Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

Beleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023
CiteertitelBeleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Cranendonck 2022

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-08-2023nieuwe regeling

25-07-2023

gmb-2023-343722

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023

De burgemeester van de gemeente Cranendonck,

 

Gelet op mijn bevoegdheid in artikel 2:80 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cranendonck 2022 tot oplegging van een last onder bestuursdwang om een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf geheel of gedeeltelijk sluiten indien de openbare orde dit naar mijn oordeel vereist:

 

Gelet op de noodzaak om tegen verstoring van de openbare orde op te treden:

 

Besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023

Bevoegdheid

De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, geheel of gedeeltelijk sluiten.

 

De bevoegdheid om een gebouw te sluiten is ingrijpend en daarom een uiterst middel. Waar mogelijk moeten eerst andere mogelijkheden worden overwogen en (eventueel) toegepast worden om de strafbare feiten en/of zware overlast te beëindigen. Pas al dat niet mogelijk is of onvoldoende resultaat oplevert kan tot sluiting worden overgegaan.

 

Doelstellingen

Het doel van de sluiting is het herstel en de bescherming van de openbare orde, veiligheid of gezondheid door het weren en terugdringen van gedragingen of strafbare feiten in en vanuit voor het publiek openstaande gebouwen, alsmede het beëindigen van aanhoudende en ontoelaatbare overlast die niet met andere middelen afdoende kan worden bestreden.

 

Daarnaast is het doel van de sluiting, naast het wegnemen van het gevaar voor de openbare orde, ook om de loop van en naar een gebouw voor criminele activiteiten (en het faciliteren daarvan) eraf te halen. De naamsbekendheid van een gebouw voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. Door middel van een sluiting kan dit worden bereikt, omdat de sluiting geen persoonsgerichte maatregel is, maar een pandgerichte maatregel.

 

Relatie met andere bevoegdheid tot sluiting

In situaties van een ordeverstoring die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, biedt artikel 174 van de Gemeentewet in eerste instantie uitkomst. Sluiting op grond van de Gemeentewet kan echter slechts voor een beperkte periode en bij (een dreiging van) ernstige verstoring van de openbare orde. Als langere sluiting is gewenst of wanneer sluiting op grond van de Gemeentewet niet mogelijk is, biedt artikel 2:80 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cranendonck 2022 hiertoe de bevoegdheid. Sluiting op deze grond is niet mogelijk voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in de Algemene Plaatselijke Verordening of in artikel 13b van de Opiumwet.

 

(Strafbare) gedragingen die de openbare orde aantasten

Onderstaande (strafbare) gedragingen worden aangemerkt als een verstoring van de openbare orde wanneer deze in of vanuit een voor publiek openstaand gebouw plaatsvinden:

  • -

    Aantreffen van (vuur)wapens in de zin van artikel 2 van de Wet wapens en munitie en waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend;

  • -

    Arbeidsuitbuiting;

  • -

    Faciliteren van strafbare activiteiten;

  • -

    Fraude;

  • -

    Geweldsincidenten;

  • -

    Handel in (vuur)wapens;

  • -

    Heling;

  • -

    Illegale gokactiviteiten;

  • -

    (de aanwezigheid van slachtoffers van) mensenhandel;

  • -

    Witwassen;

  • -

    Zedendelicten.

Deze lijst met (strafbare) gedragingen is niet limitatief opgesteld.

 

Ontoelaatbare overlast

Op grond van artikel 2:80 van de APV kunnen voor publiek openstaande gebouwen ook worden gesloten bij ontoelaatbare overlast. Deze overlast heeft tot gevolg dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het betreffende voor publiek openstaande gebouw te zwaar onder druk staat. Ontoelaatbare overlast moet los gezien worden van de effecten die redelijkerwijs van een voor publiek openstaand gebouw(en) mogen worden verwacht, zoals het geluid van het komen en gaan van bezoekers, al dan niet gebruik makend van (gemotoriseerde) vervoermiddelen. Met de aanwezigheid van bepaalde bedrijven is in planologisch opzicht al rekening gehouden. Daarnaast kunnen maatregelen worden opgenomen via het stellen van voorschriften in de vergunning voor het bedrijf op grond van milieuregelgeving dan wel regelgeving voor openbare inrichtingen (horeca).

 

Ontoelaatbare overlast is in veel gevallen afkomstig van komende en vertrekkende bezoekers. Voorbeelden van factoren bij ontoelaatbare overlast zijn o.a. het hard dichtslaan van portieren, geschreeuw, toeteren, wegscheurende gemotoriseerde voertuigen, geruzie, (licht) handgemeen. Daarnaast kan er sprake zijn van intimidatie van (de buurt)bewoners.

