Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Subsidieregeling referendum Amsterdam 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling referendum Amsterdam 2023
CiteertitelSubsidieregeling referendum Amsterdam 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de nadere regels voor de subsidieverlening aan referendumcomités en aan maatschappelijke organisaties als bedoeld in art. 5, lid 3, van de Verordening op het referendum 1998.

Deze regeling vervalt op 31 december 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-2023nieuwe regeling

20-07-2023

gmb-2023-335126

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling referendum Amsterdam 2023

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad van 19/20 juli 2023,

 

gezien het advies van de initiatief- en referendumcommissie van 21 juni 2023,

 

gelet op artikel 26, eerste, vierde en zesde lid van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit vast te stellen:

 

  • I.

    Subsidieregeling referendum Amsterdam 2023

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • b.

    Initiatief- en referendumcommissie: de Initiatief- en referendumcommissie als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022;

  • c.

    Kiesgerechtigden: kiesgerechtigden als bedoeld in artikel 1, onder c, en artikel 24, tweede lid van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022;

  • d.

    Raad: gemeenteraad van de gemeente Amsterdam;

  • e.

    Referendum: een referendum als bedoeld in art. 1, onder g van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022.

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het bevorderen van maatschappelijke initiatieven voor het publieke debat of de individuele meningsvorming over het aan het referendum onderworpen (voorgenomen) besluit.

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten

Het college kan voor een activiteit in het kader een campagne ten behoeve van het publieke debat of de individuele meningsvorming over het (voorgenomen) besluit waarop het referendum betrekking heeft, subsidie verlenen.

Art. 3.2 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidiabel zijn uitsluitend kosten die noodzakelijk en adequaat zijn voor de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2.

    Subsidie wordt alleen verleend ter bekostiging van materiële kosten die een aanvrager maakt ten behoeve van de in artikel 3.1 bedoelde activiteit.

  • 3.

    Loonkosten of kosten voor eigen arbeid van de aanvrager komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 4.

    Loonkosten voor een externe professional komen slechts dan voor subsidie in aanmerking wanneer deze onvermijdelijk zijn. De bijdrage aan de loonkosten bedraagt maximaal 50% van het uurtarief met een maximum van 20 uur.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    De raad stelt voor het geheel van de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komt, een subsidieplafond vast van € 150.000, =.

  • 2.

    Van het subsidieplafond is:

    • a.

      Een derde deel beschikbaar voor campagnevoering van de tegenstanders van het voorgenomen raadsbesluit;

    • b.

      Een derde deel beschikbaar voor campagnevoering van de voorstanders van het voorgenomen raadsbesluit; en

    • c.

      Een derde deel beschikbaar voor neutrale campagnevoering.

  • 3.

    Per activiteit wordt ten hoogste € 5.000,- subsidie verleend.

Artikel 5. Verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1.

    Indien aanvragen voor vergelijkbare activiteiten worden ingediend door verschillende aanvragers, streeft het college bij de subsidieverlening naar spreiding over aanvragers, en naar diversiteit wat betreft de soort en inhoud van de activiteiten. Ook spreiding over de stad kan deel uitmaken van dit onderdeel van de beoordeling.

  • 2.

    De rangschikking van de aanvragen wordt bepaald door het aantal punten dat wordt gehaald op basis van alle volgende criteria:

    • a.

      of de activiteit waarop de aanvraag betrekking heeft naar redelijke verwachting een bijdrage zal leveren aan het publieke debat of de individuele meningsvorming;

    • b.

      of de activiteit in voldoende mate voor de inwoners toegankelijk is en/of de uitingen openbaar zijn;

    • c.

      of de voorgenomen activiteit vooraf bekend gemaakt wordt bij de inwoners, wanneer de activiteiten zich daar redelijkerwijs voor lenen;

    • d.

      of het gevraagde bedrag in een evenredige verhouding staat tot het product of het verwachte resultaat van de activiteit.

  • 3.

    Alle criteria genoemd in het vorige lid tellen daarbij even zwaar. Per criterium kan nul tot en met twintig punten worden gehaald.

  • 4.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats worden gerangschikt en door honorering van al deze aanvragen het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt de aanvraag van de initiatiefnemers tot het referendum als eerste gehonoreerd. Het college kan besluiten te loten als toewijzing aan de overige gelijk eindigende aanvragers zou leiden overschrijding van het subsidieplafond.

Artikel 6. De aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, kan worden aangevraagd door:

    • a.

      Een rechtspersoon;

    • b.

