Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota reserves en voorzieningen 2023-2026 |
Citeertitel | Nota reserves en voorzieningen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-08-2023 | nieuwe regeling | 22-06-2023 | 2023-040 |
In de afgelopen jaren zijn er op het gebied van gemeente financiën de nodige zaken veranderd. Zo ook op het gebied van de omgang met reserves en voorzieningen. Met deze nota wordt weer aangesloten bij de meest recent geldende wet- en regelgeving. In deze nota laten we zien hoe deze wetgeving luidt en hoe er vervolgens in de gemeente Nijkerk mee omgegaan wordt.
In artikel 11 lid 2 van de Financiële verordening uit 2019 staat dat eens in de vier jaar de nota opnieuw wordt vastgesteld. Dat betekent dat deze nieuwe nota geldend is voor de periode 2023 – 2026.
Er worden geen actuele standen van de reserves en voorzieningen opgenomen in deze nota, daarvoor wordt verwezen naar de laatst vastgestelde programmabegroting (2023-2026) en de komende begroting 2024-2027.
Onderstaande tekst is afkomstig uit de Notitie Meerjarig financieel inzicht voor de raad, terug te vinden op de website1 van de commissie BBV. De schuingedrukte teksten zijn toevoegingen ter verduidelijking.
Reserves en voorzieningen zijn twee balansposten die van grote invloed kunnen zijn op de financiële positie en daarmee de kengetallen. Ondanks het feit dat deze posten vaak in een adem worden genoemd is hun aard en oorsprong wezenlijk anders. Reserves worden in beginsel gevormd uit het resultaat van de exploitatie, het saldo van de baten en lasten. Reserves kunnen ook volgens een vast ritme worden gevoed of juist worden ingezet. Bij de begroting wordt dan geld aan een reserve toegevoegd of uit een reserve gehaald. Reserves zijn onderdeel van het eigen vermogen. Een toename van de reserves leidt tot een verhoging van de solvabiliteit. (De solvabiliteit of de solvabiliteits- ratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen.)
De reserves zijn belangrijk omdat de raad kan sturen met reserves. Niet alleen doordat ze onderdeel zijn van het eigen vermogen, maar ook omdat ze ingezet kunnen worden voor verschillende functies: dekking, financiering, buffer en egalisatie. Tegelijkertijd heeft die inzet van reserves ook een prijs namelijk een verlaging van de solvabiliteit en daarmee op lange termijn de financiële weerbaarheid van een gemeente2. De bestemming van de reserves is dan ook voor de gemeenteraad een belangrijk aandachtspunt.
Het instellen, toevoegen (doteren) en onttrekken aan reserves lijkt veelal een technisch proces, maar het raakt de kern van het budgetrecht van de raad. Daarom is het belangrijk dat de raad een goede toelichting krijgt alvorens te besluiten over de omvang van de reserves en welke doelstellingen of specifieke projecten aan deze reserves verbonden worden. Het verloop van de individuele reserves gedurende het jaar is een overzicht dat verplicht opgenomen moet worden in de toelichting op de begroting en balans. Hiermee geeft de raad invulling aan haar budgetrecht en kan ze controleren of de inzet van de reserves rechtmatig heeft plaatsgevonden. Daarnaast kan de raad de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente volgen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de algemene en bestemmingsreserves. Beiden vormen het eigen vermogen en uiteindelijk gaat de raad altijd over de inzet van beide soorten reserves.
De algemene reserve bestaat uit twee delen, een vrijbesteedbaar deel en een deel dat dient als buffer voor de opvang van eventuele kosten uit risico’s. De algemene reserve heeft een permanent karakter, de omvang hangt af van het benodigde weerstandsvermogen. De algemene reserve kan gebruikt worden om risico’s op te vangen en is in principe vrij te besteden. Deze reserve is bedoeld als een buffer voor het opvangen van exploitatietekorten en onvoorziene risico’s of voor het uitvoeren van beleid. Een grote algemene reserve verhoogt de flexibele inzet van middelen. De raad kan er dan voor kiezen om bestemmingsreserves die vrijvallen aan de algemene reserve toe te voegen in plaats van een nieuwe bestemmingsreserve te vormen.
