Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordelijk Belastingkantoor

Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordelijk Belastingkantoor
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingAanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor
CiteertitelAanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor van 8 februari 2021.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken
  2. artikel 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken
  3. artikel 232, vierde lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 124, vijfde lid, van de Waterschapswet
  5. artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  6. artikel 49 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  7. artikel 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  8. artikel 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  9. artikel 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  10. artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  11. artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  12. artikel 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  13. artikel 58 van de Invorderingswet 1990
  14. artikel 60 van de Invorderingswet 1990
  15. artikel 63a van de Invorderingswet 1990
  16. Gemeenschappelijke Regeling Noordelijk Belastingkantoor
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-08-2023nieuwe regeling

24-07-2023

bgr-2023-814

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor

HET BESTUUR VAN HET NOORDELIJK BELASTINGKANTOOR;

 

Gelet op de artikelen 1, tweede lid, en 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken; artikel 232, vierde lid, van de Gemeentewet; artikel 124, vijfde lid, van de Waterschapswet; de artikelen 47, 49, 50, 51, 53a, 56, 63 en 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; de artikelen 58, 60 en 63a van de Invorderingswet 1990; de artikelen 14 tot en met 18 van de Gemeenschappelijke Regeling Noordelijk Belastingkantoor;

 

BESLUIT:

 

Het Aanwijzingsbesluit WOZ-ambtenaar, heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar, belastingambtenaren en belastingdeurwaarder vast te stellen.

Artikel 1  

  • 1.

    De directeur van het Noordelijk Belastingkantoor wordt aangewezen als de ambtenaar belast met de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken bedoeld in de artikelen 1, tweede lid, en 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ-ambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De directeur van het Noordelijk Belastingkantoor wordt aangewezen als de ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder a, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder a, van de Waterschapswet (heffingsambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

  • 3.

    De operationeel manager van het Noordelijk Belastingkantoor wordt aangewezen als de ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder b, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder b, van de Waterschapswet (invorderingsambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

  • 4.

    In aanvulling op lid 1 en 2 wordt, in geval van afwezigheid van de directeur, de operationeel manager van het Noordelijk Belastingkantoor als vervanger aangewezen.

  • 5.

    In aanvulling op lid 3 wordt, in geval van afwezigheid van de operationeel manager, de directeur van het Noordelijk Belastingkantoor als vervanger aangewezen.

Artikel 2  

Alle medewerkers van het Noordelijk Belastingkantoor worden aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder c, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder c, van de Waterschapswet (belastingambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

Artikel 3  

Alle medewerkers van het team Dwanginvordering van het Noordelijk Belastingkantoor worden aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder d, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder d, van de Waterschapswet (belastingdeurwaarder) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

Artikel 4  

  • 1.

    Indien en voor zover van belang en/of aan de orde, bekrachtigt het bestuur de besluiten van de in artikel 1, 2 en 3 bedoelde ambtenaren die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn genomen.

Artikel 5  

  • 1.

    Dit besluit vervangt het Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor van 8 februari 2021 met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 24-07-2023.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: “Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor”.

Aldus vastgesteld door het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor op 24-07-2023

Namens deze,

de voorzitter, J. Bartelds.

de secretaris, H. Julsing.