Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden Gemeente Sluis |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-07-2023 | geconsolideerde regeling | 18-07-2023 gemeenteblad 26-7-2023 |
Voor aanvragen voor activiteiten die in strijd zijn met het bestemmingsplan, een beheersverordening of een inpassingsplan hanteren Burgemeester en wethouders de in dit artikel 3 genoemde regels bij het verlenen van een omgevingsvergunning conform artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wabo en verwijzend naar artikel 4 van Bijlage II van het Bor.
De volgende voorwaarden gelden voor alle gevallen:
De aanvraag is uitvoerbaar volgens de geldende of in ontwerp neergelegde wet- en regelgeving van rijk, provincie, waterschap en gemeente:
Bij ieder verzoek dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan en valt onder de in artikel 4 bijlage II Bor opgenomen gevallen, wordt onderzocht of een herziening wordt voorbereid en in welk stadium dit plan zich bevindt. In de afweging wordt meegenomen of het verzoek zal passen binnen het nieuwe bestemmingsplan en geanticipeerd kan worden op de nieuwe situatie. Op het moment dat het ontwerp van het nieuwe bestemmingsplan ter inzage is gelegd, kan in de motivering van de ontheffing daarnaar worden verwezen.
In alle gevallen zal er bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid sprake moeten zijn van een verantwoord stedenbouwkundige nieuwe situatie. Hiervan is onder andere sprake indien:
de vormgeving/uitvoering voldoet aan de criteria opgenomen in de nota ruimtelijke kwaliteit (bij twijfel kan het plan voorgelegd worden aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, dan is het advies van deze commissie de afweging) Hiertoe kan iedere aanvraag om omgevingsvergunning met ruimtelijke consequenties ter goedkeuring aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit- en aan de monumentencommissie worden voorgelegd en;
Bij ieder verzoek om af te wijken van het bestemmingsplan wordt onderzocht hoe het individuele belang van de aanvrager zich verhoudt tot het door de gemeente te bewaken algemene belang. Hierbij spelen aspecten als openbare orde, veiligheid (waaronder brandveiligheid, sociale veiligheid, verkeersveiligheid), leefbaarheid, landschapsschoon en natuur een rol.
Bij de beoordeling van ieder verzoek om af te wijken van het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de beginselen van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. Juist omdat het bij dergelijke verzoeken gaat om een individuele concrete situatie in tegenstelling tot de integrale ruimtelijke benadering bij een herziening van een bestemmingsplan wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de consequenties van het verzoek voor de omgeving en omwonenden. De effecten voor de aangrenzende percelen dienen voor zover mogelijk in beeld te worden gebracht.
Ook in situaties die niet in het nader beleid worden genoemd, maar waar specifieke omstandigheden aanwezig zijn, op grond waarvan vergunningverlening valt te overwegen, geldt bij de besluitvorming een zwaardere motiveringseis (een nadere ruimtelijke onderbouwing)
Bij strijdigheid met één van deze elementen kan in principe géén medewerking worden verleend aan het verzoek, tenzij strikte randvoorwaarden worden verbonden aan de afwijking van het bestemmingsplan en omgevingsvergunning ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit
Planschade zoals bedoeld in artikel 6.1.van de Wet ruimtelijke ordening, is zowel vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) als inkomensschade, die ontstaat na wijziging van de planologische situatie. Via die planologische wijziging wordt een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt. Zo‘n wijziging is bijvoorbeeld het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.
De omvang van schade wordt bepaald door de nieuwe planologische situatie met de oude te vergelijken. Of er daadwerkelijk schade is en hoe hoog deze uiteindelijk blijkt te zijn, is op voorhand niet voorzienbaar. De gemeente Sluis hanteert het principe dat de veroorzaker van die eventuele schade deze dient te vergoeden. Het is tenslotte niet redelijk om die schade op de maatschappij af te wentelen.
Daarom sluit de gemeente bij de aanvraag omgevingsvergunning een planschadeovereenkomst met de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling (zie bijlage E). Dit om de eventuele schade op deze initiatiefnemer te verhalen. De planschadeovereenkomst dient bij de aanvraag omgevingsvergunning afgesloten te worden (dus voor vergunningverlening). Met deze overeenkomst is dan de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij op voorhand vaststaat dat er geen sprake kan zijn van planschade. In die gevallen kan het college afzien van het sluiten van een planschadeovereenkomst.
Aanvullend op de algemene regels geldt dat in principe alleen aan een vergunningsaanvraag wordt meegewerkt als ook wordt voldaan aan de van toepassing zijnde specifieke regels.