Een bestemmingsreserve is een reserve waar de raad een specifiek doel uit een programma aan heeft verbonden. Bestemmingsreserves hebben een tijdelijk karakter. Zo worden bestemmingsreserves gevormd om binnen een bepaalde tijd een bepaald doel te realiseren (bijvoorbeeld: nieuwe bestemmingsreserve Duurzaamheid of Oekraïne), het eventueel afdekken van kosten uit financiële risico’s van projecten of programma’s (bijvoorbeeld: reserve grondexploitatie) of voor de egalisatie van ongewenste schommelingen in gemeentelijke tarieven(bijvoorbeeld: egalisatiereserve afvalstoffenheffing). Bestemmingsreserves zijn niet bedoeld om structurele lasten te dekken waarvoor de exploitatie onvoldoende middelen biedt. Want wanneer dat gebeurt, leeft de gemeente feitelijk boven haar stand: dat kan zij nooit lange tijd volhouden.
Het is aan de raad om de instelling, looptijd en voorwaarden rondom de besteding van een bestemmingsreserve te bepalen. Dit gebeurt via een afzonderlijk raadsbesluit of via een kaderstellende nota, waarin spelregels worden vastgelegd.
In de meerjarenraming wordt een overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves opgenomen (art.23 BBV) zodat het voor de gemeenteraad duidelijk is welke ontwikkelingen de komende jaren met betrekking tot de omvang van de reserves verwacht worden. Dit vormt dan ook voor de gemeenteraad een specifiek aandachtspunt als het gaat om haar kaderstellende rol.3
Toelichting bij reserves ter dekking afschrijvingen (bestemmingsreserve kapitaallasten)
In het Wijzigingsbesluit BBV van 5 maart 2016 is opgenomen dat op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut, die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn gedaan, het BBV van toepassing blijft zoals dat gold op de dag vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Dit betekent dat bij meerjarige investeringen het deel dat in/vanaf 2017 wordt gerealiseerd, geactiveerd moet worden, ongeacht of er al dekking is voor de kapitaallasten. Mochten er bijdragen van derden zijn, die in directe relatie met het actief staan, dan moeten deze bijdragen in mindering worden gebracht op het geactiveerde bedrag. Indien aan de bijdrage door de derde specifieke voorwaarden voor terugbetaling (meerjarig) zijn gesteld, mag de eventuele verrekening pas plaats vinden als – veelal naar (tijds)evenredigheid aan de voorwaarden is voldaan.
Mochten er eigen middelen zijn, dan kunnen deze middelen in een door de raad in te stellen bestemmingsreserve kapitaallasten worden gestort voor de dekking van de kapitaallasten die uit de activering en de wijze van afschrijven voortvloeien.
Een bestemmingsreserve kapitaallasten moet van voldoende omvang zijn om de kapitaallasten gedurende de gehele vastgestelde afschrijvingsperiode aan de reserve te kunnen onttrekken (bijvoorbeeld: Reserve dekking afschrijvingslasten investeringen economisch nut). Om de volledige kapitaallasten aan de bestemmingsreserve kapitaallasten te kunnen onttrekken, moet het saldo van de bestemmingsreserve kapitaallasten gelijk zijn aan de boekwaarde van de desbetreffende activa. Wanneer het saldo van de bestemmingsreserve kapitaallasten minder is dan de boekwaarde van de desbetreffende activa, dan kunnen de kapitaallasten slechts naar rato aan de bestemmingsreserve kapitaallasten worden onttrokken. De kapitaallastenreserves zijn gekoppeld aan de betreffende investeringen. Dit houdt in dat wanneer de investering vertraging oploopt de onttrekking evenredig lager zal zijn en vice versa.4
Onderstaande tekst is afkomstig uit de Notitie Meerjarig financieel inzicht voor de raad, terug te vinden op de website5 van de commissie BBV. De schuingedrukte teksten zijn toevoegingen ter verduidelijking.
