Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loon op Zand

VTH – Jaarplan 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoon op Zand
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVTH – Jaarplan 2023
CiteertitelVTH – Jaarplan 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2023nieuwe regeling

28-02-2023

gmb-2023-336917

Tekst van de regeling

Intitulé

VTH – Jaarplan 2023

Voorwoord

De gemeente Loon op Zand wordt gevormd door de drie dorpen: Loon op Zand, Kaatsheuvel en De Moer. De dorpen en natuurlijk het uitgestrekte buitengebied van de gemeente kennen samen 23.777 inwoners. Gelegen in het hart van Brabant worden de dorpen omgeven door de mooie natuur, zoals bijvoorbeeld de Loonse en Drunense Duinen. Door de aanwezigheid van De Efteling bezoeken jaarlijks miljoenen mensen onze gemeente. Ondernemers in de dag- en verblijfsrecreatie zijn dan ook de grootste groep van werkgevers in onze gemeente. De ligging tussen twee grote logistieke gemeenten (Tilburg en Waalwijk) draagt bij aan het vergroten van het spanningsveld inzake zuinig ruimtegebruik.

 

Het bovenstaande maakt Loon op Zand een dorp met stadse problematieken en grote ambities. We werken aan dingen die er voor onze inwoners en onze ondernemers écht toe doen. Bij de uitvoering van landelijk beleid kiezen we voor een praktische en effectieve aanpak. Initiatieven vanuit onze samenleving ondersteunen we zonder ze helemaal over te nemen. Hiermee werken we al in de gedachte van de Omgevingswet.

 

Dit document draagt de titel ‘Evenwichtige toedeling van middelen’. Dit is natuurlijk een knipoog naar de nieuwe Omgevingswet die naar verwachting op 1 januari 2024 in werking zal treden. De inmiddels klassieke manier van bestemmingslegging in een bestemmingsplan wordt in deze wet verlaten en de gemeente krijgt de taak om ervoor te zorgen dat de regels in het omgevingsplan leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. In het VTH jaarplan bekijken we wat we het afgelopen jaar hebben gedaan en wat dat impliceert voor dit jaar. Daarnaast kijken we ook naar wat de ontwikkelingen in het vakgebied zijn, wat deze voor ons betekenen en welke prioriteiten we stellen. Aan de hand van al deze ontwikkelingen bepalen we waar we in 2023 onze middelen op in gaan zetten. In dit VTH-jaarplan zorgen we derhalve voor een evenwichtige toedeling van middelen aan onze werkzaamheden in 2023. Het VTH jaarplan 2023 is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 28 februari 2023.

 

1. Inleiding

 

Voor u ligt het derde integrale VTH-plan van de gemeente Loon op Zand. Dit VTH-plan integreert de beleidsnotitie, het uitvoeringsprogramma en het jaarverslag. In dit plan leest u daarom:

  • -

    Hoe wij in 2022 onze beschikbare middelen hebben ingezet en wat de resultaten daarvan zijn;

  • -

    Welke prioriteiten en doelen wij vaststellen voor 2023;

  • -

    En beschrijven we de strategieën om uitvoering te geven aan deze prioriteiten en doelen.

1.1 Wat is VTH?

VTH staat voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Binnen de gemeente Loon op Zand worden deze werkzaamheden uitgevoerd door drie verschillende afdelingen, te weten: Vergunningverlening, Toezicht en Veiligheid, Ruimtelijke Ontwikkeling en INFRA. In het kort bestaan deze werkzaamheden uit:

  • -

    het verlenen van vergunningen die gaan over de fysieke leefomgeving van onze gemeente, en

  • -

    het houden van toezicht op de regels, en het handhaven bij overtredingen.

Naast regelgeving uit de fysieke leefomgeving verlenen we ook vergunningen op grond van de Alcoholwet en de Algemeen Plaatselijke Verordening Loon op Zand. Bij de werkzaamheden hoort ook het ondersteunen van de burgemeester in haar bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid.

 

1.2 Hoe voeren we het VTH-plan uit?

In dit VTH-plan leggen we vast hoe wij onze beschikbare capaciteit en middelen inzetten om onze prioriteiten en doelen in 2023 te bereiken. Daarbij leggen we verantwoording af over hoe we onze middelen hebben ingezet in 2022 en welke resultaten dat opleverde. Deze verantwoording leggen we af aan het college van burgemeester en wethouders van onze gemeente.

 

1.3 Kunnen we dat alleen?

Het antwoord op deze vraag is: nee. De inhoud van ons werk wordt steeds ingewikkelder. We werken daarom steeds meer samen met anderen. Dit heeft verschillende redenen.

 

Ten eerste vergen bepaalde taken bijzondere kennis en capaciteit. Deze specialistische kennis (zoals bijvoorbeeld kennis op het gebied van geluid) hebben we meestal niet binnen onze eigen organisatie. Soms is het ook wettelijk bepaald dat bepaalde taken bij een partner liggen.

 

De tweede reden is dat door samenwerking meer resultaat behaald wordt. We stemmen daarom werkzaamheden af met partners. Met een andere uitvoering kunnen onze partners soms meer resultaat behalen en andersom geldt dit natuurlijk ook. We werken samen om onze doelen te bereiken.

 

Samenwerking is dus onmisbaar om meer resultaten te behalen. We onderscheiden hierbij interne en externe partners. Hoewel de VTH werkzaamheden primair binnen het fysieke domein worden uitgevoerd werken we op sommige onderwerpen nauw samen met onze collega’s uit het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld bij de aanpak van verwarde personen. Voor de aanpak van spookbewoning werken we samen met de afdeling Burgerzaken.

 

En we werken nauw samen met onze ketenpartners, zoals de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB), de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB) en de politie.

 

1.4 Leeswijzer

In dit jaarplan nemen wij u mee in de keuzes die we maken. Als eerste leest u wat wij we in 2022 gedaan hebben. In de hoofdstukken hierna beschrijven we achtereenvolgens de omgevingsanalyse, de probleem-analyse, de risico-analyse en de prioriteiten. In hoofdstuk 5 en 6 beschrijven we de strategieën respectievelijk de middelen die we hebben om onze doelen te bereiken. In hoofdstuk 7 schetsen wij het uitvoeringsprogramma. Als laatste leest u in hoofdstuk 8 hoe we deze cyclus monitoren en evalueren.

2. Wat deden we in 2022?

 

Het jaar 2022 begon nog in ‘corona-tijd’. Aan het begin van 2022 werden we nog geconfronteerd met een lockdown. Maar al snel zou duidelijk worden dat het jaar 2022 niet een typisch ‘coronajaar’ zou worden als de voorgaande twee jaar. Hoewel het begin van het jaar dus nog anders deed vermoeden, keerden we langzaam weer terug naar de ‘normale’ VTH werkzaamheden.

 

In 2022 zetten we de voorbereidingen op de inwerkingtreding van de Omgevingswet door. Dit deden we interdisciplinair en met de verschillende afdelingen gezamenlijk. Het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet zorgt ervoor dat we ons nog beter voor kunnen bereiden op de aanstaande wijzigingen van de wetgeving. Maar daar leest u verderop meer over.

 

Opvallend in 2022 was ook de toenemende krapte op de arbeidsmarkt. We merkten dat het lastig is om vacatures in te vullen. Deze krapte geldt voor het gehele fysieke domein. De reguliere werkzaamheden konden door inhuur van extern personeel en uitbesteding van werkzaamheden wel uitgevoerd worden. De krapte resulteert in hoge werkdruk en we zien dat dit wringt. Door de hoge werkdruk op het reguliere werk raken zaken zoals bijvoorbeeld de voorbereidingen op en implementatie op de Omgevingswet in het gedrang.

 

Hieronder beschrijven we per taakveld de belangrijkste conclusies uit 2022. Een cijfermatige analyse van 2022 treft u aan in bijlage 1.

 

2.1 Vergunningverlening

Het aantal vooroverleggen en aanvragen omgevingsvergunningen bleek nagenoeg gelijk met voorgaande jaren. Een uitzondering hierop vormde het aantal aanvragen omgevingsvergunning die voorbereid worden met de uitgebreide procedure. Dit zijn vergunningen waarin bijvoorbeeld een milieucomponent of een afwijking van het bestemmingsplan aanwezig is. Dit aantal steeg met bijna 60% van 7 naar 11 aanvragen. Dit kwam doordat er meer aanvragen waren met een of meerdere componenten: milieu, veranderen van een monumenten en/of brandveilig gebruik.

 

Opvallend, maar niet verrassend, was ook de toename van een aantal grote bouwprojecten. Dit waren plannen die gedurende de corona pandemie ‘on hold’ waren gezet door de initiatiefnemer. Dit betrof bijvoorbeeld enkele grote bouwprojecten in De Efteling, maar ook de aanleg van het 380 KV traject.

 

We zagen verder dat de kwaliteit van de aanvragen niet altijd even goed is. Dit is waarschijnlijk het gevolg van drukte en capaciteitsproblemen bij de adviesbureaus. In lijn met het werken onder de Omgevingswet proberen we steeds verder aan de voorkant van een aanvraag te komen. In overleg met de aanvrager proberen we vooraf al mogelijke obstakels weg te nemen. Zeker bij enkele grote aanvragen lukte het daardoor om de behandeling van de uiteindelijke aanvraag ruim binnen de daartoe gestelde termijnen en zonder de nodige opmerkingen te vergunnen.

 

Hoewel het uitgangspunt is dat we in overleg met de aanvrager altijd tot een gedragen aanvraag kunnen komen, ontkomen we er niet aan om soms ook vergunningen te weigeren. Dit jaar werden we verrast door een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over een vergunning die we weigerden voor de exploitatie van een hotel. Een volledige koerswijziging in de jurisprudentie zorgden ervoor dat we niet alleen in hoger beroep in het ongelijk werden gesteld, maar ook dat we [lees; heel Nederland] op een andere manier dergelijke aanvragen moeten gaan toetsen.

