Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Utrecht

Besluit van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht houdende regels omtrent mandatering (Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Utrecht
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht houdende regels omtrent mandatering (Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht)
CiteertitelMandaatregeling VRU
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  3. artikel 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  4. artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  5. artikel 33c van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  6. artikel 33d van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  7. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht
  8. Delegatiebesluit VRU 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023Nieuwe regeling

19-06-2023

bgr-2023-798

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht houdende regels omtrent mandatering (Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht)

 

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op:

  • afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 33 tot en met artikel 33d Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht, en

  • het Delegatiebesluit VRU 2015;

 

overwegende:

  • dat voor het efficiënt functioneren van het openbaar lichaam Veiligheidsregio Utrecht de Mandaatregeling VRU 2015 is vastgesteld, waarin de mandatering aan de algemeen directeur van de Veiligheidsregio Utrecht is neergelegd;

  • dat als gevolg van de doorontwikkeling van de organisatie van de VRU gewenst is om de mandatering aan te passen;

  • dat het daarom gewenst is de Mandaatregeling VRU 2015 wordt ingetrokken en de wijzigingen in de mandatering neer te leggen in een nieuwe regeling;

 

besluiten:

  • 1.

    de Mandaatregeling VRU 2015 met bijbehorend Mandaatregister VRU 2015 in te trekken, en

  • 2.

    vast te stellen de navolgende:

 

Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht.

 

§ 1 Algemeen

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

veiligheidsregio:

de veiligheidsregio, bedoeld in artikel 1.3 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht;

b.

algemeen directeur:

de algemeen directeur van de veiligheidsregio, bedoeld in artikel 2.13, van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht;

c.

directeur publieke gezondheid:

de directeur publieke gezondheid, bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid Jº artikel 32 Wet veiligheidsregio’s;

d.

mandaat:

de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, bedoeld in afdeling 10.1.1, Algemene wet bestuursrecht;

e.

volmacht:

de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

f.

machtiging:

de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde, en

g.

Mandatenregister VRU:

Het bij deze regeling horende overzicht van door de algemeen directeur in mandaat opgedragen bevoegdheden, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

 

Artikel 2. Mandaat algemeen directeur

Aan de algemeen directeur wordt mandaat verleend voor de bevoegdheden die zijn genoemd in het bij deze regeling behorende Mandatenregister VRU.

 

Artikel 3. Ondermandaat

  • 1.

    De algemeen directeur kan ter uitoefening van aan hem in mandaat verleende bevoegdheden, ondermandaat verlenen aan leidinggevenden en overige functionarissen van de veiligheidsregio, voor zover noodzakelijk ter uitoefening van hun functie, voor zover toegestaan op basis van Mandatenregister VRU en onder de voorwaarden, genoemd in het Mandatenregister VRU.

  • 2.

    De algemeen directeur kan tevens ondermandaat verlenen aan de directeur publieke gezondheid.

  • 3.

    Op ondermandaat is deze regeling van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De algemeen directeur kan nadere instructies geven voor het uitoefenen van specifieke ondergemandateerde bevoegdheden.

     

Artikel 4. Uitzonderingen

De bevoegdheid om beslissingen in mandaat te nemen omvat niet beslissingen:

die de uitoefening van een hardheidsclausule inhouden;

op bezwaarschriften en beroepsschriften;

waarbij het inwinnen van advies van derden verplicht is, en dat advies en het eigen standpunt van de algemeen directeur niet op elkaar aansluiten, of niet tot dezelfde conclusie leiden;

waarbij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid de persoon, de functie of enig ander belang van de algemeen directeur zelf betreft.

 

Artikel 5. Plaatsvervanging

De plaatsvervanger op grond van de Organisatieverordening VRU 2015 beschikt over alle gemandateerde bevoegdheden van de algemeen directeur, tenzij bij de plaatsvervanging anders is bepaald.

 

Artikel 6. Beheer van mandaten

De algemeen directeur informeert het dagelijks bestuur en de voorzitter desgewenst over de krachtens mandaat genomen beslissingen en over de wijze waarop elk mandaat wordt uitgeoefend.