Per onderdeel van artikel 4 van Bijlage II van het Bor (de onderdelen 1 t/m 11) worden in de volgende paragrafen de specifieke regels opgenomen. Hierbij wordt eerst de wettekst in een grijs kader benoemd. Deze wettekst geeft de uiterste grenzen aan waarbinnen afgeweken kan worden. Vervolgens worden de te hanteren specifieke regels benoemd. Dit is de invulling die de Gemeente Sluis geeft aan de mogelijkheden die de wet biedt.
3.3 Uitwerking Artikel 4 Bijlage II Bor
Onderdeel 1Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding ervan
Voor onderstaande specifieke gevallen gelden de volgende beleidsregels:
* EEN BIJBEHORENDE BOUWWERK BINNEN DE BEBOUWDE KOM
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
* EEN BIJBEHOREND BOUWWERK BUITEN DE BEBOUWDE KOM
Overige typen bouwwerken zijn enkel in het achter- en zijerfgebied toegestaan conform de voorwaarden zoals gesteld in dit beleid;
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 2 een gebouw ten behoeve van infrastructurele of openbare voorzieningen
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
De categorie 'bouwwerken, geen gebouwen zijnde' ziet op een veelheid aan bouwwerken, waarvoor niet in algemene zin beleidsregels zijn op te stellen. Daarom is ervoor gekozen om enkel voor bepaalde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waar regelmatig aanvragen voor binnenkomen beleid op te stellen.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvoor geen beleidsregels zijn opgesteld zal per aanvraag worden beoordeeld of afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk en aanvaardbaar is. Hierbij zal onder meer naar de stedenbouwkundige aanvaardbaarheid van het initiatief gekeken worden.
Voor de onderstaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn beleidsregels opgenomen:
Voor een boomhut geldt de volgende voorwaarde:
a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
Voor erfafscheidingen hoger dan 1,25m voor de voorgevelrooilijn wordt niet afgeweken, met uitzondering op gronden met een bedrijfsbestemming.
Voor een overkapping kan afwijking van het bestemmingsplan worden verleend als voldaan is aan de criteria voor overkappingen, zoals opgenomen in de op dat moment geldende nota ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Sluis.
Voor pinboxen / stand alone kan afwijking van het bestemmingsplan verleend worden als voldaan wordt aan de algemene criteria zoals opgenomen in de op dat moment geldende nota ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Sluis.
Voor het verkopen van (zelf geteelde, verbouwde of bewerkte) land- en tuinbouwproducten alsmede streekproducten op een agrarisch bouwvlak of in de directe nabijheid hiervan (indien het bouwvlak niet goed te bereiken is voor bezoekers) kan afgeweken worden mits wordt voldaan aan;
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 4 Dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw
Aan deze mogelijkheid wordt volledig toepassing gegeven op voorwaarde dat het bouwplan voldoet aan de criteria zoals opgenomen in de op dat moment geldende nota ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Sluis.
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 5 Antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 meter
Afwijking van het bestemmingsplan voor een antenne-installatie is mogelijk, indien voldaan is aan de criteria voor antennemasten zoals opgenomen in de op dat moment geldende nota ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Sluis en voorts onder de volgende voorwaarden:
per concrete aanvraag om af te wijken van het bestemmingsplan moet een goede afweging gemaakt worden waar exact de mast, met het oog op landschappelijke inpassing, het beste geplaatst kan worden en welke hoogte van de mast hierbij passend is (mede afhankelijk van de hoogte van bouwwerken in de directe omgeving)- De commissie ruimtelijke kwaliteit brengt hier advies over uit;
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 6 Installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling
Afwijking is mogelijk indien voldaan wordt aan onderstaande criteria:
er wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van tenminste 10 m; op basis van een landschapsplan, opgesteld door een gecertificeerde landschapsarchitect of goedgekeurd door de landschaps- en natuurdeskundige, kan volstaan worden met een landschappelijke inpassing waarbij voldaan wordt aan de 'Richtlijn landschappelijke inpassing gemeente Sluis' zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Sluis ;
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 7 Installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren
Afwijking is mogelijk indien voldaan wordt aan onderstaande criteria:
er wordt voorzien in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een gemiddelde breedte van tenminste 10 m; op basis van een landschapsplan, opgesteld door een gecertificeerde landschapsarchitect of goedgekeurd door de landschaps- en natuurdeskundige, kan volstaan worden met een landschappelijke inpassing waarbij voldaan wordt aan de 'Richtlijn landschappelijke inpassing gemeente Sluis' zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Sluis ;
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 8 Het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied
Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan voor het gebruiken van gronden voor niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.
