Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Beleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023
CiteertitelBeleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpgebiedsontzeggingen en gebiedsverboden
Externe bijlageBijlage 3 Modelbesluit gebiedsontzeggingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 2.78 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2021 gemeente Súdwest-Fryslân
  2. artikel 172a van de Gemeentewet
  3. artikel 172b van de Gemeentewet
  4. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-07-2023nieuwe regeling

17-07-2023

gmb-2023-331325

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023

De burgemeester van Súdwest-Fryslân:

 

Overwegende dat:

  • op grond van artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Súdwest-Fryslân (APV) de burgemeester aan een persoon een verbod kan opleggen om zich niet op te houden op een openbare plaats in een of meer bepaalde delen van de gemeente Súdwest-Fryslân in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid;

  • artikel 172a van de Gemeentewet de burgemeester de bevoegdheid geeft een gebiedsverbod of een groepsverbod op te leggen en artikel 172b van de Gemeentewet daarnaast de bevoegdheid geeft een bevel te geven aan een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt;

  • de huidige beleidsregels gebiedsontzegging op 24 oktober 2013 in werking zijn getreden en niet meer actueel zijn;

  • de politie heeft geadviseerd in het beleid ook regels op te nemen voor het opleggen van kortdurende gebiedsontzeggingen voor de horecacentrumgebieden in Bolsward en Sneek en voor evenementen;

  • deze ontwikkelingen reden geven nieuwe beleidsregels vast te stellen voor het opleggen van gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden en de bevoegdheid tot het geven van een bevel op grond van artikel 172b van de Gemeentewet;

 

Gelet op artikel 2.78 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Súdwest-Fryslân (APV), de artikelen 172a en 172b van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

 

Besluit:

 

vast te stellen de

 

Beleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    de burgemeester: de burgemeester van Súdwest-Fryslân;

  • b.

    evenement: een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak;

  • c.

    gebiedsontzegging: gebiedsontzegging bedoeld in artikel 2.78 van de APV;

  • d.

    gebiedsverbod: gebiedsverbod bedoeld in artikel 172a van de Gemeentewet;

  • e.

    groepsverbod: groepsverbod bedoeld in artikel 172a, lid 1 onder b, van de Gemeentewet;

  • f.

    horecacentrumgebied: gebied zoals aangegeven op de in Bijlage 2 opgenomen kaarten.

 

Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels

In deze beleidsregels geeft de burgemeester aan op welke wijze hij van zijn bevoegdheid gebruik maakt bij het opleggen van:

  • a.

    een gebiedsontzegging, onderverdeeld in de categorieën reguliere gebiedsontzeggingen, horecagebiedsontzeggingen en evenementengebiedsontzeggingen;

  • b.

    een gebiedsverbod;

  • c.

    een bevel aan een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt.

 

Hoofdstuk 2 Gebiedsontzeggingen, gebiedsverboden, groepsverboden en bevelen op grond van artikel 172b van de Gemeentewet

Artikel 3 Reguliere gebiedsontzegging

  • 1.

    De burgemeester kan een reguliere gebiedsontzegging opleggen. De gedragingen waarvoor een reguliere gebiedsontzegging kan worden opgelegd zijn opgenomen in Bijlage 1A (lichte feiten) en Bijlage 1B (zware feiten).

  • 2.

    Voordat de burgemeester een reguliere gebiedsontzegging oplegt, waarschuwt de burgemeester de betrokkene indien deze zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging als genoemd in Bijlage 1A of 1B. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Súdwest-Fryslân.

  • 3.

    De burgemeester kan een reguliere gebiedsontzegging zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing opleggen indien naar zijn oordeel sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde. Van een ernstige verstoring van de openbare is in elk geval sprake indien de gedraging een zwaar feit betreft.

  • 4.

    Een gebiedsontzegging geldt voor een gebied in de gemeente Súdwest-Fryslân waarbinnen of in de nabijheid de gedraging heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    Voor het bepalen van de duur van de reguliere gebiedsontzegging gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      wanneer aan een persoon voor de eerste maal een reguliere gebiedsontzegging wordt opgelegd, geldt deze indien sprake is van overtreding van een licht feit voor een periode van maximaal 3 aaneengesloten weken;

    • b.

      wanneer aan een persoon voor de eerste maal een reguliere gebiedsontzegging wordt opgelegd, geldt deze indien sprake is van overtreding van een zwaar feit voor een periode van maximaal 6 aaneengesloten weken.

