Organisatie | Zuidplas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Straatreclame Zuidplas |
Citeertitel | Nota Straatreclame Zuidplas |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-07-2023 | nieuwe regeling | 17-12-2013 | A13.003966 |
De Nota Straatreclame Zuidplas heeft twee doelstellingen.
De nota legt de voorwaarden van de gemeente vast voor wat betreft het toestaan van straatreclame. Met die voorwaarden moet een rustig straatbeeld ontstaan.
Om extra opbrengsten te genereren wordt de nota vervolgens gebruikt om een aanbestedingtraject in te gaan. Exploitanten worden uitgenodigd in te schrijven op het recht om in Zuidplas reclame te mogen maken. Daarbij moeten ze zich houden aan de in deze nota aangegeven voorwaarden. De financiële aspecten van straatreclame worden in het aanbestedingstraject verder uitgewerkt.
Wat is straatreclame? In Zuidplas wordt onder straatreclame het volgende verstaan:
'Elke aanduiding van commerciële en niet-commerciële aard in de vorm van een opschrift, aankondiging en/of mededeling, voor zover deze in de openbare ruimte geplaatst is.' Deze definitie is ook opgenomen in Artikel 2:10a van de APV.
Waar moet dan aan gedacht worden:
Op 24 september 2013 is de discussienota Straatreclame (Z13.001993) in de raad besproken. Een aantal criteria is benoemd: -Plaatsing, -vorm, -boodschap, -inkomsten, -lasten, -regelgeving, -handhaving en fankerend beleid.
De vormgeving van straatreclame dient zodanig te zijn dat het past bij een rustig straatbeeld, de reclame-uiting is niet overheersend en daarmee niet storend is in het straatbeeld. Voorbeeld: Schielandsingel in Zevenhuizen.
Het dient ook te voldoen aan duurzaam gebruik, geen onnodig verbruik van materialen. Voorbeeld: Herbruikbare sanwichborden in Moerkapelle en Zevenhuizen.
Er is aangegeven dat er een voorkeur bestaat voor een oplossingsrichting waarbij vrije reclame wordt verboden in de APV en het aantal vaste plekken wordt uitgebreid. De te verwachte veranderingen in relatie tot de criteria zijn daarbij kort geschetst.
3.3 Lasten voor de initiatiefnemer
Initiatiefnemers zullen merken dat ze altijd moeten gaan betalen voor het maken van reclame. Daarvoor leggen ze echter de verantwoordelijkheid voor plaatsing en verwijdering bij een exploitant en hoeven ze dit niet meer zelf te doen. Er blijven daardoor geen borden meer staan lang nadat bijvoorbeeld het evenement waarvoor ze zijn neergezet is afgelopen. Er komen meer mogelijkheden op vooraf aangewezen plekken. Prijsdifferentatie tussen commerciële en ideële partijen, verenigingen en vrijwilligersorganisaties is noodzakelijk. Dit betekent dat bijvoorbeeld verenigingen voor een veel lager tarief gebruik kunnen maken van reclameruimte. Daarnaast zal er voor verenigingen en voor ideële uitingen als, 'Wij gaan weer naar school', een mogelijkheid worden geboden in de vorm van spandoeken.
De regels hebben tot doel dat de verrommeling plaats maakt voor een nettere openbare ruimte waar straatreclame een ondergeschikte rol in het straatbeeld zal hebben.
Eenduidige vormgeving en uitstraling van straatmeubilair en dus ook straatreclame is van groot belang voor een zorgvuldig ingerichte en rustige openbare ruimte.
In Zuidplas kan gebruik gemaakt worden van sandwichpanelen om reclame op straat te maken. Daarbij moet aansluiting gevonden worden bij de vormgeving en afmetingen zoals die nu worden gehanteerd in de dorpen Zevenhuizen en Moerkapelle (A0 formaat en minimaal 0,30 m boven de grond).
In Zuidplas kan gebruik gemaakt worden van lichtmastreclame. Anders dan sandwichpanelen wordt lichtmastreclame hoog in de lichtmast geplaatst.