 

Bij meldingen van overlast is het van belang een zo goed mogelijk feitelijk beeld te hebben van de situatie en de gebeurtenissen. In geval van (klachten over) overlast moet het volgende in ieder geval duidelijk zijn:

  • -

    Er moet sprake zijn van effecten op de woon- en leefomgeving die – gelet op de situering van het voor publiek openstaande gebouw en het karakter van de omgeving – inderdaad als ontoelaatbaar kunnen worden gekwalificeerd;

  • -

    De overlast moet structureel zijn. Het gaat hier niet om incidentele gevallen van overlast;

  • -

    De overlast moet te herleiden zijn tot het gebouw of bedrijf waarop de klachtenbetrekking hebben en;

  • -

    Het moet gaan om 'objectiveerbare' overlast op basis meldingen, bevindingen en/of eventuele metingen.

Risico-indicatoren

Bij de afweging van de belangen tegenover de ernst van de situatie, zijn onderstaande risico-indicatoren van belang. De lijst met risico-indicatoren bepaalt de ernst van de situatie en is niet limitatief opgesteld. In de belangenafweging wordt rekening gehouden met alle omstandigheden van het specifieke geval. Ook op basis van een enkele hieronder genoemde risico-indicator kan sprake zijn van een voldoende ernstige situatie om direct over te gaan tot sluiting.

 

Indicatoren:

  • -

    De hoeveelheid van aangetroffen goederen, die vatbaar zijn voor inbeslagname, volgens het Wetboek van Strafvordering;

  • -

    Er is sprake van een samenhang van (strafbare) gedragingen in relatie met het voor publiek openstaande gebouw;

  • -

    De mate waarin het voor publiek openstaande gebouw betrokken is bij, dan wel bekend staat als pand waar, criminele handelingen plaatsvinden of een ontmoetingsplek is van waaruit de ontoelaatbare overlast voortkomt. Hierbij kan worden gedacht aan (waarnemingen van) aanloop van personen die met (strafbare) gedragingen in verband kunnen worden gebracht;

  • -

    Er is een vermoeden dat de betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten (hierbij kan worden gedacht aan antecedenten in het kader van de Opiumwet of de Wet Wapens en Munitie, maar ook antecedenten op het gebied vermogensdelicten, van geweld jegens personen of zaken, zoals mishandeling en bedreiging;

  • -

    Aannemelijkheid dat het voor publiek openstaande gebouw niet overeenkomstig de gebruiksfunctie wordt gebruikt;

  • -

    Aannemelijkheid dat behalve het voor het publiek openstaande gebouw of het daarbij behorende erf nog een of meer locatie(s) betrokken is/zijn bij de (strafbare) gedragingen;

  • -

    Het voor publiek openstaande gebouw ligt in een kwetsbare woon- of leefomgeving;

  • -

    De mate van risico of gevaar voor het woon- of leefklimaat in de omgeving en/of voor omwonenden.

Duur van de sluiting

De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw en bijbehorend erf geheel of gedeeltelijk sluiten voor een bepaalde duur. Bij het bepalen van de sluitingsduur wordt onderscheid gemaakt tussen de sluiting als gevolg van strafbare activiteiten en de sluiting als gevolg van ontoelaatbare overlast.

 

Strafbare activiteiten

Indien sprake is van strafbare activiteiten, is de burgemeester bevoegd een voor het publiek openstaand gebouw en/of een bij dat gebouw behorend erf voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk te sluiten. Er zal geen waarschuwing worden afgegeven. De duur van de sluiting betreft zes maanden.

 

Ontoelaatbare overlast

Indien sprake is van ontoelaatbare overlast, kan de burgemeester een voor publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf geheel of gedeeltelijk sluiten voor een bepaalde duur. Er zal eerst een schriftelijke waarschuwing worden afgegeven met een termijn waarbinnen de ontoelaatbare overlast beëindigd moet worden. Als na deze termijn de ontoelaatbare overlast niet is beëindigd dan zal het voor het publiek openstaand gebouw worden gesloten voor de duur van drie maanden.

 

Herhaling van overtreding

In het geval van herhaling van een overtreding van het bepaalde in artikel 2:80 van de APV, binnen 5 jaar na de eerste overtreding, wordt de sluitingsduur ten aanzien van een voor het publiek openstaand gebouw en bijbehorend erf verdubbeld ten opzichte van de eerdere sluitingsduur.

 

Afwijkingsbevoegdheid

Op basis van de inherente afwijkingsbevoegdheid, zoals neergelegd in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), kan van dit beleid worden afgeweken. Hiertoe kan bijvoorbeeld aanleiding bestaan indien toepassing van het beleid voor een of meerdere belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

 

Feitelijke sluiting

Ingevolge artikel 5:21 van de Awb wordt onder een last onder bestuursdwang verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

  • a.

    een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en

  • b.

    de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

Ter uitvoering van deze beleidsregel betekent dit dat aan belanghebbende(n) een last wordt opgelegd om het gebouw, geheel of gedeeltelijk, binnen een gestelde begunstigingstermijn, zelf te ontruimen.