  • 6.

    Bij een tweede gebiedsontzegging is de aanduiding (licht of zwaar) van het feit dat op dat moment aanleiding geeft tot een tweede reguliere gebiedsontzegging bepalend voor de duur van de gebiedsontzegging:

    • a.

      voor overtreding van een licht feit, geldt deze voor een periode van maximaal 6 aaneengesloten weken;

    • b.

      voor overtreding van een zwaar feit, geldt deze voor een periode van minstens 6 tot en met maximaal 12 aaneengesloten weken.

  • 7.

    De burgemeester trekt de reguliere gebiedsontzegging in wanneer de omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

 

Artikel 4 Horecagebiedsontzegging

  • 1.

    De burgemeester kan voor gedragingen die zijn opgenomen in bijlage 1C een horecagebiedsontzegging opleggen.

  • 2.

    Voordat de burgemeester een horecagebiedsontzegging oplegt, krijgt de betrokkene die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een in lid 1 bedoelde gedraging een mondelinge waarschuwing. Bij deze waarschuwing, die wel schriftelijk wordt vastgelegd, vermeldt de burgemeester dat bij een volgende gedraging een horecagebiedsontzegging volgt.

  • 3.

    De waarschuwing wordt slechts één keer gegeven en geldt voor het betreffende horecacentrumgebied.

  • 4.

    De burgemeester kan een horecagebiedsontzegging zonder voorafgaande mondelinge waarschuwing opleggen indien naar zijn oordeel sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde. Een horecagebiedsontzegging geldt voor een horecacentrumgebied.

  • 5.

    De burgemeester kan een horecagebiedsontzegging  opleggen:

    • a.

      wanneer aan een persoon voor de eerste maal een horecagebiedsontzegging wordt opgelegd, geldt deze indien sprake is van overtreding van een licht feit voor een periode van maximaal 3 aaneengesloten weken;

    • b.

      wanneer aan een persoon voor de eerste maal een horecagebiedsontzegging wordt opgelegd, geldt deze indien sprake is van overtreding van een zwaar feit voor een periode van maximaal 6 aaneengesloten weken.

    • c.

      bij recidive of wanneer de omstandigheden van het geval hiertoe aanleiding geven voor maximaal 12 aaneengesloten weken.

  • 6.

    De burgemeester trekt de horecagebiedsontzegging in wanneer de omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

 

Artikel 5 Evenementengebiedsontzegging

  • 1.

    De burgemeester kan voor gedragingen die zijn opgenomen in bijlage 1C een evenementengebiedsontzegging opleggen.

  • 2.

    Voordat de burgemeester een evenementengebiedsontzegging oplegt, krijgt de betrokkene die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een de in lid 1 bedoelde gedraging een mondelinge waarschuwing. Bij deze waarschuwing, die wel schriftelijk wordt vastgelegd, vermeldt de burgemeester dat bij een volgende gedraging een evenementengebiedsontzegging volgt.

  • 3.

    De waarschuwing wordt slechts één keer gegeven en geldt voor de duur van het betreffende evenement.

  • 4.

    De burgemeester kan een evenementengebiedsontzegging zonder voorafgaande mondelinge waarschuwing opleggen indien naar zijn oordeel sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde.

  • 5.

    De evenementengebiedsontzegging geldt voor de duur van het evenement.

  • 6.

    De burgemeester trekt de evenementengebiedsontzegging in indien de omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

 

Artikel 6 Cumulatie gebiedsontzeggingen

Indien de burgemeester een in artikel 2 tot en met 4 bedoelde gebiedsontzegging oplegt terwijl er al een gebiedsontzegging van dezelfde categorie geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

 

Artikel 7 Gebiedsverbod

  • 1.

    Indien de burgemeester het opleggen van een gebiedsontzegging op grond van de APV niet toereikend acht, kan de burgemeester een gebiedsverbod op grond van artikel 172a van de Gemeentewet opleggen:

    • a.

      voor een langere duur dan 12 weken;

    • b.

      tevens een meldingsplicht opleggen.

