Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Beleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023
CiteertitelBeleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet
  6. Algemene plaatselijke verordening gemeente Renkum 2020
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-07-2023Nieuwe regeling

21-02-2023

gmb-2023-337569

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023

De burgemeester van de gemeente Renkum;

 

gelet op:

- de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83;

- de Gemeentewet (Gemw), artikelen 125, derde lid, en 172, derde lid;

- de Algemene plaatselijke verordening (APV), artikel 2:57, en 2.59;

 

overwegende dat:

- meerdere bijt- en bijna bijtincidenten met honden in de gemeente hebben plaatsgevonden;

- dat het gewenst is om beleid vast te stellen over de uitleg van artikel 2.59 van de Algemene plaatselijke verordening;

 

gelezen het voorstel van 21 februari 2023.

 

Besluit vast te stellen het volgende ‘beleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023’:

 

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    Licht bijtincident: de situatie dat een hond een persoon, ander dier of voorwerp bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen.

  • b.

    Ernstig bijtincident: de situatie dat een bijtincident ernstige gevolgen heeft, hiervan is sprake als:

    • I.

      een persoon of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

    • II.

      een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon of ander dier;

    • III.

      meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een licht bijtincident plaatsvindt;

    • IV.

      een bijtincident door een hond dat vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden (gebaseerd op de RDA lijst) van het ministerie; of,

    • V.

      het bijtincident door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

  • c.

    Ernstig letsel: een persoon of ander dier noodzakelijke medische behandeling moet ondergaan als gevolg van een bijtincident.

  • d.

    Hinderlijke hond: een hond die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

  • e.

    Gevaarlijke hond: een hond die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

  • f.

    Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

  • g.

    Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen persoon of ander dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2 Hinderlijke hond

De burgemeester acht een hond hinderlijk als sprake is van een licht bijtincident. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven, kan de burgemeester een maatregel opleggen conform tabel I.

 

Tabel I

Licht bijtincident

waarschuwingsbrief met eventueel een aanlijn- en/of muilkorfgebod

Eerste overtreding

opleggen last onder dwangsom

Tweede t/m vijfde overtreding

verbeuren van de dwangsommen tot het maximum in artikel 6 lid 3

Zesde overtreding

artikel 6 lid 4 en verder

 

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk als sprake is van een ernstig bijtincident. Indien deze kwalificatie aan de hond wordt gegeven, kan de burgemeester een maatregel opleggen conform tabel II.

  • 2.

    Indien de hond om andere redenen door de burgemeester wordt aangemerkt als gevaarlijk, kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van de hond een maatregel opleggen die hij in de gegeven omstandigheden het meest passend acht. Hierbij kan aansluiting worden gezocht bij tabel II.

 

Tabel II

Ernstig bijtincident

opleggen aanlijn- en/of muilkorfgebod inclusief een last onder dwangsom

Eerste t/m vijfde overtreding

verbeuren van dwangsommen tot het maximum in artikel 6 lid 3

Zesde overtreding

artikel 6 lid 4 en verder

 

Artikel 4 Verlichtende en verzwarende omstandigheden

  • 1.

    Als een verlichtende- of verzwarende omstandigheid zich voordoet kan de burgemeester afwijken van de maatregelen zoals opgenomen in Tabel I en II.

  • 2.

    Redenen voor lichtere maatregelen kunnen onder meer zijn:

    • a.

      het gevolgd hebben van een cursus waardoor het gedrag van de hond is veranderd;

    • b.

      reeds maatregelen worden getroffen;

    • c.

      de reden van het bijtincident is gelegen in zelfverdediging van de hond.

  • 3.

    Redenen voor verzwarende maatregelen kunnen onder meer zijn:

    • a.

      als de eigenaar of houder het incident bagatelliseert;

    • b.

      als de eigenaar of houder de hond heeft aangezet tot bijten.

Artikel 5 Duur opgelegde maatregel

  • 1.

    Het aanlijn- en/of muilkorfgebod geldt zolang de hond in leven is.

  • 2.

    Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde sanctie worden opgeheven, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in artikel 6 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

Artikel 6 Overtreding aanlijn- en/of muilkorfgebod c.q. opleggen gedragstest

  • 1.

    Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod in artikelen 2 en 3 wordt op grond van artikel 2:59 juncto 6:1 van de APV, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten om aan de opgelegde maatregel een last onder dwangsom te verbinden.

  • 3.

    Indien de burgemeester besluit om aan de opgelegde maatregel een last onder dwangsom te verbinden, bedraagt de dwangsom € 1.000,- per geconstateerde overtreding met een maximum van € 5.000,-.

  • 4.

    Indien de eigenaar of houder van de hond het maximumbedrag aan dwangsommen heeft verbeurd, kan de burgemeester besluiten om de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 5.

    Indien de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel overtreedt en de hond als gevolg hiervan een nieuw bijtincident veroorzaakt, kan de burgemeester ook besluiten om, in plaats van aan de opgelegde maatregel een dwangsom te verbinden, de eigenaar of houder te vragen vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 6.

    Indien de burgemeester de eigenaar of houder van de hond heeft gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond en de eigenaar of houder te kennen heeft gegeven dit niet te willen, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van de hond door middel van toepassing van bestuursdwang.

  • 7.

    Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het zesde lid en de situatie hiertoe aanleiding geeft, kan de burgemeester ook besluiten tot onvrijwillige inbeslagname door middel van (zeer) spoedeisende bestuursdwang.

  • 8.

    Indien de burgemeester over gaat tot onvrijwillige inbeslagname van de hond als bedoeld in het zesde of zevende lid, wordt de hond onderworpen aan een gedragstest (risico-assessment). Dit risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 9.

    Indien uit het risico-assessment blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten niet kan worden voorkomen, wordt besloten de hond te laten euthanaseren door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 10.

    De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten inslapen komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

     

Artikel 7 Uitzonderingen

In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk van deze beleidsregels af te wijken. De burgemeester kan op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bevel geven direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond, indien er vrees is voor de verstoring van de openbare orde en de eigenaar of houder van de hond geen vrijwillige afstand doet. Ook kan er in geval van een ernstige situatie worden besloten de zienswijze termijn bij het voorgenomen besluit te verkorten.

Artikel 8 Hardheidsclausule

De burgemeester kan, in gevallen waarbij toepassing van deze beleidsregels gelet op het te beschermen belang leidt tot onevenredige gevolgen voor belanghebbenden, afwijken van hetgeen in deze beleidsregels is bepaald.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking op overheid.nl.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleidsregels bijtincidenten gemeente Renkum 2023’.

  •  

Aldus besloten op 21 februari 2023 te Oosterbeek.

Burgemeester voornoemd,

de burgemeester,

A.M.J. Schaap