Voorzieningen worden gevormd wanneer de volgende situaties zich voordoen (Artikel 44 BBV):
De verplichtingen hangen samen met gebeurtenissen of situaties in of voor het lopende jaar, die kosten met zich meebrengen. Bijvoorbeeld aan voorzieningen dubieuze debiteuren6 en FLO Brandweer.
In een enkel geval mag via een voorziening geld worden gespaard voor toekomstige verwachte uitgaven. Om te voorkomen dat er plotseling een of twee jaar grote uitgaven zijn en daarna weer lang niet, mogen onder bepaalde voorwaarden de lasten voor groot onderhoud jaarlijks gespreid worden. Dan wordt jaarlijks een vast bedrag ‘gespaard’ via de begroting. Een belangrijke voorwaarde is dan dat er een actueel onderhoudsplan is.
Tenslotte horen ook niet bestede middelen die van derden zijn verkregen voor een specifiek doel bij de voorzieningen. Te denken valt aan de teveel ontvangen kostendekkende heffingen of bijdragen (niet zijnde EU- of overheidsbijdragen) die in een keer worden ontvangen maar waarvan de besteding over enkele jaren wordt uitgesmeerd. Er mogen geen voorzieningen gevormd worden voor aan arbeid gerelateerde verplichtingen zoals bijvoorbeeld bij ziekte van werknemers, omdat dit min of meer terugkomende lasten zijn die al in de meerjarenraming zijn opgenomen. Voorzieningen zijn onderdeel van het vreemd vermogen. Een toename van de voorzieningen betekent dus een lagere solvabiliteit.
De toelichting bij de voorzieningen is van belang omdat de raad hiermee inzicht krijgt welke bedragen in de lopende exploitatie als lasten zijn genomen om aan toekomstige verplichtingen te voldoen en welke verplichtingen zijn afgehandeld. Het is niet ongebruikelijk dat veel van deze risico’s al eerder onderkend zijn bij het opstellen van de paragraaf risicobeheersing en weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt aangegeven welke risico's de gemeente loopt bij het uitvoeren van de doelstellingen en wat de financiële gevolgen zijn. Zie hiervoor ook 8.1. Het is belangrijk dat de gemeenteraad zich bewust is van de risico’s die horen bij het beleid van de gemeente en dat zij hiermee rekening houdt bij de besluitvorming. Het verschil tussen zaken in de paragraaf weerstandsvermogen en de voorzieningen is dat in het laatste geval een risico redelijkerwijs financieel in te schatten is en een hoge mate van waarschijnlijkheid heeft.7
De gemeente Nijkerk heeft uiteraard ook een Algemene Reserve en deze is in principe vrij te besteden, echter is deze reserve ook bedoeld als buffer voor het opvangen van exploitatietekorten en onvoorziene risico’s of voor het uitvoeren van beleid.
De hoogte van het vrij besteedbare budget is dus mede afhankelijk van de risico’s die de gemeente Nijkerk kent. De Algemene Reserve dient namelijk ook om deze (incidentele) risico’s te kunnen af te dekken. Deze risico’s zijn opgenomen en terug te vinden in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van zowel de programmabegroting als de jaarstukken.
Meer over de verhouding tussen de Algemene Reserve en het weerstandsvermogen is terug te vinden in de Begroting 2023 Paragraaf Weerstandvermogen en risicobeheersing. Tevens kan worden gemeld dat momenteel gewerkt wordt aan een nota Risicomanagement waarin ook over dit onderwerp de spelregels conform de meest recente wetgeving zal worden aangepast.
Bestemmingsreserves in Nijkerk
Reserve afvalstoffenheffing: Deze reserve kan komen te vervallen. De middelen die nog in deze reserve aanwezig zijn, worden overgeheveld naar de voorziening afvalstoffenheffing.
Egalisatiereserve Begraafplaatsen: Deze reserve dient voor het opvangen van exploitatietekorten en voor het egaliseren van de tarieven die 100% dekkend moeten zijn.
De Reserve dekking afschrijvingslasten investeringen in Nijkerkse samenleving: Deze reserve komt te vervallen. Echter hierin zit nog een budget ten behoeve van het knooppunt Hoevelaken van ruim 1 miljoen euro. Deze wordt overgeheveld aan de volgende reserve, de reserve Bovenwijkse voorzieningen.
