Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol actieve en passieve informatieplicht gemeente Tubbergen 2023 |
Citeertitel | Protocol actieve en passieve informatieplicht gemeente Tubbergen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Protocol Actieve Informatieplicht.
Deze regeling is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2023 | nieuwe regeling | 18-07-2023 | 826530 |
Paragraaf 1 Actieve informatieplicht
Artikel 1 Algemene uitgangspunten
Artikel 2 Actief informeren vooraf
Artikel 3 Actief informeren achteraf
Paragraaf 2 Passieve informatieplicht
Artikel 5 Passieve informatieplicht
De raad van de gemeente Tubbergen,
de Burgemeester in de gemeente Tubbergen;
gelet op het voorstel van het presidium van 4 juli 2023
gelet op het advies van de commissie Sociaal Domein en Bestuur van 11 juli 2023
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
vast te stellen het navolgende protocol:
Protocol actieve en passieve informatieplicht gemeente Tubbergen 2023
Artikel 1. Algemene uitgangspunten
Het college, elk collegelid afzonderlijk en de burgemeester geven de raad alle informatie die de raad voor de uitoefening van zijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taken nodig heeft. Deze informatie wordt in een zo vroeg mogelijk stadium gedurende het gehele beleids- en besluitvormingsproces op hoofdlijnen verstrekt, waarbij de raad zoveel mogelijk in staat wordt gesteld actueel op de informatie in te spelen.
Artikel 2. Actief informeren vooraf
Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, geen uitstel kan lijden, geeft het college en elk collegelid afzonderlijk in afwijking van het eerste en tweede lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.
Een besluit van het college tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Artikel 3. Actief informeren achteraf
Het college en de burgemeester informeren de raad zo spoedig mogelijk en in ieder geval niet later dan een week nadat het college c.q. de burgemeester een beslissing heeft genomen dan wel kennis heeft genomen van informatie ten aanzien van onderwerpen die vallen binnen de hierna te noemen criteria:
Het college, elk collegelid afzonderlijk en de burgemeester kunnen de raad via de volgende informatiemiddelen actief informeren
Artikel 5. Passieve informatieplicht
Het college, elk collegelid afzonderlijk en de burgemeester is verplicht om de door een of meer leden gevraagde informatie mondeling of schriftelijk te verstrekken aan de raad als geheel, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang. Daarbij wordt vermeld op basis van welke uitzonderingsgrond uit artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid de informatie niet verstrekt kan worden.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen [datum]
De secretaris
de voorzitter
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Tubbergen 18 juli 2023
de griffier,
de voorzitter,
Toelichting passieve informatieplicht
Artikel 5. Passieve informatieplicht
Dit artikel regelt het recht van leden van de raad om informatie te vragen aan het college, elk collegelid afzonderlijk en de burgemeester. Zij zijn verplicht om de gevraagde informatie te verstrekken, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang.
De vraag is, wat de inhoud, strekking en reikwijdte is van de term ‘strijd met het openbaar belang’.
De verschoningsgrond ‘strijd met het openbaar belang’ is in 1969 in de Gemeentewet geland. Aan de Tweede Kamer is toen duidelijk gemaakt dat een beroep op deze verschoningsgrond tot de hoge uitzonderingen moet blijven behoren. Het inroepen ervan kan plaatsvinden in (bijvoorbeeld) de volgende situaties:
Daarnaast heeft de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State in een uitspraak uit 2016 geoordeeld dat onder ‘openbaar belang’ onder omstandigheden ook de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan worden begrepen.
In artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Woo zijn soortgelijke gronden opgenomen. Daarom is in artikel 5 van dit protocol opgenomen dat het weigeren van informatie op grond van het criterium ‘strijd met het openbaar belang’ geschiedt onder vermelding van één van de weigeringsgronden uit de Woo.
Het politieke oordeel met betrekking tot de aanvaardbaarheid van het beroep op de verschoningsgrond ‘strijd met het openbaar belang’ berust uiteindelijk bij de raad. De raad zal moeten beoordelen of hij het beroep op de verschoningsgrond aanvaardt.
Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder d, e, f en g, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van deze persoonsgegevens of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;