  • 2.

    Het gebiedsverbod kan worden ondersteund met een last onder dwangsom.

  • 3.

    Voordat de burgemeester een gebiedsverbod oplegt, waarschuwt de burgemeester de betrokkene. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Súdwest-Fryslân.

  • 4.

    De burgemeester kan een gebiedsverbod zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing opleggen indien naar zijn oordeel sprake van een ernstige verstoring van de openbare orde.

  • 5.

    De burgemeester kan het gebiedsverbod ten nadele van betrokkene uitbreiden of verlengen indien nieuwe feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven.

 

Artikel 8 Groepsverbod

  • 1.

    De burgemeester kan in het geval een persoon individueel of in groepsverband de openbare orde ernstig heeft verstoord of bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, dan wel herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord, aan die persoon een groepsverbod op grond van artikel 172a Gemeentewet opleggen. De burgemeester kan daarbij tevens een meldplicht opleggen.

  • 2.

    Bij een groepsverbod krijgt de betrokkene het bevel van de burgemeester zich niet in één of meer bepaalde delen van de gemeente op een voor het publiek toegankelijke plaats zonder redelijk doel met meer dan drie andere personen, ongeacht wie, in groepsverband op te houden.

  • 3.

    Het groepsverbod kan worden ondersteund met een last onder dwangsom.

  • 4.

    Voordat de burgemeester een groepsverbod oplegt, waarschuwt de burgemeester de betrokkenen. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Súdwest-Fryslân.

 

Artikel 9 Meldingsplicht

  • 1.

    Bij een meldingsplicht krijgt de betrokkene het bevel van de burgemeester zich op bepaalde tijdstippen (één of meerdere malen gedurende een langere periode) te melden op bepaalde plaatsen.

  • 2.

    De burgemeester legt de meldingsplicht zoveel mogelijk op in de gemeente waar betrokkene woonachtig is, tenzij de omstandigheden zich hiertegen verzetten. Hiervan is onder meer sprake indien de burgemeester van de plaats waar de persoon woonachtig is geen toestemming heeft gegeven voor de melding.

  • 3.

    De burgemeester kan een meldingsplicht opleggen aan een persoon die woonachtig is buiten de gemeente wanneer ernstige vrees bestaat dat deze persoon in de gemeente Súdwest-Fryslân de openbare orde zal verstoren.

  • 4.

    De burgemeester geeft niet eerder toestemming aan de burgemeester van een verzoekende gemeente, om een ordeverstoorder in de gemeente Súdwest-Fryslân zich te laten melden, voordat de politie over het verzoek een positief advies heeft gegeven. De toestemming kan mondeling worden gegeven.

 

Artikel 10 Bevel op grond van artikel 172b van de Gemeentewet

  • 1.

    Een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde heeft verstoord en de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, krijgt bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde het bevel van de burgemeester om gedurende een periode van drie maanden ervoor te zorgen dat de minderjarige zich tussen 20:00 ’s avonds en 06:00 ’s ochtends niet bevindt op voor het publiek toegankelijke plaatsen.

  • 2.

    Het bevel in lid 1 geldt niet indien de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere in het bevel aangewezen meerderjarige.

  • 3.

    Indien de burgemeester dit noodzakelijk acht wordt de begeleidingsplicht onder lid 1 uitgebreid met het bevel dat de minderjarige zich in een aangewezen gebied niet zonder die begeleiding mag begeven.

 

Hoofdstuk 3 Procedure opleggen gebiedsontzegging, gebiedsverbod, groepsverbod of bevel op grond van artikel 172b van de Gemeentewet

Artikel 11 Zienswijzen

  • 1.

    De burgemeester stelt de betrokkene aan wie een gebiedsontzegging, gebiedsverbod, groepsverbod of een bevel op grond van artikel 172b van de Gemeentewet wordt opgelegd in de gelegenheid mondeling, dan wel schriftelijk zijn zienswijze kenbaar te maken overeenkomstig artikel 4:8 en 4:11 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een redelijk belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, neemt de burgemeester in het besluit een route op. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om deze locatie via de aangegeven route te bereiken.