Reserve Bovenwijkse voorzieningen: Deze reserve dient voor het bekostigen van voorzieningen/investeringen, die niet alleen van betekenis zijn voor één exploitatiegebied, maar die nut hebben voor meerdere exploitatiegebieden. Een voorbeeld van een Bovenwijkse voorziening is een ontsluitingsweg die een functie heeft voor meerdere wijken. De middelen komen van bijdrage aan gemeentelijke projecten (grondexploitatie) op basis van de verkochte m2 grond voor woningbouw en bedrijfsterrein. Indien er sprake is van faciliterend grondbeleid wordt in een anterieure overeenkomst afdracht aan de reserve Bovenwijkse voorzieningen opgenomen, op basis van de afdracht per m2 zoals genoemd in de nota Bovenwijkse en Bovenplanse Voorzieningen.
Reserve volkshuisvesting: Deze reserve is bedoeld voor het dekken van investeringen in het belang van de volkshuisvesting en van lasten ter uitvoering van de woonvisie en de urgentieverordening uit de Woonvisie 2020+.8
Reserve bouwgrondexploitatie: De reserve vormt een buffer ter dekking van eventuele verliezen en overige risico’s bij de exploitatie van bouwgrond. Voor zover de gronden zijn verkocht en de opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen.
Reserve dekking afschrijvingslasten bedrijfsvoeringskosten: Deze reserve dekt (een deel van de) bedrijfsvoeringskosten, met name op het gebied van de huisvesting- en automatiseringskosten. Het nut van deze reserve is dat eenmalige middelen die de gemeente Nijkerk meer heeft dan structurele middelen, toch structureel kunnen worden ingezet9.
Reserve dekking afschrijvingslasten investeringen economisch nut: Dit zijn investeringen waarbij alle uitgaven die bijdragen aan de mogelijkheid (financiële) middelen te verwerven (terug te verdienen) en/of die verhandelbaar zijn. Het gaat hierbij nadrukkelijk om de mogelijkheid middelen te verwerven. Deze reserve dient ter dekking van afschrijvingen van investeringen met economisch nut, die volgens het dekkingsvoorstel moet worden gedekt door aanwending van een reserve. Het nut van deze reserve is dat eenmalige middelen die de gemeente Nijkerk meer heeft dan structurele middel, toch structureel kunnen worden ingezet.
Reserve dekking afschrijvingslasten investeringen maatschappelijk nut: Dit zijn investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut en genereren geen middelen, maar vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorzieningen. Deze reserve dient ter dekking van afschrijvingen van investeringen met maatschappelijk nut, die volgens het dekkingsvoorstel moet worden gedekt door aanwending van een reserve. Het nut van deze reserve is dat eenmalige middelen die de gemeente Nijkerk meer heeft dan structurele middel, toch structureel kunnen worden ingezet.
Reserve PRMI: Dit is een technische reserve om middelen van de Algemene Reserve via deze verzamelreserve toe te voegen aan de middelen voor investeringen met maatschappelijk nut.
Reserve Duurzaamheid (nieuw): Deze reserve is bedoeld om de incidentele middelen die nu in korte tijd richting de gemeente komen ook voor dit doel in te zetten. In de praktijk lukt dat niet altijd in het jaar van ontvangst, maar door te werken met een reserve kan dit dan voor het volgende jaar wel worden ‘veilig gesteld’. Voorwaarde voor storting en onttrekking is een vooraf vastgesteld plan van besteding.
Reserve Oekraïne (nieuw): Deze reserve is bedoeld om het jaarlijkse saldo van baten en lasten met betrekking tot de kosten van ontheemde Oekraïners conform de jaarrekening aan de reserve toe te voegen of te onttrekken. De reserve zal worden opgeheven als de regeling voor opvang ontheemde Oekraïners (RooO) beëindigd wordt. Op dit moment is nog niet bekend of er een terugbetalingsverplichting bestaat bij een eventueel batig saldo.