Afwijking is mogelijk voor onderstaande niet-ingrijpende herinrichtingen:
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Onderdeel 9 Wijzigen gebruik bouwwerken eventueel in samenhang met bouwactiviteiten
De categorie ‘wijzigen gebruik bouwwerken' ziet op een veelheid van gebruikswijzigingen, waarvoor niet in algemene zin beleidsregels zijn op te stellen. Daarom is ervoor gekozen om enkel voor bepaalde gebruiksactiviteiten, waar regelmatig aanvragen voor binnenkomen, beleid op te stellen.
Voor wijzigen gebruik bouwwerken, waarvoor geen beleidsregels zijn opgesteld zal per aanvraag worden beoordeeld of afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk en aanvaardbaar is. Het centrale uitgangspunt is dat de activiteit niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de omgeving. Als algemeen uitgangspunt geldt daarom dat geen hinder en parkeeroverlast optreedt door wijziging van de functies. Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Wijzigen naar detailhandel en/of horeca is uitgesloten (zie ook artikel 3.3.) met uitzondering van het horecabeleid Sluis (Bijlage F).
Wijzigen gebruik kan in ieder geval wanneer het bedrijvigheid betreft die valt onder de voorwaarden voor aan-huis-gebonden beroep, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en bed-en breakfast. Hierop zijn onderstaande beleidsregels van toepassing:
Voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning, onder de volgende voorwaarden:
de aanwezigheid van rookmelders, conform de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit, is noodzakelijk. Een beginnende brand zal hierdoor tijdig worden ontdekt. De rookmelders moeten voldoen aan de Nederlandse Norm (Nen) 2555, op het lichtnet zijn aangesloten, aan elkaar zijn gekoppeld en van een noodstroomvoorziening zijn voorzien;
Afgeweken kan worden voor het gebruik van een woning voor het huisvesten van een huishouden. Deze bevoegdheid is bedoeld om maximaal 4 afzonderlijke personen te kunnen huisvesten in een woning indien dit op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan. Aangetoond moet worden dat het splitsen van een woning in meerdere zelfstandige eenheden niet aan de orde is.
indien mogelijk op het eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt geboden en indien op eigen terrein geen ruimte is voor parkeergelegenheid, dan dient in de nabijheid van de eigen woning ruim voldoende openbare parkeergelegenheid te zijn, zodanig dat de activiteiten geen parkeeroverlast bezorgen;
Voor het vestigen van horeca in de kern Sluis zijn de beleidsregels zoals toegevoegd in bijlage F van toepassing.
Aan deze afwijkingen wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Voor bestaande complexen zoals zorgcomplexen, logiesgebouwen of daarmee gelijk te stellen bebouwing geldt als maximum aantal personen de capaciteit waarvoor het gebouw van origine is ontworpen en de normering van de Stichting Normering Flexwonen. (zie bijlage 1 van de beleidsnotitie tijdelijke huisvesting tijdelijke werknemers). Hiertoe dient getoetst te worden aan hetgeen het vigerende bestemmingsplan toestaat.
Toeristische verhuur van woonruimte anders dan Bed & Breakfast kan worden vergund indien:
Aan het gebruik voor “toeristische verhuur van woonruimte” in afwijking van het vigerend bestemmingsplan worden de volgende voorwaarden gesteld:
Er dient sprake te zijn van een situatie die geen afbreuk doet aan een goed woon- en leefklimaat, voornamelijk ten opzichte van naburige percelen. Dit wordt geborgd door een beheerplan waarin, niet uitputtend, waarde toegekend wordt aan de mate waarin overlast als gevolg van geur, geluid, dieren, tijdelijke bezoekers, vervuiling, verwaarlozing of andersoortige overlast wordt voorkomen. Voorts wordt de eis gesteld dat een aanspreekpunt die de Nederlandse, Duitse en Engelse taal machtig is, gedurende de volledige verhuurperiode 24 uur per dag bereikbaar is en binnen 45 minuten ter plaatse kan zijn;
Onderdeel 10Gebruik van een recreatiewoning voor bewoning
In het verleden zijn er persoonsgebonden beschikkingen afgegeven, waardoor reeds een 0-situatie is gecreëerd. Het voornoemde betekent dat nieuwe gevallen niet worden toegestaan en er dus niet meegewerkt wordt aan deze afwijking.
