Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Subsidieregeling Aangepast Sporten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Aangepast Sporten
CiteertitelSubsidieregeling Aangepast Sporten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Gehandicaptensport.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-08-2023nieuwe regeling

18-07-2023

gmb-2023-339079

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Aangepast Sporten

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel gelet op artikel van Artikel 160 lid 1 onder a en e van de Gemeentewet

 

besluit de subsidieregeling Aangepast Sporten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

  • b.

    Agenda sporten en bewegen: de agenda sporten en bewegen 2019-2022, die een aantal overkoepelende uitgangspunten op het gebied van sportstimulering verbindt en verenigt die zijn vastgesteld in het sportbeleid 2019-2022, het coalitieakkoord 2022-2026: ‘Amsterdams Akkoord’ en de sportvisie 2025 ‘De Sportieve Stad’;

  • c.

    Basiseisen sociale veiligheid: Vanaf 1 januari 2022 moeten alle sportclubs die een samenwerking/relatie met de gemeente Amsterdam hebben, voldoen aan de basisregels. De basiseisen zijn ingevoerd om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam

  • e.

    Mensen met een beperking: mensen met een lichamelijke, verstandelijke, visuele of auditieve beperking, met gedragsstoornissen en autisme;

  • f.

    Organisatie: een rechtspersoon die sport en beweegactiviteiten dan wel een sportevenement aanbiedt voor mensen met een beperking in Amsterdam, waarbij de activiteiten niet onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, of door zorgverzekeraar kunnen worden vergoed of gedekt

  • g.

    Sportclub: een rechtspersoon die structureel amateursport aanbiedt aan Amsterdamse burgers en/of waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Amsterdam of op een locatie die eigendom is van de gemeente Amsterdam en die is ingeschreven in de Kamer van Koophandel;

  • h.

    Sporten: sport en beweegactiviteiten die in de vrije tijd beoefend worden anders dan op medisch voorschrift of anderszins geïndiceerd zijn.

  • i.

    Subsidie: een eenmalige subsidie of periodieke subsidie.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op het beleidsterrein sport.

Het doel van deze subsidieregeling is de sport en beweegdeelname van mensen met een beperking te verhogen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en hoogte subsidie

  • 1.

    Het college kan een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van de volgende activiteiten:

    • a.

      Extra kosten die een sportclub maakt om aangepast sporten voor mensen met een beperking binnen hun club mogelijk te maken (waaronder meerkosten vervoer voor uitwedstrijden)

    • b.

      Sportstimuleringsactiviteiten als opstart voor duurzaam en structureel sport- en beweegaanbod gericht op zelfredzaamheid, ontplooiing en/of gelijke kansen van jeugd en/of volwassenen met een beperking.

  • 2.

    De maximale hoogte van de subsidie genoemd in het eerste lid onder a. bedraagt 5000 euro per boekjaar, waarbij voor vervoer het subsidiebedrag per uitwedstrijd maximaal 300 euro is, of in geval van vervoer van sporters met een hoge dwarslaesie per uitwedstrijd maximaal 700 euro.

  • 3.

    De maximale hoogte van de subsidie genoemd in het eerste lid onder b bedraagt 5000 euro.

  • 4.

    Het college kan een periodieke subsidie verlenen voor de volgende activiteiten:

    • a.

      Activiteiten op het gebied van de Amsterdamse ondersteuningsstructuur voor sporten en bewegen voor mensen met een beperking en het sport- en beweegaanbod, gericht op (waar mogelijk structureel en zelfstandig) sporten en bewegen van Amsterdammers met een beperking, met name jeugd op het speciaal onderwijs.

    • b.

      Sportstimuleringsactiviteiten ten behoeve van zelfredzaamheid, ontplooiing en gelijke kansen jeugd met een beperking.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking subsidieplafonds vast.

  • a.

    De activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a en b.

  • b.

    De activiteiten als bedoeld in artikel 4, vierde lid, onder a en b.

Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1.

    De aanvragen om eenmalige subsidie worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    De aanvragen voor periodieke subsidie die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op een prioriteitenlijst aan de hand van een puntentelling.

  • 3.

    De rangschikking wordt bepaald door het aantal punten dat wordt gehaald op basis van de onderstaande criteria. In totaal kunnen er 100 punten worden behaald.

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling – 20 punten

    • b.

      de mate waarin de activiteiten aansluiten bij de collegeprioriteiten voor de doelgroep mensen met een beperking – 20 punten

    • c.

      de mate waarin de organisatie in de aanvraag blijk geeft te beschikken over verbinding en aantoonbare samenwerking met partners rondom de opgave sport en beweegstimulering voor mensen met een beperking – 15 punten

    • d.

      de mate waarin blijk wordt gegeven van kennis en expertise met betrekking tot (het werken met) kwetsbare groepen in Amsterdam – 15 punten

    • e.

      gerichtheid op preventie, inclusie, cohesie en cultuursensitiviteit – 10 punten

    • f.

      de mate van continuïteit van dienstverlening aan de Amsterdammer – 10 punten

    • g.

      de prijs-kwaliteit verhouding – 10 punten

Artikel 7 De aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor de activiteiten in artikel 4, eerste lid onder a en b kunnen uitsluitend worden aangevraagd door een sportclub.

