| Organisatie | Cranendonck |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Prostitutiebeleid gemeente Cranendonck 2023 |
| Citeertitel | Prostitutiebeleid gemeente Cranendonck 2023 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cranendonck 2022
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-08-2023 | nieuwe regeling | 18-07-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck;
Vast te stellen het ‘Prostitutiebeleid gemeente Cranendonck 2023’.
Voor u ligt het prostitutiebeleid van de gemeente Cranendonck. Dit stuk is mede gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cranendonck 2022 (hierna: de APV) en sluit aan op de uitvoeringsnotitie mensenhandel 2022 gemeente Cranendonck die is vastgesteld op 8 november 2022. Het prostitutiebeleid sluit ook aan bij de regionale prioritering vanuit het Dommelstroom Interventie Team (hierna: het DIT) en het landelijk advies van het ministerie van Justitie en Veiligheid om prostitutiebeleid te realiseren. Ook draagt het bij aan het Integraal Veiligheidsplan 2023 – 2026 Cranendonck, het Regionaal Veiligheidsplan en Plan van Aanpak ondermijning 2022-2024 Cranendonck.
In 2000 is met de opheffing van het bordeelverbod de prostitutie in Nederland gelegaliseerd. Sekswerk is daarmee legaal geworden. Het doel van deze stap was het versterken van de positie van sekswerkers en het beter kunnen bestrijden van misstanden in de prostitutiebranche door middel van regulering. Veranderingen in de samenleving en in de branche maken het noodzakelijk wetgeving en beleid te actualiseren om te komen tot betere regulering om deze doelen te bereiken.
Op 29 maart 2011 is het voorstel voor de 'Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche' (Wrp) aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is echter aangehouden in de Eerste Kamer. Op 1 maart 2014 is de Novelle wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche ingediend bij de Tweede Kamer. Deze wet is momenteel nog steeds in voorbereiding. De belangrijkste afspraken in het regeerakkoord zijn:
Daarnaast is de Wet gemeentelijk toezicht seksbedrijven (Wgts) in voorbereiding. Het wetsvoorstel wijzigt artikel 151a van de Gemeentewet, zodat er een wettelijke grondslag bestaat voor het verwerken van bijzondere gegevens van sekswerkers door exploitanten van seksbedrijven en door gemeenten.
De staatssecretaris van het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft aangegeven dat gemeenten niet op de wetten moeten wachten en zelf aan de slag moeten gaan met het opstellen van beleid. De gemeente Cranendonck streeft naar een seksbranche die veilig is en maakt - net als een aantal andere gemeenten in het land - de keuze het beleid vooruitlopend op de nieuwe wet vast te stellen. Zo kan extra ingezet worden op het versterken van de positie van sekswerkers. Het gaat daarbij om het tegengaan van alle vormen van misstanden (bijvoorbeeld mensenhandel, uitbuiting en geweld) in de seksbranche.
De vaststelling van het prostitutiebeleid houdt rekening met huidige trends rondom digitalisering en past in de aanpak van mensenhandel. In deze aanpak is aandacht voor hulpverlening aan slachtoffers en de aanpak van misstanden in de branche.
Landelijk beleid op het gebied van de Wet regulering sekswerk (hierna: de WRS) en een registratieplicht zijn nog volop in ontwikkeling. Zodra er meer duidelijkheid is over de manier waarop, wordt het prostitutiebeleid van Cranendonck aangepast waar nodig. Er zijn meer dan 400 reacties gegeven tijdens de consultatie van de WRS door verschillende instanties (zoals gemeenten en belangenorganisaties). Het duurt naar verwachting nog enige tijd voordat deze in werking treed.
1.1 Landelijke ontwikkelingen seksbranche
De landelijke ontwikkeling van de seksbranche wordt aan de hand van drie speerpunten beschreven.
Kwetsbaarheid prostitutiebranche
Langetermijndoelstelling is dat prostitutie een normale vorm van midden- en kleinbedrijf wordt. Dat veronderstelt onder meer dat in de sector alleen wordt gewerkt door professionals die uit vrije wil voor het werk kiezen en die dat werk verrichten onder aanvaardbare arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden.