Onderdeel 11 Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste 10 jaar.
De categorie ‘ander gebruik van gronden of bouwwerken' ziet op een veelheid van gebruikswijzigingen, waarvoor niet in algemene zin beleidsregels zijn op te stellen. Daarom is ervoor gekozen om enkel voor bepaalde gebruiksactiviteiten, waar regelmatig aanvragen voor binnenkomen, beleid op te stellen.
Voor wijzigen gebruik van gronden of bouwwerken, waarvoor geen beleidsregels zijn opgesteld zal per aanvraag worden beoordeeld of afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk en aanvaardbaar is.
Indien medewerking wordt verleend, dient de aanvrager duidelijk te motiveren hoelang de tijdelijkheid gaat duren. Dit om te vrkomen dat standaard een tijdelijk ander gebruik ontstaat voor de duur van ten hoogste tien jaar. Het centrale uitgangspunt is dat de activiteit niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de omgeving.
Ander gebruik van gronden of bouwwerken wordt niet toegestaan bij de bestemming Recreatie / verblijfsrecreatie. Kwaliteitscriteria hiervoor zijn vastgelegd in het geldende bestemmingsplan en leidend.
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels wordt voldaan met dien verstande dat:
Voor het Plaatsen van een tijdelijke woonunit /stacaravan of realiseren tijdelijke woning in bestaand bijgebouw vanwege (ver)bouwactiviteiten wordt ook getoetst aan:
Aan deze afwijking wordt meegewerkt indien aan de algemene regels ( zie artikel 3.1) wordt voldaan en de overwegingen om af te wijken zorgvuldig worden onderbouwd.
Artikel 4 Algemene bepalingen en overgangsrecht
In het geval de aanvraag niet valt onder een of meerdere van de in dit beleid genoemde voorwaarden, maar er is wel sprake van een goede ruimtelijke ordening, dan kan het college van burgemeester en wethouders per geval beoordelen of medewerking kan worden verleend aan de vergunningverlening op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvraag om afwijking van het bestemmingsplan is ingediend, dan is daarop het Beleid planologische afwijkingsmogelijkheden van 28 april 2015 van toepassing, tenzij toepassing van deze beleidsregels ruimere toepassingsmogelijkheden biedt.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze eerste herziening van de beleidsregels een aanvraag om afwijking van het bestemmingsplan is ingediend, dan is daarop de beleidsregels ‘planologische afwijkingsmogelijkheden gemeente Sluis’ zoals vastgesteld op 30 april 2019 van toepassing, tenzij toepassing van deze eerste herziening van de beleidsregels ruimere toepassingsmogelijkheden biedt.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze tweede herziening van de beleidsregels een aanvraag om afwijking van het bestemmingsplan is ingediend, dan zijn daarop de beleidsregels zoals geldende tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze tweede herziening van toepassing, tenzij toepassing van deze tweede herziening ruimere toepassingsmogelijkheden biedt.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van de derde herziening van de beleidsregels een aanvraag om afwijking van het bestemmingsplan is ingediend, dan zijn daarop de beleidsregels zoals geldende tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze derde herziening van toepassing, tenzij toepassing van deze derde herziening ruimere toepassingsmogelijkheden biedt.
Een dienstverlenend beroep op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Ter verduidelijking is de begrenzing van de bebouwde komgrenzen binnen de gemeente Sluis vastgelegd in bijlage C van deze Beleidsregels.
Achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw.
Logies met ontbijt; het verhuren van één of meerdere kamers in een woning en het aanbieden van een ontbijt, waarbij de woonfunctie in overwegende mate in stand blijft.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Een speelhut gebouwd op of rond een boom en gebouwd op een afstand boven de grond.
Bruto vloer oppervlak: het oppervlak gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen.
Commissie ruimtelijke kwaliteit:
Commissie die op basis van de door de raad vastgestelde nota ruimtelijke kwaliteit (welstandsnota) de gemeente helpt bij het regisseren en organiseren van de gewenste ruimtelijke kwaliteit van de omgeving door te toetsen aan de toets redelijke eisen van welstand.
Hoogste punt van een schuin dak.
Laagste punt van een schuin dak.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
De afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of van de openbare ruimte.
Een ondergeschikte toevoeging aan de voorgevel op de begane grond.
Elk bouwwerk dat voor mensen een toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een bedrijf gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
Een samenlevingsverband dat wordt gevormd door één of meerdere personen die:
• eerstegraads familie van elkaar zijn, aangevuld met ten hoogste 2 individuele personen;
• een woongroep bestaande uit ten hoogste 4 personen die continu een eenheid vormt;
• ten hoogste 4 individuele personen.