  • 2.

    Subsidie voor de activiteiten in artikel 4, vierde lid onder a en b kunnen uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

 

  • 1.

    Een activiteitenplan waarin per activiteit wordt aangegeven hoe de activiteit bijdraagt aan het doel van de regeling;

  • 2.

    Een sluitende begroting met inkomsten en kosten van de uitvoering van elke afzonderlijke activiteit;

  • 3.

    Voor de eenmalige subsidies moet uit de begroting blijken wat de extra kosten zijn ten opzichte van de kosten voor aanbod van sport voor niet mensen met een beperking;

  • 4.

    Voor activiteiten vervoerskosten artikel 4, lid 1a zijn de formats activiteitenplan en begroting “tegemoetkoming vervoerskosten naar uitwedstrijden” verplicht;

  • 5.

    Voor de periodieke subsidies in artikel 4, lid a en b is het format “Activiteitenplan buurtsportcoach” verplicht;

  • 6.

    Voor de periodieke subsidies artikel 4, lid a en b is de bijgeleverde begroting verplicht. Hierin staat duidelijk de 60% verplichte cofinanciering vermeld.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Aanvragen voor een eenmalige activiteit worden ingediend:

    • a.

      Een subsidieaanvraag voor een subsidie voor de activiteiten onder artikel 4 lid 1a wordt vóór 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het (boek)jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ingediend bij het college.

    • b.

      De activiteiten voor een subsidie voor de activiteiten onder artikel 4 lid 1b kunnen van 1 januari tot en met 1 november worden aangevraagd. De aanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Aanvragen om een periodieke subsidie dienen te worden ingediend voor 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de subsidieaanvraag niet uiterlijk op het daartoe vastgestelde tijdstip is ingediend

    • b.

      voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd geen gelden op de begroting zijn gereserveerd

    • c.

      Er bij het rangschikken op de prioriteitenlijst minder dan 70 punten zijn behaald op grond van de criteria uit artikel 6

    • d.

      Specifiek voor artikel 4, vierde lid, onder a en b: indien er aanspraak wordt gemaakt op gelden vanuit de Rijksregeling ‘Brede Regeling Combinatiefuncties’ voor de interventies sportloket, coördinatie speciaal onderwijs en sportzorgtraject en er niet wordt voldaan aan de verplichting van 60% cofinanciering.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

    • a.

      als de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden

    • b.

      naar het oordeel van het college sprake is van een activiteit waarin al op andere wijze wordt voorzien of waarvoor financiering op grond van een andere regeling is voorgeschreven of mogelijk is

    • c.

      naar het oordeel van het college in het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft al voldoende aanbod is dat in de vraag voorziet

    • d.

      uit het financieel jaarverslag blijkt dat de aanvrager de activiteiten zonder subsidie zelf kan bekostigen

Artikel 11 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    accommodaties waar publieksgerichte activiteiten plaatsvinden zijn goed bereikbaar, fysiek toegankelijk, bruikbaar en veilig voor de doelgroep waarvoor de activiteit georganiseerd wordt

  • b.

    de activiteit(en) vinden plaats in een gezonde omgeving, zodat de gezondheid van de deelnemers wordt beschermd en de deelnemers optimaal worden gefaciliteerd om gezond te leven

  • c.

    in communicatie over activiteiten dient er rekening te worden gehouden met Amsterdammers die laaggeletterd zijn of visuele of auditieve beperkingen hebben

  • d.

    professionals en vrijwilligers die rechtstreeks werken met jeugdigen, kwetsbare volwassenen, ouderen en/of Amsterdammers met regieverlies, zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag

  • e.

    Alle trainers en begeleiders ondertekenen de gedragscode sociale veiligheid

  • f.

    De sportclub heeft een vertrouwenspersoon (VCP) aangesteld en heeft dit bekend gemaakt onder haar leden.

Artikel 12 Verantwoording subsidies vanaf € 20.000

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

  • a.

    Een inhoudelijk verslag. In dit verslag wordt er gerapporteerd over:

    • a.

      de mate van realisatie van de gesubsidieerde activiteiten,

    • b.

      de effecten die daarmee zijn behaald,

  • b.

    Financiële verantwoording in dezelfde opbouw als begroting.