Aansluiten bij de vormgeving als nu gebruikt in het dorp Nieuwerkerk aan den IJssel.
In Zuidplas kan gebruik gemaakt worden van abri's om straatreclame te maken. Een aantal abri's beschikt over een raamwerk om reclameposters in op te hangen.
In elke dorp is er beperkt ruimte voor het ophangen van spandoeken. Een spandoek dient minimaal 4.20 meter boven de weg hangen. Dit in verband met de benodigde doorrijdhoogte voor vrachtwagens.
Er zal in elk dorp minimaal één plakzuil worden gerealiseerd. Deze ruimte wordt aangewezen om invulling te geven aan de vrije meningsuiting, de verspreiding van wildplakken te voorkomen, biedt verenigingen een mogelijkheid om een evenement aan te kondigen en kan ruimte bieden aan ideële uitingen. Een plakzuil dient te passen in een rustig straatbeeld.
Daarbij kan gedacht worden aan een zuil met een hoogte van 3.00- 4.00 meter met een doorsnede van 1.00 meter en van duurzaam materiaal.
Op aangegeven routes mag een beperkt aantal reclame-uitingen worden geplaatst. Om te voorkomen dat er per wegvak of per segment rijweg te veel reclame-uitingen vlak bij elkaar staan wordt een minimale onderlinge afstand aangegeven. Deze regel zorgt er voor dat de reclame niet gaat overheersen en een rustig straatbeeld blijft bestaan.
Er moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen sandwichpanelen en lichtmastreclame aan de ene kant en abri's, spandoeken en plakzuilen aan de andere kant. Bij de abri's zal er niets veranderen. Er komen er immers geen bij. De reclame in een abri is onderdeel van de abri. Het is gewoon straatmeubilair en het is daarmee niet extra storend in de openbare ruimte. Plakzuilen worden in zeer kleine aantallen toegepast. Per dorp worden één hooguit twee plekken aangewezen. Spandoeken worden gebruik voor tijdelijk niet commerciële campagnes als 'De scholen zijn weer begonnen' en zullen dus niet permanent de openbare ruimte vullen. Bij sandwichpanelen en lichtmastreclame gaat het om een aanzienlijk uitbreiding van het aantal mogelijke plaatsen. In zijn maximale omvang zal deze vorm van reclame echter niet storend zijn in de openbare ruimte en juist bijdragen aan de herkenbaarheid.
4.2.1 Sandwichborden en lichtmastreclame
Straatreclame in de vorm van sandwichpanelen kunnen worden toegepast langs aangegeven doorgaande routes. De onderlinge minimale afstand wordt gesteld op circa 150 meter over de lengte van een gekozen wegvak.
Straatreclame in de vorm van lichtmastreclame kan worden toegepast langs aangegeven doorgaande routes. De onderlinge minimale afstand wordt gesteld op 150 meter over de lengte van een gekozen wegvak. Uiteraard dient de plaatsing te voldoen aan de gestelde criteria en regels. In de kaartenbijlage zijn per dorp de wegvakken van de doorgaande routes aangegeven.
Straatreclame in de vorm van abri's kan alleen worden toegepast in abri's met reclameruimte. Zuidplas telt 34 abri's allen met een display mogelijkheid. In de kaartenbijlage zijn per dorp de abri's aangegeven.
Voor de spandoeken van 'De scholen zijn weer begonnen' is een fink aantal plekken aangewezen. Daarbij moet aangetekend worden dat de gemeente zorg draagt voor het ophangen daarvan.
Op veel van deze plaatsen hangt het spandoek tussen de bomen of bestaat er een grondconstructie die het tijdelijk plaatsen eenvoudig maakt.
Naast deze plekken bestaan er plekken voor spandoeken die het hele jaar mogen worden gebruikt.
In de kaartenbijlage zijn per dorp de vaste spandoeken aangegeven.