 

2.2 Toezicht

In de afgelopen jaren nam door corona het aantal controles af. De lockdowns en het afstand houden bemoeilijkten het toezicht. In 2022 zien we daardoor weer een toename van het aantal controles en zijn deze weer bijna op het niveau van voor corona.

 

De achterstand die we de afgelopen jaren opliepen, proberen we langzaam aan weer in te lopen. Dit geldt vooral voor de gereedmeldingen en de handhavingscontroles. In 2020 implementeerden we het werken vanuit de prioriteiten. In de coronatijd was dit lastig maar we zien dat dit nu wel houvast biedt bij de inhaalslag die we moeten maken.

 

In de samenwerking met onze partners uit de strafrechtketen zien we dat bij onze toezichthouders meer druk komt te liggen op zaken met betrekking tot ondermijning.

 

2.3 Handhaving

Sinds enkele jaren werken we met een duidelijke prioritering. Dit betekent dat we alleen zaken oppakken die prioriteit hebben. Dit doen we ook als er sprake is van een handhavingsverzoek ten aanzien van een overtreding die geen prioriteit heeft. Ondanks dat we dus gerichter te werk gaan is het aantal aanschrijvingen in 2022 aanzienlijk toegenomen. Het aantal aanschrijvingen nam aanzienlijk toe van 25 naar 43. Ook het aantal bezwaarschriften was hoog. Vorig jaar waren dit 30 bezwaarschriften. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van de normale trend waar we jaarlijks een tiental bezwaarschriften ontvingen.

 

In 2022 viel op dat er meer strijdige zaken achteraf gelegaliseerd konden worden. Dit is een constatering en geen gevolg van anders handelen. Wel een gevolg van anders handelen is dat we bij bezwaren tegen omgevingsvergunningen meer het gesprek aangaan met alle partijen om tot een oplossing te komen. We zagen dat dit in 2022 effect had.

 

Er lopen nog steeds een aantal handhavingszaken met grotere implicaties voor ons als gemeente. Dit zijn zaken waar veel juridische capaciteit voor nodig is en/of zaken welke een impact hebben op persoonlijke levenssfeer doordat er sprake is van bedreigende uitlatingen. De implicaties op het juridisch werk zijn hierdoor groot.

 

2.4 Conclusie 2022

Het jaar 2022 was een jaar dat, ondanks het feit dat we het jaar nog begonnen met een lockdown, al snel terugkeerde naar een ‘pre coronajaar’. We zagen dat het aantal aanvragen op peil blijft, maar dat de kwaliteit van de aanvragen hier en daar afneemt. Dit wordt waarschijnlijk ingegeven door drukte en capaciteitsproblemen bij de professionele aanvragers. We probeerden daarom, zeker bij de grotere aanvragen, meer aan de voorkant te sturen op kwaliteit van de aanvragen. Ook aan de achterkant probeerden we dit jaar bij te sturen door bij bezwaren ten aanzien van omgevingsvergunningen in overleg te treden met beide partijen en te komen tot een bevredigende oplossing voor beiden. Dit was in meerdere gevallen effectief.

 

We zagen we ook dat het bestuursrecht in beweging is. Helaas waren we in 2022 hiervan zelf het onderwerp van gesprek door het feit dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan de hand van een Loonse zaak een nieuwe jurisprudentielijn ontwikkelde ten aanzien van het begrip ‘slecht levensgedrag’.

3. Omgevingsanalyse

 

Omgevingsanalyse … wat is dat? In dit hoofdstuk gaan we in op de belangrijkste ontwikkelingen in onze omgeving en de doelen die wij onszelf – in samenspraak met onze inwoners – stellen. Hier houden we vooraf rekening mee. Jaarlijks brengen we deze in kaart en wegen wij deze mee bij het opstellen van onze prioriteiten.

 

3.1 De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De grootste vraag die nog steeds speelt: “Zijn wij op tijd klaar voor de Omgevingswet?”. De invloed van de Omgevingswet op het taakveld VTH is enorm. De huidige, grotendeels versnipperde regelgeving komt terecht in één wet. Dat de impact hiervan groot gaat zijn, is logisch. Maar wat betekent dit concreet? Kort gezegd betekent dit eigenlijk dat we helemaal opnieuw moeten beginnen.

 

Natuurlijk dwingt de wet ons om ons het nieuwe juridische kader eigen te maken. Maar daar blijft het niet bij. Onze processen moeten veranderen, de informatieverstrekking moeten we aanpassen en ook de manier waarop we communiceren naar en met onze inwoners en ondernemers moeten we aanpassen. Zoals we ook in hoofdstuk 1 al aangaven werken we veel samen met onze partners. Het aanpassen van processen betekent ook opnieuw elkaar vinden en nieuwe afspraken maken.

 

Kortom: een heel nieuwe manier van werken! Is de gemeente Loon op Zand daarvoor op tijd klaar? Die vraag kunnen we slechts gedeeltelijk beantwoorden. We werken toe naar de verwachte inwerkingtreding van de wet: 1 januari 2024. Of de wet dan ook werkelijk in werking treedt, is nog steeds een vraag maar vooralsnog gaan we wel van deze datum uit. We werken daarom toe naar deze datum. Technisch zijn we al klaar. Het nieuwe systeem is ingericht en vrijwel klaar voor gebruik.

 

Om deze uitdaging het hoofd te bieden stelden we een intern multidisciplinair team samen. In het bijzonder gaat de aandacht in 2023 uit naar de bruidsschat. Hoe gaan we hiermee om, welke keuzes maken we mede in relatie tot het Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

Met de Omgevingswet treedt ook de Wet kwaliteitsborging (Wkb) in werking. Deze wet zorgt voor een verandering van taken ten aanzien van vergunningverlening voor de activiteit bouwen en het toezicht daarop. De toetsing van de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht daarop gaat over van onze toezichthouder naar ‘private kwaliteitsborgers’. De Wkb treedt gefaseerd in werking. Eerst vallen de bouwwerken in de laagste risicoklasse onder werking van de Wkb. Daarna volgen waarschijnlijk nog meer risicoklasses. De voorbereiding op de Wkb is opgenomen in de voorbereiding op de Omgevingswet.

 

In ieder geval is duidelijk dat door de Wkb een aantal taken voor VTH veranderen. Dit betreft bijvoorbeeld de technische toetsing en een belangrijk deel van het bouwtoezicht. Zo moeten we vooraf toetsen of een private kwaliteitsborger gecertificeerd is en of de toegepaste werkmethode geschikt is. Kortom: in 2023 gaan we verder met de voorbereiding op de Omgevingswet en de Wkb.

 

3.2 Overig ontwikkelingen

Binnen het werkveld VTH is niet alleen de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen van belang. Diverse ontwikkelingen volgen elkaar snel op als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, wetgeving of jurisprudentie. Hieronder puntsgewijs een aantal aandachtpunten waar we in 2023 ons op zullen focussen.

 

Juridisering

Een tendens die we steeds vaker zien. Dossiers kunnen bijna niet meer afgehandeld worden zonder juridische bijstand.

 

We zien bij steeds meer onderwerpen terugkomen dat deze geregeerd worden door de afspraken die we maken. In een samenleving waar het vertrouwen in de overheid door allerlei omstandigheden daalt merken we dat de afspraken die we maken ook schriftelijk vastgelegd moeten worden. De jurisprudentie van de hoogste bestuursrechter laat dit ook duidelijk zien. De afgelopen jaren heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State diverse overzichtsuitspraken gedaan om overheden en burgers richting te geven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de toepassing van het evenredigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

 

De tendens van juridisering zal in 2023 voortzetten. Vorig jaar schreven we al dat de huidige juridische capaciteit in het fysieke domein knelt. Mede in het licht van inwerkingtreding van de Omgevingswet en de zwaardere juridische toetsing op diverse vlakken zal in 2023 verder gezocht moeten worden naar een oplossing voor dit (capaciteits-) probleem

Overlast

Ook een trend die we al langer zien en die steeds meer beslag legt op het gemeentelijk apparaat is de toename van de overlast op straat. Deze overlast wordt in hoofdzaak door twee overlastgever veroorzaakt, te weten: jongeren en verwarde personen. Deze overlast is een fenomeen dat elke inwoner raakt. We proberen deze samen met onze partners, zoals de politie en GGZ, het hoofd te bieden.

Duurzaamheid

Energietransitie, hittestress, klimaatakkoord! Zomaar enkele woorden die een trend voor de komende jaren weergeven. In de planontwikkeling en bij het bouwen hebben we oog voor de klimaatverandering. In de planvorming treffen we maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Bij het bouwen van huizen worden energiebeperkende maatregelen getroffen. Deze hebben uitwerking op de fysieke leefomgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld in de planvorming aan de realisatie van wadi’s als buffer voor extreme regenval, maar ook aan de allerlei voorzieningen zoals warmtepompen en zonnepanelen bij het bouwen.

 

Aan de andere kant zoeken we in 2023 ook nog naar een oplossing voor het stikstofprobleem. Als gemeente hebben we een pragmatische oplossing gevonden voor het bouwen van woningen. De verwachting is dat in 2023 meer bekend wordt over de landelijke richtlijn ten aanzien van stikstofemissie.

Huisvesting

Het woningtekort, de vluchtelingencrisis en een groeiende noodzaak voor woningen voor speciale doelgroepen, zoals statushouders, spoedzoekers en arbeidsmigranten. Ook in Loon op Zand hebben we te maken met een woningcrisis. In 2023 zal het realiseren van voldoende woningen en huisvesting voor speciale doelgroepen nog steeds een speerpunt zijn; zowel in de planvorming en bij vergunningverlening als in het veiligheidswerkveld.