Artikel 13 Intrekking Subsidieregeling Gehandicaptensport en overgangsbepaling

De Subsidieregeling Gehandicaptensport wordt ingetrokken, met dien verstande dat:

  • a.

    Een aanvraag om verlening en vaststelling van subsidie op grond van artikel 4, eerste lid onder a en b op grond van de Subsidieregeling Gehandicaptensport waarop bij de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist wordt afgedaan volgens de bepalingen van de Subsidieregeling Gehandicaptensport, zoals die luidden op het tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling;

  • b.

    Een subsidie die is verleend op grond van de Subsidieregeling Gehandicaptensport wordt vastgesteld volgens de bepalingen van de Subsidieregeling Gehandicaptensport, zoals die luidden op het tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 14 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Aangepast Sporten

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 juli 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

De subsidieregeling Aangepast Sporten volgt de subsidieregeling Gehandicaptensport op. De belangrijkste wijzigingen in de subsidieregeling zijn:

  • Titel van de subsidieregeling wordt subsidieregeling Aangepast Sporten

  • De regeling is gestoeld op het huidige beleid (op het moment van publiceren)

  • Het toevoegen van twee periodieke subsidiabele activiteiten voor het versterken van de ondersteuningsstructuur aangepast sporten.

  • Hanteren van drie verschillende plafonds in de subsidieregeling, één voor de eenmalige subsidies en twee voor de periodieke subsidies.

De toelichting valt uiteen in twee delen:

 

In het Algemene deel van de Toelichting wordt ingegaan op:

 

  • de relatie met de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) alsmede

  • op het Aangepast Sporten beleid van de gemeente Amsterdam

Algemene toelichting

 

Relatie met de ASA

 

Het subsidierecht is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemeente Amsterdam heeft dit nader geregeld in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) waarin onder andere staat dat het college binnen de kaders van de gemeentebegroting nadere subsidieregelingen kan vaststellen.

 

De grondslag voor deze Subsidieregeling is derhalve gelegen in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.

 

In deze subsidieregeling worden bepalingen uit de ASA niet herhaald. Er wordt alleen aangegeven waar van de ASA wordt afgeweken of waar wordt aangevuld op hetgeen in de ASA is bepaald.

 

Aangepast Sporten beleid van de gemeente Amsterdam

Doelstellingen van de gemeente Amsterdam op Aangepast Sporten beleid.

 

Doelstellingen

De doelstellingen die de gemeente Amsterdam heeft met betrekking tot sport en bewegen voor mensen met een beperking zijn geformuleerd in de Sportvisie 2025, geconcretiseerd in de Agenda Sport & Bewegen 2019-2022.

 

Visie van de gemeente Amsterdam.

  • Amsterdam is een alom erkende sportstad die uitnodigt tot (sportief) bewegen door een beweegvriendelijke en- stimulerende inrichting van de openbare ruimte, een duurzame en toegankelijke sportinfrastructuur en een rijk en divers aanbod van sport en beweegactiviteiten voor alle Amsterdammers.

  • Mensen met een beperking moeten op dezelfde manier kunnen deelnemen aan de samenleving als mensen zonder beperking. Om ervoor te zorgen dat ook deze Amsterdammers kunnen sporten en bewegen nemen we belemmeringen weg.

Ambitie

  • Alle Amsterdammers met een beperking kunnen naar eigen behoefte, waar mogelijk, zelfstandig en structureel sporten en bewegen op een gelijkwaardige manier als Amsterdammers zonder beperking.

  • Voor het realiseren van deze ambitie ziet de gemeente zich gesteld voor het realiseren van een breed en divers sport en beweegaanbod.

  • De opgaven richten zich op de volgende onderdelen:

    • Voor Amsterdammers met een achterstand of beperking biedt het brede scala aan sportclubs een passend sport en beweegaanbod

    • Amsterdam zorgt samen met haar partners voor een structureel sport en beweegactiviteiten aanbod voor kinderen en volwassenen met een beperking

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3: doel subsidieregeling

Sport & bewegen van het Amsterdams akkoord, (coalitieakkoord 2022-2026).

De regeling draagt bij aan de volgende prioriteiten uit het coalitieakkoord:

  • Sport en beweegparticipatie voor alle Amsterdammers, ook voor mensen met een beperking

  • Gezondheidspreventie bij kinderen en jongeren met een beperking

En draagt bij aan drie specifieke thema’s:

  • Sportstimulering voor leerlingen in het speciaal onderwijs

  • Sportstimulering aan jeugd met een zorgvraag

  • Stimuleren van sport en bewegen voor mensen met een beperking

En daarbij dragen de activiteiten bij aan het doel om mensen met een beperking d.m.v. sport en beweegactiviteiten te ondersteunen bij het vergroten en verbeteren van hun fysieke en mentale gezondheid en hun positie in de samenleving.