De prostitutiebranche heeft een aantal kenmerken die de branche kwetsbaar maken voor misstanden. Dit komt onder andere door het feit dat klanten en sekswerkers het liefst zo anoniem mogelijk blijven, waardoor veel werkzaamheden zich niet in de openbaarheid afspelen. In de branche wordt op grote schaal met contant geld gewerkt waardoor de branche gevoelig is voor bijvoorbeeld witwassen. Daarnaast ondervindt de branche effecten van migratiestromen waar lokale en nationale overheden weinig invloed op kunnen uitoefenen. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel heeft in diverse onderzoeken beschreven dat in de Nederlandse seksbranche veel sekswerkers uit Midden-en Oost-Europa werkzaam zijn. Het effect van de migratiestroom is dat 20% van de smokkelaars zich ook bezig houden met mensenhandel.1 De Europese Commissie stelt dat de huidige toestroom van migranten en vluchtelingen heeft geleid tot mensenhandelnetwerken die zich richten op de meest kwetsbaren onder de vluchtelingen. Dat mensenhandel steeds meer lijkt voor te komen onder migranten en vluchtelingen, volgt ook uit een rapport van Europol uit 2016, waaruit blijkt dat 20% van de smokkelaars zich óók bezig houdt met mensenhandel.
De mogelijkheden die internet biedt voor sekswerkers om vanuit thuis te werken is met het digitale tijdperk alleen maar gegroeid en zorgt voor een hoge mate van mobiliteit. De snelheid en anonimiteit van het internet draagt bij aan het feit dat er criminaliteit zoals uitbuiting of mensenhandel op de loer ligt. De prostitutie die wordt aangeboden via internet vormt een grote vorm van concurrentie ten opzichte van de traditionele, locatie gebonden vormen van prostitutie en sekswerk. De branche zoekt naar alternatieve locaties, zoals hotels en woningen in plaats van de traditionele plaatsgebonden prostitutie. Vanaf de coronaperiode zijn veel sekswerkers vanuit thuis gaan werken en doen dat nog steeds.2
De arbeidspositie van veel sekswerkers blijft zwak, zo wordt ook bevestigd door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.3 Dit geldt zowel voor sekswerkers in de vergunde branche als voor sekswerkers in het illegale circuit. Door de hoge mobiliteit van sekswerkers en de anonimiteit van de sector is het lastig voor (overheids-) instanties om in contact te komen met sekswerkers. Dit geldt nog meer voor thuiswerkers en escorts.
De opkomst van internet vormt tevens een risico voor gedwongen prostitutie. De vormen van prostitutie die via internet worden aangeboden zijn vaak minder zichtbaar en daarom moeilijker te controleren. Hierdoor blijft de informatiepositie van (overheids-)instanties achter en wordt toezicht en hulpverlening bemoeilijkt. Dit vergt een andere inzet aan menskracht en expertise dan bij toezicht en handhaving op de traditionele vormen van prostitutie.
Vanwege het voortdurend veranderende karakter van de branche en de risico's op misstanden, is een actieve houding van de overheid van belang om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen in deze sector. Het beleidsresistente karakter van de branche maakt echter de mogelijkheden van beleid beperkt. Regulering vormt uiteraard geen garantie dat er geen misstanden plaatsvinden in de seksbranche,
In regionaal verband is mensenhandel (waaronder seksuele uitbuiting) geprioriteerd in de regio Oost-Brabant en ook in het basisteam Dommelstroom in de aanpak van ondermijnende criminaliteit (Programma Dommelstroom). Het basisteam Dommelstroom bestaat uit zes gemeenten (Cranendonck, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Son en Breugel en Valkenswaard).
Het opstellen van prostitutiebeleid is onderdeel van de aanpak ondermijning Dommelstroom (onderdeel mensenhandel en arbeidsuitbuiting) dat op zijn beurt weer een onderdeel is van het Integraal Veiligheidsplan 2023-2026. Daarnaast geeft het de gemeente transparantie in de uitvoering van beleid. Ook draagt prostitutiebeleid bij aan de Brabantse norm weerbare overheid en het Plan van aanpak ondermijning 2022-2024 Cranendonck. Regulering van de branche en toezicht en handhaving rondom (illegale) prostitutie is van groot belang.
Het bij de wet beoogde vergunningstelsel is uniform, maar gemeenten maken daarin eigen keuzes. In dit beleid en in de APV maakt de gemeente Cranendonck haar beleidskeuzes kenbaar ten aanzien van de vergunde en illegale activiteiten in de seksbranche.