 

De ogenschijnlijke tegenstelling met hetgeen hierboven is vermeld, is dat er nog steeds woningen leeg staan in onze gemeente. Ook in 2023 voeren we op deze woningen controles uit om bijvoorbeeld spookbewoning tegen te gaan.

Capaciteit

Hierboven kwam bij onder de juridisering al even ter sprake en ook in hoofdstuk 2 van dit VTH jaarplan spraken we erover: capaciteitsproblemen. Net als iedere andere gemeente en veel van de sectoren in Nederland kampt ook de gemeente Loon op Zand met capaciteitsproblemen. Goed gekwalificeerde professionals zijn lastig te vinden. Dit resulteert in verloop binnen het fysieke domein en vacatures die lastig in te vullen zijn. Naar verwachting zal dit in 2023 nog steeds een aandachtspunt blijven.

 

3.3 Aanstaande beleidswijzigingen

Naast het uitvoeren van onze dagelijkse werkzaamheden kijken we ook naar de wijze waarop we deze werkzaamheden uitvoeren. In sommige gevallen stelden we voor de uitvoering van deze taken, conform het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, beleidsregels op. In 2023 moeten een aantal beleidsdocumenten geactualiseerd worden. Dit geldt tenminste voor:

  • -

    Handboek Ruimtelijke Kwaliteit

  • -

    Evenementenbeleid

  • -

    Bibobbeleid

  • -

    Damoclesbeleid

  • -

    Beleid exploitatievergunningen

Een deel van deze werkzaamheden worden geborgd doordat deze in andere projecten vallen zoals bijvoorbeeld de voorbereiding op de Omgevingswet. Voor een ander deel zal gedurende het jaar een oplossing gevonden moeten worden.

 

3.4 Gemeentelijke visie

Niet alleen het beleidsveld is in ontwikkeling, ook als gemeente ontwikkelen we. Hiervoor stellen we ons zelf, in samenwerking met onze inwoners, doelen. Deze doelen komen tot uiting in de Toekomstagenda Loon op Zand 2030 “Samen de toekomst in” en natuurlijk in het coalitieakkoord 2022-2026 “Met lef, gefocust op u”. Hieronder werken we voor beide documenten kort de aandachtspunten voor VTH uit.

 

Toekomstagenda Loon op Zand 2030

De Toekomstagenda is in nauwe samenwerking met onze inwoners opgesteld. In vier hoofdthema’s is aangegeven waar we als gemeente in 2030 willen zijn. Om dit te kunnen realiseren moet ons beleid en onze organisatie hierop ingericht en toegerust zijn. Dit betekent dat we onze prioritering op het gebied van VTH ook daarop moeten richten. Hieronder volgt een beknopte beschrijving van het toekomstvenster van elk hoofdthema. Voor een verdere beschrijving verwijzen wij u naar de integrale tekst van de Toekomstagenda.

Coalitieakkoord

Na de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 ontstond er een nieuwe coalitie. Deze wordt gevormd door VVD, PRO3, CDA en VOORLOON. In het nieuwe coalitieakkoord “Met lef, gefocust op u” wordt vooruitgekeken naar de uitdagingen voor de periode tot 2026. De vensters uit de Toekomstagenda zijn terug te vinden in het coalitieakkoord. Wel wordt opgemerkt dat het venster Omgeving en het venster Economie in het coalitieakkoord een venster is geworden

 

In een schema zijn hieronder de belangrijkste punten voor VTH uitgewerkt.

 

Gemeenschappen

Omgeving

  • We borgen onafhankelijke bezwaarprocedures.

  • De huisvesting van arbeidsmigranten is een regionaal en een lokaal vraagstuk. Hierbij staan we open voor een locatie voor grotere aantallen arbeidsmigranten. 

  • Duurzaamheid is een speerpunt zodat we onze klimaatdoelen kunnen halen. Onze groene openbare ruimte is ons visitekaartje

  • We zetten in op duurzaam wonen, werken en recreëren. We bouwen door zodat we op termijn uitgroeien tot een gemeente met 25.000 inwoners.

 

Economie

Gemeenschap, bestuur en communicatie

  • Toerisme blijft de belangrijkste sector in onze gemeente en we staan dan ook open voor uitbreiding van het aantal verblijfsaccommodaties.

  • We strijden tegen ondermijnende criminaliteit.

  • Participatie is een wezenlijk onderdeel van het opstellen van beleidsplannen.

  • We verbeteren onze dienstverlening met een goede balans tussen persoonlijke aandacht en automatisering.

 

Conclusie

De Toekomstagenda en het coalitieakkoord vormen de basis van ons handelen als gemeente. De Toekomstagenda bepaalt waar wij als gemeente in 2030 willen staan en het coalitieakkoord bepaalt hoe wij in ieder geval tot 2026 invulling geven aan de doelen van de Toekomstagenda. Welke ruimtelijke afwegingen maken we bij een vergunning die wordt aangevraagd? Is dan het bestemmingsplan al in lijn met onze Toekomstagenda of hebben we op basis van de Toekomstagenda goede gronden om af te wijken? Hoe handelen we bij klachten of handhavingsverzoeken? Wordt het juridiseren of participeren? Vragen die de komende jaren vooral in de uitvoering van het beleid inzake de fysieke leefomgeving naar voren zullen komen. Onze VTH taken voeren we daarom uit in de gedachte van de vensters van de Toekomstagenda en het coalitieakkoord.

4. Probleemanalyse, risicoanalyse en prioriteiten

 

De wet VTH verplicht ons om een probleem- en risicoanalyse op te stellen. Een probleemanalyse geeft inzicht in de ontwikkelingen, problemen en risico’s in onze gemeente en de rol die VTH heeft in het beheersen en aanpakken hiervan. Als we de probleemanalyse duidelijk hebben dan kunnen we op basis hiervan onze prioriteiten bepalen. Schematisch ziet dit er zo uit.

In het vorige hoofdstuk gaven wij al onze omgevingsanalyse. Een risicoanalyse stelden we op aan de hand van de modelmatrix van het Centrum van Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Ambtelijk en bestuurlijk vulden we deze risicomatrix in. In het model (zie bijlage 2) bepalen we aan de hand van de kans dat een overtreding zal plaatsvinden én de gevolgen die dat met zich meebrengt waar onze prioriteiten moeten liggen. Hierdoor maken we verantwoorde keuzes. Zoals hierboven aangegeven vormen de omgevingsanalyse en de risicoanalyse gezamenlijk de probleemanalyse. Omdat we samen met onze inwoners doelen stelden waar we in 2030 als gemeente willen staan, wogen we de uitkomsten van de probleemanalyse aan de hand van de vier vensters (maatschappelijke opgaven) van de Toekomstagenda en het coalitieakkoord. Hierdoor bepaalden we onze prioriteiten voor 2023.

 

4.1 Wat zijn onze prioriteiten?

De algehele prioritering naar thema treft u aan in bijlage 3. Hieronder treft u per venster kort de belangrijkste drie prioriteiten voor VTH aan.

 

Gemeenschappen

In de fysieke leefomgeving zorgen we onder andere voor voldoende passende en betaalbare woningen te (laten) realiseren. De juiste doelgroep in de juiste woning!

 

De prioriteiten voor 2023 betreffen:

  • Kamergewijze verhuur en huisvesting van arbeidsmigranten

  • Nieuwbouw grondgebonden woningen

  • Gebouwen met een dagverblijffunctie voor meer dan 50 personen (café, theater, bioscoop, museum, scholen en sporthal)

Omgeving

In de fysieke leefomgeving zijn we altijd met de omgeving bezig. We dragen zorg voor een goede ruimtelijke ordening. We dragen hierbij zorg voor een duurzame ontwikkeling.

 

De prioriteiten voor 2023 betreffen:

  • Milieuovertredingen en overlast buiten een inrichting

  • Strijdig gebruik met ruimtelijke effecten (illegale bewoning, illegale reclame etc)

  • Slopen met asbest en slopen met vergunning

Economie

Een goed economisch klimaat draagt bij aan het leefbaar houden van onze kernen. Met recreatie als belangrijkste economische pilaar in onze gemeente is het zoeken naar de balans tussen deze economische ontwikkeling en bijvoorbeeld het behoud van natuur.

 

De prioriteiten voor 2023 betreffen:

  • Kampeerterreinen en vakantieparken

  • Leeftijdsgrenzen horeca en alcoholpreventie

  • Evenementen met vergunning

Gemeenschap, bestuur en communicatie

Samen ontwikkelen, samen bouwen aan een veilige, duurzame en evenwichtige fysieke leefomgeving. Samen betekent dat er geen plaats is voor asociaal en/of ondermijnend gedrag. Inwoners moeten zich conformeren naar de leefregels die de gemeenschap gezamenlijk stelt. Er moet sprake zijn van een gelijk speelveld.

 

De prioriteiten voor 2023 betreffen:

  • Drugs en drugsafval

  • Ondermijnende criminaliteit

  • Overlast leefbaarheid (onder andere verwarde personen, hangjongeren)

Ten aanzien van de ‘overlast leefbaarheid’ ligt de bestrijding hiervan ook bij de BOA’s. Aan de hand van een inwonerenquête polsten we in 2021 waar de inzet van BOA’s zich voornamelijk op moet richten. Op de top 5 van de reacties worden de BOA’s ingezet. Dit zijn:

  • 1.

    Te hard rijden

  • 2.

    Hondenpoep op de stoep, op straat of in de perken

  • 3.

    Fout geparkeerde auto’s

  • 4.

    Drugsgebruik en -handel op straat

  • 5.

