Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit vaststellen gebiedsgerichte uitwerkingen 2024 Amsterdam stadsdeel West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit vaststellen gebiedsgerichte uitwerkingen 2024 Amsterdam stadsdeel West
CiteertitelBesluit vaststellen gebiedsgerichte uitwerkingen 2024 Amsterdam stadsdeel West
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-08-2023nieuwe regeling

11-07-2023

gmb-2023-343954

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit vaststellen gebiedsgerichte uitwerkingen 2024 Amsterdam stadsdeel West

Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel West van Amsterdam

brengt te algemener kennis dat in hun vergadering van 11 juli 2023 is besloten dat:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,

Namens hen,

 

Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel West van Amsterdam,

 

J. Tahiri , secretaris

 

F. Ulichki , voorzitter

 

1 Inleiding

1.1 De Gebiedsgerichte Uitwerking 2023

Wat zijn de opgaven per gebied en op welke thema’s en doelgroepen, in welke buurten of wijken is intensivering nodig? Wat is de basisinfrastructuur die in de hele stad toegankelijk moet zijn? Dat leest u in deze Gebiedsgerichte Uitwerking 2023.

 

De Gebiedsgerichte Uitwerking biedt houvast als u sub- sidie wilt aanvragenvoor initiatieven en voorzieningen in de sociale basis. Samen met het stedelijk kader Samen Vooruit en de Subsidieregeling Sociale Basis vormt de Gebiedsgerichte Uitwerking het totaalpakket waaraan de gemeente een subsidieaanvraag toetst.

 

Het is belangrijk dat uw subsidieaanvraag aansluit bij de opgaven per gebied. Deze opgaven geven richting aan het aanbod in de sociale basis en zijn van invloed op de intensiteit en omvang ervan. Ook binnen de basisinfrastructuur kan het aanbod dus verschillen in mate, omvang en intensiteit (zie hoofdstuk 2).

 

Samenwerking tussen partners en samenhang van het diverse aanbod dat bijdraagt aan de opgaven is belangrijk bij het toekennen van subsidie. Dit geldt niet alleen voor samenwerking binnen de sociale basis maar ook met andere onderdelen van het sociaal domein en met name met de buurtteams en de ouder- en kindteams. In Weesp gaat het hierbij overigens om het sociale wijkteam en het Ouder- en Kindteam dat een iets andere werkwijze heeft dan in de andere gebieden van Amsterdam. De opgaven die al deze teams in de gebieden zien, zijn meegenomen in deze Gebiedsgerichte Uitwerking.

 

1.2 Overgangsjaar

2023 is een overgangsjaar voor de Gebiedsgerichte Uitwerking. Dit komt door een aantal ontwikkelingen:

  • Het stedelijk kader Samen Vooruit is in 2023 voor het laatst van toepassing. De Gebiedsgerichte Uitwerking 2023 is dus ook het laatste jaar gerelateerd aan dit kader. We werken aan een nieuw stedelijk kader waarin we de basisinfrastructuur strakker omschrijven en nader uitwerken.

  • Het nieuwe coalitieakkoord na de gemeente- raadsverkiezingen van maart 2022 was nog niet klaar toen deze Gebiedsgericht Uitwerking werd geschreven. Bij de bespreking met de stadsdeel- commissies en de vaststelling door het Dagelijks Bestuur in elk stadsdeel was het nieuwe coalitieakkoord wel bekend, maar de specifieke ambities van het nieuwe college zijn nog niet verwerkt. In het nieuwe coalitieakkoord krijgt de nadruk op kansen- gelijkheid en preventie een vervolg. Dit sluit aan bij de beleidsframes ‘Tegengaan kansenongelijk- heid’ en ‘Amsterdam Vitaal en Gezond’ waarop de Gebiedsgerichte Uitwerking 2023 gebaseerd is.

  • In 2022 is een traject in gang gezet om diverse gebiedsprocessen en -plannen binnen Amsterdam meer op elkaar af te stemmen. Dat gaat ook over gebiedsgericht werken in de sociale basis en dus ook over de Gebiedsgerichte Uitwerking.

Voor de Gebiedsgerichte Uitwerking 2023 zijn de opgaven uit de Gebiedsgerichte Uitwerking 2022 als uitgangspunt genomen en waar nodig aangepast, aangescherpt of aangevuld.

Daarnaast zijn enkele procesmatige veranderingen doorgevoerd. Het bestuurlijk proces is aangepast om stadsdeelbestuurders meer sturingsruimte op de opga- ven te bieden. Hierin hebben ook de stadsdeelcommissies en in Weesp de bestuurscommissie een rol. In het subsidieproces met partners door het jaar heen, krijgt de Gebiedsgerichte Uitwerking ook een meer prominente rol. Bij (tussentijdse) gesprekken met partners zal de Gebiedsgerichte Uitwerking als onderlegger op tafel liggen.

 

1.3 Samenspel

De Gebiedsgerichte Uitwerking is het resultaat van een samenspel tussen verschillende gemeentelijke afdelingen, met partners en andere partijen in de gebieden en met bewoners. Bewoners zijn continu via de partners betrokken bij de vraag wat zij nodig vinden in hun wijk. Soms was er ook een bewonersbijeenkomst om specifiek ideeën en aandachtspunten van bewoners op te halen. Daarnaast is in elk stadsdeel de (nieuwe) stads- deelcommissie geïnformeerd en geconsulteerd.

 

Veel betrokkenen hebben meegedacht over de opgaven en aangegeven wat zij zien in hun dagelijkse praktijk.

Het gaat hier om organisaties in de sociale basis, de buurtteams, de ouder- en kindteams, huisartsen, informele organisaties en bewonersorganisaties. De wijze waarop dit is gebeurd, verschilt per stadsdeel: schriftelijk, inloopbijeenkomsten, themabijeenkomsten, live of digitaal. Ook de mate waarin de diverse stakeholders zijn meegenomen, verschilt per stadsdeel.

Weesp heeft ook wat dit betreft een bijzondere status. Bij het ophalen van de opgaven in stadsgebied Weesp zijn naast een grote partner onder andere het sociaal wijkteam en de dorpsraad van Driemond betrokken.

 

Gebieds- en opgavegericht werken begint met het formuleren van de opgaven. Dat proces is binnen de gemeente breed aangepakt. Naast de teams sociale basis in de stadsdelen waren onder andere de gebieds- teams en collega’s van Jeugd en Veiligheid, Kunst en Cultuur betrokken. De directies in het sociaal domein

  • -

    Onderwijs, Jeugd, Zorg en Diversiteit (OJZD), Werk, Participatie en Inkomen (WPI), Sport en Bos en de GGD

  • -

    zijn eveneens aangehaakt.

Niet alleen bij het ophalen en beschrijven van de opga- ven is samenspel belangrijk. Ook in de uitvoering, bij het gebiedsgericht samenwerken aan de opgaven, is dit een continu punt van aandacht. Zowel tussen de diverse partners onderling in een gebied, tussen partners en de gemeente en tussen de diverse geledingen in de gemeente.

 

1.4 Stadsdelen, stadsgebied en gebieden

Amsterdam kent 25 gebieden verdeeld over zeven stadsdelen en één stadsgebied: Weesp. De stadsdelen en het stadsgebied hebben ieder hun eigenheid, specifieke kenmerken en bijzonderheden. Er is een grote variatie in wijken en buurten: oudere wijken versus nieuwe eilanden, rijk en arm, ruimte en drukte, weids- heid en volgebouwd. Dat heeft invloed op de sociale leefwereld van de Amsterdammer. Deze eigenheid komt niet alleen naar voren in de beschrijving van de gebieden maar vooral ook bij de focus op specifieke thema’s, buurten en doelgroepen.

 

De Gebiedsgerichte Uitwerking beschrijft de opgaven per gebied. De gebieden Bijlmer-West, Sloterdijken en Westpoort zijn niet apart opgenomen omdat hier (nog) zeer weinig bewoners zijn.

Er zijn ten opzichte van 2022 enkele veranderingen in de gebiedsindeling:

  • Driemond is overgegaan van stadsdeel Zuidoost naar stadsgebied Weesp.