Ondanks de huidige regulering blijft de branche kwetsbaar voor misstanden en blijft het illegale circuit bestaan. Hieronder worden de speerpunten van het lokaal beleid verder toegelicht.
1.3.1 Versterken van de positie van sekswerker
Op verschillende wijzen wordt er ingezet op de versterking van de positie van de sekswerker. Dit geldt voor zowel de sekswerkers in de vergunde branche als in het illegale circuit. Het is voor (overheids-)instanties lastig om in contact te komen met sekswerkers. Bij de thuiswerkers en escort geldt dit nog meer. Medewerkers van bijvoorbeeld Gemeentelijke gezondheidsdienst (hierna: de GGD) en Veilig Thuis kunnen vanuit hun eigen specialisatie in contact komen met sekswerkers.
Er is in de APV opgenomen dat alle sekswerkers en medewerkers van prostitutiebedrijven minimaal de leeftijd van 21 jaar moeten hebben bereikt. Daarmee beoogt de gemeente te waarborgen dat de personen die werkzaam zijn in deze branche weerbaarder zijn.
Om de positie van sekswerkers te verbeteren moet er ook worden gestreden tegen het stigma rondom sekswerkers en voor een betere positie van deze groep, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van woonruimte, verzekeringen, hypotheken en andere leningen. Een voorbeeld van een stigma is dat alle sekswerkers de werkzaamheden altijd onder dwang verrichten.
1.3.2 Tegengaan van misstanden en geweld in de seksbranche (inclusief mensenhandel)
De prostitutie- en seksbranche zijn kwetsbaar voor misstanden, zoals geweld, mensenhandel/loverboys, uitbuiting, overtredingen en slechte arbeidsomstandigheden.4 Misstanden kunnen zowel in de vergunde branche als in het illegale circuit plaatsvinden. In de vergunde branche wordt opgetreden tegen misstanden en overtredingen door een streng toezicht- en handhavingsbeleid. Dit toezicht- en handhavingsbeleid is te vinden in bijlage I: Handhavingsmatrix.
De verantwoordelijkheid om misstanden tegen te gaan komt onder andere tot uiting door de verplichting van exploitanten om een bedrijfsplan op te stellen en na te leven. De eisen zijn opgenomen in artikel 3:15 van de APV. Dit bedrijfsplan wordt getoetst door de gemeente. Daarnaast wordt mensenhandel aangepakt in de gemeente Cranendonck. Er is in 2022 beleid ten aanzien van het tegengaan van mensenhandel vastgesteld en er is een aandachtsfunctionaris mensenhandel aangewezen binnen de gemeente Cranendonck.5
1.3.3 Verandering in de branche
De seksbranche verandert voortdurend en heeft een hoge mate van mobiliteit. Door het internet en andere technologische ontwikkelingen zijn er steeds meer manieren om als (illegale) sekswerker werkzaam te zijn. Tijdens de coronaperiode werd het thuiswerken nog groter. De anonimiteit en snelheid van handelen via internet maakt dat vormen van criminaliteit zoals mensenhandel en uitbuiting op de loer liggen.6
1.3.4. Een goed georganiseerde en vergunde sector
Met een exploitatievergunning wordt de grip op de legale branche behouden en verbeterd. Dit vormt een barrière tegen misstanden. De gestelde voorwaarden en vereisten worden gecontroleerd en de integriteit van de exploitant wordt getoetst op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: de Wet Bibob).
Lokaal heeft de gemeente Cranendonck in hoofdstuk 3 van de APV (reguleren prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen) voorwaarden en regels gesteld aan de exploitatie van prostitutie. Zo volgt in artikel 3:5 eerste lid van de APV dat voor het uitoefenen van raamprostitutie geen vergunning wordt verleend.
Uit artikel 3:5 tweede lid APV blijkt dat er voor ten hoogste één seksinrichting een vergunning wordt verleend. Ook is in hoofdstuk 3 van de APV aandacht voor mensenhandel. Zo volgt uit artikel 3:7, eerste lid, onder c, namelijk dat een vergunning geweigerd wordt, indien de exploitant of de beheerder onherroepelijk is veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is.
Het vergunnen van seksbedrijven mag niet ten koste gaan van het woon- en leefklimaat van buurten en wijken. Vergunningen worden alleen verleend als er aan de vestigingsvoorwaarden wordt voldaan. Overlastgevende seksbedrijven die de regels overtreden, worden aangepakt.