      Een collectief van ten minste zes kiesgerechtigden, die met elkaar samenwerken om een standpunt uit te dragen voorafgaand aan het referendum.

  • 2.

    Geen subsidie wordt verleend aan politieke groeperingen die zijn geregistreerd bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, provinciale staten, waterschappen, Europees Parlement of de Tweede Kamer, als bedoeld in de Kieswet.

  • 3.

    Een rechtspersoon of collectief als bedoeld in het eerste lid, onder b kan meer dan een aanvraag indienen, maar niet meer dan drie.

Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    In de aanvraag worden de voorgenomen activiteiten duidelijk omschreven, en wordt een gemotiveerde uitleg gegeven – bij voorkeur in de vorm van een begroting die is onderbouwd met offertes - omtrent de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag.

  • 2.

    Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van een besluit daaromtrent, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het college te bepalen termijn van ten hoogste vijf werkdagen aan te vullen.

  • 3.

    Indien een aanvraag wordt ingediend door een collectief als bedoeld in artikel 6, eerste lid onder b van deze regeling, gaat de aanvraag vergezeld van een verklaring waaruit blijkt wie verantwoordelijk is voor het financieel beheer.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Het college maakt bekend vanaf welke datum aanvragen tot subsidieverlening op basis van deze regeling kunnen worden ingediend. Dit besluit wordt bekend gemaakt in een of meer in Amsterdam verschijnende dag- of nieuwsbladen en op de website van de gemeente Amsterdam.

  • 2.

    Aanvragen tot subsidieverlening kunnen met gebruikmaking van een door het college beschikbaar gesteld formulier uiterlijk twee maanden na de bekendmaking door het college als bedoeld in het eerste lid worden ingediend.

Artikel 9. Beslistermijn

Het college neemt binnen zes weken na afloop van de termijn bedoeld in artikel 8, tweede lid een besluit omtrent de aanvragen.

Artikel 10. Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien en voor zover:

  • a.

    er sprake is van een activiteit die (mede) met een winstoogmerk wordt ondernomen;

  • b.

    de activiteit heeft plaatsgevonden voordat op de aanvraag is beslist;

  • c.

    de activiteit plaatsvindt na de dag waarop het referendum wordt gehouden;

  • d.

    de activiteit elementen bevat die in strijd met de wet zijn.

Artikel 11. Advies Initiatief- en referendumcommissie

De initiatief- en referendumcommissie geeft advies over de voorgenomen subsidiebeschikkingen.

Artikel 12. Verlening subsidie

Indien de aanvraag voor toekenning in aanmerking komt, wordt subsidie verleend. Het verleende bedrag wordt bij wijze van voorschot zo spoedig mogelijk uitbetaald.

Artikel 13. Beschikking subsidievaststelling; rekening en verantwoording

  • 1.

    Binnen drie weken nadat het referendum heeft plaatsgevonden dient de subsidieontvanger een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie door middel van een door het college beschikbaar gesteld formulier.

  • 2.

    Bij de indiening van de aanvraag wordt schriftelijk, onder overlegging van bewijzen, rekening en verantwoording afgelegd over de activiteiten die hebben plaatsgevonden en de wijze waarop het subsidiebedrag is besteed. Ook wordt een inhoudelijk verslag van de gesubsidieerde activiteit overgelegd.

  • 3.

    Het college kan advies vragen aan de Initiatief- en referendumcommissie over de rekening en verantwoording.

  • 4.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het college de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 5.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      De activiteit waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of:

    • b.

      De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, of:

    • c.

      De subsidieontvanger onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste en/of volledige gegevens zou hebben geleid tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening, of:

    • d.

      De subsidieverlening anderszins onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 6.

    Voor zover het bedrag van de subsidieverlening afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteit waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling niet in aanmerking genomen.

  • 7.

    De subsidievaststelling vindt plaats uiterlijk vier weken na ontvangst van de volledige rekening en verantwoording. Het college kan deze termijn eenmaal met vier weken verlengen.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan – na advies van de initiatief- en referendumcommissie - van een of meer artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig bezwarend zouden zijn.

Artikel 15. Looptijd regeling en evaluatie

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 september 2023. Zij vervalt op 31 december 2024.

  • 2.

    Nadat de uitslag van het referendum is vastgesteld, vindt een evaluatie plaats door de initiatief- en referendumcommissie. Deze evaluatie wordt ter kennis gebracht aan de raad.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling referendum Amsterdam 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 juli 2023.