 

Artikel 4: Subsidiabele activiteiten en hoogte subsidie

Het doel van deze subsidieregeling is om sportdeelname te verhogen, omdat de sportparticipatie van mensen met een beperking aanzienlijk lager is dan bij mensen zonder een beperking. Het doel van de gemeente Amsterdam is om de sportdeelname te verhogen.

 

Dit doel kan worden bereikt door sportclubs te ondersteunen die aangepast sporten aanbieden of willen aanbieden. Daarbij wordt voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 lid 1a een vergelijking gemaakt met de kosten die een sportclub met aanbod voor mensen met een beperking moet maken ten opzichte van een sportclub voor mensen zonder een beperking. Het gaat om de extra kosten en niet om het gehele aanbod te ondersteunen, vandaar het gemaximaliseerde bedrag van € 5.000 per aanbieder. Om beide mogelijk te maken, en jaarlijks een afweging te kunnen maken, betreft het een eenmalige subsidie. Voor sommige sportclubs geldt dat zij dit slechts 1 of 2 keer nodig hebben, voor andere aanbieders geldt dat ondersteuning meerdere jaren noodzakelijk of zelfs structureel nodig is.

 

Activiteiten die voor subsidie onder artikel 4 lid 1 aanmerking zouden kunnen komen zijn: het opleiden van trainers en bestuursleden, kostenvergoeding voor extra kosten voor vervoer naar uitwedstrijden, extra kosten voor bijvoorbeeld huur van een sportaccommodatie maar ook aanschaf van aangepaste sportmaterialen. Vervoer naar trainingen is de verantwoordelijkheid van de sporter zelf. Hier zijn andere regelingen voor, zowel via de gemeente Amsterdam als landelijk via Special Heroes. Voor bouwkundige aanpassingen zijn andere subsidiemogelijkheden bij de gemeente Amsterdam.

 

Voor uitwedstrijden moet inzichtelijk zijn het aantal uitwedstrijden voor het komende boekjaar alsmede een overzicht van het aantal uitwedstrijden van het vorige boekjaar met de daadwerkelijke kosten. Per uitwedstrijd is maximaal een bedrag van € 300 beschikbaar en voor uitwedstrijden van mensen met een hoge dwarslaesie is de maximale bijdrage voor sportclubs € 700. Uit de begroting moet blijken dat het vervoer niet volledig wordt gesubsidieerd maar dat ook andere inkomsten worden opgevoerd (bijvoorbeeld eigen bijdrage van deelnemers).

 

Anderzijds moet de sportparticipatie stijgen door het ondersteunen van periodieke activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4 a en b die zich richten op mensen met een beperking, voornamelijk jeugd. De activiteiten zijn ter voorkoming en vermindering van inactiviteit en uitsluiting bij jeugdigen en volwassenen met een beperking. En daarbij met name gericht vermindering van het tekort aan sport- en beweegparticipatie, vermindering van overgewicht, tegengaan van exclusie, terugdringen en/of vermindering van motorische achterstand, vergroten van zelfredzaamheid en inclusie en verminderen van mentaal disbalans.

 

Artikel 8: Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Het college heeft een aanvraagformulier vastgesteld. Deze moet volledig worden ingevuld en is onderdeel van de subsidieaanvraag.

 

Uit de begroting moet voor de activiteiten onder artikel 4 lid 1 duidelijk blijken dat het om meerkosten gaat, wat zijn de extra kosten die sportclubs maken ten opzichte van kosten die sportclubs maken voor mensen zonder beperking. Voor de vervoersregeling naar uitwedstrijden gelden de tarieven zoals vermeld in artikel 4 lid 1 en de daarbij behorende toelichting. Voor de overige kosten, zoals cursussen en huur, moeten de extra kosten inzichtelijk gemaakt worden. Uit de begroting moet ook blijken wat de bijdrage van derden (niet zijnde gemeente Amsterdam) is, en voor welke kosten de subsidie is bestemd.

 

Artikel 10: Aanvullende verplichtingen

Basiseisen sociale veiligheid

Vanaf 1 januari 2022 moeten alle sportclubs die een samenwerking/relatie met de gemeente Amsterdam hebben, voldoen aan de basisregels. De basiseisen zijn ingevoerd om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Het gebruik maken van een gemeentelijke subsidieregeling zoals deze regeling valt onder een samenwerking. Dat betekent dat een aanvrager moet voldoen aan de volgende basiseisen:

 

  • a.

    alle trainers en begeleiders die met jeugd tot en met 17 jaar of andere kwetsbare groepen werken, hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG);

  • b.

    alle trainers en begeleiders ondertekenen de gedragscode sociale veiligheid; en

  • c.

    de sportclub heeft een vertrouwenscontactpersoon (VCP) aangesteld en heeft deze bekend gemaakt onder haar leden.