  • Bijlmer-West was onderdeel van het gebied Bijlmer-Centrum, maar is nu een van de vier gebieden in Zuidoost.

  • Sloterdijken in Nieuw-West is een apart gebied geworden.

Overigens zijn er ook binnen gebieden verschuivingen van wijken en buurten. Zo is in bijvoorbeeld in stadsdeel Noord een deel van de IJ-overs overgegaan van gebied Oud Noord naar gebied Noord West.

Voor stadsgebied Weesp is de uitwerking enigszins anders van aard. Er zijn nog lopende relaties met bestaande partijen en er is geen volledige ruimte voor aanvullend aanbod op andere of nieuwe opgaven.

 

1.5 Druk op de sociale basis

De sociale basis is het breed en laagdrempelige aanbod van activiteiten en ondersteuning overwegend in de eigen buurt of wijk. Het is het fundament dat de zorg en ondersteuning in de stad stabiliteit geeft. De door- ontwikkeling van het sociaal domein is gericht op zo veel mogelijk preventie in de sociale basis om duurdere vormen van zorg af te schalen.

 

De druk op de sociale basis is het afgelopen jaar toegenomen en groeit nog steeds. In vrijwel alle gebieden zijn in april 2021 buurtteams gestart. Zij hebben inmiddels hun plek ingenomen bij het gebieds- en opgavegericht werken, maar de samenwerking en afstemming met onder andere de sociale basis vraagt nog aandacht. Wel blijkt dat de aanwezigheid en werkwijze van de buurt- teams leidt tot meer belangstelling voor de activiteiten en voorzieningen in de sociale basis. Hetzelfde effect, maar in iets mindere mate, hebben de ouder- en kind- teams en andere aanbieders in de eerste lijn, zoals huis- artsen. De toenemende bekendheid met bijvoorbeeld Welzijn op Recept vergroot de vraag naar aanbod in de sociale basis.

 

De coronacrisis heeft de afgelopen twee jaar ieders leven bepaald. De gevolgen ervan zijn niet weg. Zo is er meer eenzaamheid, juist ook onder jongeren. Er is meer psychische en emotionele problematiek bij veel bewoners en dat beïnvloedt de opgave. Veel mensen durven nog steeds niet volledig aan het openbaar leven deel te nemen, dus ook niet aan activiteiten, bijeenkomsten en ontmoetingen. Bewoners zijn minder makkelijk te bereiken en daarom is een meer outreachende aanpak nodig. Tegelijkertijd kent het sociaal domein, net als veel andere sectoren, een personeelstekort en zijn vrijwilligers moeilijker te vinden.

 

Sinds enkele maanden is er oorlog in Oekraïne. Voor de sociale basis is er met de naar Nederland gevluchte Oekraïners een nieuwe doelgroep is bijgekomen, die mogelijk ook een andere benadering vraagt. De oorlog heeft grote invloed op het veiligheidsgevoel en de

psychische en emotionele gezondheid van veel mensen. En de gestegen energieprijzen, in combinatie met de steeds hoger worden kosten voor levensonderhoud in het algemeen, vergroten de armoedeproblematiek.

 

1.6 Inhoud van de Gebiedsgerichte Uitwerking

Het format van de Gebiedsgerichte Uitwerking 2023 is grotendeels gelijk aan dat van 2022. Het meest opvallende is dat dit jaar stadsgebied Weesp is toegevoegd.

 

Wat is er wel (een beetje) anders?

  • De paragraaf over de basisinfrastructuur is aangevuld. De wens om de basisinfrastructuur scherper te formuleren en af te bakenen is groot, zowel intern als bij partners. We hebben ervoor gekozen deze aanscherping volgend jaar in samenhang met het nieuwe kader verder op te pakken.

  • De kwantitatieve gegevens (‘dit gebied in cijfers’) staan per gebied aan het einde van de paragraaf. De cijfers geven immers ondersteunende informatie maar zijn niet bepalend. De kwantitatieve informatie is wisselend zeer recent of juist minder recent en soms al aangepast aan de nieuwe gebiedsindeling. Dit wordt in de betreffende paragraaf nader toegelicht. De informatie over de TOZO (Tijdelijke Overbrugging Zelfstandige Ondernemers) is dit jaar weggelaten omdat deze regeling niet meer bestaat.

  • De sociale opgaven vanuit de gebiedsplannen 2022 en/of de meest recente gebiedsanalyses staan bij de beschrijving van het gebied. In de Gebiedsgerichte Uitwerking 2022 waren de sociale opgaven uit de andere plannen exact gekopieerd. Nu zijn deze opgaven meer met elkaar verweven. Het gaat immers om het totaal van de (sociale) opgaven in een gebied waarvoor verschillend aanbod mogelijk is, juist ook in samenhang van de sociale basis met het bredere sociaal domein.

  • Ontwikkelbuurten als specifieke focus zijn er niet meer onder deze noemer in 2023. Toch hebben de voormalige ontwikkelbuurten nog aandacht nodig.

    Daarnaast zijn er ook andere wijken of buurten die extra focus vragen. Dit komt naar voren in de beschrijving van het gebied.

  • De Masterplannen in stadsdeel Zuidoost en stadsdeel Nieuw-West zijn mede leidend voor de analyse van en de inzet op sociale opgaven. Bij deze stads- delen is een extra paragraaf toegevoegd over deze plannen. Hetzelfde geldt voor stadsdeel Noord waar de Aanpak Noord meer en meer leidend is. Deze plannen zijn in deze drie stadsdelen ook benoemd in het nieuwe coalitieakkoord.

2 De basisinfrastructuur in de sociale basis

2.1 Voor alle Amsterdammers

De sociale basis is het brede en laagdrempelige aanbod van activiteiten en ondersteuning in de eigen buurt of wijk. Aanbod om zelfredzaam te zijn, talenten te ontwikkelen en mee te doen in de stad. Dat maakt de sociale basis het fundament dat de zorg en ondersteuning in de stad stabiliteit geeft. De sociale basis er is voor alle Amsterdammers en is vrij toegankelijk voor iedereen.

 

Jaarlijks maakt de gemeente een Gebiedsgerichte Uitwerking voor de opgaven in alle gebieden. Dat maakt lokaal maatwerk mogelijk. Maatwerk leveren in verschil- lende gebieden kan alleen als een bepaalde basis aan voorzieningen altijd en overal voor alle Amsterdammers beschikbaar is: de basisinfrastructuur in de sociale basis.

 

2.2 Wat is er overal en altijd?

De basisinfrastructuur omvat in ieder geval goed bereikbare en toegankelijke sociale accommodaties, zoals Huizen van de Wijk, buurtcentra, buurtkamers, jonge- rencentra en servicepunten. Amsterdammers kunnen daar terecht voor informatie, advies en voorlichting over onder meer participatie, (groeps)activiteiten, financiën, taal en bewegen. Ook worden Amsterdammers er ontvangen en doorgeleid naar passende activiteiten binnen de betreffende accommodatie of elders.

 

Andere onderdelen van de basisinfrastructuur zijn minder duidelijk fysiek aanwezig. Toch is er overal en altijd een minimaal aanbod van deze voorzieningen te vinden. Denk aan bevorderen en ondersteunen van vrijwillige inzet, steun aan mantelzorgers en ver- groten van participatie van kwetsbare doelgroepen. Door Amsterdammers te stimuleren om initiatieven en activiteiten te ontplooien, ontstaat er een divers, samenhangend en gespreid aanbod. Waar nodig krijgen Amsterdammers hulp bij het organiseren van deze activiteiten.

 

2.3 Voor de jeugd

Jongeren en kinderen vormen binnen de sociale basis een aparte doelgroep. Voor hen moeten er voorzieningen en activiteiten zijn waarmee zij hun mogelijkheden en talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Met vragen en problemen kunnen zij terecht bij het kinderwerk of jongerenwerk. En er zijn overal activiteiten voor brede talentontwikkeling voor en door jeugdigen, (veelal) buiten schooltijd. Deze activiteiten zijn onder meer gericht op sport en gezondheid, kunst en cultuur, natuur en techniek, media en communicatie en burger- schapsvorming en beroepsoriëntatie.