De plaatsvervangend voorzitter

Kune Burgers

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting Subsidieregeling referendum Amsterdam 2023

Algemene opmerkingen

De hier voorgestelde subsidieregeling is specifiek voor 1 referendum opgesteld, maar ook zodanig geformuleerd dat zij ook in de toekomst kan worden gebruikt bij referenda en daarmee vergelijkbare stemmingen over een alternatief burgervoorstel of een volksinitiatief.

Een afzonderlijke verordening is nodig omdat volgens de Referendumverordening 2022 de Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013 niet van toepassing is op referendumsubsidies in Amsterdam.

Duidelijkheid over het subsidieproces bij referenda is zeer gewenst.

De opbouw van de hier voorgestelde subsidieregeling volgt zoveel mogelijk de tijdlijn van het subsidieverlenings- en subsidievaststellingsproces.

Gekozen is voor een ‘tender’-benadering, waarbij verschillende aanvragen kunnen worden ingediend die vervolgens met elkaar worden vergeleken.

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht zijn in ieder geval van toepassing ook op dit subsidieproces. Waar nodig, is omwille van de duidelijkheid nog expliciet een enkele keer verwezen naar de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze subsidieregeling is opgesteld in het geval er een referendum wordt gehouden. Wat een referendum is wordt uitgelegd in de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels voor subsidies opgesteld. Deze subsidieregeling geeft een nadere invulling voor subsidies in het kader van een referendum. De Awb gebruikt de term activiteiten in het hoofdstuk dat over subsidies gaat. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de Awb wordt in de nadere regels ook gesproken over activiteiten. In de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 wordt niet over activiteiten gesproken maar over campagneactiviteiten. Deze subsidieregeling ziet dus op de subsidies die aangevraagd kunnen worden om activiteiten te ondernemen in het kader van de campagne voor het referendum. De Algemene Subsidie-verordening Amsterdam is niet van toepassing.

 

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 3.1 en artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten

Artikel 3.1 bevat een tamelijk ruime omschrijving van de activiteiten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Dat betekent echter niet dat alle kosten die in verband met de subsidiabele activiteit worden gemaakt, subsidiabel zijn. Ook andere Amsterdamse subsidieregelingen – bijvoorbeeld de recente Subsidieregeling Ruimte voor duurzaam initiatief Amsterdam – maken onderscheid tussen subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten. Ook in de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over subsidies wordt dit onderscheid gehanteerd1 . De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in materiële kosten. Denk aan de huur van een zaal voor een debatavond, het drukken van een folder of het maken van een filmpje. Zij is niet bestemd voor loonkosten van de aanvrager of anderen. Als het voor de activiteit absoluut noodzakelijk is dat er een deskundige wordt ingehuurd is het wellicht mogelijk dat er een uitzondering wordt gemaakt. De kosten die voor subsidie in aanmerking komen moeten noodzakelijk zijn om de activiteit te kunnen uitvoeren. Dus de zaalhuur voor een debatavond kan vergoed worden, eten en drinken, bijvoorbeeld in de vorm van een borrel na afloop, niet. Indien er een professional ingehuurd dient te worden (bijvoorbeeld een cameraman voor het maken van een filmpje) dan worden deze kosten vergoed tot een maximum van 50% van het betreffende uurtarief. Het aantal uren dat per aanvraag gedeclareerd kan worden heeft een maximum van 20.

 

Artikel 4. Subsidieplafond

Per referendum wordt een bepaald bedrag beschikbaar gesteld voor de campagnevoering (subsidieplafond). Dit bedrag wordt verdeeld over drie gelijke categorieën, de voorstanders, de tegenstanders en de neutrale campagne. Deze laatste categorie is niet expliciet opgenomen in de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 maar de ervaring die is opgedaan bij andere referenda, leert dat er organisaties zijn (bijvoorbeeld een wijkcentrum) die een bijdrage willen leveren door bijvoorbeeld een debatavond te organiseren, waarbij zowel een voor- als een tegenstander als spreker zijn uitgenodigd. Vandaar dat ook de categorie neutraal is opgenomen. Om meerdere aanvragers van subsidie een kans te geven is er een limiet vastgesteld aan het maximale bedrag dat per subsidieaanvraag kan worden ontvangen.

 

Artikel 5. Verdeelsleutel subsidieplafond

Activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan het publiek debat over het onderwerp van het referendum. Daarnaast wordt gekeken of de activiteit goed toegankelijk is voor publiek of op een andere wijze de inwoners van Amsterdam bereikt. Een spreiding van activiteiten is gewenst. Liever subsidie toekennen aan één debatavond, één website en één folder dan drie keer subsidie voor een debat. Ook spreiding over de stad is nodig. Door verschillende activiteiten te subsidiëren is de kans groter dat zoveel mogelijk kiesgerechtigde inwoners bereikt worden. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een duidelijke begroting op basis waarvan de te verwachten kosten beoordeeld kunnen worden.