1.4 Huidige situatie Cranendonck
In onderstaande alinea wordt geschetst hoe de huidige situatie met betrekking tot prostitutie binnen de gemeente Cranendonck is.
Prostitutie in cijfers gemeente Cranendonck
Op basis van interne en externe verkregen informatie is er weinig tot geen prostitutie bekend. Dit wil niet zeggen dat er geen prostitutie is. Maar wat betreft meldingen komt het volgende resultaat naar voren. In de periode van 2021 tot en met 2022 is er één prostitutie gerelateerde overlastmelding binnen gekomen bij de gemeente. De gemeente Cranendonck streeft naar zo min mogelijk overlastmeldingen gerelateerd aan prostitutie. Hiervoor stelt de gemeente een zo transparant mogelijk beleid op om eventueel toekomstige overlast te voorkomen
1.5 Reikwijdte beleid en begrippenkader
In dit beleid is een onderscheid aangebracht tussen prostitutiebedrijven en overige seksbedrijven.
Een prostituee is een persoon die zich beschikbaar stelt voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen een vergoeding. Het woord sekswerker betreft een bredere groep werkers dan de sekswerkers, bijvoorbeeld ook strippers en paaldansers; een prostituee is een sekswerker, een sekswerker is niet altijd een prostituee.
In tabel 1 is een overzicht opgenomen van locatiegebonden en niet-locatiegebonden seksbedrijven.7
In artikel 3:2 van de APV zijn definities van begrippen opgenomen met betrekking tot prostitutie en de seksbranche. In dit beleid wordt aangesloten op deze definities.
2. Vergunning seksbedrijf, seksinrichting en prostitutiebedrijf
Hieronder is beschreven waar een vergunning voor een seksbedrijf, seksinrichting of prostitutiebedrijf aan moet voldoen en aan welke eisen deze getoetst wordt. Het wettelijke kader waar een aanvraag aan getoetst wordt, staat beschreven in de APV. Verder is er beschreven wat de vestigingsvoorwaarden zijn met betrekking tot seksbedrijven in de gemeente Cranendonck.
Artikel 3:6 van de APV heeft betrekking op de aanvraag voor een vergunning, artikel 3:7 van de APV omschrijft de weigeringsgronden en artikel 3:9 van de APV omschrijft de intrekkingsgronden.
Een exploitant is verplicht in het bezit te zijn van een bedrijfsplan en dit plan na te leven. Het bedrijfsplan wordt bij een vergunningsaanvraag door de gemeente getoetst.
Het doel van de Wet bevordering Integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (hierna: de Wet Bibob) is om te voorkomen dat bestuursorganen strafbare feiten faciliteren of met partijen in zee gaan die criminele bedoelingen hebben. De wet biedt een instrument om te beoordelen of aanvrager(s) van een vergunning integer zijn en geeft de mogelijkheid om een vergunning in te trekken of te weigeren. In de ‘Beleidsregel Wet Bibob gemeente Cranendonck 2021’ staat vermeld dat een vergunning voor onder andere prostitutiebedrijven, escortbedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels en (erotische) massagesalons onder de beleidsregel Bibob valt.
Bij elke aanvraag met betrekking tot deze (risico)categorieën voert de gemeente een onderzoek uit in het kader van de Wet Bibob. Indien het eigen onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft kan een advies worden aangevraagd bij het Landelijk Bureau Bibob (hierna: het LBB). Wanneer er wordt geconcludeerd dat er ernstig gevaar bestaat dat de vergunning gebruikt wordt/gaat worden om strafbare feiten te plegen, kan de vergunning geweigerd of ingetrokken worden. Als er een mate van gevaar aannemelijk is gemaakt, kunnen aanvullende voorschriften worden verbonden aan de exploitatievergunning.
Uitgangspunt bij het vestigen van seksbedrijven is dat ten hoogste aan één seksinrichting een vergunning wordt verleend. Gelet op artikel 3:5 van de APV zijn raam- en straatprostitutie in de gemeente Cranendonck niet toegestaan. Het college kan delen van de gemeente aanwijzen waarbinnen voor het vestigen van een seksinrichting geen vergunning wordt verleend, zie artikel 3:4 APV. Daarbij kan worden bepaald dat de aanwijzing slechts geldt voor seksinrichtingen van seksbedrijven van een nader aangewezen aard.