    Rommel op straat.

Zowel bij vergunningverlening, toezicht als handhaving zetten we in op bovenstaande prioriteiten. Dit betekent dat we alleen optreden op deze prioriteiten. Wij verwijzen in deze ook naar onze handhavingsstrategie.

 

Volledigheidshalve delen wij u mede dat de prioritering op het gebied van milieu regionaal gebeurt en vastgelegd wordt in het Regionaal Uitvoeringskader. Wij verwijzen u naar bijlage 4 met de risicoanalyse en voor meer informatie naar het volledige document.

5. Strategie

 

In de vorige hoofdstukken stelden we onze risico-gestuurde prioriteiten vast. Dit zijn de prioriteiten op basis waarvan wij onze doelen kunnen halen. De volgende vraag is dan hoe we dit gaan doen? Welke strategie passen we hierbij toe? De strategie moet aan de hand van de beschikbare middelen de juiste weg wijzen om onze doelen te bereiken. In de uitvoering onderscheiden we zeven sub-strategieën.

 

5.1 Preventiestrategie

Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ trachten we als eerste te voorkomen dat inwoners of ondernemers overtredingen begaan. Het vergroten van kennis en inzicht bij deze groep is een manier om de naleving van regels te vergroten. In het gehele proces van vergunningverlening en toezicht zijn we actief betrokken en staan we naast onze inwoners en ondernemers. We lichten voor en waar mogelijk adviseren we om overtredingen te voorkomen.

 

5.2 Toetsingsstrategie

De toetsingsstrategie richt zich op hoe we vergunningaanvragen toetsen. In de risicoanalyse zijn verschillende activiteiten opgenomen die vergunningverlening betreffen. Het toetsingsniveau van de diverse activiteiten verschilt. Een aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakkapel toetsen we anders dan een aanvraag omgevingsvergunning voor het realiseren van een heel woonhuis. Uitgangspunt voor de differentiatie in de toetsing is dat risico’s beheersbaar en controleerbaar zijn. Daarom stelden we niveau vast en benoemden we aspecten waarop we vergunningaanvragen toetsen.In aanloop naar de inwerkingtreding van de Wkb kijken we in 2023 wat deze wet voor de manier van toetsing gaat betekenen.

 

5.3 Toezichtstrategie

Om te zien of onze preventie- en toetsingsstrategieën werken houden we toezicht. We houden niet alleen toezicht op vergunde activiteiten maar ook op vergunningvrije bouwwerken. In de analyse namen we daarom ook vergunningvrije activiteiten op en kenden we hier ook prioriteiten aan toe. De prioritering ten aanzien van alle activiteiten bepaalt hoe vaak we controleren of de diepgang van de controle. Onze toezichthouders voeren gedeeltelijk de controles zelfstandig uit. Denk hierbij bijvoorbeeld aan toezicht op bouwwerkzaamheden of bij controles op basis van het bestemmingsplan.

 

In paragraaf 1.3 merkten we al op dat een vereiste is om samen te werken met onze partners, zoals de OMWB, brandweer en politie. Met de OMWB maakten we in het “Werkprogramma 2023 Gemeente Loon op Zand” afspraken over het toezicht. Hierin wordt verdere invulling gegeven aan het Gemeenschappelijk Uitvoeringskader (GUK) door middel van een brancheaanpak. Voor 2023 betreffen dit met name het voortzetten van het toezicht op de branche metaal-elektrobedrijven. In 2021 en 2022 zijn al een groot deel van deze bedrijven in onze gemeente gecontroleerd. Dit wordt in 2023 voortgezet.

 

Het maken van afspraken met onze partners is cruciaal. Dit doen we vooraf, zoals hiervor beschreven ten aanzien van de OMWB. Maar op casusniveau betrekken we natuurlijk ook onze partners bij het uitvoeren van het toezicht op het moment dat dat noodzakelijk is. In deze samenwerking is er sprake van een wisselwerking waarbij we vooraf altijd bepalen wie het voortouw neemt bij een controle.

 

Voor een uitgebreide beschrijving van onze toezichtstrategie verwijzen wij naar bijlage 5.

 

5.4 Handhavingsstrategie

Bij dreiging van overtredingen binnen de prioriteiten treden we preventief op door middel van het gesprek en/of het opleggen van een preventieve bestuurlijke herstelmaatregel.

Als er een overtreding is, treden we op. In het bestuursrecht geldt dat ieder bestuursorgaan een beginselplicht tot handhaving heeft bij het constateren van een overtreding. Alleen in bijzondere omstandigheden mogen we daar van afwijken. In onze handhavingsstrategie hebben we vastgelegd op welk niveau en op welke manier we handhavend optreden. Onze handhavingsstrategie stellen we jaarlijks vast bij het vaststellen van dit VTH plan. Kort gezegd betekent dit dat we ons conformeren aan de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) die op 12 oktober 2022 bekend is gemaakt. Hierin is uitgewerkt welke basisaanpak (bestuursrecht en/of strafrecht) we kiezen bij het constateren van een overtreding. De interventiematrix van de LHSO vindt u in bijlage 6.

 

In het geval van milieuovertredingen is het strafrecht van toepassing en stellen we het Regionaal Milieu Team (RMT) op de hoogte van de overtreding. Bij overige overtredingen doet het gemeentebestuur aangifte bij de lokale basiseenheid. Zij zorgen voor afstemming met het Openbaar Ministerie.

 

Bij de aanpak van ondermijning werken we samen met onze veiligheidspartners zoals politie, Openbaar Ministerie en Belastingdienst. We hebben hierin een actieve rol. We treden samen op tegen onder andere hennepteelt, synthetische drugs en mensenhandel. Dit sluit ook aan bij de prioritering in het thema ‘Gemeenschap, Bestuur en Communicatie’. Hierin zijn drugs- en drugsafval en ondermijnende criminaliteit opgenomen als prioriteit.

Meer informatie leest u in bijlage 7.

 

Op het gebied van veiligheid werken we als gemeenten (Dongen, Gilze-Rijen, Waalwijk en Loon op Zand) nauw samen met het politieteam Langstraat. We streven gezamenlijk naar een gebied waar het veilig en aangenaam wonen, werken en recreëren is. We stelden daarom gezamenlijk veiligheidsbeleid op. In het ‘Integraal Veiligheidsbeleid 2023-2026’ maakten we keuzes over de prioriteiten en de inzet van middelen. Ook hier zien we dat, in lijn met de prioritering in dit VTH-jaarplan, overlast, jeugd en ondermijning tot de speerpunten behoren. Daarnaast zetten we vanuit het veiligheidsdomein in 2023 regionaal in op de aanpak van mensenhandel.

 

5.5 Sanctiestrategie

Als we handhaven dan dwingen we een overtreder om een overtreding te beëindigen. We leggen dan een sanctie op. De basis hiervoor ligt in de Algemene wet bestuursrecht. Bij het opleggen van een sanctie houden we rekening met de zwaarte van de overtreding en bepalen we welke termijn de overtreder krijgt om de overtreding alsnog te stoppen. Ook voor de sanctiestrategie maken we gebruik van de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht. Bij het opleggen van een last onder dwangsom is er vaak sprake van maatwerk. Voor zover dat mogelijk is, gebruiken we als leidraad voor het bepalen van de hoogte van een dwangsom en de begunstigingstermijn de “Leidraad handhavingssancties en begunstigingstermijnen 2021-01” van InfoMil.

 

5.6 Gedoogstrategie

Gedogen betekent het niet optreden tegen een overtreding. Onze stelregel is dat we niet gedogen. In de gevallen waarbij wij wel constateren dat er sprake is van een overtreding maar waarop op dat moment geen prioriteit ligt, kan er gesproken worden van passief gedogen. Op dat moment handhaven we namelijk bewust niet. Hoewel passief gedogen niet wenselijk is, is onze werkwijze dat we eerst onze handhavingscapaciteit aanwenden voor onze prioriteiten. Overtredingen die hierdoor ‘blijven liggen’ worden geregistreerd en op een later tijdstip alsnog geprioriteerd of worden opgenomen in nieuw ruimtelijk beleid.

 

5.7 Klachtenstrategie

Sinds 2022 zetten we actief in op het voorkomen van klachten. Op een informele manier gaan we het gesprek aan met inwoners over bepaalde ontwikkelingen. Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ kunnen we vooraf inwoners inlichten en waar mogelijk mee laten denken.

 

Toch kan het zijn dat inwoners of ondernemers niet tevreden zijn. Deze ontevredenheid kan geuit worden in een klacht. Een klacht kan allerlei oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld zijn door geluidsoverlast als gevolg van een evenement. In dat geval kan er een klacht worden ingediend. In 2021 schakelden we over op een nieuw systeem (Fixi) voor het melden, registreren en afhandelen van klachten. Hierdoor kunnen we nog beter inspelen op klachten die wij ontvangen.

 

Natuurlijk maakten we ook afspraken over de klachtafhandeling. Sommige klachten worden niet door ons behandeld maar door een partner. Geluidsoverlast wordt bijvoorbeeld gemeld bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Hiermee zorgen we dat we altijd (24/7) bereikbaar zijn voor klachten van inwoners op diverse gebieden.

 

Een klacht kan ook een verzoek tot handhaving betreffen. In dat geval is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Op basis van de gestelde prioriteiten handelen we de klacht af. In het geval van een lage prioriteit doen we er, conform de jurisprudentie op dit vlak, niets mee. Bij een hoge prioriteit controleren we daarentegen direct en handhaven we. Bij een officiële klacht nemen we altijd een besluit.