 

Binnen het sociaal domein en specifiek binnen de sociale basis is er aandacht voor (preventie van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Mede met behulp van aandachtsfunctionarissen is dit een wezenlijk en structureel thema in alle stadsdelen.

 

2.4 Basisinfrastructuur ook bepaald door de opgaven

Aanbod dat valt onder de basisinfrastructuur is overal en altijd aanwezig, toegankelijk en bereikbaar. De mate waarin, de omvang en de reikwijdte worden bepaald door de opgaven in een gebied.

Het gewenste aantal vierkante meters voor een sociale accommodatie is bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal bewoners in een wijk of buurt en meer specifiek van het verwachte aantal mensen dat ervan gebruik zal maken. De hoeveelheid jongerenwerkers wordt grotendeels bepaald door het aantal jongeren in een buurt.

De intensiteit van aanbod in de basisinfrastructuur kan dus verschillen per gebied en kan wijzigen als er ontwikkelingen zijn waardoor de opgaven veranderen.

 

3 Stadsdeel West

3.1 Bos en Lommer

3.1.1 Over dit gebied

In Bos en Lommer wonen ruim 36.000 mensen. Ruim een derde is hoogopgeleid en een kwart van de huishoudens heeft kinderen. Bijna de helft van de woningen is corporatiebezit. Hoewel het gebied steeds meer kapitaalkrachtige bewoners trekt, hebben met name bewoners van De Kolenkit en Landlust te maken met hardnekkige achterstanden.

 

De gemiddelde leeftijd in het gebied is lager dan in de rest van de stad, maar is in de afgelopen jaren wel gestegen. Kinderen zijn relatief kwetsbaar in dit gebied. Kwetsbaarheid onder deze groep blijkt onder andere uit het aantal indicaties voor de voorscholen en de mate van jeugdoverlast. Sommige jongeren glijden af naar criminaliteit. Meiden kampen soms met depressie en een laag zelfbeeld. De focusopgave ‘Vergroten toekomst- perspectief kwetsbare jongeren’ in het gebiedsplan richt zich op deze jongeren.

 

Een op de tien inwoners is ouder dan 65 jaar. Het aandeel kwetsbare ouderen is relatief het grootst in Bos en Lommer ten opzichte van heel Amsterdam. De kwetsbare ouderen zijn eveneens vooral te vinden in De Kolenkit en Landlust. Veelal zijn dit eerste generatie migranten. Hun ondersteuningsbehoefte groeit, aangezien zij steeds langer zelfstandig blijven wonen. Daarnaast hebben zij vaker een minimuminkomen.

 

De Kolenkitbuurt is een trotse, sociaal solidaire buurt met sterke informele netwerken. Toch is hier sprake van een nijpende problematiek, veelal gerelateerd aan armoede. Daarom is een integrale aanpak ontwikkeld om deze wijk sociaal en fysiek te verbeteren. De focusopgave ‘Integrale aanpak Kolenkitbuurt Noord en Midden’ in het gebiedsplan richt zich op het verbeteren van de leefbaarheid en de sociale positie van bewoners. Het verbinden van oude en nieuwe bewoners (waaronder statushouders en vluchtelingen) is onderdeel van de opgave.

3.1.2 Opgaven kansengelijkheid

Bijna een op de vijf bewoners in Bos en Lommer komt rond van een minimuminkomen. Dit zijn zzp’ers, bewoners met een laag inkomen uit loondienst en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Langdurige armoede heeft effect op alle levensterreinen. Kansen op werk en een goede toekomst nemen af, terwijl het risico op een slechte (psychosociale) gezondheid juist toe- neemt. Armoede is een serieuze hindernis om te kunnen meedoen in de samenleving.

 

Deze bewoners worden beter bereikt en toegeleid naar passende hulpverlening als de formele en informele netwerken goed met elkaar samen werken. Daarnaast worden de armoederegelingen meer onder de aandacht gebracht en is er oog voor mensen met een achter- grond in de geestelijke gezondheidszorg en/of licht verstandelijke beperking.

 

Meer digitale vaardigheden en een betere taalbeheersing vergroten de kans op werk en op deelname aan de samenleving. Ook voor ouderen, statushouders en arbeidsmigranten zijn digitale vaardigheden belangrijk om mee te doen in de samenleving.

In De Kolenkit en Landlust is er een verhoogde kwets- baarheid onder gezinnen. Dit wordt veroorzaakt door factoren als een laag opleidingsniveau, lage taalvaardigheid en armoede. Een integrale aanpak – waarbij het perspectief van het gezin centraal staat – is hierin van belang.

 

Het aantal jongeren dat een startkwalificatie haalt is in dit gebied lager dan in de rest van de stad. Extra aandacht gaat uit naar het voorkomen van schooluitval en het toeleiden naar werk, stageplekken en/of school. Dit is voor jongeren tot 27 jaar. Wat opvalt is dat met name jongens op steeds jongere leeftijd in de criminaliteit belanden. Daarnaast is er aandacht nodig voor het vergroten van de weerbaarheid - ook online - en van meiden in het bijzonder. Het bespreekbaar maken van onderwerpen als diversiteit, seksualiteit en psychosociale problematiek is ook nodig.

 

Voor de jeugdigen tot en met vijftien jaar is een breed programma van talentontwikkeling beschikbaar. De focus ligt op naschoolse activiteiten en mentoraat- trajecten. De allerkleinsten worden toegeleid naar de spelinlopen en de voorscholen, om taalachterstand te voorkomen en algehele sociale en emotionele ontwikkeling te stimuleren.

 

De omgang tussen diverse bevolkingsgroepen wordt in Bos en Lommer minder positief beoordeeld dan elders in Amsterdam. Een belangrijke opgave is het versterken van onderling begrip en verdraagzaamheid, en het bespreekbaar maken van seksuele en genderdiversiteit. Door het tegengaan van discriminatie en uitsluiting wordt de buurt voor alle bewoners veiliger en prettiger om in te wonen.

3.1.3 Opgaven preventieve gezondheid

Ouderen zijn het meest kwetsbaar in Bos en Lommer ten opzichte van alle andere gebieden in Amsterdam. Het aantal mantelzorgers is hoog en is sterk toegenomen. De meeste migranten ouderen in dit gebied zijn in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw naar Nederland gekomen om te werken. Zij spreken over het algemeen slecht Nederlands en beschikken over onvoldoende digitale vaardigheden. Zij hebben behoefte aan cultuursensitief ondersteunings- en ontmoetingsaanbod, ook voor hun mantelzorgers. Bewoners worden beter bereikt en toegeleid naar passende hulpverlening als de formele en informele netwerken goed met elkaar samenwerken. Ook is er behoefte aan informatie over ouder worden in Nederland en over het herkennen van dementie. De ketenaanpak dementie en een dementie- vriendelijke buurt blijft van belang. Buurten zijn dementievriendelijk als er laagdrempelige plekken zijn waar buurtbewoners terecht kunnen voor activiteiten en als iedereen die in een wijk woont en werkt, oog heeft voor deze problematiek.

 

Een op de drie kinderen heeft overgewicht en de sportdeelname is lager dan gemiddeld in Amsterdam. Stimuleren van een gezonde leefstijl en toeleiden naar bestaand sport- en beweegaanbod blijft dus hard nodig, evenals voorlichting over gezonde voeding.

De bekendheid met de sportcontributieregeling voor bestaand sportaanbod kan beter.

 

Het aantal kinderen dat ondersteuning krijgt bij een Ouder- en Kindteam is hoger dan gemiddeld. Er zijn relatief veel jongeren met depressieklachten.

Professionals zien een toename in middelengebruik, specifiek alcohol en drugs, onder jongeren, met name bij jongens. Bij meiden uit de psychosociale problematiek zich in bijvoorbeeld eetstoornissen. In kwetsbare gezinnen nemen kinderen vaker een grote verantwoordelijkheid op zich, bijvoorbeeld in de vorm van mantelzorg.

Een op de tien volwassenen heeft ernstige psychische klachten. Dit was voor corona. De verwachting is dat dit aantal het afgelopen jaar is toegenomen. Dat vraagt extra aandacht voor opvoedingsondersteuning en voor signalering en toeleiding naar passende hulpverlening van kinderen, jongeren en volwassenen.

 

Huiselijk geweld en kindermishandeling kan ernstige gevolgen hebben voor het psychische welbevinden van mensen (waar onder ouderen en mantelzorgers). In Bos en Lommer zijn er meer meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling dan elders in de stad. Van onze partners verwachten wij alertheid, kennis van de sociale kaart en adequaat handelen bij dit type problematiek.

 

Stadsdeel WestBos en Lommer

3.1.4 Dit gebied in cijfers

 

Basisgegevens

Inwoners

36.020

Jeugd (0-17)

5.970

Jeugd (18-26)

5.616

Volwassenen (27-65)

21.680

Ouderen (66+)

2.754

 

 

0-17 jaar

Meest kwetsbaar

Sloterdijk

<10

Landlust

240 (8%)

Erasmuspark

40 (5%)

De Kolenkit

195 (9%)

18-26 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Sloterdijk

15 (3%)

<5

Landlust

105 (4%)

6 (0,3%)

Erasmuspark

15 (2%)

5 (0,6%)

De Kolenkit

95 (5%)

16 (0,9%)

27-65 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Sloterdijk

55 (13%)

<5

Landlust

1.720 (15%)

153 (1,3%)

Erasmuspark

285 (8%)

27 (0,7%)

De Kolenkit

1.080 (19%)

77 (1,3%)

66+ jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Sloterdijk

<10

<5

Landlust

500 (34%)

7 (0,5%)

Erasmuspark

165 (37%)

<5

De Kolenkit

380 (47%)

17 (0,8%)

 

Achtergrondinformatie cijfers

Algemeen:

  • Het Basis Bestand Gebieden Amsterdam (BBGA) is de basis voor de meeste gegevens. Voor een aantal onderdelen is de meeste recente BBGA van 2021 de bron. In sommige gevallen is echter nog de BBGA van 2020 gebruikt. De reden hiervoor is dat de nieuwe gebiedsindeling en de toevoeging van Weesp nog niet geheel zijn verwerkt in de BBGA. De verschillen geven helaas her en der ‘haken en ogen’ en hoe kleiner de schaal hoe meer kans op differentiatie.

  • Het onderdeel Zorg in Natura/Persoonsgebonden Budget (ZIN/PGB) is veranderd naar ‘Jeugdzorg: jeugdvoorziening voor jeugd van 0 tot 18 jaar’. En daarmee verandert ook de samenstelling van het cijfer. Voorheen was zogenaamde hoog- en enkelvoudig specialistische zorg samengevoegd. Nu gaat het alleen om enkelvoudige jeugdhulp.

  • Schuldhulpverlening (SHV): in deze cijfers is een groot verschil te zien ten opzichte van vorig jaar. Hiervoor zijn drie oorzaken aan te wijzen. Ten eerste spelen ook hier de wijzigingen in de gebiedsindelingen een rol. Ten tweede gaat de schuldhulpverlening voortaan via de buurteams en kan er hierbij ook nog sprake zijn van andere partners. Een dergelijke wisseling in partners die trajecten uitvoeren geeft vaak een daling in aantal cliënten te zien. Tot slot zijn de cijfers van schuldhulpverlening een momentopname, van wie er op dat moment in traject is. Hoe kleiner de schaal hoe meer kans op schommelingen.

  • Zoals hieronder duidelijk wordt komen de cijfers uit ver- schillende bronnen, ook uit verschillende jaren. De percentages zijn ook niet allemaal gerelateerd aan de absolute aantallen in de toegevoegde, meest recente, basisgegevens. Ze kunnen ook berekend zijn op de basisgegevens van een jaar eerder.

Basisgegevens: geeft het totaal aantal inwoners van het gebied en de verdeling in de leeftijdsgroepen van 0 tot 17 jaar, van 18 tot 26 jaar, van 27 tot 65 jaar en van 66 jaar en ouder. De bron hierbij is BBGA 2021.

 

Meest kwetsbaar Jeugd: geeft het aantal inwoners van 0 tot 26 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020).

Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 0 tot 26 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid (van de ouders). Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Volwassenen: geeft het aantal inwoners van 27 tot 65 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 27 tot 65 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020).

Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Ouderen: geeft het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Ouder- en Kindteam (OKT): geeft het aantal kinderen van 0 tot 18-jaar die gebruik maken van jeugdhulp door het Ouder- en Kindteam. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. De absolute cijfers zijn een schatting.

 

Jeugdzorg: jeugdvoorziening: geeft het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar met enkelvoudige jeugdhulp weer. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. Maar deze absolute cijfers zijn een schatting.

 

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO): geeft het aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die gebruik maken van hulp in het huishouden, ambulante ondersteuning en dagbesteding per gebied (2020). Het aandeel wordt afgezet tegen aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het gebied en Amsterdam. Let op: het gaat niet om unieke gebruikers; dubbelingen zijn dus mogelijk. De bron is de GGU van 2022 – deze cijfers zijn dus gelijk aan die van vorig jaar.

 

Schuldhulpverlening (SHV): Aandeel lopende dossiers voor reguliere schuldhulpverlening onder de bevolking tussen van respectievelijk 18 tot 26 jaar, van 27 tot 66 jaar en van 66 jaar en ouder. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van de vergelijkbare leeftijdsgroepen in het betreffende gebied en Amsterdam. De peildatum is mei 2022. Indien lager dan 5 dan is het niet meegenomen in wijk.

 

3.2 Oud-West, De Baarsjes

3.2.1 Over dit gebied

In Oud-West, De Baarsjes wonen bijna 74.000 mensen, waarvan de helft hoogopgeleid. Het is het dichtstbevolkte gebied van Nederland. Deze bevolkingsdichtheid zet de leefbaarheid soms onder druk. Het gebied heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen.

De woningkwaliteit en financiële draagkracht zijn er toegenomen. Het voorzieningenniveau is goed.

Maar er is ook hardnekkige sociale achterstand, stapeling van problematiek en langdurige (verborgen) armoede, met name in de Van Galenbuurt en daarbinnen vooral in de Jan Maijenbuurt, de Van Lennepbuurt met daarin de Borgerbuurt en op de Hoofdweg en omgeving, vooral rond het Balboaplein/Columbusplein. De focusopgave ‘Gebiedsgerichte aanpak inclusie en verbinding’ in het gebiedsplan richt zich op de bestrijding van deze armoede.

 

In de Borgerbuurt, de Jan Maijenbuurt en rondom het Balboaplein/Columbusplein groeit een kwart van de jeugd op in armoede. Het aandeel kwetsbare kinderen en jongeren is fors toegenomen. Kinderen hebben hier een minder gunstige startpositie in hun schoolcarrière. De focusopgave ‘Vergroten perspectief kwetsbare jongeren’ in het gebiedsplan richt zich op het bereiken van deze jongeren en het vergroten van hun toekomstperspectief.

 

Ruim een op de tien bewoners is ouder dan 65 jaar. Dit is niet hoog ten opzichte van het stedelijke gemiddelde. Maar dit aantal stijgt gestaag, ook doordat ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Ook het aantal ouderen met dementie neemt toe. De behoefte aan laagdrempelige voorzieningen in de buurt op het gebied van zorg en welzijn is dan ook toegenomen.

 

Het verbinden van oude en nieuwe bewoners (waaronder statushouders en vluchtelingen) is onderdeel van de opgave.

3.2.2 Opgaven kansengelijkheid

In de Van Galenbuurt, de Van Lennepbuurt en op de Hoofdweg en omgeving moet een op de vijf huishoudens rondkomen van een minimuminkomen. Langdurige armoede heeft effect op alle levensterreinen. Kansen op werk en een goede toekomst nemen af, terwijl het risico op een slechte (psychosociale) gezondheid juist toeneemt. Armoede is een serieuze hindernis om te kunnen meedoen in de samenleving. In genoemde buurten wonen meer laaggeletterden. Ook zien we hier relatief veel bewoners die zich ernstig eenzaam voelen.

 

Enkele jaren geleden is in de Jan Maijenbuurt een gebiedsgerichte integrale armoedeaanpak ontwikkeld. In 2021 en 2022 is deze aanpak uitgebreid naar de Columbuspleinbuurt, de Borgerbuurt en de Kinkerbuurt.

In deze aanpak staat het bieden van perspectief aan de mensen in armoede centraal. Bijvoorbeeld door het wegnemen van drempels die veroorzaakt worden door schaamte.

 

In heel Oud-West, De Baarsjes worden bewoners beter bereikt en toegeleid naar passende hulpverlening als de formele en informele netwerken goed met elkaar samen werken. Daarnaast worden de armoederegelingen meer onder de aandacht gebracht en is er oog voor mensen met een achtergrond in de geestelijke gezondheids- zorg en/of licht verstandelijke beperking. Meer digitale vaardigheden en een betere taalbeheersing vergroten de kans op werk en op deelname aan de samenleving. Ook voor ouderen zijn digitale vaardigheden belangrijk om mee te kunnen blijven doen.

 

Het aandeel kwetsbare kinderen en jongeren is de laatste jaren toegenomen. In de Van Galenbuurt en de Van Lennepbuurt is het lastig om jongeren te bereiken, hun vertrouwen te winnen en hen toe te leiden naar activiteiten en voorzieningen. Voorzieningen waarin jongeren worden toegeleid naar school, stage en/of werk is tot 27 jaar. Professionals signaleren een toename van overlastgevend gedrag onder een steeds jongere groep.

Het aantal jeugdige verdachten is hoog. Extra aandacht moet uitgaan naar weerbaarheid, ook online en met name voor meiden. Voor de jeugdigen tot en met vijftien jaar is een breed programma van talentontwikkeling beschikbaar. De focus ligt op naschoolse activiteiten en mentoraattrajecten. De allerkleinsten worden toegeleid naar de spelinlopen en de voorscholen, om taalachterstand te voorkomen. Gezinnen met een opeenstapeling van problemen verdienen extra aandacht.

Een belangrijke opgave in Oud-West, De Baarsjes is het versterken van onderling begrip en verdraagzaamheid, en het bevorderen van inclusie. Dit kan onder meer door activiteiten te organiseren die voor verschillende bewonersgroepen aantrekkelijk en toegankelijk zijn.

Monumenten of symbolen in de openbare ruimte zoals het standbeeld van Jacoba van Tongeren of de regen- boogbank op het Mercatorplein kunnen als aanknopingspunt worden gebruikt voor inclusieve bijeenkomsten of herdenkingen.

3.2.3 Opgaven preventieve gezondheid

Bewoners in dit gebied ervaren een goede gezondheid in vergelijking met de rest van de Amsterdammers.

Maar ze scoren minder goed op het gebied van leefstijl. Ruim een op de vijf bewoners is een zware of overmatige drinker, een derde van de volwassenen rookt en het cannabisgebruik is hoog. Toeleiding naar bestaand sport- en beweegaanbod, gezondheidsvoorlichting en voorlichting over gezonde voeding verdient specifieke aandacht. De bekendheid met de sportcontributieregeling kan beter.

 

Zorg en ondersteuning voor ouderen en hun mantelzorgers is een van de belangrijkste opgaven in dit gebied. Doordat ouderen langer zelfstandig thuis wonen, hebben zij behoefte aan (zorg)voorzieningen en ontmoetingsmogelijkheden in de buurt. Voor mantelzorgers zijn ondersteunende voorzieningen nodig zodat ze niet overbelast raken. Vooral migrantenouderen en hun mantelzorgers maken te weinig gebruik van de voorzieningen. Er is een nauwe samenwerking nodig tussen formele en informele organisaties om het gebruik van voorzieningen meer te stimuleren.

 

Kwetsbare ouderen wonen met name in de Hoofdwegbuurt en omgeving, de Van Galenbuurt, de Chassébuurt en de Van Lennepbuurt. Daar is behoefte aan het versterken van de informele netwerken en ondersteuning van ouderen bij het zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dit uit zich onder andere in het opdoen en vergroten van digitale vaardigheden.

Interventies die leiden tot een dementievriendelijke buurt blijven van belang. Buurten zijn dementievriendelijk als er laagdrempelige plekken zijn waar buurtbewoners terecht kunnen voor activiteiten. Daarnaast heeft iedereen die in een wijk woont en werkt oog voor deze problematiek.

 

Professionals signaleren een brede toename van psychosociale problematiek, met name bij de jeugd. Bij jongens uit dit zich veelal in probleemgedrag en middelengebruik, bij meiden in depressie en eetstoornissen. Extra aandacht is nodig voor interventies die deze problematiek voorkomen en bespreekbaar maken.

 

Huiselijk geweld en kindermishandeling kan ernstige gevolgen hebben voor het psychische welbevinden van mensen (waar onder ouderen en mantelzorgers). Van onze partners verwachten wij alertheid, kennis van de sociale kaart en adequaat handelen bij dit type problematiek.

 

Stadsdeel WestOud-West, De Baarsjes

3.2.4 Dit gebied in cijfers

 

Basisgegevens

Inwoners

70.657

Jeugd (0-17)

9.028

Jeugd (18-26)

10.350

Volwassenen (27-65)

44.233

Ouderen (66+)

7.046

 

0-17 jaar

Meest kwetsbaar

Da Costabuurt

<10

Kinkerbuurt

110 (14%)

Van Lennepbuurt

55 (7%)

Helmersbuurt

15 (1%)

Overtoomse Sluis

15 (2%)

Vondelbuurt

<10

Van Galenbuurt

60 (8%)

Hoofdweg e.o

100 (6,7%)

Westindische buurt

30 (3%)

Chassébuurt

65 (5,8%)

18-26 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Da Costabuurt

15 (2,6%)

<5

Kinkerbuurt

40 (4,4%)

7 (0,8%)

Van Lennepbuurt

35 (3,9%)

10 (1,1%)

Helmersbuurt

30 (3,0%)

11 (1,1%)

Overtoomse Sluis

30 (2,8%)

<5

Vondelbuurt

<10

<5

Van Galenbuurt

40 (5,1%)

140 (11,0%)

Hoofdweg e.o

45 (3,2%)

16 (1,1%)

Westindische buurt

20 (1,9%)

7 (0,7%)

Chassébuurt

35 (3,9%)

13 (1,5%)

27-65 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Da Costabuurt

215 (7,2%)

41 (1,4%)

Kinkerbuurt

645 (14,9%)

123 (2,7%)

Van Lennepbuurt

580 (13,1%)

88 (2,0%)

Helmersbuurt

285 (6,1%)

32 (0,7%)

Overtoomse Sluis

350 (6,7%)

41 (0,8%)

Vondelbuurt

65 (6,5%)

6 (0,6%)

Van Galenbuurt

570 (15,9%)

486 (9,1%)

Hoofdweg e.o

890 (13,5%)

167 (2,5%)

Westindische buurt

305 (7,0%)

62 (1,4%)

Chassébuurt

510 (13,8%)

67 (1,8%)

66+ jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Da Costabuurt

110 (20,5%)

5 (0,9%)

Kinkerbuurt

115 (23,6%)

5 (1,0%)

Van Lennepbuurt

300 (33,3%)

9 (0,9%)

Helmersbuurt

145 (18,8%)

<5

Overtoomse Sluis

115 (17,8%)

<5

Vondelbuurt

85 (26,5%)

<5

Van Galenbuurt

175 (36,2%)

14 (2,7%)

Hoofdweg e.o

360 (40,0%)

13 (1,4%)

Westindische buurt

125 (23,0%)

<5

Chassébuurt

175 (35,9%

<5

 

Achtergrondinformatie cijfers

Speciaal voor dit gebied:

  • In de Jan van Galenstraat is er een heel groot aantal postadressen, die de gegevens van dit gebied beïnvloeden.

  • In de basisgegevens en de kwetsbaarheidscores op gebiedsniveau zijn deze postadressen eruit gehaald. In de kwetsbaarheids- cijfers op wijkniveau is dat niet gebeurd. In de gegevens van schuldhulpverlening zitten zowel op gebieds- als op wijkniveau de postadressen wel in.

Algemeen:

  • Het Basis Bestand Gebieden Amsterdam (BBGA) is de basis voor de meeste gegevens. Voor een aantal onderdelen is de meeste recente BBGA van 2021 de bron. In sommige gevallen is echter nog de BBGA van 2020 gebruikt. De reden hiervoor is dat de nieuwe gebiedsindeling en de toevoeging van Weesp nog niet geheel zijn verwerkt in de BBGA. De verschillen geven helaas her en der ‘haken en ogen’ en hoe kleiner de schaal hoe meer kans op differentiatie.

  • Het onderdeel Zorg in Natura/Persoonsgebonden Budget (ZIN/PGB) is veranderd naar ‘Jeugdzorg: jeugdvoorziening voor jeugd van 0 tot 18 jaar’. En daarmee verandert ook de samenstelling van het cijfer. Voorheen was zogenaamde hoog- en enkelvoudig specialistische zorg samengevoegd. Nu gaat het alleen om enkelvoudige jeugdhulp.

  • Schuldhulpverlening (SHV): in deze cijfers is een groot verschil te zien ten opzichte van vorig jaar. Hiervoor zijn drie oorzaken aan te wijzen. Ten eerste spelen ook hier de wijzigingen in de gebiedsindelingen een rol. Ten tweede gaat de schuldhulpverlening voortaan via de buurteams en kan er hierbij ook nog sprake zijn van andere partners. Een dergelijke wisseling in partners die trajecten uitvoeren geeft vaak een daling in aantal cliënten te zien. Tot slot zijn de cijfers van schuldhulpverlening een momentopname, van wie er op dat moment in traject is. Hoe kleiner de schaal hoe meer kans op schommelingen.

  • Zoals hieronder duidelijk wordt komen de cijfers uit ver- schillende bronnen, ook uit verschillende jaren. De percentages zijn ook niet allemaal gerelateerd aan de absolute aantallen in de toegevoegde, meest recente, basisgegevens. Ze kunnen ook berekend zijn op de basisgegevens van een jaar eerder.

Basisgegevens: geeft het totaal aantal inwoners van het gebied en de verdeling in de leeftijdsgroepen van 0 tot 17 jaar, van 18 tot 26 jaar, van 27 tot 65 jaar en van 66 jaar en ouder. De bron hierbij is BBGA 2021.

 

Meest kwetsbaar Jeugd: geeft het aantal inwoners van 0 tot 26 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020).

Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 0 tot 26 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid (van de ouders). Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Volwassenen: geeft het aantal inwoners van 27 tot 65 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 27 tot 65 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020).

Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Ouderen: geeft het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Ouder- en Kindteam (OKT): geeft het aantal kinderen van 0 tot 18-jaar die gebruik maken van jeugdhulp door het Ouder- en Kindteam. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. De absolute cijfers zijn een schatting.

 

Jeugdzorg: jeugdvoorziening: geeft het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar met enkelvoudige jeugdhulp weer. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. Maar deze absolute cijfers zijn een schatting.

 

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO): geeft het aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die gebruik maken van hulp in het huishouden, ambulante ondersteuning en dagbesteding per gebied (2020). Het aandeel wordt afgezet tegen aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het gebied en Amsterdam. Let op: het gaat niet om unieke gebruikers; dubbelingen zijn dus mogelijk. De bron is de GGU van 2022 – deze cijfers zijn dus gelijk aan die van vorig jaar.

 

Schuldhulpverlening (SHV): Aandeel lopende dossiers voor reguliere schuldhulpverlening onder de bevolking tussen van respectievelijk 18 tot 26 jaar, van 27 tot 66 jaar en van 66 jaar en ouder. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van de vergelijkbare leeftijdsgroepen in het betreffende gebied en Amsterdam. De peildatum is mei 2022. Indien lager dan 5 dan is het niet meegenomen in wijk.

 

3.3 Westerpark

3.3.1 Over dit gebied

In Westerpark wonen 39.000 mensen. De helft is hoog- opgeleid. Een op de vijf huishoudens heeft thuiswonende kinderen. Westerpark is een populair woongebied met het gelijknamige park als groen en cultureel hart. Het merendeel van de bewoners waardeert hun leefomgeving positief, voelt zich gezond en doet mee aan de samenleving. Westerpark is gegroeid door de nieuwbouw in de Houthavens.

 

In de Spaarndammerbuurt/Zeeheldenbuurt en de Staatsliedenbuurt woont een groot aantal bewoners dat te maken heeft met een stapeling van problematiek.

Zij zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering of moeten langdurig rondkomen van een minimuminkomen. De kinderen in deze gezinnen groeien veelal op in achterstand. Dit blijkt onder andere uit het hoge aan- tal voorschoolindicaties in de Staatsliedenbuurt. Een van de focusopgaven in het gebiedsplan Westerpark is ‘Gebiedsgerichte aanpak inclusie en verbinding’. Deze richt zich in de Staatsliedenbuurt en de Spaarndammerbuurt/Zeeheldenbuurt met name op de bestrijding van armoede.

 

Ruim een op de tien inwoners van Westerpark is ouder dan 65 jaar. Dit is niet hoger dan gemiddeld in Amsterdam, maar dit aandeel zal gestaag toenemen. Ouderen in met name de Spaarndammerbuurt / Zeeheldenbuurt en de Frederik Hendrikbuurt zijn meer kwetsbaar in vergelijking met Amsterdam als geheel. Opvallend is dat de sociale cohesie groot is en bewoners steeds beter de weg weten naar informele ondersteuning. Mensen kijken eerst binnen hun eigen netwerk. Het vertrouwen in de formele instanties en overheid blijft daarentegen laag en mensen zoeken onvoldoende of laat naar professionele hulp en ondersteuning.

 

In en net buiten het gebied zijn relatief veel locaties aan- gewezen voor bijzondere opvang, waaronder de opvang voor statushouders in de Wormerveerstraat, opvang en dagbesteding voor dak en thuislozen, winteropvang en straks het AZC aan de Haparandaweg. Hierdoor neemt de concentratie van nieuwe en kwetsbare groepen en de druk op het gebied toe.

 

Het verbinden van oude en nieuwe bewoners (waar- onder vluchtelingen en statushouders) is onderdeel van de opgave.

3.3.2 Opgaven kansengelijkheid

Ruim een op de vijf inwoners van de Spaarndammerbuurt / Zeeheldenbuurt moet rondkomen van een minimuminkomen. Langdurige armoede heeft effect op alle levensterreinen. Kansen op werk en een goede toekomst nemen af, terwijl het risico op een slechte (psychosociale) gezondheid juist toeneemt. Armoede is een serieuze hindernis om te kunnen mee- doen in de samenleving.

De integrale gebiedsgerichte armoedeaanpak in deze buurten dient te worden voortgezet. Hierin staat het bieden van perspectief aan deze mensen centraal.

Bijvoorbeeld door het wegnemen van drempels die veroorzaakt worden door schaamte.

 

In heel Westerpark worden bewoners beter bereikt en toegeleid naar passende hulpverlening als de formele en informele netwerken goed met elkaar samen werken. Daarnaast dienen de armoederegelingen meer bekendheid te krijgen en professionals meer oog te hebben voor mensen met een achtergrond in de geestelijke gezondheidszorg en/of een licht verstandelijke beperking.

 

Digitalisering heeft eveneens aandacht in dit gebied nodig. Digitale vaardigheden en beheersing van de Nederlandse taal vergroten de kans op werk en op deel- name aan de samenleving. Ook voor ouderen worden digitale vaardigheden steeds belangrijker om te kunnen blijven deelnemen aan de samenleving.

 

Het verbeteren van de kansengelijkheid onder kinderen en jongeren blijft een speerpunt. Lang niet alle jongeren tussen achttien en 23 jaar behalen een startkwalificatie. Sommige jongeren houden zich bezig met criminele activiteiten en de daders worden steeds jonger. Dit is zorgwekkend. Inzet op toeleiding naar school/opleiding, zinvolle vrijetijdsbesteding en onderwijsondersteunende voorzieningen zoals mentoraten is blijvend nodig.

 

Voor de jeugdigen tot en met vijftien jaar is er een breed programma van talentontwikkeling. De focus ligt op naschoolse activiteiten en mentoraattrajecten. De allerkleinsten worden toegeleid naar de spelinlopen en de voorscholen, om taalachterstand te voorkomen. Extra aandacht gaat uit naar weerbaarheid van jongeren in het algemeen en van meiden in het bijzonder met daarbij ook specifiek aandacht voor online weerbaarheid. Opvoedondersteuning aan ouders en het verbeteren van de taalvaardigheid blijft nodig.

 

Een belangrijke opgave is het versterken van onderling begrip en verdraagzaamheid en het bevorderen van inclusie van onder andere bewoners met een beperking. Activiteiten en evenementen dienen ook voor deze bewonersgroep goed toegankelijk te zijn. Er is ook aandacht nodig voor het verbinden van oude en nieuwe bewoners. Als buurtbewoners elkaar kennen en begrijpen, zien ze meer om naar elkaar en de buurt.

3.3.3 Opgaven preventieve gezondheid

Relatief veel bewoners hebben een slechte lichamelijke of geestelijke gezondheid. Een kwart van de volwassen rookt, een op de vijf is een zware of overmatige drinker en het cannabisgebruik is hoog. Toeleiding naar bestaand sport- en beweegaanbod, gezondheidsvoorlichting en voorlichting over gezonde voeding verdient specifieke aandacht. De bekendheid met de sportcontributieregeling voor bestaand sportaanbod kan beter.

 

Professionals signaleren een brede toename van psychosociale problematiek, met name bij de jeugd. Bij jongens vertaalt dit zich veelal in probleemgedrag en middelengebruik, bij meiden in depressie en eetstoornissen. Extra aandacht is nodig voor interventies die deze problematiek voorkomen en bespreekbaar maken.

 

Ouderen in Westerpark, de Houthavens uitgezonderd, zijn kwetsbaar op het gebied van inkomen, woonsituatie, opleiding en gezondheid. Zij hebben praktische en sociale ondersteuning nodig, dicht bij huis en laagdrempelig. Het streven blijft om een dementievriendelijke buurt te realiseren met daarin extra aandacht voor de mantelzorger. Buurten zijn dementievriendelijk als er laagdrempelige plekken zijn waar buurtbewoners terecht kunnen voor activiteiten. Bewoners worden beter bereikt en toegeleid naar passende hulpverlening als de formele en informele netwerken goed met elkaar samenwerken. Jongere ouderen worden gestimuleerd om een preventief steunnetwerk in de buurt op te bouwen, waarop ze op latere leeftijd kunnen rekenen. Door tijdig te investeren in een netwerk, kun je sociaal isolement op latere leeftijd voorkomen.

 

Huiselijk geweld en kindermishandeling kan ernstige gevolgen hebben voor het psychische welbevinden van mensen (waaronder ouderen en mantelzorgers). Van onze partners verwachten wij alertheid, kennis van de sociale kaart en adequaat handelen bij dit type problematiek.

 

Stadsdeel WestWesterpark

 

3.3.4 Dit gebied in cijfers

 

Basisgegevens

Inwoners

39.403

Jeugd (0-17)

5.272

Jeugd (18-26)

4.281

Volwassenen (27-65)

25.425

Ouderen (66+)

4.425

 

0-17 jaar

Meest kwetsbaar

Houthavens

<10

Spaarndammer- & Zeeheldenbuurt

150 (10%)

Staatsliedenbuurt

65 (4%)

Centrale Markt

<10

Frederik Hendrikbuurt

65 (7%)

18-26 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Houthavens

<10

<5

Spaarndammer- & Zeeheldenbuurt

70 (7%)

11 (1,1%)

Staatsliedenbuurt

60 (4%)

<5

Centrale Markt

<10

<5

Frederik Hendrikbuurt

30 (3%)

5 (0,5%)

27-65 jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Houthavens

65 (3%)

6 (0,3%)

Spaarndammer- & Zeeheldenbuurt

985 (14%)

119 (1,7%)

Staatsliedenbuurt

870 (10%)

62 (0,7%)

Centrale Markt

145 (9%)

12 (0,8%)

Frederik Hendrikbuurt

585 (11%)

43 (0,8%)

66+ jaar

Meest kwetsbaar

SHV

Houthavens

20 (9%)

<5

Spaarndammer- & Zeeheldenbuurt

475 (37%)

5 (0,4%)

Staatsliedenbuurt

330 (28%)

<5

Centrale Markt

70 (28%)

<5

Frederik Hendrikbuurt

290 (32%)

<5

 

Achtergrondinformatie cijfers

Algemeen:

  • Het Basis Bestand Gebieden Amsterdam (BBGA) is de basis voor de meeste gegevens. Voor een aantal onderdelen is de meeste recente BBGA van 2021 de bron. In sommige gevallen is echter nog de BBGA van 2020 gebruikt. De reden hiervoor is dat de nieuwe gebiedsindeling en de toevoeging van Weesp nog niet geheel zijn verwerkt in de BBGA. De verschillen geven helaas her en der ‘haken en ogen’ en hoe kleiner de schaal hoe meer kans op differentiatie.

  • Het onderdeel Zorg in Natura/Persoonsgebonden Budget (ZIN/PGB) is veranderd naar ‘Jeugdzorg: jeugdvoorziening voor jeugd van 0 tot 18 jaar’. En daarmee verandert ook de samenstelling van het cijfer. Voorheen was zogenaamde hoog- en enkelvoudig specialistische zorg samengevoegd. Nu gaat het alleen om enkelvoudige jeugdhulp.

  • Schuldhulpverlening (SHV): in deze cijfers is een groot verschil te zien ten opzichte van vorig jaar. Hiervoor zijn drie oorzaken aan te wijzen. Ten eerste spelen ook hier de wijzigingen in de gebiedsindelingen een rol. Ten tweede gaat de schuldhulpverlening voortaan via de buurteams en kan er hierbij ook nog sprake zijn van andere partners. Een dergelijke wisseling in partners die trajecten uitvoeren geeft vaak een daling in aantal cliënten te zien. Tot slot zijn de cijfers van schuldhulpverlening een momentopname, van wie er op dat moment in traject is. Hoe kleiner de schaal hoe meer kans op schommelingen.

  • Zoals hieronder duidelijk wordt komen de cijfers uit ver- schillende bronnen, ook uit verschillende jaren. De percentages zijn ook niet allemaal gerelateerd aan de absolute aantallen in de toegevoegde, meest recente, basisgegevens. Ze kunnen ook berekend zijn op de basisgegevens van een jaar eerder.

Basisgegevens: geeft het totaal aantal inwoners van het gebied en de verdeling in de leeftijdsgroepen van 0 tot 17 jaar, van 18 tot 26 jaar, van 27 tot 65 jaar en van 66 jaar en ouder. De bron hierbij is BBGA 2021.

 

Meest kwetsbaar Jeugd: geeft het aantal inwoners van 0 tot 26 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020).

Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 0 tot 26 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid (van de ouders). Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Volwassenen: geeft het aantal inwoners van 27 tot 65 jaar die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 27 tot 65 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020).

Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Meest kwetsbaar Ouderen: geeft het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die als meest kwetsbaar worden aangeduid (2020). Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam als geheel (2020). Het gaat hier om kwetsbaarheid op het gebied van inkomen, werk, opleiding en gezondheid. Getallen lager dan 10 zijn niet meegenomen. Afgerond op 5-tallen. Bron is O&S 2020.

 

Ouder- en Kindteam (OKT): geeft het aantal kinderen van 0 tot 18-jaar die gebruik maken van jeugdhulp door het Ouder- en Kindteam. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. De absolute cijfers zijn een schatting.