3. Aanpak van misstanden en verantwoordelijkheid exploitant
Hieronder staat beschreven wat de verantwoordelijkheden zijn van de exploitant om misstanden aan te pakken.
3.1 Verantwoordelijkheid exploitant
Om misstanden in de seksbranche te voorkomen, werpt de gemeente Cranendonck en de politie barrières op. Er zijn voorwaarden verbonden aan een exploitatievergunning. De exploitant heeft een grote mate van verantwoordelijkheid in het melden van misstanden en dient alert te zijn. De exploitant is verplicht een bedrijfsplan op te laten stellen en toe te lichten hoe de hiervoor genoemde verantwoordelijkheden vorm krijgen.
Het verplichte bedrijfsplan dient opgesteld te worden door de exploitant. De exploitant beschrijft welke maatregelen hij treft om er voor te zorgen dat er goede werkomstandigheden en goede hygiëne aanwezig zijn. Het bedrijfsplan omvat in ieder geval een omschrijving van de maatregelen die worden getroffen op het gebied van:
Het bedrijfsplan wordt door de gemeente getoetst bij een vergunningsaanvraag. Wanneer het bedrijfsplan niet voldoet, wordt er om aanvullende informatie gevraagd en als deze wederom niet voldoet kan de vergunning worden geweigerd. Als een exploitant zich niet houdt aan de opgenomen maatregelen uit het bedrijfsplan, kan dit ook gevolgen hebben voor de vergunning. Zie artikel 3:15 APV voor de eisen van het bedrijfsplan.
4. Hulpverlening en positie van de sekswerker
Om de sekswerkers te ondersteunen en de positie te verbeteren zijn er een aantal middelen beschikbaar. Hieronder volgt een opsomming van welke instanties er zijn en welke hulpverlening er beschikbaar is.
Sekswerkers kunnen bij de GGD gebruik maken van inloopspreekuren die volledig anoniem en gratis zijn. Een inloopspreekuur voor bijvoorbeeld een Soa-test, hepatitis B-vaccinatie en anticonceptie advies of een inloopspreekuur prostitutiebasiszorg door de GGD en Terecht. Terecht is een organisatie die samenwerkt met de GGD en hulp biedt aan sekswerkers in de regio Eindhoven. GGD en Terecht adviseren samen tijdens spreekuren over verblijfsvergunningen, huisvesting, geldzaken en hulp bij het stoppen als prostituee. Alle sekswerkers kunnen bij de GGD terecht. De GGD verwijst verder naar andere websites waar sekswerkers terecht kunnen. Voor Cranendonck is de GGD Brabant-Zuidoost (hierna: GGD BZO) het aanspreekpunt.
GGD BZO biedt net als andere GGD’s de hiervoor genoemde hulp en ondersteuning. GGD BZO heeft een unieke app waar prostituees kosteloos en anoniem gebruik van kunnen maken. De app heet ‘Happy Healthy Me’ waar in negen verschillende talen informatie over hepatitis B, SOA, hygiëne en veilig werken en handige links te vinden zijn. Ook zien de sekswerkers in één oogopslag waar ze terecht kunnen bij een GGD in de buurt. In het regeerakkoord staat dat de GGD een wettelijke grondslag krijgt voor het voeren van lokale intakegesprekken met sekswerkers met als doel zicht te krijgen en/of te houden op sekswerkers om misstanden te voorkomen.
CoMensha is een organisatie die zich specifiek inzet voor slachtoffers van mensenhandel. Wanneer een slachtoffer aangifte doet van mensenhandel kan CoMensha zich over het slachtoffer ontfermen en een eerste veilige opvang en hulpverlening regelen. Sekswerk is een legaal beroep in Nederland. Prostitutie staat dus niet gelijk aan mensenhandel. Wel is het zo dat de prostitutiebranche kwetsbaar is voor mensenhandel.8
Regionaal Uitstapprogramma Sekswerkers
Iedereen die uit de prostitutie wil stappen, moet de kans krijgen om te stoppen. Er is subsidie verstrekt vanuit het Ministerie van Justitie & Veiligheid voor een landelijk dekkend netwerk van uitstapprogramma’s voor sekswerkers (RUPS II-regeling).9
Dit uitstapprogramma biedt sekswerkers ondersteuning en hulp bij het stoppen met prostitutie. Voor de gemeente Cranendonck is dit ondergebracht bij GGD BZO.