Huisvesting van tijdelijke werknemers:
Het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor één of meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of tijdelijke werknemers hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
De ingebruikname van de woning vindt plaats nadat de bouwfase voorbij is.
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
Het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten anders dan een aan-huis-gebonden beroep, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht of het Activiteitenbesluit geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft.
Een aan de gevel van een gebouw aangebracht, niet op de grond rustend of anderszins ondersteund (uitschuifbaar) afdak.
Nota waarin de door de raad vastgestelde criteria zijn genoemd, die de Commissie ruimtelijke kwaliteit als toetsingskader hanteert.
Een wooneenheid zonder een eigen toegang, eigen keuken en toilet.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
Een vrijstaand bouwwerk geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte constructie vormt met maximaal één wand.
Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
De voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht en/of vertoning van erotisch-pornografisch aard plaatsvinden en/of goederen van erotisch-pornografisch aard aan particulieren plegen te worden verkocht dan wel verhuurd. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een sekswinkel/seks-shop, een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Onafhankelijk functionerend, op zichzelf werkende pin box.
werknemers bij verblijf tot vier maanden (buitenlandse werknemers die van plan zijn om gedurende een half jaar te minste twee-derde van hun tijd in Nederland te verblijven).
de door de Stichting Normering Flexwonen opgestelde reguliere norm voor de huisvesting van tijdelijke werknemers zoals opgenomen op haar website www.normeringflexwonen.nl.
Tijdelijke woonunit/stacaravan:
Een tijdelijke (prefab) verplaatsbare unit met een woonfunctie.
Economisch actieve personen die voor een bepaalde tijd werkzaam zijn in een betaalde activiteit binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Sluis, terwijl hij/ zij haar hoofdverblijf elders voert. Hij/zij doet dit op eigen initiatief en op vrijwillige basis.
Het in een woonruimte tegen betaling bieden van verblijf aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven op dat adres in de basisregistratie personen (BRP).
Een zodanige aanpassing dan wel renovatie van het bestaande gebouw, reeds aanwezig op het desbetreffende perceel, dat enkel het bestaande casco wordt benut.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, de beheersverordening dan wel de gemeentelijke bouwverordening.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.
Voor woondoeleinden aangewezen bestemming/bouwvlak op grond van het bestemmingsplan.
De grens van een perceel, aan de zijkant van een woning ( die voor- en achterzijde van het perceel verbindt).
Gebied dat geen onderdeel is van het achtererf- en voorerfgebied.
Voor zover in deze beleidsregels niet is voorzien in een omschrijving van een bepaald begrip, gelden de begripsbepalingen van het desbetreffende bestemmingsplan.
Bij toepassing van deze beleidsregels wordt gemeten overeenkomstig de bepalingen in het Besluit omgevingsrecht zoals deze geldt op het moment van de aanvraag.
Bijlage C: Bebouwde Kom grenzen
De bebouwde kom grenzen zijn te raadplegen op de website www.zeeland.nl, via de op dit moment geldende link https://dataportaal.zeeland.nl/dataportaal/srv/dut/catalog.search#/map?tab=relations
Bijlage D: Voorbeeld opzet ruimtelijke onderbouwing
Landschappelijk, met name het aspect Nationaal Landschap
Bijlage E: planschade overeenkomst
Planschade zoals bedoeld in artikel 6.1.van de Wet ruimtelijke ordening, is zowel vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) als inkomensschade, die ontstaat na wijziging van de planologische situatie. Via die planologische wijziging wordt een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt. Zo‘n wijziging is bijvoorbeeld het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.
De omvang van schade wordt bepaald door de nieuwe planologische situatie met de oude te vergelijken. Of er daadwerkelijk schade is en hoe hoog deze uiteindelijk blijkt te zijn, is op voorhand niet voorzienbaar. De gemeente Sluis hanteert het principe dat de veroorzaker van die eventuele schade deze dient te vergoeden. Het is tenslotte niet redelijk om die schade op de maatschappij af te wentelen.
Daarom sluit de gemeente bij de aanvraag omgevingsvergunning een planschadeovereenkomst met de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling (zie bijlage E). Dit om de eventuele schade op deze initiatiefnemer te verhalen. De planschadeovereenkomst dient bij de aanvraag omgevingsvergunning afgesloten te worden (dus voor vergunningverlening). Met deze overeenkomst is dan de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd.