 2:25, eerste lid, artikel 2:28, eerste lid, artikel 2:81b en artikel 3:2, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021 (hierna te noemen: ‘APV’)

 

Overwegende dat:

- de burgemeester bevoegd is tot het verlenen van een vergunning voor een evenement, openbare inrichting, een seksbedrijf en een bedrijf in een aangewezen gebied, straat of gebouw;

- exploitanten, leidinggevenden en beheerders van bovengenoemde inrichtingen of bedrijven een bijzondere verantwoordelijkheid dragen omdat het exploiteren van dergelijke inrichtingen of bedrijven, beter gezegd: het niet verantwoord exploiteren daarvan, kan leiden tot verstoring van de openbare orde, de openbare veiligheid en tot een nadelige beïnvloeding van het woon-, werk- en leefklimaat;

- de toets op het levensgedrag een noodzakelijke preventieve toets is om de risico’s op inbreuken op de openbare orde, de openbare veiligheid en het woon-, werk- en leefklimaat te beperken. Slecht levensgedrag is immers een grond om de vergunning te weigeren;

- de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 mei 2022 het beoordelingskader over slecht levensgedrag heeft aangescherpt (ECLI:NL:RVS:2022:1493);

- het wenselijk is dat de burgemeester invulling geeft aan het begrip ‘slecht levensgedrag’ zoals opgenomen in artikel 2:25g, eerste lid, onder a, artikel 2:28d, eerste lid, onder b, artikel 2:81d, onder e, artikel 2:81e, onder d, en artikel 3:8, eerste lid, onder c, van de APV;

- middels deze beleidsregel voor eenieder kenbaar wordt gemaakt wat onder ‘slecht levensgedrag’ valt;

- de burgemeester per concreet geval afweegt of hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid ingevolge artikel 2:25g, eerste lid, onder a, artikel 2:28d, eerste lid, onder b, artikel 2:81d, onder e, artikel 2:81e, onder d, en artikel 3:8, eerste lid, onder c, van de APV, waarbij hij rekening houdt met alle relevante feiten en omstandigheden;

- de burgemeester overeenkomstig deze beleidsregel handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (als bedoeld in artikel 4:84 Awb);

- rekening houdend met dat de gemeenteraad op 29 november 2022 over het onderwerp ‘slecht levensgedrag’ een amendement en motie heeft aangenomen,

 

Besluit de ‘Beleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023’ vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1. Criteria

De burgemeester stelt vast of een aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is, op basis van:

a. feiten en omstandigheden die erop wijzen dat de aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder in relatie staat tot strafbare feiten die zijn gepleegd bij activiteiten die overeenkomen of samenhangen met activiteiten waarvoor de vergunning wordt aangevraagd dan wel is gegeven;

b. Het tijdsverloop tussen strafbare feiten en de aanvraag;

c. Als er sprake is van meerdere strafbare feiten, het tijdsverloop tussen de strafbare feiten;

d. De ernst van de gepleegde strafbare feiten; en

e. Het aantal gepleegde strafbare feiten.

 

Artikel 2. Betrokkenheid bij strafbare feiten

1. De aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder staat in relatie tot strafbare feiten als bedoeld in artikel 1, onder a, indien:

a. hij deze strafbare feiten in de afgelopen vijf jaar zelf heeft begaan; of

b. hij direct of indirect leiding geeft dan wel heeft gegeven aan, zeggenschap heeft dan wel heeft gehad over een rechtspersoon die in de afgelopen vijf jaar deze strafbare feiten heeft begaan.

2. De periode van vijf jaar genoemd in het eerste lid, wordt als volgt berekend:

a. bij de weigering van een vergunning wordt teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning; en

b. bij de intrekking van een vergunning wordt teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.

3. Indien de aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder in de afgelopen vijf jaar in relatie staat tot strafbare feiten, dan betrekt de burgemeester in ieder geval ook de strafbare feiten in het verdere verleden bij zijn beoordeling.

 

Artikel 3. Strafbare feiten

1. Onder feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 1 die erop wijzen dat aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder in relatie staat tot één of meer strafbare feiten, wordt verstaan:

a. een veroordeling wegens een strafbaar feit;

b. een onherroepelijke strafbeschikking;

c. het vervallen van het recht tot strafvordering op grond van een transactie als bedoeld in artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht;

d. een onherroepelijke beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete;

e. een beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete waartegen beroep is ingesteld, waarop de bestuursrechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan;

f. een onherroepelijke beschikking tot het opleggen van een last onder bestuursdwang (daaronder valt mede een last onder dwangsom); en

g. een beschikking tot het opleggen van een last onder bestuursdwang (daaronder valt mede een last onder dwangsom) waartegen beroep is ingesteld, waarop de bestuursrechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan.

2. Een aanvrager, exploitant, leidinggevende of beheerder staat niet in relatie tot strafbare feiten, indien:

a. hij voor het strafbaar feit niet wordt vervolgd of de vervolging niet wordt voortgezet; of

b. hij voor het strafbare feit is vrijgesproken of ontslagen is van alle rechtsvervolging.

 

Artikel 4. Slotbepalingen

1. De beleidsregel ‘Beleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2022’ (vastgesteld op 8 maart 2022) wordt ingetrokken.

2. Besluiten die zijn opgelegd met toepassing van de ‘Beleidsregel concretisering van de term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2022’ worden geacht te zijn opgelegd met toepassing van de thans vastgestelde ‘Beleidsregel concretisering term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023‘.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking een dag na bekendmaking.

 

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel concretisering term ‘slecht levensgedrag’ gemeente Almelo 2023’.

 

Artikel 7. Slotformulier

Deze beleidsregel wordt in het Gemeenteblad gepubliceerd.

 

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Almelo, 1 augustus 2023,

De burgemeester van Almelo,

A.J. Gerritsen