6. Organisatie en middelen

 

Voor het uitvoeren van de strategieën en het bereiken van doelen, zijn personele capaciteit en financiële middelen nodig. De eisen hiervoor zijn opgenomen in artikel 7.5 van het Besluit omgevingsrecht. De capaciteit en middelen zijn geborgd in de begroting. In dit hoofdstuk wordt hierop ingegaan.

 

6.1 Personele capaciteit

De VTH-taken zijn ondergebracht bij de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Veiligheid (VTV). Aansturing ligt bij het afdelingshoofd. Onder de afdeling vallen vier teams, te weten: vergunningverlening, toezicht, handhaving en integrale veiligheid en evenementen. De tabel geeft per team de personele invulling weer. Kolom 1 (in dienst) en kolom 2 (vacature) geven samen de formatie weer zoals deze opgenomen is in de begroting. De kolom ‘flex’ geeft aan wat er flexibel ingevuld wordt om de werkzaamheden uit te kunnen voeren. In de laatste kolom leest u of er sprake is van extra of een tekort aan capaciteit.

 

Beschikbare capaciteit (in FTE)

Formatie

In dienst

Vacature

Flex

Verschil

 

Algemeen

Afdelingshoofd

1

0

0

0

Beleidsmedewerker

0

1

0

-1

 

Vergunningverlening

Bouwen

2

0,86

1,30

+0,44

Overig

0

1

0,66

-0,34

Frontoffice & ondersteuning

0,61

0,66

0,66

0

 

Toezicht

Toezicht*

1

1

1,9

+0,9

Toezicht openbare ruimte (Boa)

-

-

1,65

0

 

Handhaving

Juridisch

0,89

2

1,55

-0,45

 

Integrale Veiligheid en Evenementen

Integrale Veiligheid

2

0,50

0

-0,50

Evenementen

1

0,50

0

-0,50

TOTAAL

8,50

7,52

* De achterstand in gereedmeldingen wordt door de inhuur van een student ingehaald.

 

Enkele zaken uit de tabel behoeven toelichting. Ten eerste moet de vacatureruimte opgedeeld worden in incidentele en structurele vacatureruimte. Beiden zijn ontstaan door het vertrek van ambtenaren, maar ten aanzien van de structurele vacatureruimte is de keuze gemaakt om deze (nog) niet in te vullen doordat om moverende redenen andere keuzes gemaakt zijn. Financiële beperkingen en het meermaals uitstellen van de implementatie van de Omgevingswet speelden hierbij een belangrijke rol. Het afgelopen jaar hebben we al een ontwikkeling ingezet om een deel van de opbrengst van de bouwleges in te zetten voor versterking van de formatie. Met de komst van de Omgevingswet ontstaan er naar onze mening mogelijkheden op gebied van organisatie, proces en financiën om keuzes te maken ten aanzien van de invulling van taken en de bijbehorende formatie.

 

Ten tweede merken we op dat we ten aanzien van vergunningverlening ‘bouwen’ extra capaciteit inhuren om de grotere projecten op te vangen. Voor de grotere projecten maakten we 1 vaste medewerker 16 uur per week (0,44 fte) vrij om vroeg in het project mogelijke problemen ten aanzien van vergunningverlening te signaleren. Dit betekent dat hij in de beginfase van het project al participeert in de gesprekken zodat gesignaleerde problemen op dat moment kunnen worden opgelost. De resultaten hiervan zijn bemoedigend. Zeker omdat dit ook de manier is waarop we straks onder de Omgevingswet moeten gaan werken.

 

Eerder gaven we al aan dat de krapte op de arbeidsmarkt zorgwekkend is. Dit zien we ook terug in de invulling van de formatie. Voor bijna de helft van de formatie bestaat vacatureruimte. Gelukkig kan op dit moment deze ruimte grotendeels wel ingevuld worden door capaciteit in te huren, maar dit brengt wel onzekerheid met zich mee. Wetende dat de krapte op de arbeidsmarkt nog zal voortduren, moeten we in 2023 verder op zoek naar manieren om de continuïteit van de uitvoering van de taken te kunnen waarborgen.

 

6.2 Uitbesteden

De vele voornoemde VTH-taken voert de afdeling VTV in samenwerking met de afdelingen RO en INFRA uit. Echter, specifieke uitvoeringstaken worden op basis van gemeenschappelijke regelingen door anderen uitgevoerd. Die taken besteden we dan dus uit. Dit gebeurt deels uit verplichting zoals bij de basistaken van de OMWB. Maar dit kan ook een eigen keuze betreffen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij de verzoektaken voor de OMWB. De uitbesteding c.q. deelname aan gemeenschappelijke regelingen kosten geld. De hieraan verbonden uitgaven zijn opgenomen in de begroting. In de volgende paragrafen beschrijven we aan welke partners taken zijn uitbesteed en hoeveel middelen we daarvoor in de begroting gereserveerd hebben.

 

6.2.1 Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Veel van de gemeentelijke taken op het gebied van milieu zijn uitbesteed aan de OMWB. Het gaat dan om advisering over en uitvoering van taken zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving. De inzet van de OMWB is geregeld in een Dienstverleningsovereenkomst en een werkprogramma. In de begroting 2023 wordt voor het werkprogramma VTH voor de OMWB bijna € 389.100 ter beschikking gesteld.

 

6.2.2 Veiligheidsregio

Vele gemeentelijke taken op het gebied van brandveiligheid zijn uitbesteed aan de Brandweer. Het gaat dan om advisering bij vergunningverlening en handhaving en het uitvoeren van controles. De inzet van de brandweer is geregeld in het Basistakenpakket. Afspraken worden vastgelegd in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

 

De inzet van de brandweer is verdisconteerd in de (totale) bijdrage van de gemeente aan de Veiligheidsregio. In de begroting 2023 wordt voor de werkzaamheden van de VRMWB € 1.300.878 ter beschikking gesteld.

 

6.3 Kwaliteitscriteria

Op landelijk niveau zijn er kwaliteitscriteria vastgesteld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving door gemeenten, provincies en omgevingsdiensten te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. Uitgangspunt hierbij is dat als je als gemeente voldoet aan de kwaliteitscriteria, je in staat bent om de gewenste kwaliteit en continuïteit te leveren aan inwoners en ondernemers.

 

De kwaliteitscriteria hebben betrekking op de organisatie en op de medewerkers. De criteria zien op het proces, de inhoud en prioriteiten en de kritieke massa. Hieronder lichten we deze kort toe.

 

De criteria ten aanzien van het proces zien toe op beschrijving van de werkprocessen, toetsingscriteria en bijvoorbeeld de aanwezigheid van handhavingsbeleid (bijlage 6). Ten aanzien van de inhoud is het belangrijk dat we onder andere doelen en prioriteiten vaststellen (hoofdstuk 4). En als laatste zien we toe op het op peil houden van de kritieke massa. Dit betekent dat we ervoor zorgen dat de kwantiteit en de kwaliteit van de personen die het werk uit moeten voeren op peil blijft. Eerder gaven we al aan dat de kwantiteit door de krapte op de arbeidsmarkt onder druk staat. Op dit moment weten we door de inhuur van arbeid en door uitbesteding de noodzakelijke kwantiteit te realiseren. Uitgangspunt is dat de kwaliteit altijd op peil blijft.

 

Op 8 september 2016 trad de door gemeenteraad vastgestelde ‘Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Loon op Zand’ in werking. De verordening regelt de kwaliteit van de in opdracht van burgemeester en wethouders door de omgevingsdienst uitgevoerde VTH-taken. Zoals eerder aangegeven zijn wij in afwachting van de inwerkingtreding van de Omgevingswet. We bereiden ons inhoudelijk en procesmatig voor op de verwachte inwerkingtreding op 1 januari 2024. Een van de noodzakelijke wijzigingen als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet betreft de aanpassing van de laatstgenoemde verordening. De aanpassing hebben we reeds gedaan en zodra de Omgevingswet in werking treedt, kan de oude verordening door de gemeenteraad worden ingetrokken en kan de nieuwe worden vastgesteld.

 

De mate waarin Loon op Zand voldoet aan de kwaliteitscriteria

De kwantiteit is kritisch, maar we kunnen de lacunes (nog) opvangen. We dragen zorg voor continuïteit in de personele bezetting. We constateren daarmee dat we op dit vlak kwetsbaar zijn. Daarbij valt er nooit te tornen aan de kwaliteit. Daar waar we constateren dat we op de kwaliteit kwetsbaar zijn, lossen we dit op door bijscholing of expertise in te huren. Bij de inhuur van externen zien we er op toe dat de betreffende medewerker goede kwaliteit levert en het werk conform het beleid wordt uitgevoerd.

 

De mate waarin de OMWB voldoet aan de kwaliteitscriteria

De OMWB geeft aan voor het VTH-domein Milieu volledig aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Binnen de OMWB wordt gewerkt met en gestuurd op het behalen van kwaliteitstermijnen voor onder andere het versturen van controleverslagen en het uitvoeren van hercontroles. De doorlooptijden worden door de OMWB gehaald. Slechts in enkele gevallen was er meer informatie (meer gegevens en aanvullende onderzoeken) nodig waardoor de doorlooptijd niet werd gehaald.

 

6.4 Koppeling Begroting en VTH-plan

Jaarlijks stemmen we de begroting en het VTH-plan op elkaar af. Op basis van de probleemanalyse stellen we de prioriteiten op en bepalen de benodigde financiële middelen.

7. Uitvoeringsprogramma

 

Dit hoofdstuk vormt het sluitstuk van de voorgaande hoofdstukken. We vertelden hiervoor wat we in 2022 hebben gedaan en waar we in 2023 onze prioriteiten leggen. In dit hoofdstuk vertellen we welke taken we echt gaan oppakken in 2023. Dit is het Uitvoeringsprogramma. Hierin beschrijven we dus wat we op basis van de beschikbare middelen kunnen en gaan oppakken. Dit betekent ook dat alles wat er niet in staat, we ook niet uitvoeren.