De gemeente Nijkerk werkt met beheerplannen, waardoor de gemeente te maken heeft met twee soorten voorzieningen.
Voorzieningen o.b.v. (wettelijke) verplichtingen
Voorziening grondexploitatie: Dekking van nog te maken kosten in (voorlopig) afgewikkelde grondexploitaties teneinde het complex financieel af te kunnen wikkelen.
Voorziening FLO brandweer: Het beschikbaar hebben van middelen om aanvullende pensioenvoorzieningen te kunnen realiseren voor de (ex)beroepsbrandweermensen die vallen onder het overgangsrecht functioneel leeftijdsontslag (FLO) dat tot 2027 opeisbaar is.
Voorziening pensioenen wethouders: Middelen om aan wethouders en gewezen wethouders pensioen te kunnen betalen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Voorziening afvalstoffenheffing: De baten die worden behaald uit de heffing voor de inzameling van huishoudelijk afval mogen alleen ingezet worden voor dit doel. De afvalstoffenheffing is een gesloten financiering en kent een 100% kostendekkendheid van het afvalstoffenplan. Deze voorziening wordt ingesteld om schommelingen in lasten en baten op te vangen zonder de tarieven jaarlijks te veel te laten fluctueren. Ook kunnen jaar overstijgende lasten in deze voorziening worden opgevangen.
Voorzieningen o.b.v. onderhoud/beheerplannen
We kennen voor het onderhoud de volgende beheerplannen met een voorziening:
In de praktijk wordt het beleidskader nader uitgewerkt in beheerplannen van de te onderhouden materiële vaste activa. Vanuit de beheerplannen is er een reëel inzicht in de daaruit voortvloeiende financiële consequenties. Het BBV schrijft niet voor dat gemeenten beheerplannen moeten hebben voor het onderhouden van kapitaalgoederen. Vanuit het oogpunt van risicobeheersing en inzicht in de financiële positie, is het echter aan te raden dat er altijd recente beheerplannen zijn. Wanneer een gemeente een voorziening wil vormen om lasten van groot onderhoud gelijkmatig te verdelen (egaliseren) over meerdere begrotingsjaren, is een recent beheerplan zelfs vereist. Een beheerplan is immers van belang om de omvang van de voorziening te bepalen die nodig is om het toekomstig groot onderhoud te kunnen bekostigen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is bij uitstek de plaats om inzicht te geven in de aanwezige en geldende beheerplannen. Daarbij kan aangegeven worden:
Is er wel of geen sprake van achterstallig onderhoud.10
Deze volledige toelichting is wenselijk, maar wordt nog niet verwacht bij de komende jaarrekeningen.
Verschillen tussen reserves en voorzieningen
Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat bij bestemmingsreserves de raad de keus heeft of en waarvoor er geld opzij gezet wordt. Bij voorzieningen is dat niet het geval, zij zijn niet vrij besteedbaar.
Een ander belangrijk onderscheid is dat voorzieningen ingesteld worden ten laste van het resultaat. Dit betekent dat ook dotaties, onttrekkingen en vrijval ten gunste of ten laste van het resultaat gaan.
Reserves worden gevormd door middel van resultaatbestemming en ook alle mutaties worden op die wijze verwerkt.
Het totaal van de verschillen tussen reserves en voorzieningen is in de tabel hieronder weergegeven.
Kan een reserve negatief staan?
In principe kan een reserve niet negatief staan. Een bestemmingsreserve kent een donatie ten gunste van een toekomstige bestemming. Er is moeilijk een situatie denkbaar dat deze negatief staat. Voor de bestemmingsreserves met een functie om schommelingen in lasten en baten op te vangen zonder de tarieven jaarlijks te veel te laten fluctueren is voorgesteld dat deze nooit negatief mag zijn. Een negatieve Algemene Reserve is theoretisch mogelijk, maar is zeer onwenselijk omdat dat risico’s niet meer kunnen worden afgedekt en er geen ruimte is voor nieuwe investeringen11.
Kan een voorziening negatief staan?