  • 3.

    De betrokkene moet zelf aantonen of hij een redelijk belang heeft om zich in het gebied op te houden. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

 

Artikel 12 Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten

  • 1.

    In het besluit wordt duidelijk en eenduidig vermeld met welke wettelijke bepalingen betrokkene in strijd heeft gehandeld met vermelding van datum en tijd.

  • 2.

    De gedraging waarop het besluit is gebaseerd wordt medegedeeld, alsmede voor welk tijdvak en voor welk gebied de ontzegging geldt. Bij het besluit wordt een kaart van het gebied waarvoor de ontzegging geldt, gevoegd of een omschrijving van het gebied.

  • 3.

    Een reguliere gebiedsontzegging, een gebiedsverbod, een groepsverbod of een bevel op grond van artikel 172b van de Gemeentewet wordt per aangetekende brief aan de betrokkene gezonden. De burgemeester kan het besluit in persoon (laten) uitreiken indien dit van belang is het besluit tijdig in werking te laten treden.

  • 4.

    Een horecagebiedsontzegging of een evenementengebiedsontzegging wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt met het in Bijlage 3 opgenomen formulier.

  • 5.

    Indien de betrokkene minderjarig is stelt de burgemeester de ouder(s)/verzorger(s) met een brief van het besluit in kennis.

  • 6.

    Een afschrift van het besluit wordt aan de politie Noord-Nederland verstrekt.

  • 7.

    Een besluit treedt in werking op het moment dat het besluit aan de betrokkene wordt bekend gemaakt.

 

Artikel 13 Dossiervorming en verslaglegging

  • 1.

    Elk genomen besluit legt de burgemeester vast in een dossier.

  • 2.

    Van het dossier maken tenminste deel uit:

    • a.

      het besluit waarbij de betreffende maatregel is opgelegd;

    • b.

      een op ambtsbelofte / op ambtseed opgemaakt proces verbaal van bevindingen of een bestuurlijke rapportage waarin alle relevante bekende en geregistreerde gedragingen van de betrokkene zijn vastgelegd met als doel een totaalbeeld van de gedragingen van betrokkene te schetsen en inzicht te geven in de wijze van de totstandkoming van de eerder opgelegde gebiedsontzeggingen, gebiedsverboden, groepsverboden of bevelen op grond van artikel 172b van de Gemeentewet;

    • c.

      de eventuele zienswijze van de betrokkene;

    • d.

      afschrift(en) van de eerder genomen besluiten.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14 Afwijken van de beleidsregels

De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden, gelet op de ernst van het specifieke geval, afwijken van deze beleidsregels.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregels gebiedsontzegging, vastgesteld op 24 oktober 2013, worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels gebiedsontzeggingen en gebiedsverboden Súdwest-Fryslân 2023.

     

Aldus vastgesteld op 17 juli 2023,

De burgemeester van Súdwest-Fryslân,

mr. drs. J.A. de Vries

Bijlage 1A Lichte feiten

  • 1.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:1 eerste lid APV (samenscholing, onnodig opdringen, uitdagend gedrag aanleiding geven tot ongeregeldheden);

  • 2.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:1 tweede lid APV (niet opvolgen bevel bij ongeregeldheden en samenscholing);

  • 3.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:26a eerste lid APV (orderverstoring bij evenement);

  • 4.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:31 APV (verboden gedragingen in een openbare inrichting)

  • 5.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:41 APV (betreden gesloten woning of lokaal)

  • 6.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:47 eerste lid APV (hinderlijk gedrag op openbare plaatsen);

  • 7.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:48 eerste lid APV (openbare plaats alcoholhoudende drank

  • nuttigen of bij zich hebben);

  • 8.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:49 APV (ophouden bij of in gebouwen);

  • 9.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:50 APV (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten);

  • 10.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74a APV (openlijk drugsgebruik);

  • 11.

    het verbod als bedoeld in artikel 4:8 APV (natuurlijke behoefte doen);

  • 12.

    het verbod als bedoeld in artikel 424 Sr (straatschenderij)

  • 13.

    het verbod als bedoeld in artikel 426 Sr (staat van dronkenschap de openbare orde dan wel het

  • verkeer verstoren);

  • 14.

    het verbod als bedoeld in artikel 453 Sr (openbare dronkenschap).