 

7.1 Wettelijk kader

De wettelijke verankering van het uitvoeringsprogramma ligt in artikel 7.3 Besluit omgevingsrecht. Hierin staat ook waaraan het Uitvoeringsprogramma minimaal moet voldoen. Ten eerste moet er een duidelijke verbinding zijn tussen de gestelde prioriteiten en de doelstellingen. Ten tweede moet er een duidelijke weergave gegeven worden van de concrete activiteiten inclusief de bijbehorende capaciteit. Als laatste moet in het uitvoeringsprogramma een concrete werkplanning zijn opgenomen.

 

7.2 Hebben we voldoende capaciteit?

In de vorige hoofdstukken beschreven we:

  • -

    Wat komt er het komende jaar allemaal op ons af?

  • -

    Op welke manier gaan we onze activiteiten uitvoeren?

  • -

    Welke beschikbare capaciteit en middelen hebben we daarvoor?

De belangrijkste vraag resteert dan nog. Hebben we voldoende middelen om ons werk op deze manier uit te kunnen voeren. Het antwoord is nee. Het reguliere werk (de wettelijke taken) kan worden uitgevoerd. Wel kunnen we dit alleen door expliciet keuzes te maken in de zaken die we wel en niet oppakken. Hiervoor prioriteren we onze taken. Ondanks de prioritering zien we dat we ons moeten beperken tot onze wettelijke taken. Natuurlijk bereiden we ons voor op de Omgevingswet, maar we hadden daarin al verder willen zijn. We zien dat het moeilijk is om ruimte te vinden voor dit soort taken buiten het reguliere werk om. Maar niet alleen de Omgevingswet zorgt voor extra druk. Het zit ook in een verschuiving van de werkzaamheden, zoals het aantal bezwaren dat toeneemt. Hoewel de kwaliteit van de besluiten die we nemen hierdoor niet onder druk komt te staan, brengt de behandeling van de bezwaarschriften wel extra werk met zich mee. In 2023 zullen we naar alle waarschijnlijkheid ook overgaan naar een externe bezwarencommissie. Dit brengt extra procedurele stappen met zich mee die zorgen voor meer werk.

 

De conclusie is dan ook dat het taakveld onder druk staat en daarmee ook de organisatie. We hebben in dit VTH-jaarplan hier meerdere keren aan gerefereerd. In het schematisch overzicht (bijlage 8) zien we dat in veel gevallen de formatie toereikend is om de reguliere werkzaamheden uit te voeren. Er is geen ruimte om werkzaamheden hierbuiten uit te voeren. Daarnaast zijn er een aantal vacatures die niet ingevuld zijn waardoor de druk verder toeneemt. Vooral beleidsmatige werkzaamheden kunnen hierdoor niet worden uitgevoerd.

 

7.3 Met welke risico’s moeten we rekening houden?

In onze omgevingsanalyse hebben we uitgebreid stilgestaan bij de ontwikkelingen die we in 2023 verwachten. We willen immers niet voor verrassingen komen te staan. Toch zien wij nog enkele risico’s:

 

1. De Omgevingswet

Zoals eerder aangegeven treedt die naar verwachting op 1 januari 2024 in werking. We zijn al druk bezig met de voorbereidingen daarvoor, zoals ook blijkt dat er verschillende documenten al klaarliggen en werkprocessen die al ingericht zijn, maar we moeten wel degelijk nog veel werk verzetten. Op dit moment is nog niet duidelijk hoeveel capaciteit dit gaat kosten. En of we voor alle aspecten van de Omgevingswet de juiste kennis en kunde zelf in huis hebben.

 

2. De Wet kwaliteitsborging

Deze wet zal gelijktijdig in werking treden met de Omgevingswet. Deze wet vraagt een heel andere manier van het toetsen van en het houden van toezicht op de activiteit ‘bouwen’. Niet alleen in de voorbereiding naar deze wet alsmede in de uitvoering (pas in 2024) zal moeten blijken of wij voldoende capaciteit, kennis en kunde hebben om deze nieuwe manier van werken toe te eigenen.

 

3. Diversen

In de afgelopen jaren werden we meerdere malen verrast door actuele omstandigheden. In 2019 door een grote handhavingszaak die veel tijd vergde van de capaciteit van de teams ‘Toezicht’, ‘Handhaving’ en ‘Integrale Veiligheid’. Hiervoor stelden we toen extra budget beschikbaar. In 2020 en 2021 werden we overvallen door de corona pandemie. Dit vergde veel van onze toezicht- en juridische capaciteit. In 2022 werden we verrast door de oorlog in Oekraïne. De daarmee gepaard gaande vluchtelingencrisis heeft ook effect gehad op de inzet van onze capaciteit. De verschillende crises die we in 2022 al kenden, zoals de woningcrisis, de vluchtelingencrisis en de stikstofcrisis, bestaan in 2023 nog en ook daar zal wellicht acuut nog capaciteit op ingezet moet worden.

 

Betekenen bovenstaande risico’s dat we deze niet het hoofd kunnen bieden als deze zich zullen voordoen? Het antwoord hierop is: nee! We houden ons in beginsel aan ons Uitvoeringsprogramma. Dit betekent dat we de taken uitvoeren die in het Uitvoeringsprogramma 2023 staan en zaken die geen prioriteit hebben schuiven we door naar 2024. Voor de uitvoerende taken die termijngebonden zijn, kan dit niet. Een omgevingsvergunning moet nu eenmaal verleend of geweigerd worden. Maar bijvoorbeeld bij toezicht en handhaving houden we ons uitdrukkelijk aan de gestelde prioritering. Uitgezonderd hiervan zijn natuurlijk situaties waar de veiligheid of de gezondheid van personen in gevaar komt.

 

In de situatie waar we op moeten treden en niet te verwachten is dat er sprake is van een incidentele inzet van capaciteit kiezen we tussen opnieuw prioriteren of tijdelijk kennis/capaciteit inhuren. De afweging maken we ook in deze volgorde. In eerste instantie kijken we eerst naar de prioritering. In tweede instantie kijken we naar de mogelijkheden van inhuur. Als deze laatste niet mogelijk is, dan moeten we opnieuw prioriteren. Hierbij geldt dat we de wettelijke taken altijd uitvoeren.

 

7.4 Extra inkomsten

Niet duidelijk is of we in 2023 extra inkomsten kunnen verwachten. We zien we dat een aantal grote projecten in behandeling zijn en dit zal naar alle waarschijnlijkheid effect hebben op de legesopbrengsten.

 

7.5 Ons programma voor 2023

We hebben veel verschillende taken. Deze staan in ons werkprogramma 2023 (urenmatrix). Deze treft u aan in bijlage 8.

8. Monitoring, rapportage en evaluatie

 

In dit VTH-plan stonden we uitgebreid stil bij de uitvoering van onze taken. Het is dan ook tijd om ermee aan de slag te gaan. De vragen die we ons daarbij bij stellen zijn: “Doen we het wel goed? Doen we wat we hebben gepland? En hanteren we de juiste strategieën om onze doelen te bereiken?”

 

Jaarlijks wordt het beleidskader VTH door het college vastgesteld en ter kennisname aan de gemeenteraad voorgelegd. Daarnaast wordt het toegezonden aan de provincie Noord-Brabant als interbestuurlijk toezichthouder.

 

Als uit de monitoring blijkt dat de doelstelling niet gerealiseerd wordt, wordt (afhankelijk van het moment van constateren) hiervoor een verklaring opgenomen in het jaarverslag. Indien nodig worden verbetermaatregelen voorgesteld die ertoe dienen te leiden dat in het vervolg de doelstelling wel gerealiseerd wordt.

 

De gemeente Loon op Zand kiest er bewust voor om jaarlijks haar VTH-beleidskader opnieuw vast te stellen en we integreren de uitvoering en verslaglegging in hetzelfde document. Eerder gaven wij al aan dat de samenleving in beweging is. De wetgeving is hier volgend in en gaat ook transitie door. Dit vergt dat er jaarlijks gekeken moet worden of we nog wel de goede dingen doen. Hierbij is niet alleen de verandering van wetgeving van belang. De Toekomstagenda Loon op Zand 2030 fungeert hierbij als routeplanner.

 

Bijlage 1 VTH jaar 2022 in cijfers

 

Hieronder vindt u het VTH jaar in cijfers. Dit is de onderbouwing behorend bij het jaarverslag in het VTH-jaarplan 2022.

 

Beschikbare capaciteit (in FTE)

Formatie

In dienst

Vacature

Flex

Verschil

 

Algemeen

Afdelingshoofd

1

0

0

0

Beleidsmedewerker

0

1

0

-1

 

Vergunningverlening

Bouwen

2

0,86

1,30

+0,44

Overig

0

1

0,66

-0,34

Frontoffice & ondersteuning

0,61

0,66

0,66

0

 

Toezicht

Toezicht*

1

1

1,9

+0,9

Toezicht openbare ruimte (Boa)

-

-

1,65

0

 

Handhaving

Juridisch

0,89

2

1,55

-0,45

 

Integrale Veiligheid en Evenementen

Integrale Veiligheid

2

0,50

0

-0,50

Evenementen

1

0,50

0

-0,50

TOTAAL

8,50

7,52

* De achterstand in gereedmeldingen wordt door de inhuur van een student ingehaald.