Nee, een voorziening kan niet negatief staan. Zoals de naam het al zegt voorziet het in het dekken van de kosten in de toekomst. Deze zijn in beeld gebracht en gestort in de voorziening, vervolgens worden deze kosten er gedurende de looptijd van het beheerplan uit onttrokken. Er kan nooit meer worden onttrokken dan er is gestort.
Informatievoorziening en beheersing van de reserves en de voorzieningen
Controle reserves en voorzieningen
Bij de accountantscontrole van de rekening worden jaarlijks de reserves en de voorzieningen gecontroleerd.
Jaarlijkse analyse reserves en voorzieningen
Jaarlijks vindt er bij de begroting en rekening een analyse plaats van de bestemmingsreserves en de voorzieningen. De analyse van de bestemmingsreserves kan leiden tot voorstellen aan de raad tot afroming, omzetting of aanvulling van de reserve maar ook tot verlenging of opheffing van een bestemmingsreserve. De raad neemt hierover een besluit.
Bij de begroting en de jaarrekening wordt een overzicht gegeven van de stand en de mutaties van alle reserves en voorzieningen. Voor de Algemene Reserve is afgesproken dat na elke mutatie met betrekking tot de Algemene Reserve er een nieuwe begrote stand van de Algemene Reserve wordt verstrekt aan de Raad.
Voor de gemeente Nijkerk stellen we voor om een ondergrens van €100.000 toe te passen voor de bestemmingsreserves. Voor de bestemmingsreserves met een functie om schommelingen in lasten en baten op te vangen zonder de tarieven jaarlijks te veel te laten fluctueren geldt dat deze nooit negatief mag zijn.
Deze nota treedt in werking vanaf de dag na bekendmaking in het elektronisch Gemeenteblad. Deze nota wordt aangehaald als Nota reserves en voorzieningen 2023.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk van 22 juni 2023,
de griffier,
mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN
de voorzitter,
de heer mr. drs. G.D. RENKEMA
Bijlage 1 Wet- en regelgeving reserves en voorzieningen
Deze nota sluit aan bij het huidige Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten12. Daarin staat het volgende opgenomen over reserves en voorzieningen.
De toelichting op de meerjarenraming bevat ten minste:
Paragraaf 4.5.5. Vaste Passiva
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.
De gemeente Nijkerk heeft in haar verordening omtrent financieel beleid, beheer en inrichting van de financiële organisatie uit 2019 het volgende opgenomen:
Artikel 11 Reserves en voorzieningen Financiële Verordening
In de notitie Lokale Heffingen van de commissie BBV 13zijn de volgende stellige uitspraken en aanbevelingen opgenomen met betrekking tot het gebruik van voorzieningen:
Indien een voorziening onderhoud (artikel 44, lid 1, sub c BBV) onvoldoende is onderbouwd dan komen deze gelden niet in een reserve maar in een voorziening ex. artikel 44, lid 2 BBV. Dit geldt ook voor de baten uit lokale heffingen die aan het einde van het belastingjaar niet zijn besteed omdat begrote investeringen en (onderhouds)werkzaamheden niet zijn uitgevoerd (paragraaf 3.3 van de nota lokale heffingen).
Als een gemeente spaart in het tarief voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de voorziening toekomstige vervangingsinvesteringen ex artikel 44, lid 1, sub d BBV, dan mogen deze niet gebruikt worden om boekwaarden van eerdere, bestaande investeringen af te boeken (paragraaf 3.3 van de nota lokale heffingen).
Ook wanneer de jaarlijkse spaarbedragen voor de heffing gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen (=ideaalcomplex) moeten de ‘spaarbedragen’ als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen (paragraaf 3.3 van de nota lokale heffingen).
Het is toegestaan om de bijdragen van derden (baten van de heffing) in te zetten ten behoeve van tariefegalisatie. De middelen worden dan op begrotingsbasis gedoteerd aan een voorziening ex artikel 44, lid 2 BBV. Er moet extracomptabel worden aangetoond dat deze middelen binnen een redelijke termijn ingezet worden ter bestrijding van de lasten waarvoor een heffing is opgelegd (paragraaf 3.3).
