Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel welstand ligplaatsen Leeuwarden |
Citeertitel | Beleidsregel welstand ligplaatsen Leeuwarden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze beleidsregel per 1 januari 2016 vervallen
APV
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | 01-01-2016 | wijziging | 28-05-2013 Huis aan Huis; 3 juli 2013 | II,1 | |
04-08-2005 | 04-07-2013 | nieuwe regeling | 05-07-2005 Huis aan Huis; 3 augustus 2005 | digipro |
De gemeenteraad heeft op 15 mei 2000 de beleidsnota “Ligplaatsenbeleid op de helling” vastgesteld, waarin wordt geconcludeerd en aanbevolen dat voor woonschepen welstandeisen ontwikkeld moeten worden.
Ervaringen bij de aanvragen voor woonschepen in Leeuwarden hebben geleerd, dat het hebben van dergelijke welstandsbepalingen voor zowel de aanvragers, bewoners, omgeving en overheid als zeer belangrijk moet worden aangemerkt.
Gemeenten zijn sinds 1 juli 2004 wettelijk verplicht welstandeisen vast te stellen voor bebouwing op de wal. Dit betreft eisen aan het gebouw en zijn omgeving. Het vaststellen van een welstand-beleid voor wonen op het water is niet wettelijk voorgeschreven; boten vallen niet onder de Woningwet. In de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden 2003 is voorgeschreven dat een vergunning voor het innemen van een ligplaats kan worden geweigerd indien het uiterlijk van het vaartuig, waarvoor vergunning wordt gevraagd afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of dat het vaartuig niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Dit zijn twee verschillende, maar complementaire weigeringgronden. “Afbreuk doen aan de gemeente” betekent, dat de woning op het water moet passen in de omgeving. Het moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand heeft direct betrekking op het vaartuig.
In vervolg op deze aanleidingen is de “Beleidsregel welstand ligplaatsen Leeuwarden 2005” opgesteld. Die regel bestaat uit deze notitie inclusief een bijlage en geldt voor de verschillende categorieën ligplaatsen waarvoor de gemeente, op grond van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden 2003 (Apv), bevoegd is ligplaatsvergunning te verlenen/in te trekken of te weigeren.
Welstand is en blijft een subjectief begrip. Juist daarom is het aan te bevelen welstandcriteria zoveel mogelijk te objectiveren om rechtsongelijkheid te voorkomen bij de toetsing van aanvragen om ligplaatsvergunningen.
Welstand richt zich primair op vorm, kleur en materiaalgebruik en dat in relatie tot de omgeving.
Zaken als situering, afmeting en de afstand tussen de woonboten onderling en ook tot de wal behoren primair thuis in de ruimtelijke regelgeving, zoals een bestemmingsplan.
Omdat (nog) niet alle ligplaatsen in bestemmingsplannen zijn of worden ondergebracht, zijn deze aspecten toch meegenomen in voorliggend voorstel. Dit geldt ook voor de eisen met betrekking tot aantal meerpalen en de loopbrug/steiger.
Het gebruik van de walkanten/kaden is aan te merken als gebruik van openbare grond. Dat gebruik is geregeld in artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden 2003. Op grond van die bepaling is het gebruik al gebonden aan een vergunningstelsel. Daarom blijft het in deze beleidsregel buiten beschouwing.
Volgens de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht is een beleidsregel een algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten en de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Het is dus geen algemeen verbindend voorschrift, dat als een naar buiten werkende bindende regel werkt. Een beleidsregel kan aangeven op welke wijze de bestuurlijke afweging plaats heeft.
De beleidsregel is dus de basis voor de toetsing van aanvragen voor het verkrijgen van ligplaatsen binnen de gemeente Leeuwarden.
De ligplaatsen en ligplaatsvergunningen zijn geregeld in hoofdstuk 5, afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden 2003. Op basis van dit artikel heeft het college van burgemeester en wethouders het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen kaden en wallen vastgesteld. Ook zijn de weigeringgronden voor een ligplaats in dit hoofdstuk opgenomen. Een ligplaatsvergunning kan onder meer worden geweigerd als:
Ook in verband met deze weigeringsgronden is het raadzaam,
ten behoeve van rechtszekerheid en ter voorkoming van rechtsongelijkheid, een en ander in een beleidsregel uit te werken. Vaststelling van deze beleidsregel heeft als consequentie dat artikel 5.3.3.3 Apv gewijzigd moet worden, waardoor, nadat deze beleidsregel van kracht is geworden en er na dat moment wijzigingen aan arken en schepen worden aangebracht, het niet voldoen aan redelijke eisen van welstand een grond wordt om een ligplaatsvergunning in te trekken. Voor de thans aanwezige arken en schepen verandert er niets, mits er geen wijzigingen aangebracht worden. In de volgende wijziging van de Apv zal dit artikel aan deze beleidsregel worden aangepast.