 

Jeugdzorg: jeugdvoorziening: geeft het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar met enkelvoudige jeugdhulp weer. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van het totaal aantal kinderen van 0 tot 18 jaar in respectievelijk het betreffende gebied en Amsterdam. Bron is BBGA 2020. Maar deze absolute cijfers zijn een schatting.

 

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO): geeft het aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder die gebruik maken van hulp in het huishouden, ambulante ondersteuning en dagbesteding per gebied (2020). Het aandeel wordt afgezet tegen aantal inwoners van 18 tot 65 jaar en het aantal inwoners van 66 jaar en ouder in respectievelijk het gebied en Amsterdam. Let op: het gaat niet om unieke gebruikers; dubbelingen zijn dus mogelijk. De bron is de GGU van 2022 – deze cijfers zijn dus gelijk aan die van vorig jaar.

 

Schuldhulpverlening (SHV): Aandeel lopende dossiers voor reguliere schuldhulpverlening onder de bevolking tussen van respectievelijk 18 tot 26 jaar, van 27 tot 66 jaar en van 66 jaar en ouder. Het aandeel wordt afgezet ten opzichte van de vergelijkbare leeftijdsgroepen in het betreffende gebied en Amsterdam. De peildatum is mei 2022. Indien lager dan 5 dan is het niet meegenomen in wijk.

Gebiedsgerichte Uitwerking 2024 - Toelichting

In de Gebiedsgerichte Uitwerking is de sociale opgave in de gebieden vastgelegd.

Samen met het huidige beleidskader Samen Vooruit en de Subsidieregeling Sociale Basis Amsterdam 2024 vormt de Gebiedsgerichte Uitwerking het totaalpakket waaraan de gemeente een subsidieaanvraag toetst. En het is belangrijk dat uw subsidieaanvraag aansluit bij de opgaven in de gebieden.

 

De Gebiedsgerichte Uitwerking 2024 is gelijk aan de Gebiedsgerichte Uitwerking 2023.

Momenteel, juli 2023, wordt er binnen de Sociale basis in Amsterdam hard gewerkt aan een nieuw beleidskader. In april jl. is hiervoor een Hoofdlijnenbesluit Sociale Basis in de gemeenteraad vastgesteld.

Het nieuwe beleidskader gaat in met ingang van 2025. Het huidige beleidskader voor de Sociale basis ‘Samen Vooruit’ is hierom met een jaar verlengd tot en met 31 december 2024. De eerder vastgestelde collegeprioriteiten zijn eveneens verlengd tot en met 31 december 2024. ’Amsterdam Vitaal en Gezond’ en ‘Bouwen aan Kansengelijkheid’ zijn de kaders waarbinnen de opgaven geplaatst worden.

In het verlengde hiervan is er voor gekozen om de Gebiedsgerichte Uitwerking van 2023 niet aan te passen en ook te laten gelden tot en met 31 december 2024.

 

Met ingang van het nieuwe beleidskader, vanaf 2025, zullen we gaan werken met meerjarige opgaven. In het najaar van 2023 wordt gestart aan het opstellen en vastleggen van deze meerjarige opgaven. Partners en bewoners zijn essentieel in dit proces om de opgaven goed vorm te kunnen geven.

 

We willen hier benadrukken dat het belang van samenwerken tussen partners aan de opgaven in de gebieden groot blijft. Dit geldt niet alleen voor samenwerking binnen de Sociale basis maar ook met andere onderdelen van het sociaal domein zoals bewonersinitiatieven en de buurtteams en ouder- en kindteams.

 

Ook al is de Gebiedsgerichte Uitwerking voor 2024 niet anders dan voor 2023, zijn er wel enkele punten die afwijken of aanvullend zijn. Hieronder volgt een toelichting.

 

Maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de Sociale basis

Hoewel niet volledig worden hier enkele maatschappelijke ontwikkelingen benoemd die meer of minder de sociale opgave beïnvloeden.

Er is -nog steeds- meer mentale problematiek waaronder eenzaamheid dan vóór corona. Belangrijk om te benadrukken in dit verband is dat de mentale gezondheid van jongeren een toenemende opgave is.

De oorlog in Oekraïne duurt nog voort en heeft, direct of indirect, gevolgen onder meer op de kosten van levensonderhoud in het algemeen en die van energie in het bijzonder, en ook op het veiligheidsgevoel van mensen.

In heel Amsterdam neemt de problematiek waarmee ouderen te maken hebben toe. Er is een groeiende groep ouderen met een migratieachtergrond. Er zijn steeds meer zelfstandig wonende ouderen met dementie. En er zijn andere woonvraagstukken bij ouderen die vragen om passende ondersteuning. Ook is percentueel onder ouderen het aandeel minima het hoogst. Belangrijk is dat de verandering in de opgave goed in beeld is en dat ontmoeting en ondersteuning hierop blijft aansluiten.

 

Weesp

De opgaven in stadsgebied Weesp zijn in de Gebiedsgerichte Uitwerking van 2023 opgenomen. Daarin staat beschreven dat er in Weesp geen buurtteams zijn en dat het ouder- en kindteam een andere werkwijze heeft dan in de stadsdelen. Met ingang van 2024 komt er in Weesp een buurtteam en een ouder- en kindteam vergelijkbaar met de stadsdelen. De doorontwikkeling hiervan in samenhang met de Weesper Mop (Maatschappelijk ondersteuningspunt) zal in 2024 verder gestalte krijgen.

 

Flexibel Preventief Aanbod Jeugd (FPAJ)

Een wijziging die doorgevoerd wordt in 2024 is de overheveling van divers aanbod binnen het zogenaamd Flexibel Preventief Aanbod Jeugd (FPAJ) naar de Sociale basis. Dit bestaande aanbod sluit goed aan bij de opdracht van de Sociale basis. Een deel wordt al gefinancierd en uitgevoerd in de sociale basis. Het gaat om laagdrempelige, lichte vormen van hulp en ondersteuning voor jeugdigen en hun ouders gericht op het vergroten van zelfredzaamheid, ontplooiing en gelijke kansen voor de jeugd. Dit aanbod is voor iedereen toegankelijk, heeft een preventieve werking en biedt de mogelijkheid om op te schalen. Nieuw in de Sociale basis zijn activiteiten die ouderschap en opvoedvaardigheden van ouders versterken. Denk aan individueel advies op een veelheid van terreinen, bijvoorbeeld ontwikkelingsstimulering en praktische zaken omtrent opvoeden, bewegen en opgroeien.

 

Specifieke Uitkering (SPUK) in het kader van GALA en IZA

In september 2022 is het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afgesloten gevolgd in januari 2023 door het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Hierin hebben gemeenten, zorgverzekeraars en verschillende zorgpartijen afspraken gemaakt over te bereiken gezondheidsdoelen en het toekomstbestendig maken van het stelsel van zorg en welzijn.

Hoofddoelen van het IZA zijn het verbeteren van de gezondheid en het afremmen van de toenemende vraag naar zorg. Het GALA bouwt voort op bestaand preventiebeleid door onder meer de uitvoering te versterken op het gebied van gezondheid, sport en bewegen en een stevige sociale basis.

Het gaat daarbij om meer aandacht voor de volgende specifieke thema’s

  • Gemeente en zorgverzekeraar gaan intensiever samenwerken op vijf ketenaanpakken:

    • o

      Valpreventie bij ouderen

    • o

      Welzijn op recept

    • o

      Aanpak overgewicht bij kinderen

    • o

      Gecombineerde leefstijlinterventie bij volwassenen

    • o

      Kansrijke start

  • Een gezonde fysieke leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten

  • Het versterken van (de verbinding met) de Sociale basis

  • Een gezonde leefstijl

  • Versterking van de mentale weerbaarheid en mentale gezondheid

  • Vitaal ouder worden

De Amsterdamse ambitie is echter groter. We richten ons op de ambitie van 10 gezonde levensjaren erbij en gelijke kansen om veerkrachtig en gezond op te groeien en in goede gezondheid ouder te worden. In de subsidieregeling 2024 is een toelichting op SPUK GALA / IZA opgenomen.