Er wordt voorzien in een verdeelsleutel van het beschikbare bedrag per doelgroep aan de hand van inhoudelijke criteria in plaats van op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Dat betekent dat de verschillende subsidieaanvragen tegen elkaar moeten kunnen worden afgewogen.

De rangschikking op de prioriteitenlijst wordt bepaald door het aantal punten dat wordt toegekend op basis van de gestelde criteria. Per criterium kan nul tot en met twintig punten worden toegekend. De aanvragen worden gerangschikt op basis van het puntentotaal en in die volgorde gehonoreerd, totdat het subsidieplafond wordt bereikt. Wanneer meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag van de initiatiefnemers tot het referendum als eerste gehonoreerd. In geval van overige gelijk eindigende aanvragers, kan het college besluiten te loten.

 

Artikel 6. De aanvrager

Subsidies kunnen verstrekt worden aan organisaties in de vorm van rechtspersonen maar ook aan 'gewone' burgers mits zij dit doen met een aantal van minimaal zes personen. In dit laatste geval dienen zij ook kiesgerechtigd te zijn voor de raadsverkiezingen van de gemeente Amsterdam. Het aantal van ten minste zes kiesgerechtigden is gekozen om zo de kwetsbaarheid/verantwoordelijkheid die rust op een individu te beperken en dus de draagkracht van het ten uitvoer leggen van de voorgenomen activiteiten te vergroten. Het minimumaantal wordt passend geacht op de schaal van Amsterdam en met het aantal is voldoende daadkracht en slagkracht van het collectief gewaarborgd. Voor de toepassing van de subsidieregeling en met name voor de rekening en verantwoording moet wel duidelijk zijn – ook voor de betrokkenen bij de hier bedoelde collectieven – wie het financieel beheer voert.

Politieke partijen kunnen geen subsidie aanvragen op basis van deze regels. Zij hebben hun eigen mogelijkheden om campagne te voeren.

 

Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

De aanvraag moet met een daarvoor beschikbaar gesteld formulier ingediend worden. Hierdoor is het voor de aanvragers duidelijk welke gegevens zij moeten aanleveren. Het is belangrijk dat er niet alleen een omschrijving van de activiteiten wordt aangeleverd, maar dat er ook een begroting wordt gemaakt waarin de inkomsten en uitgaven zijn opgenomen. Aanvragers zullen voor bijvoorbeeld de huur van een zaal of het ontwerpen van een website een offerte moeten aanvragen zodat zij een goed onderbouwde begroting kunnen aanleveren. Ook worden formele gegevens gevraagd. Voor een collectief van kiezers betekent dit dat er zes personen hun naam en adresgegevens aanleveren en hun handtekening zetten waarmee ze aangeven gezamenlijk verantwoordelijk te zijn voor de activiteit. Voor rechtspersonen die niet bekend zijn bij de gemeente betekent dit dat zij bijvoorbeeld een afschrift van de inschrijving van de kamer van koophandel moeten overleggen. En uiteraard dient ook deze aanvraag ondertekend te zijn door de bevoegde personen (dit zijn er vaak meer dan één). Het aanvraagformulier staat op de website van de gemeente en kan worden geprint. Het ingevulde formulier kan per post worden opgestuurd of afgegeven worden.

 

Artikel 8. Aanvraagtermijn

De raad stelt het budget vast (artikel 26, eerste lid van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022). Het college bepaalt op welke dag de termijn voor het indienen van een subsidieaanvraag start. Gedurende een periode van twee maanden kan een aanvraag worden gedaan.

 

Artikel 9. Beslistermijn

Vervolgens zal het college binnen zes weken besluiten op de aanvragen.

 

Artikel 10. Weigeringsgronden

Het ligt voor de hand dat geen subsidie verstrekt wordt als de activiteiten plaatsvinden voordat de aanvraag wordt ingediend of nadat het referendum gehouden is. Ook is subsidie niet bedoeld om winst te maken, dit is ook een afwijzingsgrond. Tot slot kan een subsidie geweigerd worden als bijvoorbeeld de activiteiten een discriminerend karakter hebben. Dat activiteiten niet in strijd met de wet mogen zijn spreekt vanzelf.