 

VERGUNNINGVERLENING

 

Aanvragen omgevingsvergunningen

JAAR

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Vooroverleg/principeverzoek

167

164

133

136

150

151

Reguliere omgevingsvergunning

260

300

279

278

247

242

Uitgebreide omgevingsvergunning

08

12

10

08

06

11

Totaal

435

476

422

422

403

404

 

Onderverdeling activiteiten (aanvragen)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bouwen

182

208

196

223

199

199

Brandveilig gebruik

04

05

07

03

01

03

Grondwerkzaamheden (aanleg)

17

13

16

14

16

27

Handelingen in strijd met RO

59

78

99

90

99

67

Inrit

31

46

38

25

21

21

Kappen van bomen

29

43

26

14

28

39

Milieu

04

01

02

05

03

09

Opslag

00

00

01

00

01

00

Reclame

05

04

06

04

03

05

Slopen

01

00

01

01

00

00

Monumenten

10

15

07

06

04

02

 

Verleende omgevingsvergunningen

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Reguliere omgevingsvergunningen

241

288

267

262

236

234

Uitgebreide omgevingsvergunningen

08

09

10

06

06

7

 

Meldingen

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Brandveilig gebruik

10

23

33

20

13

8

Milieumelding (activiteitenbesluit)

18

41

24

29

21

16

Bodemenergiesysteem

04

09

07

18

13

19

Ontheffing geluid

02

04

01

00

00

00

Sloopmelding

154

190

143

157

117

136

Totaal

188

267

208

224

164

179

 

Leges

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Begroot

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 493.000

Werkelijk

€ 383.369

€ 715.370

€ 409.034

€ 378.399

€ 353.423

€ 556.000

Overschot/tekort

+ € 83.369

+ € 415.370

+ € 109.034

+ € 78.399

+ € 53.423

+ € 62.000

 

TOEZICHT

 

Werkzaamheden toezicht

2019

2020

2021**

2022

Controles vergunningen

768

562

374

456

Controles gereedmeldingen

262*

61

133

177

Sloopcontroles

45

38

-

-

Gereedmelding sloopmeldingen

135

121

-

-

Handhavingscontroles

110

68

36

87

BRP-controles (o.a. LAA)

25

21

35

34

Brandveiligheid

35

8

40

12

Melddesk meldingen

-

189

106

141

Totaal

1380

1068

724

907

*In 2019 was er een inhaalslag op de gereedmeldingen

** In 2021 zijn er door het vertrek van een toezichthouder tijdelijk minder controles uitgevoerd.

 

TOEZICHT OPENBARE RUIMTE (BOA’S)

Activiteit

2019

2020

2021

2022

Uitgedeelde waarschuwingen voor overtredingen in openbare ruimte

2

0

18

28

Processen-verbaal vanwege overtredingen in de openbare ruimte

4

7

14

63

Waarschuwingen foutief parkeren

147

117

173

112

Processen-verbaal voor foutief parkeren

848

915

551

731

Actieve standplaatsvergunningen

2

2

3

4

Ingetrokken standplaatsvergunningen

0

0

0

0

Geconstateerde overtredingen winkeltijdenwet

0

0

0

0

 

HANDHAVING

De juristen ondersteunen de afdeling de breedte. Dit betekent dat zij zowel juridisch bijstaan bij vergunningverlening maar ook de juridische handhavingswerkzaamheden uitvoeren.

 

Handhaving

Processtappen

2019

2020

2021

2022

Handhavingsverzoeken

9

26

8

6

Klachten

5

13

4

0

Aanschrijvingen

14

18

25

43

Bestuurlijke boetes

-

-

4

6

Intrekking omgevingsvergunningen

-

-

7

6

Bezwaarschriften

12

11

53*

30

Beroepschriften

6

12

7

4

Hoger beroepschriften

5

7

3

3

Invorderingsprocedures

4

8

4

3

* Hieronder vallen meerdere bezwaarschriften tegen één omgevingsvergunning.

 

Bijlage 2 Risicomatrix

 

Het model gaat uit van de volgende formule: Risico = (negatief (effect) x (de kans dat dit effect voorkomt). Voor elke activiteit/overtreding kan per categorie een score tussen 0 en 5 gegeven worden waarbij 0 staat voor ‘geen effect’ en 5 voor ‘groot negatief effect’. De risicoanalyse resulteert in een lijst, waarin de omvang van het risico van de verschillende activiteiten inzichtelijk zijn gemaakt.

 

Negatief effect

Er zijn zes categorieën gedefinieerd om het effect van een activiteit/overtreding te bepalen:

 

1. Fysieke veiligheid

In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de fysieke veiligheid/zijn de voorschriften bedoeld om de fysieke veiligheid te beschermen?

 

2. Kwaliteit sociale leefomgeving:

In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving/zijn de voorschriften bedoeld om de sociale leefomgeving te beschermen?

 

3. Financieel-economisch:

Hoe groot is de financieel-economische schade voor de gemeenschap/de gemeente als groepen mensen de voorschriften overtreden?

 

4. Natuur:

In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan het natuur- en stadschoon/zijn de voorschriften bedoeld om het natuur- en stadsschoon te beschermen?

 

5. Volksgezondheid

In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de volksgezondheid/zijn de voorschriften bedoeld de volksgezondheid te beschermen?

 

6. Imago:

Hoe groot is de politiek-bestuurlijke afbreuk als de voorschriften niet worden nageleefd?

 

Kans

De kans dat regels worden overtreden hangt af van drie factoren:

 

  • 1.

    Bekendheid met de regels

  • 2.

    Nut van de regels

  • 3.

    Bewustheid van het overtreden

Ook deze factoren krijgen een score van 0 (zeer goed bekend/zeer veel nut/ nauwelijks bewust overtreden) tot en met 5 (niet bekend/geen nut/altijd bewust overtreden).

 

Bijlage 3 Prioritering naar thema 2023

 

De geelgekleurde vakjes betreffen de prioriteiten:

 

Bijlage 4 Risico-analyse VTH Milieu (OMWB)

 

 

Bijlage 5 Toezichtstrategie

 

Zoals in het VTH-plan aangegeven, hoeft niet voor iedere activiteit een vergunning verleend te worden. Denk hierbij bijvoorbeeld op toezicht op vergunningsvrije bouwwerken. In de analyse zijn daarom ook activiteiten opgenomen waarvoor geen vergunning hoeft te worden verleend maar waar wel prioriteit aan toegekend is. De prioritering in het milieudomein ten aanzien van toezicht en handhaving heeft regionaal plaatsgevonden. Hierover zijn afspraken gemaakt met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

 

Vergunninggericht toezicht

Voor het vergunninggericht toezicht is per categorie bepaald wat het risico is en welke prioriteit hieraan verbonden is. Dit bepaald dan de toezichtsfrequentie. Deze ziet u in onderstaande tabel.

 

Soort vergunning

prioriteit

Preventief vergunninggericht toezicht

Toezichtsfrequentie conform toezichtsstrategie

Bouwen met omgevingsvergunning

minimaal

maximaal

Wonen (cat I) dakkapel

Laag

1

1

Wonen (cat I) bijbehorend, dakopbouw, overkapping

Gemiddeld

1

1

Wonen (cat II) woningen vrijstaand, geschakeld, recreatiewoningen)

Hoog

4

12

Wonen (cat III) woongebouwen

Hoog

4

12

Bedrijf (cat I) bijbehorende bouwwerken, agrarisch (<€ 100.000,-)

Gemiddeld

1

3

Bedrijf (cat II) winkel, kantoor, bedrijf, stal, manege (€ 100.000,- tot € 1.000.000,-)

Hoog

4

12

Bedrijf (cat III) grote bedrijven, warenhuizen (>€ 1.000.000,-)

Hoog

4

12

Publiek (cat I) maatschappelijke gebouwen, (kinder)dagverblijven, scholen, zorginstellingen, logiesgebouwen, sportcomplex e.d. (tot € 100.000,-)

Hoog

4

12

Publiek (cat II) maatschappelijke gebouwen, (kinder)dagverblijven, scholen, zorginstellingen, logiesgebouwen, sportcomplex e.d. (€ 100.000,- tot € 1.000.000,-)

Hoog

4

12

Publiek (cat III) maatschappelijke gebouwen, (kinder)dagverblijven, scholen, zorginstellingen, sportcomplex, logiesgebouwen, e.d. (> € 1.000.000,-)

Hoog

4

12

Bouwwerken geen gebouw zijnde en tijdelijke bouwwerken

Gemiddeld

1

3

Wijzigen monument

Laag

1

1

 

Toezichtstrategie

Toezicht kan zich richten op een specifieke doelgroep waar extra aandacht voor is vereist. Controles worden uitgevoerd op basis van de prioritering, op grond van (regionale) projecten en klachten en meldingen. Door het uitvoeren van controles kunnen overtredingen worden voorkomen. Daarnaast kunnen gebreken tijdig worden gesignaleerd zodat deze eenvoudig hersteld kunnen worden.

 

De volgende randvoorwaarden zijn van toepassing:

  • 1.

    Maatwerk leveren per doelgroep.

  • 2.

    Verantwoordelijkheid ligt bij de bedrijven, instellingen en particulieren.

  • 3.

    Als uitgangspunt van de handhaving geldt een strikte eenduidige lijn in het optreden tegen overtredingen. Op het moment dat een overtreding wordt geconstateerd, wordt niet gediscussieerd over de inhoud van de norm.

  • 4.

    Doel is naleving van de regels, niet handhaving op zichzelf.

  • 5.

    De gemeente heeft een voorbeeldfunctie.

Zoals hierna aanbod zal komen betekent het constateren van overtredingen niet automatisch dat er sprake zal zijn van handhaving. De gemeente prioriteert bewust haar handhavingscapaciteit.

 

Afbakening taken politie en boa’s

Op 1 april 2014 informeerde de Minister van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer per brief over het toezicht in de openbare ruimte. In deze brief stelt de minister dat het toezicht in de openbare ruimte een gedeelde overheidstaak is van politie en de gemeenten.