 

Artikel 7. Ondertekeningswijze bij mandaat

Bij de uitoefening van een mandaat worden uitgaande stukken ondertekend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

 

Artikel 8. Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht of machtiging.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2023.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald onder de naam ‘Mandaatregeling VRU’.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 19 juni 2023,

S.A.M. Dijksma

voorzitter

J.R. Donker

secretaris

Mandatenregister VRU

Als bijlage behorende bij de Mandaatregeling VRU

 

 

 

Nr.

Gemandateerde bevoegdheid

Voorwaarden ondermandatering

Mandaterend orgaan

1.

 

Besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, leidend tot inhoudelijke of financiële rechten of verplichtingen.

- Het mandaat omvat niet de oprichting van, of deelname in, rechtspersonen.

Ondermandaat voor het aangaan van verplichtingen is slechts toegestaan tot € 200.000,- inclusief BTW.

 

dagelijks bestuur

2.

Het verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen, leidend tot inhoudelijke of financiële rechten of verplichtingen.

Het mandaat omvat niet beslissingen inhoudende:

a. het sluiten van een convenant met de korpschef en de hoofdofficier van justitie, op grond van artikel 19 van de Wet veiligheidsregio’s, voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft;

b. het besluiten tot een andere samenstelling van basisbrandweereenheden op grond van artikel 3.1.5 van het Besluit veiligheidsregio’s, en

c. het aanwijzen van een inrichting als bedrijfsbrandweerplichtig op grond van artikel 31 van de Wet veiligheidsregio’s, en

d. het vaststellen van een model ten behoeve van de taakuitvoeringsovereenkomst, op grond van artikel 4, vierde lid, van de Bijdrageverordening VRU 2015.

Ondermandaat is slechts toegestaan tot € 200.000,- inclusief BTW.

Ondermandaat is niet toegestaan voor:

a. het vaststellen van ontwerp-rampbestrijdingsplannen en rampbestrijdingsplannen op grond van artikel 17 Wet veiligheidsregio’s;

b. het op grond van artikel 3.1, tweede lid, van de Gemeenschappelijke regeling VRU instemmen met aanvullende overdracht of opdracht van taken of bevoegdheden, slechts voor zover het betreft het individueel gemeentelijk pluspakket, bedoeld in artikel 1 onder d Bijdragenverordening VRU 2015.

 

dagelijks bestuur

3.

Het namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur besluiten om rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, alsmede het voeren daarvan.

 

dagelijks bestuur

4.

Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

 

dagelijks bestuur

5.

Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de VRU of haar bestuur indien de gemandateerde op grond van dit register mandaat heeft om te beslissen tot het verrichten van de bijbehorende rechtshandelingen of aangaan van de daaraan voorafgaande verplichting, danwel indien de bijbehorende rechtshandeling reeds door het algemeen bestuur of dagelijks bestuur is verricht.

Ondermandaat is niet toegestaan indien de bijbehorende rechtshandeling door het algemeen bestuur of dagelijks bestuur is verricht

voorzitter

6.

Het toekennen van budgetten als uitwerking van de vastgestelde programmabegroting.

Ondermandaat is niet toegestaan.

dagelijks bestuur

7.

Het inrichten van de organisatie van de veiligheidsregio, daaronder begrepen de vaststelling en wijziging van de bijlagen bij de Organisatieverordening VRU 2015.

Ondermandaat is niet toegestaan.

dagelijks bestuur

8.

Het nemen van rechtspositionele beslissingen en aangaan van personele verplichtingen en bijbehorende financiële consequenties.

- Het mandaat omvat niet het benoemen, schorsen en ontslaan van de concerncontroller.

Ondermandaat is niet toegestaan voor het aanstellen, schorsen en ontslaan van het afdelingshoofd Financiën.

dagelijks bestuur

9.

Het adviseren van de gemeenten en andere partijen ter uitvoering van de taken van de veiligheidsregio bij of krachtens wet en de Gemeenschappelijke regeling VRU.

 

dagelijks bestuur