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 9 december 2003 twee besluiten genomen, die hier van belang zijn. In de eerste plaats heeft het college het “Aanwijzingbesluit ligplaatsen, kaden en wallen” aangepast. Vanaf dat moment gelden de volgende maatvoeringeisen ten aanzien van woonschepen aan de Oostersingel, tussen Vlietsterbrug en Cambuursterpad:
Daarnaast stelde het College de “Beleidsregel welstand woonarken” vast, met daarin de volgende regels:
De bestaande beleidsregel heeft alleen betrekking op woonarken en wordt ingetrokken als de Beleidsregel welstand ligplaatsen Leeuwarden 2005 van kracht is geworden.
4. Ruimtelijke kwaliteit omgeving
De in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen kaden en wallen aangewezen delen van de stadsgrachten van Leeuwarden en havens in de dorpen mogen gebruikt worden voor het afmeren en ligplaats innemen met een woonschip, doch maken ook deel uit van de totale stad dan wel van een van de dorpen. De verschillende aangewezen locaties in de stad bevinden zich in meer en mindere historisch zeer belangrijke delen van de stad. Voor de havens in Lekkum en Hempens geldt dit niet.
In het verlengde van dit onderscheid wordt in de beleidsnota “Ligplaatsenbeleid op de helling” onderscheid gemaakt tussen de volgende drie zones:
De welstandeisen zullen hoger zijn in zone 1 dan in zone 2 en hoger in zone 2 dan in zone 3.
Overigens ontslaat dat de gemeente niet van de verplichting los daarvan elk geval op zichzelf te beoordelen. De in deze beleidsregel opgenomen welstandeisen vormen daarbij steeds een lijst met agendapunten die aan de orde komen bij de bespreking en beoordeling van de concrete aanvraag.
Het totaalbeeld van de woonboot is uiteindelijk belangrijker dan dat de boot aan alle normen van deze beleidsregel voldoet.
De hierboven staande driedeling zal plaatsmaken voor een tweedeling, doordat zone 2 onderdeel gaat uitmaken van het beschermde stadsgezicht. In deze beleidsregel wordt daarop geanticipeerd.
Juist het feit, dat de delen van de grachten zich binnen het beschermd stadsgezicht, dan wel in historisch waardevolle gebieden liggen, maakt het noodzakelijk dat er een toetsing van de woonschepen en de omgeving plaatsvindt. De kwaliteit van die omgeving is dus medebepalend voor de strengheid van de eisen. Binnen het beschermd stadsgezicht gelden strengere eisen dan daar buiten en in het historisch waardevolle gebieden van de stad zijn de eisen weer strenger dan daar buiten.
De schepen moeten passen in die omgevingen.
Voor voormalige binnenvaartschepen en voormalige zeeschepen geldt primair de eis van historiciteit en originaliteit.
Bij woonarken staat de eis van “passend in de omgeving” voorop.
De eisen/maatvoeringen, opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel welstand ligplaatsen Leeuwarden 2005 zijn geen “harde” eisen, maar “agendapunten” die gebruikt worden om tot een welstandstoetsing van het geheel te komen.
De gemeente heeft in de afgelopen jaren geïnvesteerd in het verhogen van de kwaliteit van de omgeving van de ligplaatsen.
Zo zijn de kaden van Harlingertrekweg en Emmakade heringericht en zijn daar de voorzieningen voor woonboten vervangen. Inmiddels is ook de Willemskade noordzijde aangepakt en zullen Westersingel en Oostersingel op termijn volgen.
Het uiterlijk van het vaartuig of de lig- of aanlegplaats is in ieder geval in ernstige mate in strijd met de redelijke eisen van welstand indien:
Bij woonschepen wordt, gelijk dat is gebeurd in het Aanwijzingsbesluit kaden en wallen onderscheid gemaakt in drie categorieën, te weten:
Voor woonarken geldt, dat zij moeten passen in de omgeving waar ze worden afgemeerd.