Investeringen in riolering in uitbreidingsgebieden kunnen ten laste van de grondexploitatie worden gebracht. De bijdragen die de gemeente via de grondprijs ontvangt, zijn te beschouwen als bijdragen van derden, die de gemeente op grond van artikel 62, lid 2 BBV op de waardering van de investering in mindering brengt (paragraaf 5.2 van de nota lokale heffingen).
De commissie BBV adviseert om periodiek een analyse uit te voeren op de begrote en gerealiseerde lasten en baten van de lokale heffingen. Het inzichtelijk maken van de opbouw van de voorzieningen ex artikel 44, lid 1, sub c, lid 1, sub d, en lid 2 BBV vormt een expliciet onderdeel van deze analyse (paragraaf 3.3).
In de notitie grondbeleid van de Commissie BBV van 2019 staan nog de volgende uitspraken over reserves en voorzieningen:
Voorziening tegen contante waarde
Grondexploitaties worden berekend op eindwaarde (= het resultaat op het tijdstip dat de grondexploitatie wordt afgesloten). Voor verliesgevende grondexploitaties moet direct een verliesvoorziening worden getroffen. Het is een keuze van de gemeente om deze voorziening te waarderen tegen nominale waarde of tegen contante waarde. De omvang van de voorziening tegen nominale waarde is gelijk aan het verlies van de grondexploitatie op eindwaarde. Bij de keuze voor contante waarde betekent dit echter wel dat in de toelichting (paragraaf Grondbeleid en toelichting op de balans) voor de verliesgevende grondexploitaties ook de verliezen op eindwaarde moeten worden vermeld. (Zie hoofdstuk 6.4. Notitie grondbeleid)
E. Uit hoofdstuk 5.3 van deze notitie
Voor de bepaling van kosten van de BIE die tot de vervaardigingkosten als bedoeld in artikel 63 lid 3 lid BBV kunnen worden gerekend, wordt aangesloten op de kostensoorten zoals opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.13) en het Besluit ruimtelijke ordening (artikelen 6.2.3 tot en met 6.2.5). Dit betekent dat maximaal deze kostensoorten kunnen worden toegerekend aan de BIE, waarbij ten aanzien van de rente onder punt ‘n’ van de kostensoorten artikel 6.2.4 Bro alleen de rente over het vreemd vermogen mag worden toegerekend en geen rente over het eigen vermogen (zie hoofdstuk 5.4 van deze notitie) en waarbij dotaties/bijdragen aan een voorziening (fonds) voor bovenplanse kosten (artikel 6.13 lid 7 Wro) (bedoeld voor bovenwijkse voorzieningen) in de BIE niet zijn toegestaan (zie hoofdstuk 5.3.1).
F. Uit hoofdstuk 5.3.1 van deze notitie
Het deel van de kosten van bovenwijkse voorzieningen dat aan een in de toekomst te openen grondexploitatie wordt toegerekend, moet tot het moment dat de betreffende grond feitelijk in exploitatie wordt genomen, worden geactiveerd onder de betreffende categorie materiële vaste activa. Naar de aard van de bovenwijkse voorzieningen zal de betreffende activacategorie veelal de activa met maatschappelijk nut zijn (bijv. ontsluitingswegen, bruggen, etc.).
In de periode van activering als maatschappelijk nut tot en met het eventueel openen van de betreffende grondexploitatie, moet conform artikel 64 lid 3 BBV, vanaf de ingebruikname worden afgeschreven op het actief op basis van de verwachte gebruiksduur.
G. Uit hoofdstuk 5.3.1 van deze notitie
Het is vanaf 2016 niet meer toegestaan om dotaties te doen aan een voorziening voor bovenwijkse voorzieningen. Bestaande voorzieningen per ultimo 2015 blijven gehandhaafd en kunnen volgens planning worden afgewikkeld. Sparen voor bovenwijkse voorzieningen die na het afsluiten van een grondexploitatie zullen worden aangelegd, is nog wel mogelijk via een door de raad in te stellen bestemmingsreserve. Toevoegingen aan deze bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden via resultaatbestemming of via een ander specifiek daartoe door de raad genomen besluit.