 

Artikel 11. Advies Initiatief- en referendumcommissie

De praktische uitvoering van de subsidieverlening is een verantwoordelijkheid van het college. De initiatief- en referendumcommissie houdt toezicht op de correcte uitvoering van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022 en adviseert de raad en college gevraagd en ongevraagd dienaangaande (artikel 5, tweede lid van de Referendumverordening Gemeente Amsterdam 2022). Daarom ziet deze commissie alle voorgenomen subsidiebeschikkingen en geeft zij een advies. Zie in dit verband ook artikel 10 van deze subsidieregels.

 

Artikel 12. Verlening subsidie

In de Algemene wet bestuursrecht wordt onderscheid gemaakt tussen verlening en vaststelling van een subsidie. In deze referendumsubsidieregeling is ervoor gekozen om voorafgaand aan een beschikking tot subsidievaststelling een beschikking tot subsidieverlening te geven. De subsidieverlening is in feite een voorlopige toekenning. In de beschikking tot verlening worden de te subsidiëren activiteiten omschreven en het subsidiebedrag. Een aangevraagde subsidie kan geheel of voor een deel worden verleend. Voor een deel als er bijvoorbeeld kosten in de aanvraag zijn opgenomen die niet voor subsidie in aanmerking komen. Als de subsidie is toegekend wordt dit bedrag overgemaakt als voorschot zodat met de activiteiten kan worden begonnen. Het is een voorschot omdat na het referendum aan de hand van facturen en ander bewijsmateriaal wordt gekeken of de activiteiten zijn uitgevoerd, en wat de werkelijke kosten waren.

 

Artikel 13. Beschikking subsidievaststelling; rekening en verantwoording

Over het ontvangen subsidiebedrag moet verantwoording worden afgelegd. Pas daarna kan vaststelling van de subsidie plaatsvinden. Aan de hand van facturen (betaalde bedragen) en andere bewijzen (bijvoorbeeld foto's of filmpjes van een debatavond, het adres van een website en een kort verslag) wordt aangegeven of de activiteiten zijn uitgevoerd en wat de daadwerkelijke kosten waren. Voor het afleggen van de verantwoording wordt een door de gemeente verstrekt formulier gebruikt. Uiterlijk drie weken nadat het referendum heeft plaatsgevonden dient dit formulier vergezeld van de facturen en andere stukken te worden overgelegd. Ook moet een inhoudelijk verslag van de activiteit worden bijgevoegd.

Het college kan de Initiatief- en referendumcommissie vragen te adviseren over de ontvangen rekening en verantwoording. De commissie kijkt hierbij naar het totaal van de aangevraagde subsidie en de activiteiten die georganiseerd zijn. Tussen de kostenposten zijn kleine verschuivingen geen probleem indien het totaalbedrag niet hoger uitkomt. Het is uiteraard mogelijk dat de subsidie lager wordt vastgesteld omdat de werkelijke kosten lager blijken te zijn dan was begroot, of als er sprake is van een van de andere omstandigheden die in artikel 13, vijfde lid worden genoemd. In dit geval zal een deel van het voorschot terugbetaald moeten worden. De vaststelling kan nooit hoger uitvallen dan de verlening.

 

Artikel 14. Hardheidsclausule

Strikt genomen is de hier opgenomen hardheidsclausule niet nodig omdat al uit art. 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht voortvloeit dat de gevolgen van een besluit van de overheid niet onevenredig bezwarend mogen zijn voor de burger. Opnemen in de subsidieregeling vergroot de duidelijkheid voor de burger. De formulering van de clausule is bovendien maatwerk omdat zij is toegesneden op het de subsidies voor de referendumcampagne.

 

Artikel 15. Looptijd regeling en evaluatie

Dit artikel bevat een horizonbepaling. Daaraan bestaat behoefte nu het in het voornemen ligt in de toekomst subsidieregelingen als deze te uniformeren naar het model van de Algemene subsidieverordening Amsterdam.

Tevens bevat dit artikel een evaluatiebepaling. Ook de Referendumverordening Amsterdam 2022 bevat een evaluatiebepaling (artikel 30). De Initiatief- en referendumcommissie is van plan over het hele referendumproces na afloop van het referendum een evaluatie uit te brengen. Dit artikel zorgt ervoor dat de subsidies in elk geval in de evaluatie worden betrokken.

 

Artikel 16. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

  • II.

    De nadere regels voor de subsidieverlening aan referendumcomités en aan maatschappelijke organisaties als bedoeld in art. 5, lid 3, van de Verordening op het referendum 1998, in te trekken.


1

Een recent voorbeeld is ABRS 14 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2679.