 

Bijlage 1B Zware feiten

  • 1.

    Artikel 2 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst I van de Opiumwet);

  • 2.

    Artikel 3 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst II van de Opiumwet);

  • 3.

    een wapen van categorie I als bedoeld in artikel 13 eerste lid van de Wet wapens en munitie

  • overdragen, voorhanden hebben, te dragen of te vervoeren;

  • 4.

    een wapen van categorieën II, III en IV dragen als bedoeld in artikel 27 van de Wet wapens en

  • munitie;

  • 5.

    feiten die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht:

    • a.

      138 (huisvredebreuk);

    • b.

      138a (kraken);

    • c.

      141 (openlijke geweldpleging);

    • d.

      170 (opzettelijke vernieling van gebouwen);

    • e.

      180, 181 en 182 (wederspannigheid);

    • f.

      184 (niet voldoen aan een ambtelijk bevel);

    • g.

      185 (belemmeren ambtsbediening);

    • h.

      186 (samenloop);

    • i.

      246 (aanranding van de eerbaarheid;

    • j.

      266 en 267 (belediging van een ambtenaar in functie);

    • k.

      285 (bedreiging dan wel openlijke geweldpleging);

    • l.

      285b (belaging;

    • m.

      300, 301, 302 en 303 (mishandeling);

    • n.

      310 (diefstal);

    • o.

      artikel 312 (diefstal met geweld of bedreiging);

    • p.

      317 (afpersing);

    • q.

      350 (vernieling en beschadiging) worden begrepen;

  • 6.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74 APV (drugshandel op straat);

  • 7.

    het verbod als bedoel in artikel 2:74b eerste lid APV (verzamelingen van personen in verband met drugs).

 

Bijlage 1C

  • 1.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:1 eerste lid APV (samenscholing, onnodig opdringen, uitdagend gedrag aanleiding geven tot ongeregeldheden);

  • 2.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:1 tweede lid APV (niet opvolgen bevel bij ongeregeldheden en samenscholing);

  • 3.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:26a eerste lid APV (verstoren van de openbare orde bij een evenement);

  • 4.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:48 eerste lid APV (openbare plaats alcoholhoudende drank nuttigen of bij zich hebben);

  • 5.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74 APV (Drugshandel op straat);

  • 6.

    het verbod als bedoeld in artikel 2:74a APV (openlijk drugsgebruik);

  • 7.

    artikel 426 Sr, in staat van dronkenschap de openbare orde verstoren;

  • 8.

    artikel 453 Sr, openbare dronkenschap;

  • 9.

    Artikel 350 Sr, vernieling;

  • 10.

    Artikel 141 Sr, Openlijke geweldpleging;

  • 11.

    Artikel 300 Sr, eenvoudige mishandeling;

  • 12.

    Artikel 285 Sr, bedreiging;

  • 13.

    Artikel 302, Zware mishandeling;

  • 14.

    Uitlokking van de feiten genoemd onder 6 tot en met 12;

  • 15.

    Verboden wapens in de zin van de Wet wapens en munitie en in de zin van artikel 2.2 APV;

  • 16.

    Artikel 2 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst I van de Opiumwet);

  • 17.

    Artikel 3 Opiumwet (verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben van verdovende middelen die voorkomen op lijst II van de Opiumwet).

 

Bijlage 2 Horecacentrumgebieden

Bolsward: onder het gebied wordt verstaan: het gebied dat wordt omsloten door de gemarkeerde straten, Stoombootkade, Turfkade, Hoog Bolwerk, Plantsoen en Laag Bolwerk, zoals aangegeven op onderstaande kaart.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sneek: onder het gebied wordt verstaan: het gebied dat wordt omsloten door, de binnenstad van Sneek, inclusief het gebied nabij Brasserie De Koperen Kees en nabij Café ‘t Ouwe Vat, recreatiegebied De Potten en het Starteiland zoals aangegeven op de onderstaande kaarten.