Bijlage 2 Vervallen reserves en voorzieningen
Egalisatiereserve parkeren binnenstad* : afgelopen jaren al vervallen, maar nog niet formeel afgesloten.
Reserve bereikbaarheid binnenstad: Doel was :1.Egalisatie van de kosten van aanleg van parkeerplaatsen; 2.Reservering voor toekomstige vervanging van parkeerapparatuur. Dit loopt nu via de exploitatie.
Reserve vervanging kunstgrasveld hockey Hoevelaken* : De gemeente heeft de verplichting op zich genomen geld te reserveren voor de vervanging van het kunstgrasveld (75%), onder de voorwaarde dat ook de vereniging haar aandeel reserveert (25%). Dit hoeft niet meer gereserveerd te worden, want loopt nu via een stelpost.
Reserve dekking afschrijvingslasten investeringen in Nijkerkse samenleving: Deze reserve bevat nog een miljoen voor de investering knooppunt Hoevelaken, maar deze wordt overgeheveld naar de reserve Bovenwijkse voorzieningen. Dan resteert een miniem bedrag (90k) en wat structurele lasten (10k) die vervolgens in de exploitatie landen.
Reserve sociaal domein*: Egalisatiereserve voor de exploitatie overschotten en exploitatie tekorten binnen de participatiewet, de wet maatschappelijke ondersteuning en de jeugdwet. De reserve is inmiddels leeg, dus kan vervallen.
Reserve precariobelasting : Hierin kwamen de inkomsten van precario. Sinds 1 juli 2017 mogen gemeenten geen precariobelasting meer heffen over netwerken die nutsbedrijven in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Reserve staat op nul.
Reserve bedrijfsverplaatsing : Reserve staat op nul.
Reserve groen : Reserve staat op nul.
Reserve herstructurering bedrijventerreinen : Reserve staat op nul.
Reserve stadsherstel : Reserve staat op nul.
Reserve aandelen ARN : Reserve staat op nul.
Voorziening flexibel belonen : Voorziening voor geoormerkte gelden over een deel (1/3) van het budget “Bewust Belonen” (Overleg OR/GO noodzakelijk. De reserve wordt naar nul gebracht in 2023.
Voorziening decentrale arbeidsvoorwaarden : Het egaliseren van uitgaven op het terrein van arbeidsvoorwaarden (cafetariamodel, fietsproject, persoonlijk budget, pilot fitness). De reserve wordt naar nul gebracht in 2023.
Voorziening sportmaterialen 3 sporthallen : Het egaliseren van de vervanging van de sportmaterialen van de sporthallen. Kan vervallen, want vervanging van inventaris is ondergebracht bij de exploitant. In 2019/2020 zal eenmalig de inventaris op orde gebracht worden. Daarna is vervanging van sportmaterialen de verantwoordelijkheid van de exploitant. Er zit geen budget meer in.
Voorzieningen beheerplan openbare verlichting : Is vervallen bij de vaststelling van het beheerplan openbare verlichting 2021-2025, raadsvergadering 16 december 2021.
Voorzieningen beheerplan bermen, water en duikers : Is vervallen bij de vaststelling van het beheerplan bermen en watergangen 2022-2026, raadsvergadering 20 oktober 2022.
Bijlage 3 Toelichting per Reserve en voorziening
Geen; dotatie gebaseerd op een onderhoudsplanning; die na een aantal jaren wordt geëvalueerd. | |
Het Beheerplan Begraafplaatsen 2015-2037 wordt in 2021 herzien. |
De verkregen middelen van het Rijk in zetten voor de Duurzaamheidsdoelen. | |
De restantbedragen van de verkregen middelen van het Rijk in de exploitatie. | |
Het egaliseren van de lasten van groot onderhoud van infrastructurele kunstwerken (bruggen, duikers e.d.). | |
Jaarlijks benodigd groot onderhoud volgens beheerplan kunstwerken | |
Het egaliseren van de lasten voor de riolering binnen de gestelde wettelijke kaders. | |
Jaarlijks benodigde uitgaven volgens het Gemeentelijk Rioleringsplan | |