Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellendoorn

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellendoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-08-2023nieuwe regeling

04-07-2023

gmb-2023-345737

2023-014039

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

Nijverdal, 4 juli 2023 nr. 2023-014039

 

Het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn;

 

Gelet op de artikelen 2.2, tweede lid, 4.4, zesde lid, 5.2, derde lid en artikel 7.4, tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023;

 

B e s l u i t :

 

vast te stellen het:

 

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit Wmo, de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening.

  • 2.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023;

    • b.

      zin: zorg in natura.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Leveringsvorm

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening wordt verstrekt in de vorm van zin of een pgb.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde verstrekkingsvorm zin is het uitgangspunt, een pgb kan alleen verstrekt worden op verzoek van de aanvrager.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid wordt een maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming verstrekt voor de voorzieningen genoemd in artikel 5.2 van de Verordening.

Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorzieningen

Artikel 3.1 Keuzevrijheid voor aanbieder(s)

  • 1.

    Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde maatwerkvoorziening in natura, wordt de cliënt in beginsel de mogelijkheid geboden hieruit een aanbieder te kiezen.

  • 2.

    De tarieven behorende bij de maatwerkvoorzieningen, genoemd in het eerste lid, staan vermeld in hoofdstuk 5 en worden jaarlijks geactualiseerd.

Artikel 3.2 Huishoudelijke ondersteuning

De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Verordening, kan bestaan uit:

  • a.

    de basismodule huishoudelijke ondersteuning;

  • b.

    de module extra hygiëne;

  • c.

    de module wasverzorging;

  • d.

    de module regie;

  • e.

    de module maaltijdverzorging;

  • f.

    de module zorg voor minderjarige kinderen.

Artikel 3.3 Individuele ondersteuning en groepsgerichte ondersteuning

  • 1.

    De maatwerkvoorziening individuele ondersteuning en groepsgerichte ondersteuning, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Verordening, kent twee ondersteuningsbehoeften, te weten 1 en 2, en drie niveaus, te weten A tot en met C.

  • 2.

    Onder ondersteuningsbehoeften 1 en 2 wordt verstaan:

    • a.

      ondersteuningsbehoefte 1: ondersteuning gericht op het uitvoeren van praktische taken;

    • b.

      ondersteuningsbehoefte 2: ondersteuning gericht op het helpen overzien van praktische taken (regie) en het leeftijdsadequaat uitvoeren van praktische taken.

  • 3.

    Onder de ondersteuningsniveaus, betrekking hebbend op de cliënt of het gezinssysteem wordt verstaan:

    • a.

      niveau A: stabiele situatie en gemotiveerd(e) cliënt of gezinssysteem;

    • b.

      niveau B: enige kans op risicovolle situaties en/of escalatie en de cliënt of het gezinssysteem heeft een wisselende motivatie;

    • c.

      niveau C: wisselende en onvoorspelbare situatie, hoog risico op escalatie en de cliënt of het gezinssysteem is niet tot nauwelijks gemotiveerd.

Artikel 3.4 Wonen en verblijf

  • 1.

    De maatwerkvoorziening wonen en verblijf, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e van de Verordening, kent twee onderdelen, de zogenaamde dakjes 1 en 2.

  • 2.

    Onder de dakjes 1 en 2 wordt verstaan:

    • a.

      Dakje 1: vervanging van de thuissituatie zonder bijzonderheden;

    • b.

      Dakje 2: vervanging van de thuissituatie waarbij er sprake is van actief toezicht.

Artikel 3.5 Vervoer samenhangend met groepsgerichte ondersteuning

De financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, onder a van de Verordening, bedraagt voor vervoer (in combinatie met een ondersteuningsbehoefte) maximaal € 0,21 per kilometer.

Artikel 3.6 Woonvoorziening

  • 1.

    Het college kan op grond van artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Verordening een maatwerkvoorziening verstrekken voor de aanpassing van de woning waarin de cliënt zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2.

    Wanneer de kosten van een woningaanpassing meer bedragen dan € 10.000,--, wordt afgewogen of verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

  • 3.

    Indien verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning de goedkoopst compenserende voorziening is, kan hiervoor op grond van artikel 5.2, tweede lid, onder b van de Verordening een financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

  • 4.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten, met een maximum van € 2.269,--.

  • 5.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten aan personen die op verzoek van de gemeente ten behoeve van een persoon met beperkingen woonruimte ontruimen, is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten.