De meest gebruikelijke plekken voor het realiseren van een plakzuil zijn gebieden waar veel langzaam verkeer is, zoals in dorpscentra en winkelcentra en op stations. Per dorp worden plekken aangewezen. Er kan een keuze gemaakt worden uit
In de kaartenbijlage zijn per dorp de plakzuilen aangegeven.
Omdat de plakzuilen in winkelcentrumgebieden worden geplaatst zal de exacte plek in overleg met de winkeliersvereniging worden vastgesteld.
4.4 Eisen vanuit verkeersveiligheid
Op geen enkele wijze mag de plaatsing van reclame een gevaar vormen voor de verkeersveiligheid. De regels over omvang, plaats en het aantal panelen per wegvak waarborgen de verkeersveiligheid. In de digitale
publicatie van het CROW zijn richtlijnen opgenomen voor het plaatsen van bewegwijzering. Daar moet geplaatste reclame hoe dan ook aan voldoen. Ook in de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte waarin de gemeentelijke voorkeuren voor de inrichting van de openbare ruimte zijn weergegeven wordt verwezen naar het CROW.
Om kort te gaan zijn er twee voorwaarden waaraan dan voldaan moet worden:
Reclame-uitingen mogen niet aanstootgevend of opruiend van karakter zijn. Het is vooraf echter lastig te bepalen wat aanstootgevend of opruiend is.
Mensen denken nu eenmaal zeer verschillend over dat soort zaken. Aanstootgevendheid kan ook worden ingegeven door een grote herhaling van dezelfde boodschap. Spreiden van de uiting is dan een oplossing.
Mocht zich het geval voordoen dat iemand woonachtig in Zuidplas toch aanstoot neemt aan een reclame-uiting dan kan in eerste instantie de exploitant daarop aangesproken worden. De exploitant kan formeel echter niet beslissen over wat aanstootgevend is of niet. De bevoegdheid om over klachten te oordelen ligt uiteindelijk bij het college. Naar verwachting zal dit in de praktijk meevallen.
In een aantal gevallen is het vooraf eenvoudig te stellen dat iets aanstootgevend is. Regel daarbij is dat er geen reclame gemaakt mag worden voor seksartikelen en reclameboodschappen geen overbodig krenkende, racistisch of sexuele inhoud mag hebben. Daarnaast moet zorgvuldig omgegaan worden met het soort reclame nabij scholen en sportverenigingen.
Door het verbod van straatreclame is het constateren van overtredingen betrekkelijk eenvoudig. Vanuit de gemeente zullen de toezichthouders van de openbare ruimte (handhaving/bikers) dit op zich nemen. Ook andere ambtenaren die bijvoorbeeld voor hun werk vaak buiten zijn kunnen hier aan bijdragen. In de APV is een algemene strafbepaling opgenomen. Overtreding van een artikel van de APV wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Door meer vaste plekken voor straatreclame kunnen extra inkomsten worden gegenereerd. Dat mag echter niet betekenen dat initiatiefnemers onevenredig moeten gaan betalen voor het maken van reclame.
Het financiële verhaal voor de gemeente is tweeledig. Opbrengsten kunnen worden verhoogd en/of kosten kunnen worden verlaagd. In het vervolgtraject, de aanbesteding, zal hier verder op worden ingegaan.
Kosten voor de initiatiefnemer
Initiatiefnemers zullen merken dat ze altijd moeten gaan betalen voor het maken van reclame. Daarvoor leggen ze echter de verantwoordelijkheid voor plaatsing en verwijdering bij een exploitant en hoeven ze dit niet meer zelf te doen. Er blijven daardoor geen borden meer staan lang nadat bijvoorbeeld het evenement waarvoor ze zijn neergezet is afgelopen.
Prijsdifferentatie tussen commerciële en ideële partijen, verenigingen en vrijwilligersorganisaties is noodzakelijk. Dit betekent dat bijvoorbeeld verenigingen voor een veel lager tarief gebruik kunnen maken van reclameruimte. Dit sluit aan bij contracten zoals die in de voormalige gemeenten zijn overeengekomen.