De minister stelt dat gemeenten zorgen voor ogen en oren op straat door het inzetten van boa’s. Deze kunnen ingrijpen wanneer de leefbaarheid wordt aangetast door overtredingen die overlast en kleine ergernissen veroorzaken.

De politie is aan zet wanneer het gaat om het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Van een boa wordt verwacht dat hij toezicht houdt in de openbare ruimte. Hij treedt op in situaties waarin geen sprake is van te verwachten gevaar. De politie is aan zet wanneer er sprake is van geweld, als geweld dreigt of waar sprake is van criminaliteit. Ook de inzet van onze boa’s is geprioriteerd.

 

Mediation en buurtbemiddeling

Bij bezwaar tegen vergunningen of tegen de afwijzing van handhavingsverzoeken wordt altijd eerst geprobeerd om via een tafelgesprek (mediation) tot een oplossing te komen. Komen we niet tot een oplossing of wordt hier geen gebruik van gemaakt, dan wordt de zaak behandeld in de bezwaarschriftencommissie van de gemeente. Bij handhavingszaken zal tot aan het opleggen van een sanctiemaatregel geprobeerd worden via overleg een overtreding ongedaan te laten maken. Dit kan bij de constatering door de toezichthouder of gedurende het sanctietraject plaatsvinden.

 

Buurtbemiddeling draagt bij aan de oplossing van burenruzies. Het doel van buurtbemiddeling is om de communicatie tussen medebuurtbewoners op gang te brengen en hen te ondersteunen in het maken van afspraken om overlast in de toekomst te voorkomen. Betrokkenen moeten wel bereid zijn om samen tot een oplossing te komen. Bij de aanpak van buurtbemiddeling blijven politie en justitie buiten beeld.

 

Ervaringen op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht leren dat het inzetten van mediation/buurtbemiddeling wel iets oplevert. Er worden minder juridische procedures gevolgd. Diverse zaken worden op minnelijke wijze opgelost. Goede communicatie met de klant is minstens zo belangrijk als de tijdigheid van een beslissing. Hiermee kunnen geschillen en conflicten juist worden voorkomen. Het bespaart tijd, kosten en administratieve lasten. Het leidt vaak tot een win-win situatie.

 

Milieutoezicht

Bij de verplichte milieutaken die de omgevingsdienst uitvoert namens de gemeente Loon op Zand wordt er intensief samengewerkt. Bij elke controle die de omgevingsdienst uitvoert wordt beoordeeld of het gewenst is dat een gemeentelijk toezichthouder meegaat. Met deze werkwijze wordt de integraliteit en kwaliteit van de controles namens de gemeente Loon op Zand bewaakt. We werken hier conform het Gemeenschappelijk Uivoeringskader Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving van de OMWB en de nadere uiwerking hiervan in het Werkprogramma 2023 Gemeente Loon op Zand.

 

Bijlage 6 Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht

Bijlage 7 Toelichting op Handhavingsstrategie

We doen wat we afspreken! Het toezicht richt zich op de prioriteiten en op verzoeken tot handhaving. Hieronder lichten we nader toe hoe we uitvoering geven aan de handhaving.

 

Handhavingsinspanning

Zoals reeds aangegeven is er een prioritering ten aanzien van de VTH-taken gemaakt. Aan de hand van deze prioritering kan per VTH-taak een strategie worden opgesteld, die de basis vormt voor de uitvoering van dit jaarlijkse VTH beleid. Hierdoor kan er een bepaalde handhavingsinspanning toegeschreven worden aan een handhavingsactiviteit. Voor wat betreft de prioriteiten handhaven we actief. Dat wil zeggen dat we scherp toezicht houden.

 

Buiten de gestelde prioriteiten treden we in beginsel niet handhavend op. Hier wordt alleen van afgeweken als er sprake is van een handhavingsverzoek waarbij geen uitstel tot handhaving mogelijk is.

 

We monitoren jaarlijks welke overtredingen wel geconstateerd zijn en waar we op basis van onze prioriteiten niet tegen opgetreden hebben. Hierin nemen we ook de ‘uitgestelde’ handhavingsverzoeken mee. Jaarlijks bepalen we of er overtredingen zijn welke nu wel prioriteit gegeven moeten worden. Er is dan sprake van thematische handhaving en deze kan projectmatig worden uitgevoerd.

 

Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Samenwerking met de Veiligheidsregio vindt plaats op het gebied van de brandveiligheid. De taken van de Veiligheidsregio zijn vastgelegd in de Wet Veiligheidsregio’s welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Naast de repressieve taak, het blussen van branden, voert de veiligheidsregio verschillende andere taken uit. De Veiligheidsregio heeft een verplichte adviestaak binnen de rampenbestrijding en verzorgt het ambtelijke ondersteuning in geval van een calamiteit.

 

De veiligheidsregio heeft ook een adviestaak bij complexe vergunningaanvragen of toezichtsobjecten. Denk hierbij onder ander aan De Efteling.

 

Samenwerking Politie en Openbaar Ministerie

De samenwerkingsafspraken die gemaakt zijn met de politie en het Openbaar Ministerie zijn vastgelegd in de Brabantse handhavingsstrategie “Zo handhaven we in Brabant”. Hierin is beschreven op welke wijze het bestuursrecht en strafrecht wordt toegepast en wanneer zij samen optrekken.

 

Binnen de driehoek vindt er overleg plaats in gevallen waar samenwerking op voorhand noodzakelijk geacht wordt. Dit kan samenwerking zijn in het toezicht maar ook in de handhaving. Politie en Openbaar Ministerie worden op deze manier actief betrokken bij het handhaven op veiligheidsissues in de gemeente Loon op Zand. Afhankelijk van de uitkomsten van een actie wordt gezamenlijk bepaald of strafrechtelijk, bestuursrechtelijk of beide sporen bewandeld dienen te worden om tot het beste resultaat te komen.

 

Ook vindt er afstemming plaats over het toezicht in de openbare ruimte. In veel gevallen kan de gemeente de politie ondersteunen en omgekeerd.

Bijlage 8 Urenmatrix - Uitvoeringsprogramma

 

Beschikbare capaciteit (in FTE)

Formatie

In dienst

Vacature

Flex

Verschil

 

Algemeen

Afdelingshoofd

1

0

0

0

Beleidsmedewerker

0

1

0

-1

 

Vergunningverlening

Bouwen

2

0,86

1,30

+0,44

Overig

0

1

0,66

-0,34

Frontoffice & ondersteuning

0,61

0,66

0,66

0

 

Toezicht

Toezicht*

1

1

1,9

+0,9

Toezicht openbare ruimte (Boa)

-

-

1,65

0

 

Handhaving

Juridisch

0,89

2

1,55

-0,45

 

Integrale Veiligheid en Evenementen

Integrale Veiligheid

2

0,50

0

-0,50

Evenementen

1

0,50

0

-0,50

TOTAAL

8,50

7,52

 

VERGUNNINGVERLENING

 

Begroot 2023

Beschikbare capaciteit

Conclusie

WABO

Vooroverleg/principeverzoek

150

3,3 fte

Toereikend

Reguliere omgevingsvergunning

250

Uitgebreide omgevingsvergunning

05

Totaal

405

 

APV, Alcoholwet, Evenementen etc

Dit betreft alle werkzaamheden die niet onder het ‘standaard’ Wabo proces vallen, zoals exploitatievergunningen, vergunningen Alcoholwet en Evenementen

?*

1 fte

+ vacature 0,5 fte

Niet toereikend

*Door gebrek aan ervaringscijfers als gevolg van corona is dit lastig in te schatten.

 

TOEZICHT

 

Toezicht*

Begroot 2023

Beschikbare capaciteit

Conclusie

Controles vergunningen

450

2,9 fte

Toereikend

Controles gereedmeldingen

225

Handhavingscontroles*

105

BRP-controles (o.a. LAA)

35

Melddesk meldingen

150

965

Brandveiligheid

Zelfstandige controles

15

0,2 fte

Toereikend

* conform het landelijk toezichtsprotocol en conform de prioritering als opgenomen in het VTH-plan 2023

 

Toezicht openbare ruimte (BOA’s)

Beschikbare capaciteit

Conclusie

Gebruik openbare ruimte en gemeentelijke eigendommen

0,7 fte

Toereikend

Parkeerproblemen

0,3 fte

Horeca

0,2 fte

Markten / Standplaatsen

0,2 fte

Overige APV feiten (incl. aanleggen uitwegen)

0,45 fte

Totaal

1,65 fte

 

HANDHAVING

 

Juridische procedures

Begroot 2023

Benodigde capaciteit

Conclusie

Handhavingsverzoeken

10

1,50 fte

Toereikend

Klachten

2

Aanschrijvingen*

50

Bezwaarschriften

35

Beroepschriften

7

Hoger beroepschriften

3

Invorderingsprocedures

2

 

Beleidswerkzaamheden VTV

0,36 Fte

Vacature

 

Jur. werkzaamheden VTV

0,94 fte

Toereikend

Totaal

2,44 fte

*conform prioritering als opgenomen in VTH-plan 2023

 

Milieu

De milieutaken van de gemeente zijn conform de wettelijke bepalingen neergelegd bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. In 2023 is hiervoor € 389.100 aan financiële middelen beschikbaar gesteld. De werkzaamheden die hiervoor worden uitgevoerd zijn opgenomen in het werkprogramma. Voor een gedetailleerde beschrijving hiervan wordt verwezen naar dit document. Omdat enkele taken bij de gemeenten zijn blijven liggen, denk bijvoorbeeld aan de frontoffice, beschikken we over eigen milieucapaciteit. Hiervoor is 1 fte noodzakelijk, maar hiervan is 0,44 fte ingevuld.