  • 6.

    Indien een cliënt te maken heeft met dubbele woonlasten, kan voor een periode van maximaal zes maanden een financiële tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van tijdelijke huisvesting in verband met het aanpassen van de huidige woonruimte van de cliënt of het aanpassen van de door cliënt nog te betrekken woonruimte. De financiële tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting wordt uitsluitend verleend als de cliënt redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij deze dubbele lasten heeft. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, met een maximum gelijk aan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag. Bij niet-zelfstandige woonruimte bedraagt de financiële tegemoetkoming de helft van de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag.

  • 7.

    In geval van huurbeëindiging van een woonruimte, die is aangepast voor een bedrag van € 10.000,-- of meer, kan het college voor een periode van maximaal zes maanden de kosten voor de kale huur van de woonruimte, met een maximum gelijk aan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag, vergoeden aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten.

  • 8.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening in de vorm van het bezoekbaar maken van een woonruimte is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten.

Artikel 3.7 Sportvoorziening

  • 1.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening, als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, onder c van de Verordening, wordt bepaald door de aanschafwaarde van de voorziening vermeerderd met 20% van de aanschafwaarde voor te verwachten onderhoudskosten en bedraagt maximaal € 3.425,--.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel genoemde bedrag wordt niet vaker dan eens in de drie jaar verstrekt.

Artikel 3.8 Vervoersvoorziening

  • 1.

    De voorzieningen voor de lokale verplaatsingen, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j van de Verordening, bestaan uit:

    • a.

      een vervoerpas, waarmee tegen regulier openbaar vervoer tarief maximaal 1.500 kilometer per jaar gereisd kan worden met de regiotaxi Twente (collectief vervoer);

    • b.

      een voorziening in natura in de vorm van een verplaatsingsmiddel;

    • c.

      een pgb te besteden aan een voorziening als bedoeld onder b.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid, onder a genoemde voorziening niet leidt tot het te bereiken resultaat, kan het college één van de volgende voorzieningen verstrekken:

    • a.

      een pgb voor de kosten van een taxi die maximaal € 3.975,-- per jaar bedraagt. Daarnaast kunnen een vast bedrag en een bedrag per minuut worden gedeclareerd. Voor het vaste bedrag geldt een maximum van € 3,60 per keer. Voor het bedrag per minuut geldt een maximum van € 0,44 per minuut;

    • b.

      een pgb voor de kosten van een rolstoeltaxi die maximaal € 5.010,-- per jaar bedraagt. Daarnaast kunnen een vast bedrag en een bedrag per minuut worden gedeclareerd. Voor het vaste bedrag geldt een maximum van € 7,33 per keer. Voor het bedrag per minuut geldt een maximum van € 0,49 per minuut;

    • c.

      een pgb voor de kosten van het aanpassen van een eigen auto, vastgesteld conform artikel 4.4, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening.

  • 3.

    Indien de omvang van het in het eerste lid, onder a genoemde maximum aantal kilometers per jaar en de in het tweede lid, onder a en b genoemde maximumbedragen per jaar aantoonbaar niet toereikend is, kan deze worden verruimd tot maximaal een verdubbeling van de genoemde kilometers c.q. bedragen.

  • 4.

    Indien de in het eerste lid, onder a en de in het tweede lid genoemde voorzieningen, alsmede de in het derde lid geboden uitbreiding van deze voorzieningen naar het oordeel van het college niet leiden tot het te bereiken resultaat, kan het college één van de volgende voorzieningen verstrekken:

    • a.

      een voorziening in natura in de vorm van:

      • i.

        een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen;

      • ii.

        en al dan niet aangepaste auto;

    • b.

      een pgb te besteden aan een voorziening als bedoeld onder a.

Hoofdstuk 4 Pgb  

Artikel 4.1 Wijze vaststelling pgb

  • 1.

    De hoogte van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, zoals vermeld in hoofdstuk 5, zijn maximum all-in tarieven per uur.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde all-in tarief betekent dat het gaat om een tarief waarin alle kosten zijn opgenomen, waaronder salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 3.

    De hoogte van het pgb voor onderhoud en verzekering, als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, aanhef en onder a van de Verordening, wordt vastgesteld aan de hand van een door het college goedgekeurde offerte.

Artikel 4.2 Controle

  • 1.