Het uitstapprogramma helpt sekswerkers bij het vinden van werk, opleiding of dagbesteding buiten de prostitutie. Bij het stoppen met werken in de prostitutie loopt de prostituee vaak tegen praktische problemen aan, zoals het verlies van inkomen, de leefstijl en het sociale netwerk in het prostitutiecircuit, psychische- en verslavingsproblemen, huisvesting, verblijfsstatus en gebrek aan werkervaring buiten de prostitutie. Wanneer een prostituee met dergelijke problemen te maken krijgt en geen begeleiding krijgt bij het uitstappen, is de kans op terugkeer in de prostitutie groot.
Informatievoorziening hulpinstanties en voor inwoners
Om het stigma rondom sekswerkers bespreekbaar te maken en inwoners te informeren kan een brancheorganisatie voorlichting geven over wat het werk van een sekswerker inhoudt en tegen welke problemen zij eventueel aanlopen. Door bijeenkomsten te organiseren wordt er een beeld geschetst van de sekswerkers en wordt er een inzicht verschaft voor de inwoners met betrekking tot sekswerk.
Het signaleren van mensenhandel in de prostitutiesector vraagt om doortastende professionals. Deze professionals moeten voldoende kennis en vaardigheden hebben om de signalen te herkennen. Er wordt structureel training gegeven aan de professionals die met de prostitutiesector te maken hebben (toezichthouders, medewerkers burgerzaken, medewerkers sociaal domein en medewerkers veiligheid).
In dit hoofdstuk is beschreven hoe de handhaving op het gebied van illegale prostitutie is georganiseerd en hoe het bestuurlijk toezicht op de vergunde seksbranche wordt uitgevoerd.
Prostitutie kan gevolgen hebben voor leefomgeving en woonklimaat. Seksuele uitbuiting kan eveneens tot overlast in de gemeente leiden. Bij arbeidsuitbuiting kunnen groepen mensen ook in een te kleine onhygiënische ruimte gehuisvest worden, wat tot overlast en (brand)gevaarlijke situaties voor de directe omgeving kan leiden. Slachtoffers worden soms gehuisvest in slooppanden, op campings of recreatieparken. Het is belangrijk dat burgers weten waar ze onveilige of ‘niet-pluis’ situaties kunnen melden. Ook medewerkers van de gemeente moeten signalen van de verschillende vormen van prostitutie kennen (toezichthouders, burgerzaken en het sociaal team).
5.2 Toezicht illegale prostitutie
Op basis van (anonieme) meldingen inzake illegale prostitutie wordt er een controle uitgevoerd door de toezichthouders van de gemeente Cranendonck. Indien nodig zal de politie aansluiten bij een dergelijke controle. Als er overtredingen worden geconstateerd, wordt handhavend opgetreden door middel van de inzet van bestuurlijke maatregelen. Dit kan in de vorm van een waarschuwingsbrief, een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen en beëindigd te houden en/of de woning of het pand te sluiten voor een bepaalde duur. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om bij bepaalde overtredingen de vergunning te schorsen of in te trekken. Als er strafbare feiten worden geconstateerd, zal de politie dit verder oppakken.
De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Hij of zij beschikt over de bevoegdheid tot de inzet van bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. In de bijlage is zichtbaar welke bestuursrechtelijke maatregelen kunnen worden ingezet bij een overtreding.
Bij (vermoedens van) ernstige misdrijven, zoals de misdrijven genoemd in artikel 273f (mensenhandel) en 248b (gedwongen prostitutie en ontucht met een minderjarige prostituee) van het Wetboek van Strafrecht, zal het Openbaar Ministerie altijd een opsporingsonderzoek starten en waar mogelijk tot vervolging overgaan.
De politie heeft een strafrechtelijke taak en spoort strafbare feiten binnen de prostitutiebranche op, zoals: minderjarigheid, illegaliteit en gedwongen prostitutie.
Aldus vastgesteld in haar vergadering d.d. 18 juli 2023.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN CRANENDONCK,
De secretaris,
E. Jacobs
De burgemeester,
F.A.P. van Kessel
Bijlage I: Handhavingsstrategie