 

Begunstigingstermijn

De begunstigingstermijn is bedoeld om de belanghebbende(n) een termijn te geven waarbinnen zij zelf het gebouw kunnen ontruimen om kosten van de tenuitvoerlegging te voorkomen of te verminderen. Denk hierbij aan het verwijderen van eigendommen en het tijdig nemen van met aan de sluiting verbonden maatregelen, bijvoorbeeld het afsluiten van nutsvoorzieningen.

 

De begunstigingstermijn aan belanghebbende(n) betreft minimaal 48 uur en maximaal een week, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De begunstigingstermijn is bedoeld om de ontruiming uit te voeren. Indien de last niet of niet tijdig binnen de gestelde termijn wordt uitgevoerd, zal de burgemeester de last door feitelijk handelen ten uitvoer (laten) leggen.

 

Verzegeling

Na het verstrijken van deze begunstigingstermijn wordt door of namens de burgemeester gecontroleerd of het gebouw ontruimd is. Het gebouw dient door de belanghebbende(n) zelf gesloten te worden door een erkende slotenmaker, in het bijzijn van de toezichthouders van de gemeente Cranendonck.

De toezichthouders verzegelen hierna het gebouw. Hierdoor kan na de sluiting worden gecontroleerd of het gebouw al dan niet wordt betreden. Op de toegangsdeur van het gebouw wordt het sluitingsbesluit aangebracht. Het doorbreken van de zegels is strafbaar op grond van artikel 199 Wetboek van Strafrecht.

 

Kostenverhaal

Indien de belanghebbende(n) geen zorg draagt voor een erkende slotenmaker op het tijdstip van de sluiting, zullen de toezichthouders van de gemeente Cranendonck een erkende slotenmaker ter plaatse laten komen. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden op grond van artikel 5:25 van de Awb verhaald op de belanghebbende(n).

 

Spoedeisende situaties

Indien zich een spoedeisende situatie voordoet, kan de burgemeester op grond van art. 5:31 van de Awb besluiten bestuursdwang toe te passen zonder voorafgaande last. Het bevel van de burgemeester kan mondeling worden bekendgemaakt en wordt daarna zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd. Deze maatregel is bedoeld om bij zeer ernstige gevallen direct de openbare orde en veiligheid te herstellen.

 

Zienswijze

Voorafgaand aan het besluit tot sluiting, wordt een voornemen tot sluiting kenbaar gemaakt. Hiertegen kan een zienswijze worden ingediend door de belanghebbende(n). Dit in het kader van een zorgvuldige belangenafweging in de zin van artikel 4:8 Awb. Deze zienswijze dient schriftelijk te worden ingediend.

 

Na de indiening van een zienswijze worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en deze beleidsregel. Vervolgens neemt de burgemeester een besluit. Het besluit wordt bekend gemaakt aan de belanghebbende(n).

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Indien de belanghebbende(n) zich niet kan/kunnen verenigen met het besluit van de burgemeester, dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt. Bezwaar schorst de werking van het besluit niet. Hiervoor zal een verzoek moeten worden ingediend bij de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen hangende de behandeling van het bezwaar.

 

Pandgerichte maatregel

Met de sluiting van een voor publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorende erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, is sprake van een pandgerichte maatregel en geen persoonsgerichte maatregel. Dit betekent dat een eventuele overdracht van het gebouw of de komst van nieuwe huurders, niet van invloed is op het besluit tot sluiting. Het gebouw blijft gesloten.

 

Registratie Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)

Een besluit tot toepassing van bestuursdwang op grond van artikel 2:80 van de APV is een beperkingsbesluit dat valt onder de ‘Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken’. Het besluit wordt dan ook opgenomen in de landelijke voorziening die op deze wet is gebaseerd. Wanneer de sluiting wordt opgeheven of wanneer de sluitingstermijn afloopt, wordt dit aangepast in het WKBP-register.

 

Nazorgtraject

Voor de afloop van de sluitingstermijn vindt in overleg met de belanghebbende(n) een overdracht van het gebouw plaats. De toezichthouders van de gemeente Cranendonck zullen aanwezig zijn bij de overdracht van de sleutels. Indien sprake is van ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde, dan komt het gebouw in aanmerking voor een verlenging van de duur van de sluiting. De belanghebbende(n) wordt bij mogelijke verlenging opnieuw gehoord. Een andere mogelijkheid betreft het opleggen van een preventieve last onder dwangsom indien sprake is van een gerechtvaardigde vrees op herhaling.

 

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

 

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel sluiting voor het publiek openstaande gebouwen gemeente Cranendonck 2023”.

Aldus vastgesteld op 25 juli 2023.

De burgemeester van de gemeente Cranendonck,

F.A.P. van Kessel