    De cliënt of zijn pgb-beheerder zorgt voor een goede en controleerbare administratie en houdt deze gedurende zeven jaar beschikbaar vanaf de ingangsdatum van de toekenning van het pgb.

  • 2.

    De cliënt of zijn pgb-beheerder verantwoordt desgevraagd de besteding van het pgb conform artikel 7.4, eerste lid van de Verordening.

Hoofdstuk 5 Tarieven maatwerkvoorzieningen

 

Huishoudelijkeondersteuning

Module

zin zonder regie

zin met regie

Pgb professioneel zonder regie

Pgb professioneel met regie

Pgb niet-professioneel

Eenheid

Basismodule

€ 63,53

€ 68,96

€ 57,18

€ 62,06

*)

Per week

Extra hygiëne

€ 31,46

€ 34,15

€ 28,31

€ 30,74

*)

Per uur

Wasverzorging

€ 31,46

€ 34,15

€ 28,31

€ 30,74

*)

Per uur

Regie

-

€ 34,15

-

€ 30,74

*)

Per uur

Maaltijdverzorging

€ 31,46

€ 34,15

€ 28,31

€ 30,74

*)

Per uur

Minderjarige kinderen

-

€ 34,15

€ 28,31

€ 30,74

*)

Per uur

 

Individuele ondersteuning, groepsgerichte ondersteuning, wonen en verblijf

Voorziening

zin

Pgb professioneel (90%)

Pgb niet-professioneel

Eenheid

Individuele ondersteuning

Ondersteuningsbehoefte 1A

O1AIW

€ 0,88

€ 0,79

*)

Per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1B

O1BIW

€ 0,94

€ 0,85

*)

Per minuut

Ondersteuningsbehoefte 1C

O1CIW

€ 1,03

€ 0,93

*)

Per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2A

O2AIW

€ 1,03

€ 0,93

*)

Per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2B

O2BIW

€ 1,09

€ 0,98

*)

Per minuut

Ondersteuningsbehoefte 2C

O2CIW

€ 1,18

€ 1,06

*)

Per minuut

 

Groepsgerichte ondersteuning

Ondersteuningsbehoefte 1A

O1AGW

€ 43,32

€ 38,99

*)

Per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1B

O1BGW

€ 45,51

€ 40,96

*)

Per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 1C

O1CGW

€ 49,14

€ 44,23

*)

Per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2A

O2AGW

€ 48,78

€ 43,90

*)

Per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2B

O2BGW

€ 51,31

€ 46,18

*)

Per dagdeel

Ondersteuningsbehoefte 2C

O2CGW

€ 54,96

€ 49,46

*)

Per dagdeel

 

Consultatie

Consultatie MBO

CMBOW

€ 0,96

€ 0,86

-

Per minuut

Consultatie HBO

CHBOW

€ 1,34

€ 1,21

-

Per minuut

Consultatie WO

CWO1W

€ 1,93

€ 1,74

-

Per minuut

Consultatie medisch specialist (WO++)

CMEDW

€ 2,88

€ 2,59

-

Per minuut

 

Wonen en verblijf

Dakje 1

DK1IJ

€ 80,68

€ 72,61

-

Per etmaal

Dakje 2

DK2IJ

€ 138,33

€ 124,50

-

Per etmaal

*) Op grond van artikel 4.4, vijfde lid, onder a en b van de Verordening is het tarief voor een vergoeding voor niet-professionele hulp:

  • bij het bestaan van een dienstbetrekking gelijk aan het minimum uurloon, inclusief vakantiebijslag, zoals bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een persoon van 21 jaar of ouder met een 36-urige werkweek. Dit tarief is ongeacht de diploma’s en werkervaring van de niet-professionele aanbieder. Voor het jaar 2023 bedraagt het minimum uurloon voor een persoon van 21 jaar of ouder met een 36-urige werkweek € 12,40 per uur (€ 0,207 per minuut) exclusief vakantiebijslag. Dit komt neer op € 13,39 per uur (€ 0,22 per minuut) inclusief vakantiebijslag;

  • in het geval er geen sprake is van een dienstbetrekking gelijk aan maximaal de hoogte van de tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk, zoals opgenomen in artikel 2ab, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, ongeacht de feitelijke omvang van de voorziening. Dit betreft € 141,-- per kalendermaand waarin de voorziening geleverd wordt.

     

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag, volgende op die van haar bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023.

     

Het college voornoemd,

De wnd. secretaris, de burgemeester,