De kwaliteit van het uiterlijk aanzien van voormalige binnenvaart- en zeevaartschepen wordt primair bepaald door de mate van historiciteit en originaliteit van het schip. Ook deze schepen moeten passen in de omgeving.
Voor de overige schepen, bijv werkplaats-, werk-, horeca- en detailhandelschepen, is in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen bepaald waar deze ligplaats mogen innemen. Bij de aanvraag worden deze ingedeeld één van de drie categorieën en de precieze locatie bepaalt dan wat mogelijk is.
Welstandnormen zijn relevant als een aanvraag moet worden beoordeeld voor:
Omtrent alle aanvragen om een ligplaatsvergunning wordt een welstandsadvies gevraagd. Hûs en Hiem is daarvoor de aangewezen instantie. Hûs en Hiem zal bij met name de voormalige binnenvaart en voormalige zeeschepen derde deskundigen uit de scheepvaart om advies kunnen vragen, om met name de vragen met betrekking de historiciteit en originaliteit te kunnen beoordelen.
Welstandadviezen zijn niet bindend voor de beoordelaar van de aanvraag, in casu de gemeente. In de beschikking (verlening, intrekken of weigering) moet worden aangegeven welke instantie over het welstandaspect heeft geadviseerd en wat – in het kort – de strekking van het advies is. Eens per halfjaar wordt aan het college van burgemeester en wethouders gerapporteerd of en zo ja waarom er vergunningen in afwijking van een welstandsadvies zijn verleend. Over vergunningen, die in afwijking van het welstandsadvies zouden moeten worden verleend, wordt vooraf overleg met de portefeuillehouder gevoerd.
De legesverordening biedt de mogelijkheid om kosten van het welstandadvies bij de aanvrager van een ligplaatsvergunning in rekening te brengen.
In de bij deze memo behorende bijlage staan concreet de verschillende welstandnormen aangegeven, per aspect en soort woonschip; deze normen gelden als agendapunten voor de beoordeling van concrete aanvragen.
Een jaar na vaststelling van deze beleidsregel zal de regel worden geëvalueerd. In ieder geval de Vereniging van Schippers en Hûs en Hiem worden bij de evaluatie betrokken.
Welstand heeft te maken met het object op zich en met het object in relatie tot zijn omgeving. Vooral laatstgenoemde is van belang geweest bij de verdeling van de beschikbare ligplaatslocaties over de drie categorieën woonschepen: woonarken, voormalige binnenvaartschepen en voormalige zeeschepen. Ook bij de tweedeling binnen de categorie woonarken speelt de relatie tot de omgeving een grote rol.
Dat een deel van de maximaal toegestane oppervlakte als buitenruimte onbebouwd moet blijven heeft als achtergrond dat het zicht op het water wordt vergroot en meer variatie ontstaat in het totaalbeeld.
Te denken valt aan een terras, balkon, veranda, gangboorden of een combinatie van één of meer van deze elementen. Vanuit vormgeving is de achtergrond hierbij een overgangselement te hebben tussen boot en water en meer variatie en geleding in de hoofdvorm te krijgen.
Vorm, materiaalgebruik en afwerking van het dak (“de vijfde gevel”) van woonboten is voor het aanzien van belang. Het dak is bij woonboten zichtbaarder dan bij bebouwing op de wal. Omwonenden en passanten kijken er tegenaan of er op, zeker vanaf bruggen. Helling, kleur en materiaalkeuze zijn van belang.
Woonarken hebben over het algemeen een rechthoekige hoofdvorm met een plat dak, een vorm die het meest eenvoudig en goedkoop te maken is. Er is een tendens naar eenvormigheid, waarbij de maximaal toegestane maten steeds meer de ontwerpmaten worden. Het gevaar dreigt dat een maximaal programma wordt ondergebracht binnen een minimale vorm. Het onbebouwd laten van een deel van het oppervlak alsmede de aanwezigheid van gangboorden kunnen dat enigszins voorkomen.
Bij de eisen ten aanzien van woonarken wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds het beschermde stadsgezicht/woonschepenhaven de Leijte (Hempens) en de woonschepenhavens de Boeg en It Anker anderzijds. Achtergrond hiervan is dat de Leijte gelegen is naast bebouwing op de wal. Dat is bij de Boeg/It Anker niet het geval.